De kleine Prelect.
51e Jaargang
ZATERDAG 7 MEI 1921
No. 36
Brukker-Uitgever T. K. KEEMEE
Van week tôt week.
Gemssgd Nioaws,
FEUILLETON.
wordt gelezen te HOOGEZAND, Klel-WIndaweor, Kropswolde, Westerbroek, Foxhe!, SâPPËMËER, SLOCHTEREN, SSddeburen, Hélium, Sohlidwolde, Kolhars Foxham, Soharmer,
Harksfede, Lageland, Ovemhlid, TEN BOER, NOORDD9JK, NOORDBROEK, ZUIDBROEK, WUNTENDAM, ZUIDLAREN, NQORDLAREN, HAREN inz
GOORECHT
Officieel Orgaan voor HQOGEZAND, SAPPEMEER en SLOCHTEREN.
Dit £LAD yerachijnt iederen WOEN8DAG en ZATËRDAG.
ABONNEMENTSFKIJ8 per drie maanden 60 cent bg voor-
uitbetaling. Franco per post 75 cent.
v.h. BORGESIUS ZOON.
SAPPEMEER. Tel. 418.
ADVERTENTIËN Tan 15 regels 50 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inzending van advertentiea Dinsdagsmiddags en Vrgdags-
middags voor 12 uur.
Voor het plaatsen van Advertentiën betreffende Handel en N^verheid 1s voor de stad Groningen alleen gerechtigd het algemeen Advertentiebureau van H. WESTENBORG. Munnekeholm 8.
Groningen, Tel. 772.
Voor Advertentiën en Réclamés huiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd hei Advestentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
EERSTE B L A 0.
WEEKKALENDER.
Zondag 8 Mei. Maandag 9. Dins-
dag 10. Woensdag 11. Donderdag
12. Vrijdag 13. Zsterdag 14.
Eerste kwartier, Zsterdag 14 Mei.
Jaar-, paarden- en beestenmarkten.
Dinsdag 10 Mei, Zuidbroek j.
De Amsterdamsche gemeenteraadsver-
kiezingen hebben een ongekende ver-
maardheid gekregen. Zg zgn bekend
geworden niet maar alleen in ons land,
maar internationaal. In de buitenland-
sche bladen wordt er even druk over
geschreven, ala in de Hollsndsche pers.
Een groote roi speelt hierin de heer C.
de Gelder, de Amsterdamsche straat-
zwerver „Had je me maar Dit obscure
type, dat den geheelen dag in faeelen of
halven staat van dronkenachap op of in
de buurt van het Rembrandtplein rond-
zwerft met een sigarenkistje onder den
arm en een knuppel in de hand, waar-
mee hij telkens tegen het sigarenkistje
trommeit, daarbij geluiden uitstootend,
die hem den naam „Had je me maar!"
hebben gegeven, was voor den gemeente
raad gecandideerd door de groep der vrije-
socialisten, om daardoor haar opinie over
de volksvertegenwoordigers te demon-
streeren. Had men gehoopt, dat de schande
van eventusele verkiezing Amsterdam
zou zgn bespaard gebleven, en dat het
bij het bloote feit der candidaatstelling
zou zijn gebleven, de feiten hebben
anders uitgewezen. „Had je me maar"
en zgn kameraad Zuurbier de bootwerker,
zgn gekozen. Zij hebben een onverwacht
groot aantal atemmen op zich vereenigd.
Maar eventjes ruim 14000. 't Is zeer te
betreuren, dat een deel van Amsterdam's
burgerg, het beheer harer zaken en de
behartiging harer belangen in handen
stelt van lieden, aan wie zij zelf het
brevet van aigeheele impotentie, juist
door hun candidaatstelling, heeft willen
geven. Moreel staan deze kiezers met de
gekozen straattypen op één Ign. 't Is
gebleken, dat de thans Edelachtbare heer
de Gelder is gekozen door het schuim
van Amsterdam, waaronder veel prosti
tuées en door hen, die een „gijntje"
hebben gewild. Onze minachting voor
deze kiezers is ongetwijfeld niet groot
genoeg. Zeer zeker zai er een tijd koraen,
dat Amsterdam zich zai schamon over
zulk een misère, die ons leert, dat de
verwording van het publieke leven in de
groote steden waarlgk nog niet tôt stil-
stand is gekomen. Het teekent de men-
taliteit van een belangrijk deel harer
inwoners. Het is nu eenmaal een feit,
dat in een groote stad tal van menschen
tôt de zoogenaamde gedsgenareerden be-
hooren. Deze zijn te vinden onder aile
klassen der maatschappij ook in de groep,
die men als intellectueelen pleegt aan te
duiden. Bij algemeen kiesrecht moeten
ook zg deelnemen aan de verkiezingen
en vertroebelen dan natuurlijk den uitslag
der atemming. Door het stellen van
dezen candidaat, is de degenereerden de
geiegenheid gegeven zich aaneen te
sluiten, en dus den uitslag van de stem-
ming voor de andere partijen zuiver te
maken.
Dit geeft redau tôt biijdschap en dit
is het eenigste voordeel, dat de verkie
zingen van De Gelder en Zuurbier hebben
opgeleverd.
Maar 't weegt ongetwijfeld niet op
tegen den smaad door dit publieke dada
ïsme op de Amsterdamsche kiezers ge-
worpen.
Door de verkiezing vaa den van giften
en gaven levenden, jammerlijk dronken
straatzwerver, die op den verkiezingsdag
tôt vier weken hechtenis wegens voort-
durende openbare dronkenachap werd
veroordeeld, is Amsterdam geblameerd.
't Is daarbij een hoon voor het algemeen
atemrecht, dat kàn en màg vertrouwen
stellen in het gezond verstand en de
goede geaardheid van de massa des volks
en niet behoeft te verwachten, dat een
eer- en willoos individu, dat zich tôt de
candidatuur ieent, naar voren wordt
gebracht.
Schier elke courant is over den uitslag
der verkiezingen met betrekking tôt het
relletje ontstemd. Van het meest uiterst
rechtsche tôt het meest linksche blad.
En bijna zonder uitzondering is de con
clus^ dezelfde dat de verkiezing van
De Gelder een bgzonder droef licht werpt
op de mentaliteit van een deel van
Amsterdam's kiezers. De „N. R. Ct.",
,Het Hdbl.", de „Stand", „Het Volk",
„De Tribune", „'t Utrechts dagblad", de
„N, Crt.", „De Msb.", „Het Centrum",
alien striemen in scherpe bewoordingen
het politiek dada-ï'sme van de zich nu
noemende nRapaille-partij" en zonder
uitzondering vermeldden aanvankelijk
allen met ingenomendheid het „Had-je-
me-maar"-ontwerpjo.
Dit ontwerpje tôt wijziging van art. 17
der Provinciale wet en art. 19 der Ge-
meentewet is dadelijk ingediend na de
verkiezing van Had je me maar in den
Amsterdamschen gemeenteraad. 't Heeft
tôt doel om althans het zittingnemen van
dergelijke individuen in Prov. Staten en
gemeenteraden te voorkomen. 't Zai
denkelijk nog in behandeling worden
gebracht véèr de Amsterdamsche Raad
in eerste zitting bijeen komt en men
hoopt de Gelder buiten de zaal te houden.
Want anders kan men in Amsterdam's
raad nog wat beleven. „Had je me maar"
is verraoedelgk de nestor der raadsleden.
Hij is de zostig reeds gepasseerd en in
bijzandere omstandigheden kan het voor
komen, dat hij als voorzitter zai kunnen
optreden. En hebben wij 't wel, dan
Eullen de nieuw gekozen raadsledeD,
omdat Amsterdam zonder burgemeester
is door 't plotseiinge overlijden van den
heer Tellingen, in handen van het oudste
lid den eed moeten afleggen.
Mocht dus, véôr de Raad in eerste
zitting samenkomt, er nog geen burge
meester zijn en zou 't blijken, dat de
Golder de oudste in jaren is, dan is hij
de man in wiens handen de eed moet
worden afgelegd en zai hg moeten presi-
deeren tôt de wethoudersverkiezing heeft
plaats gehad en er een loco-burgemeester
is benoemd.
Om een dergelijke mogeljjkheid te ont-
komen is dit gelegenheidsontwerpje in
gediend.
De „N. R. Ct." noemt het ontwerp
bedenkelijk en 't is bedenkelijk ook. Stel
eens voor, dat wij na iedere verkiezing
voor Prov. Staten of Gemeenteraad een
keuring zouden krijgen der gekozenen, en
dat de wetgever na afloop van een ver
kiezing het recht van uitsluiting van
rechtmatig verkozenen uitoefenen gaat.
't Zou zgn een „den wetgever een macht
in handen spelen, die hg zelf zeker niet
gedacht had te bezitten."
Vrg zeker is dit ontwerpje niet met
de grondwet te vereenigen. Ook „Hat
Volk" is deze meening toegedaan en toont
aan, dat in deze uitgebreidheid het
voorstel in elk geval onaaunemelijk is.
Wij zullen afwachten wat onthaal het
ontwerp in de Kamer zai krijgen en of
men er in zai slagen den dronkaard buiten
de Amsterdamsche Raadzaal te houden.
8.
Blijkens het veralag over het bg de
Tweede Kamer ingediende wetsontwerp
„Bevordering van den aanleg en regeling
van de exploitatie van spoorweglijnen
van Groningen over Slochteren naar
Weiwerd, van Groningen over Bedum
naar Uithuizen en van Groningen over
Winneweer naar Uithuizen" betuigde men
van verschillende zijden zijn instemming
met dit wetsontwerp. Men juichte het
toe, dat, toen de aanvankelijk getroffan
regeling tengevolge der algemeene stijging
van prijzen en loonen niet tôt het beoogde
doel bleek te kunnen Ieiden, de Regeering
bereid is gevonden eene nadere regeling
te trefïen, waardoor de aanleg der in dit
wetsontwerp bedoelde, voor de betrokken
streek zoo bel&ngrijke spoorweglijnen 7.00
goed als verzekerd wordt. De hoop werd
uitgesproken, dat na de totstandkoming
der wet met bekwamen spoed aan de
uitvoering der werken zou worden be-
gonnen.
Zooals men weet, wordt door den
Bond van Nederlandsche Baleggers een
z.g. Russenpetitionnement georganiseerd.
Het Besiuur van dien Bond wil de Re
geering ervan doordringen, dat voor de
gedupeerde houders van Russische fondsen
ook wel eens iets mag worden gedaan.
In een request aan H. M. de Kouingin
wordt nu de wensch uitgesproken, dat
de Regeering Russische obligatiën tegen
afgifte van certificaat overneemt, op welke
certificaten bg wijze van voorschot door
de Regeering een rente zai worden betaald.
Middelerwijl vertrouwt de Bond, dat de
Regeering niet stil zai zitten, maar dat
zij in Rusland concessies of monopolies
zai weten te verwerven, uit welker
opbrengst de regeering tôt een geregelde
rentebetaling aan de certificaathouders in
staat zai zijn.
Naar wg vernemen, is dit Russenpeti
tionnement reeds door vele duizenden
Nederlanders geteekend. Het zai in den
loop van Mei aan H. M. de Koningin
worden aangeboden.
Het behoeft geen betoog, dat het succès
van het Petitionnement van het aantal
handteekeningen afhangt.
Ieder, die zich het lot van de onge-
iukkige houders van Russische obligatiën
aantrekt, doet dientengevolge goed, zijn
medewerking aan de Petitionnementbe-
weging alsnog te verleenen. De secre-
taresse van den Bond van Nederlandsche
Beleggers, Mr. A. Bruyoing—van Wal-
linga, Keizersgracht 153, Amsterdam,
verstrekt gaarne nadere inlichtingen.
Da. J. B. Th. Hugenholtz, predikant
bg de Ned. Herv. Gemeente te Purmerend,
heeft tegen 1 September a s. ontslag uit
zijn ambt gevraagd, wegens verandering
van werkzaamheden.
Over zgn heengaan heeft ds. Hugenholtz
aan zgn gemeente het volgende mede-
gedeeld „Om misverstand te voorkomen,
deel ik hierbg mede, dat ik hiertoe ge-
dwongen word door zuiver materieele
overwegingen. Ik zie geen kans langer
op de wgze, die u bekend is, mijn werk
hier voort te zetten. Men heeft mg van
particulière zijde te kennen gegeven, dat
men aile bezwaren voor m(j wilde weg-
nemen. Ik heb gemeend dit aanbod niet
te mogen aannemen. Enkelen mogen niet
op zich nemen, wat de plicht is van de
gansche gemeente, n.l. te zorgen voor het
levensonderhoud van hun predikant, niet
méér, maar ook niets minder".
Een familie in de Jan Luykenstraat
te Amsterdam, die nu en dan een naaister
op bezoek kreeg, mistte op zekeren dag
een bedrag van f 4110 aan papiergeld.
Daar de naaister van dezen diefstal ver-
dacht werd, heeft de politie haar gear-
resteerd. Het geld werd in haar woning
in de Dapperstraat gezocht, maar de
rechercheurs vonden aanvankelijk niets.
Het werd ontdekt in het petroleumreser-
voir van de kachel. Aile briefjes werden
daar doorweekt uitgevischt.
Om te watertanden 1 In het dorpje
Rhenooy (bij Leerdam) werd de vorige
week aan de inwoners f 15 per hoofd
uitbetaald uit het z.g. Hezenfonds. Er
waren gozinnen die 150 ontvingen.
Een dorado voor anti-belastingbetalers 1
Het bekende café, tevens aanzienlgke
boerderij Herwedaal, te Groeabeek, is door
onbekende oorzaak geheel afgebrand. Bg
het uitbreken van den brand waren aile
huisgenooten reeds te bed. Eenig huisraad
en het vee werd gered, doch een SOjarige
man, C. C., die eveneens in het pand
huisvesting had, en niets van den brand
bemerkte, is jammerlijk in de vlammen
omgekomen. Het verkoolde lgk werd
onder het puin gevonden. Yerzekering
dekt gedeeltelgk de schade.
De veehouder B. te Kortezwaag
dronk, om zgn dorst te lesschen, uit een
gevulde fiesch. Deze bevatte evenwel
medicgnen voor zijn paard. Na een hevig
lijden is de man aan de gevolgen over-
leden.
De landbouwer E. v. d. Sch. te
Kamperveen, werd door zgn woest ge
worden stier op de horens genomen, in
de lucht geslingerd en deerlgk verwond.
De cartonfabriek „Erica" te Oude
pekela, voor pl.m. 3 weken weer in
werking gesteld, zai nu andermaal worden
stopgezet wegens slapte, zoodat nu al de
cartonfabrieken aldaar buiten werking
zga gesteld. Neemt men in aanrcftrking,
dat de plaats hoofdzakelgk vandefabrieken
afhangt, dan kan men zich voorstellen,
weîk een gedrukte atemming er heersoht.
a Ieder mensch heeft z\jn zwakke
zyde, en die meent dat h\j er geen
heeft, heeft tenminste deze eene.
Door d. 1. B R U Y E R E.
(Nadruk verboden.)
5.)
„U ziet daaruit, mijnheer de Hertog",
lachte de Prinses, „dat ik zeer tevreden
ben, of" voegde ze er trotsch bij
„zeer veel vertrouwen heb in eigen kracht
tfoor de vervulling van mijn wenschen.
Doch ik beloof u, bg de eerste geiegen
heid aan u ta denken, maar ik verwacht
dan ook dat u mijn wensch stipt uitvoert
en mg niet tevergeefs laat vragen."
,,'t Zai mijn hoogste geluk zgn, u door
de daad de bawijzen, dat ik steeds ter
uwer beschikking sta", zei Fouché met
vuur.
Het onderhoud duurde nog eenige rai-
nuten, dan namen de beide heeren afscheid
en was de Prinses alleen.
„Hg is zeer onaardig, die Fouché
een Jakobgn, die voor den dood van
den ongelukkigen koning stemde mijn
foroer moet hsm niet te veel vertrouwen
hg zai hem verraden, zoodra hij op-
houd, bem te vreezen."
Door de deur dar binnenkamsrs trad
de kamenier der Prinses, oen bejaarde,
met eenvoudige elegance gekleede dame
van goedmoedig, vriendelijk uiterlgk
binnen.
„Zie hier, Louison" riep de Prinses
„wat Isabeij gebracht heeft niet waar,
dat is kostelijk hoe goed zijn allen ge-
troffen. Ook Fouché was hier", voer
ze voort, terwgl de kamenier de vaas
bekeek. „hij kwam als een geest uit de
duisternis aan."
„De hertog had den hofmeester gezegd,
dat hij een opdracht van Z. M. den Keizer
had en toen waagde men niet, hem
af te wgzen."
3 Hij tracht rag te winnen", sprak de
Prinses peinzend, „hij draagt mij zgn
diensten op weliicht wil hij mij compro-
miteeren, om later te zekerder van mg
te zijn maar ik vraag niets van h6m,
ik heb hem niet ncodig, want ik heb
niets te verbergen en ik wantrouw hem
als de slangen en ander ongedierte."
„Durf ik mg veroorloven, UweKeizor-
lijke Hoogheid, u aan de genade te her-
innereu, die u mg beloofde vroeg de
kamenier. „Een neef een zoon van mijn
zuster, die dichter is, heeft ter viering
van den huidigen dag, verzen gemaakt
bij is arm als uwe Keizerlijke Hoog
heid hem haren steun toezei
,,Aha ik herinner het mij zeker,
mijn goede Louison Je weet, hoe gaarne
ik uw wenschen vervul."
„Hg is gekomen en wacbt in het voor-
vertrek als Uwe Hoogheid zou willen
veroorlooven."
Zeker, laat hem komenl" riep de
Prinses met de haar kenmerkende vrien-
delijkheid.
De kamenier snelde heen en keerde
weldra met Charles Dubois terug, dien
zij aan de hand naar de Prinses geleidde.
Hij hieid zgn gedicht opgerold in dahand
en boog erg links, maar toch maakte zijn
jeugdige verschijning en zijn vrijo open
blik, een goeden indruk op de Prinses,
die hem vriendelgk en bemoedigend toe-
knikte.
„Nu mijnheer", zei ze lachend, „ik hoor
van mijn goede Louison, dat u een jonge
Appollo is, die mij de eer bewijzen wil,
de muzen die u haar gunsten schenken,
tôt mg te leiden en mij geluk te wen
schen op mgn geboortedag, die voor mg
n&uwelijks meer een feest is, daar hij
mij ieder jaar meer aan het scheiden van
de jeugd herinnert."
Ze sprak de laatste woorden niet wee-
moedig klagend, maar bgkans triumfeerend
uit, en wie haar daar zoo zag staan, met
aile aantrekkelijkheid der jeugd bestraald,
zou meenen, dat zij niet aan de wetten
van den tgd scheen onderhevig te zijn.
Zg mocht allicht ook een bevestiging
hiervan van den jongen man verwachten,
die vol bewondering tôt haar opblikte.
Deze echter was te zeer onder den
indruk van haar schoonheid en haar
hoogen rang, die ailes verre overtrof, wat
hg tôt heden zag, zoodat hij slechts sta-
melend antwoordde
„Mijn tante, Keizerlgke Hoogheid, heeft
mij doen hopen dat dat mgn hulde
u niet ongevoelig zou zijn en
„Eu", viel lachend de Prinses in, die
deze stomme bewondering welke op het
gelaat van den jongen man te lezen was,
aangenamer aandeed, dan het aardigste
compliment, „en daarom is u gekomen,
om mij u pcëtiachen gelnkwensch aan te
bieden. Doch" voer ze welwillend voort,
„de verzen verliezen in aantrekkelgkheid,
aïs ze niet door den dichter zdf worden
voorgedragen. Lees mij dus voor, wat u
geschreven heeft."
De Prinses knikte vanaf de canapé
Louison vriendelgk toe, die haar, verrukt
over de genade haar beschermeling be-
wezen, de hand kuste.
Charles Dubois kleurde van vreugde
de Prinses zgn gedichten te mogen voor-
dragen, dat was immers zgn hoogste
deaal. Hg sloeg het blad open, dat hjj
in zijn hand droeg, en begon eerst schroom-
valiig en weifelend, later met meer zeker-
heid de verzen te lezon, welke de bewon
dering van de goede Louison opwekten,
maar weliicht minder den bgval der
Prinses hadden mogen verwerven, als ze
werkelijk geluisterd had. Dit deed zij
echter niet, want ze had het hoofd in de
hand geleund en was met haar gedachten
overal, behalve bg de verzen van den
heer Dubois, die met steeds stggende
begeestering declameerde.
Daar klonk van de straat luid geroep
men hoorde een rgtuig over den hof
rollen en onmiddellijk daarop opende de
huishofmeester de beide vleugeldeuren
van den ingang en riep, terzgde tredend
„De Keizer
Bij den tooverklank van deze woorden,
waarvoor toen ieder hoofd boog, sprong
de Prinses op en ijlde naar de deur
mijnheer Dubois bleef midden in zijn ge
dicht steken en Louison wenkte haar
neef steeds dringender, want de étiquette
eischte, dat bij het binnenkoman van den
Keizer ieder, die niet aanwezig moest
zijn, zich verwgderen. Maar Charles lette
niet op haar gebaar, hij stond als ver-
steend en staarde naar de deur, waardoor
de beheerscher der wereld zou binnen-
treden.
Nog eenmaal trachtte de arme kamenier
zich verstaanbaar te maken zg waagde
zelfs te roepen maar te vergeefs, reeds
verscheen de Keizer op den drempel en
zg verdween door een zgdeur, sidderend
van angst voor haar beschermeling, want
de Keizer stond streng op de naleving aan
de regelen der étiquette.
Hg droeg de eenvoudige groene jagers-
uniform, dien hg als generaal en consul
gedragen had, met de ster en het kleine
kruis van het Legioen van Eer. De be-
ginnende gszetheid, welke in plaats van
zgn buitengewonemagerheid gekomen was,
stond hem goed, zgn anders streng gelaat
straalde van vreugde bij den aanblik van
de geliefde zuster en innige genegeheid
blonk uit zijn oogen.
De Keizer kuste de Prinses, die hem
omarmde, op het voorhoofd en zei
„Op je geboortedag, mijn lieve Pauline,
mag je broeder niet gemist worden
mijn wenschen ken je zg omvatten
ailes, wat je gelukkig kan maken en wat
ik doen kan, om het te bereiken, zai ge-
beuren hier is een kleinigheid ter
herinnering aan den dag, die mg de ge
liefde zuster en de dierbaarste vriendin
schonk.
Hij reikte de Prinses een étui over
van purperroode zgde, voorzien van het
Keizerlgke wapen. Toen ze het opende,
straalde haar een riviëre van diamanten
tegen, zoo schoon, als slechts de beheer
scher der wereld ze vereenigen kon, om
ze aan zgn lievelingszuster te schenken.
De Keizer glimlachte tevreden, toen hg
de blijde verrassing van de Prinses zag
met een kort woord wees hg haar dank
af en zei, op de vaas met viooltjes wij*
zende „Een schoon geschenk waardig
den meeater en haar, die het aangeboden
werd."
„Wist jij 't eok reeds?" vroeg zg licht
ontstemd, „doeh dat is ook waar, daar
Fouché er mee bekend was
„Fouché", sprak de Keizer, „hg weet
ailes weliicht te veel was hg hier
„Als een geest, die door de lucht komt
zweven, of uit de aarde opatijgt", ant
woordde de Prinses ze zweeg opeena
en keek naar Dubois, die onbemerkt ter
zijde had gestaan.
Napoléon volgde richting van haar blik,
zijn trekken verduisterden.
„Wie is dat vroeg hg kort, terwgl
Charles Dubois zieh onder zijn fonkelen-
den blik sidderend tôt de aarde boog.
(Wordt vervolgd.)