De kleine Prelect. 51e Jaargang No. 38 Drukker-Uitgever T. K. KBEMEE Van week tôt week. Kantongerecht te Zuidbroek, FEUILLETON. wordt gelezen te HOOGEZANO, Klel-WIndeweer, Kropswolde, Westerbroek, Foxhol, SAPPEMEER, SLOCHTEREN, Slddeburen, Heiium, Schlidwolde, Kolhan Foxham, Scharmer, Harkstede, Ufleland, Ovtsrsohlld, TEN BÛER, NQORDOS1K, NOQRRB^EK, ZSJIDBROEK, MUNTENDAM, ZUIDLAREW, NOOROLAREN, HAREM enz OOST- GOORECHT Qfficieel Qrgaan iow HOQGEZAND, SÂPPEMEER en SLIFCfITEREN. Dit DLAD verschijnt iederen WOEN8DAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJ8 per drie maanden 60 cent bij voor- uitbetaling. Franco per post 75 cent. y .h. BORGESIUS ZOON. SAPPEMEER. Tel. 418. ADYERTENT1ËN van 1—6 regels 50 cent, ieder regel meer 10 cent. Inzending van advertenties Dinadagsmiddaga en Vrjjdags- middaga voor 12 uur. Voor het plaatsen van Âdvertentiën betreffende Handel en Nyverheid is voor de stad Groningen alleen gerechtigd het algemeen Advertentiebureau van H. WESTKNBORG, Munnekeholm 8, ^r° Yoor^dvertenti'ën en Reclames buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd hel Advertentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H <014. EERSTE B1AD. WEEKKALENDER. Zondag 15 Mei, Maandag 16, Dina- dag 17, Woenadag 18, Donderdag 19, Vrijdag 20, Zaterdag 21. Zonaopgang Zaterdag 21 Mei te 3.58 onder te 7.55. Voile Maan Zaterdag 21 Mei. Er is in de laatatverloopen weken een wetaontwerp aangenomen door de Tweede Kamer, waardoor een bestaande wet zal worden gewijzigd. Ik heb 't oog op de leerplichtwet, een zeer belangrijk vraag- atuk der opvoeding. De moeningen over de leerplichtwet loopen zeer uiteen. In de rechtsche kringen moet men er niet veel van hebben, omdat men van oordeel is, dat de Staat niet heeffc in te grjjpen daar, waar voor de ouders een roeping ia weggelegd. Tegen dit door hen betitelde „achoolmeeateren" van de overheid worden heel wat bedenkingen ingebracht. Eéa ia, dat de learplicht op mechanische en eenvormige wjjze werkt, wat in vele spéciale gevallen ongemak en moeilijkheid ten gevolge heeft 6n onte- vredenheid en bitterheid jegens de wet wekt. Het ia mogelijk, zoo heethetdan, dat het voor knapen en meisjsa van den schoolleeftijd van groot belang is om ieta te verdienen voor een arme moeder, die b.v. weduwe is en uog jongere kinderen heeft, en zoo ieta zou dan worden tegen- gewerkt door de wet. Een andere tegenwerping ia, dat het onderwijs niet altijd voldoet aan de be- hoeften der kinderen. Een jongen met aterke armen en beenen, maar met niet al te veel veratand, moet maar beweging- looa uur aan uur in de school zitten tôt oefening van oordeel en geheugen. Wat in hem aterk ia, kan hjj niet uiten. Voorts wordt nog wel opgemerkt, dat het onderwijs veel te veel geacheiden wordt van het leven van het kind bui- tenshuis. Men leert het geen belang stellen in de dingen waarmee het daar telkens in aanraking komt. Kennis van de omgeving wordt voor het onderwijs een eerate behoefte geacht, een behoefte. die in de atad en op het land beide wordt veronachtzaamd Inatee van leerplicht ziet men dan liever zendiDgswerk in huis in het belang Wist inenigeen, waaroin 1»U der opvoeding. Op de ouders wordt een machtig beroep gedaan en er wordt ge tracht verlangena bij hen op te wekken voor hunnen kinderen welvaren. Nu weten we msar te goed waar het met de praktijk heengaat. Getheoretiaser is gemakkelijk, maar de praktjjk des levena biedt zoo veelal een geheel ander, zoo niet tegenovergesteld beeld. We zien in onze dagen overal de wrange vruchten van het niet getrouw bezoeken der school. De school dan in.engeren zin genomen. In de breedate beteekenis van het woord omvat ze aile opvoedkundige instellingen van de universiteit af tôt die inrichting toe, die door onze kleine kinderen wordt bezocht. Ongetwijfeld zou er veel voor te zeggen zijn als het onderwijs der kinderen zich niet uitsluitend beperkte tôt de lagere school en dat de ouders hunne kinderen ook in de gelegenheid stelden een Ulo- of Mulo-school te bezoeken. We weten echter maar al te goed, dat dit lang, lang niet overal kan en we zouden dan ook al dubbel en dwara te- vreden moeten zijn als alie kinderen als ondergrond voor hun kennis hadden, dat, wat ze leeren op de lagere school. Gelukkig komt er den laatsten tijd, mode onder den drang der eischen, die de moderne tijd ona stelt, een kentering. De zoo gewenschte aansluiting tusschen school en arbeid wordt langzamerhand gekregen, door de avondcursussen, het vervolgonderwijs, de handelscursussen, de cursussen voor handenarbeid, de ambachts- scholen enz. Onze moderne tijd vraagt veel, zeer veel van den mensch. Ook kennis en die wel in de eerste plaats. We hebben den laatsten tijd kunnen zien, dat de vraag naar werkkrachten, die een degeljjke opleiding genoten, goed lager onderwijs en een inrichting voor voort- gezet onderwijs volgden, immer grooter wordt. Een motief om immer actief te bjjjven en ook het onderwjjs voor per- sonen op rijper leeftijd niet te verwaar- loozen. Ook de nu tôt stand gekomen uit- breiding van den leerplicht tôt 13 jaar zal meehelpen, dat de aansluiting tusschen arbeid en school tôt stand komt. Wat nu die leerplicht betreft, zelfs zij, die hiertegen scherp gekant zijn, geven toe, dat er ieta gedaan moet worden om onwillige ouders te dwingen hun kinderen onderwijs te doen geven. In een enkel geval moet er dan ook dwang gebruikt worden, maar hij moet exceptioneel zijn en mag slechts dan uitgeoefend worden, als het kind moet worden beschermd tegen de verontachtzaming zijner ouders. Stel nu, dat we geen leerplicht hadden, dan zouden de exceptioneele dwangmaat- regelen spoedig verveelvuldigen door den onwil en de onverschilligheid van vele ouders. Als we de oorzaken van het verzuim der kinderen nagaan komt dit wel dui- delijk uit. Deze oorzaken toch zijn in de eerste plaats het spjjbelen der kinderen, die door vele ouders niet goed gecontroleerd worden. Dan het verrichten van huiselijke bezig- heden, boodschappen doen en op de kleinen passen. Aïs de moeder weduwe is en uit werken gaat, komt de school licht in 't gedrang esn ouder zusje moet de zorg van de huishouding op zich nemen. Voorts is een belangrijke factor het verrichten van loontrekkenden arbeid. Vooral de laatste weken of maanden, voordat de iserlingen de school zullen verlaten, meenen sommige ouders straf- feloos de kinderen thuia te kunnen houden. In onze omgeving kennen we de verlof- weken voor 't aardappelzoeken. En ten slotte is er een catégorie van ouders, die absoluut geen belang schijuen te stellen in het onderwijs, de kinderen om allerlei nietigheden thuis houden en er soms niet tegen opzien broertje of zusje leugenachtige boodschappen mee te geven om het verzuim te dskken. Voor al deze gevallen is een dwang- maatregel noodig. En nu kau men in beginsel vjjandig staan tegenover een leerplichtwet, de dwangmaatregelen, die slechts in exceptioneele gevallen zouden worden toegepast, zullen zoo veel voor- komen, dat zij zullen gaan lijken in lange reeks op een gestreng toegepaste leer plichtwet. Hoe men er verder ook over denke, een leerplichtwet hebben we en ze is zoo gewijzigd, dat ze voor onwillige ouders de duimschroeven nog wat vaster klemt en het verzuim tôt een minimum beperkt. Werd tôt nog toe het schoolbezoek ge- regeld geacht wanneer binnen twee achtereenvolgende maanden niet meer dan twee schooltijden zonder geldende reden waren verzuimd, de gewijzigde wet zegt „Het schoolbezoek vindt geregeld plaats, indien geen schooltijd zonder geldige reden wordt verzuimd." De leerplicht eindigt nadat het kind zeven jaar (vroeger 9 jaar) leerling van een lagere school is geweest en de klas- sen heeft doorloopen, maar niet, voordat het kind den 13 jarigen leeftjjd heeft bereikt (vroeger 12) en de klasse heeft doorloopen, waarin het bjj het bereiken van dien leeftijd was geplaatst. In elk geval eindigt den leerplicht bjj 't be reiken van den 14 jarigen leeftijd. Zoogenaamde landbouwverloven buiten de vacantien worden voor ten hoogste twee ;(vroeger 6) weken verleend, maar zij mogen niet toegestaan worden, als de werkzaamheden waarvoor zij gevraagd worden in loondienst worden verricht of indien het kind den leeftijd van 11 jaar nog niet heeft bereikt. Dit artikel de gewijzigde leerplichtwet geeft dus aan kinderen van de landbouwers, gelegenheid twee weken te helpen voor het landwerk van hun vader, indien zij ten minste ouder dan elf jaar zijn. Het gebruikelijke „aardappelzoeken", dat onze scholen in landbouwcentra, soms gedeelteljjk kon ontvolken, vervalt dus voor aile kinderen, die den leeftijd van 11 jaar nog niet be reikt hebben en is slechts toegestaan voor hen die dat werk in dienst der ouders en dus niet in loondienst verrichten. Voor de eersten is het verbodea in den leerplichtigen leeftijd arbeid te doen ver richten in den tijd, dat er aan de school waarop zij zijn ingeschreven, onderwijs wordt gegeven, of gedurende den voor huisonderwjjs bestemden tijd. Want ook dit laatste is bij de gewijzigde wet nog toegestaan. Kinderen, die huisonderwijs genieten moeten beneden den leeftijd van 10 jaar tenminste drie uur per week en boven den leerplichtigen leeft jjd ten minste 6 uur per week onderwijs ontvangen. Dit zijn wel de voornaamste wijzigingen der leerplichtwet. Op overtreding dier wet staat straf. 't Zijn meest boeten, maar zij raken de portemonnaie. En daarvoor voelen wij niet. S. Ter terechtzitting van Woensdag 11 Mei zjjn de volgende personen veroordeeld Wegens met een motorrijwiel sneller rijden dan 25 K.M. per uur G. D. te Stadskanaal tôt 15 b. of 10 d. h., A. V. te Stadskanaal en H. G. H. de L. te Oude Pekela ieder tôt 7.50 b. of 5 d. h. Wegens overtreding der Plantenziekte- wet F. K. te Veendam tôt 10 b. of 7 d. h. met teruggave van de inbeslag- genomen kruisbessenstruiken. Wegens openbare dronkenschap P. V. te Muntendam tôt 10 b. of 8 d. h., H. K. te Sappemeer tôt 8 b. of 6 d. h., J. L. en J. H. te Muntendam ieder tôt 6 b. of 5 d. h. en S. L. te Meeden, H. W. H., F. N. O. 0., H. 0. en W.B. te Veendam, B. v. S. te Hoogezand en A. S. te Stadskanaal ieder tôt 4 b. of 3 d. h. Wegens de modder van de akkers niet van de wielen van een voertuig verwjj- deren alvorens den weg te berjjden K. V. en J. S. te Noordbroek ieder tôt /5 b. of 4 d. h. Wegens overtreding van de wet op de hondsdolheid K. v. d. L. te Midwolda en G. E. en E. H. te Stadskanaal ieder tôt 5 b. of 3 d. h. met verbeurdver- klaring en last tôt uitlevering van de niet in beslag genomen honden. Wegens rijden met een motorrijwiel zonder licht J. H. te Zuidbroek tôt 4.60 b. of 3 d. h. Wegens overtreding der visscherjjwet H. T. en T. E. v. D. te Westerbroek ieder tôt 2 maal 7 50 b. of 2 maal 5 d. h. met verbeurdverklaring van het in beslag genomen vischtuig en G. W. en L. 0. te Veendam, ieder tôt 3 maal f 2 60 b. of 3 maal 2 d. h. met last tôt teruggave van het vischtuig. Wegens het maken van nachtrumoer G. J. K. en B. v. S, te Martenshoek, ieder tôt 4 b. of 3 d. h. en 0. 0., W. B. en H. O. te Veendam ieder tôt /8 b. of 2 d. h. Wegens rijden met een motorrjjtuig zonder rij- of nummerbewijs J. L. te Terapel en Th. M. te Onstwedde, ieder tôt 2 maal 3 b. of 2 maal 2 d. h. en J. F. L. en Tj. B. te Hoogezand en L. T. te Midwolda, ieder tôt 8 b. of 2 d. h. Wegens op Zondag openbaren arbeid verrichten: J. K., C. V. en G. B. te Hoogezand ieder tôt 3 b. of 2 d. h. Wegens overtreding der trekhonden- wet G. H. te Muntendam tôt 8 b. of 2 d. h., J. H. te Wolfsbarge tôt 4 maal 2 b. of 4 maal 2 d. h. en K. E. te Kropswolde tôt 2 maal 2 b. of 2 maal 2 d. h. Wegens rjjden met een rjjwiel zonder licht: C. H. R., Tj. B, A. L., A. N., G. O., H. J. B., H. K. en G. A. te Hoo gezand, R. K., C. V., M. B., W. S., T. E. M., M. L. en L. B. te Sappemeer, H. S. te Zuidbroek, G. A., A. B. en B. L. te Muntendam, A. P., H. W. H. enJ. B. te Veendam, H. B. te Meeden, M. R., B. G., R. P., J. R-, H. R., W. W. en J. J. te Wildervank, P. de G., H. H. en J. A. te Scheemda, H. B. en J. M. v. D. te Midwolda en R P. te Odoorn, ieder tôt 3 b. of 2 d. h. en T. N. te Mun tendam tôt 1 b. of 1 week tuchtachool. Wegens overtrediag der ijkwet L. D. te Stadskanaal tôt /2 b. of 2 d. h. met verbeurdverklaring van de in beslag genomen inhoudsmaat. benyd werd, kiger zijn. - bij zoo gelnk- Door d. L B R U Y E R JE. (Nadruk verboden.) 6.) Pauline scheen zich den naam niet meer te herinneren, en zei „Een jong dichter, die mij ter gelegen heid van mijn verjaardag een gedicht aan- bood, dat veel talent toant bij had getn tgd, zich bij ,uw binnenkomen te verwijderen bij is geheel en al onder den indruk" zei ze gtimlachend „en kan zijn zelfbeheersching niet terug vinden." Inderdaad stond Charles als verateend oog in oog tegenover den overwinnaar der wereld te staan, was immers zoo ieta ongehoords, dat hij 't niet had durven droomen. Napoléon hield er van te im- ponneeren. Hjj haatte plompe vleierij, maar de aprakelooze bewondering maakte steeds indruk op hem. Zijn blikken werden zacht en vriendelijk knikkend lachte hij den jongen man toe. „Ik weet, mijnheer", zeide hij op een toon, die hem steeds aller harten deed winnen, waar hjj betooveren wilde, „dat mijn lieve zuster steeds de kunst, die ook zij niet onverdienstelijk beoefent, in bescherming neemt het zou niet goed van mij zijn, als ik de uiting van edele dankbaarheid onderbreken wilde, die voor haar de beste gave op haar verjaringa- feest is lees u dus uw verzen voor ik zal toeluisteren, laat u niet storen." Charles sidderde over al zijn leden. Den Keizer zjjn verzen voor te lezen, welke madame Lablache met zooveel min&chting behandeld had, dat was bjjkans te veel voor zijn kracht ook de vreugde en het geluk verlammen, zoowel als onge- luk en schrik. Hij kreeg dan ook spoedig zjjn zelfbeheersching terug, waut de Prinses zag hem lachend en vol ver- wachting aan, terwijl de Keizer naar 't venster was getreden zeker om den jongen beschermeling van zijn zuster niet in verwarring te brengen en naar de groenende toppen der hooge boomen blikte. Charles sloeg de bladen weder open en begon andermaal te lezen in den aan- vang nog meer sidderend en met nog meer pathos dan voorheen. Ditmaal luisterde de Prinses werkeljjk toe. Wel zweefde er, bij een stijve of naïve wending een lacbje om haar lippsn, doch haar welwillendheid behield de over- hand op de lichte spot, want het rijmen van divine op Pauline, die zoo zeer het misnoegen van madame Lablache hadden opgewekt, miste zijn indruk niet, daar de vervoering van den joDgen dichter, niet- tegenstaande den niet klas3ieken vorm, toch den stempel der waarheid droeg. De Keizer scheen steeds dieper in ge- dachten verzonken te zijn, of hij luisterde, was moeilijk te zeggen geweest. Charles Dubois echter geloofde het ge- wis en verdubbelde de kracht en den pathos van zijn voordracht, toen hij aan de plaats kwam, waar hij Pauline, als de godiu van den vrede, bezwoer, den krijga- god het zwaard te ontnememen, dat het vaderland zooveel overwinningen gebracht had, om het nu met roem overladen Frankrijk de zegeuiugen des vredes te doen genieten. Daar verhief de Keizer het hoofd de woorden welke Dubois met luider stemme, half tôt hem gewend, sprak, schenen met zijn gedachten waarschijnljjk in het een of ander opzicht samen te hangen en derhalve zijn opmerkzaamheid te trekken. Hi) hoorde nog een gedeelte aan trad dan snel in het vertrek terug en lei, dicht voor Charles staan bljjvend, de hand op diens schouder. ,,U heeft geljjk, mijnheer", sprak hjj levendig volkomen gelijk Fran krijk de wereld, heeft de grootste be hoefte aan vrede, en het behoeft de yoor- spraak van mijn zuster niet, om het vaderland die welverdiende rust te achen- ken. Maar is het mijn schuld, dat vrede onmogelijk is Kan ik kan Frankrijk een vrede aannemen, die noch met zijn eer, noch met zijn rechten overeenstem- men? Tôt de koningen van Europa moet u zich wenden in hun hand ligt de vrede maar zij willen niet zij gunnen mij mijn kroon en Frankrijk den roem niet, de eerste plaats onder de natiën, die het toch toekomt, in te nemen. Ze meenen, met Eogelsch goud den krijg tegen mij te kunnen voeren maar bij God, ik zal hun tonen, dat de spits van mijn degen meer waard is dan al de millioenen van ginds ellendig kramersvolk aan de de overzijde van het Kanaal, meer dan aile intriges dier verachte Welfen, die men terug moest jagen in de Italiaansche moerassen. waaruit ze voortgekomen ziju. Ik zal ze vernietigen, onder mijn voet, als ze voortgaan, mij te trotseeren ik zal hun kronen wegblazen als de wind de dorre bladeren, als ze mij verhinderen, de wereld den vrede te brengen." Zijn oogen vlamden, als wapengekletter klonk ziju stem zoo moest de Oorlogs- god er uitzien, als hij op onweerwolken over de slagvelden voer. Pauline leunde zacht tegen hem aan. „Gij hebt gelijk, broeder", zei ze, „eerst als onze vijanden verslagen zijnenmach- teloos ter aarde liggen, zal er plaats voor den vrede zijn en dan zal ik komen, om u den palmtak des vredes te reiken." Sidderend stond Charles de leeuw had zich voor hem opgericht in zijn vreesel\jke majesteit h(j blikte vol schuwe be wondering in het schoone gelaat van Napoléon. Deze zag hem glimlachend aan. „U ziet, m(jnheer", zei hij vriendeljjk, „dat het niet aan mij ligt, als niauwe oorlogen de wereld bedreigen maar u heeft het goed gemeend ik verheug me in uw vereering voor mijn zuster en hoop, dat de tijd komen zal, waarin zij uw bede vervullen kan". „Adieu mijn goede Pauline", zei hjj, een kus op het voorhoofd der Prinses drukkend, „het werk roept de Keizer laat den broeder slechts weinig tijd moge uw nieuw leveusjaar u aile geluk geven, dat ik voor u wensch." Hij knikte nog eenmaal mijnheer Dubois vriendelijk toe en ging toen snel, door zijn zuster b9geleid, heen. Men hoorde het rollen van een rijtuig en den jubelroep van de op straat wach- tende menigte. Toen de Prinses terugkwam, trad ook Louison weer binnen en vroeg vergifrenia voor haar neef. „'t Beteekent immers niets",antwoordde Pauline, „de Keizer was heel goed voor hem, en mij blijft nu nog slechts over, hem mijn dank voor zijn goede wenschen te betuigen. Spreek, mijnheer, waarmee kan ik u een pleizier doen, koestert u een wensch, dien ik vervullen kan Charles had wel op de knieën willen zinken en uit de hand der Prinses een lauwertak willen vragen, zooals het oud tijda gebruikelijk was, toen de poëzie nog haar rechten op aarde had maar daar steeg het beeld van Clairette en de drei- gende gestalte van madame Lablanche voor hem op hij herinnerde zich zijn belofte en blozend met sidderonde stem, sprak hij „Ach, Keizerlijke Hoogheid, de dichters z(jn vreemdelingen in de huidige wereld als ik een aanstelling krijgen kon een aanstelling in een bureau dat mgn toekomst verzekerd was De Prinses zag hem verwonderd aan. „Ean aanstelling zei ze „ja mjjn- heer, dat is niet in mjjn macht, dan moet u zich tôt den Minister wenden". Plotseling kreeg ze een inval. „De Minister", zei ze lachend „ja, ja, dat is het wacht, allicht kan ik uw wensch vervullen." „Hij heeft het noodig, Hoogheid", ver- zocht Louison, „de gedichten brengen niets op hg heeft wat geleerd." De Prinses had zich aan haar schrijf- tafel gezet en schreef op een goudgerand blaadje, terwijl ze de woorden halfluid uitsprak Mijnheer de Hertog 1 U heeft zich beklsagd, dat ik nog nooit een wensch jegens u had uitgesproken. Nu echter kom ik met een verzoek tôt u. Een jonge man, wien ik mjjn bescherming beloofde, en wiens politieke ideeën de Keizer zelf zeer voortreffeljjk vond, wenscht een voor hem passende betrekking. Ik weet, dat het u gemakkeljjk genoeg valt, zjjn wensch te vervullen en ik verzoek u, mij van uw gezindheid jegens mij een door* slaand bewjjs te geven, door mjjnheer „U heet, mijnheer? vroeg ze. (Wordt vervolgd.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1