De kleine Pretect. 51e Jaargang ZATERDAG 21 MEI 1921 No. 39 I Brokker-TJitgrever T. K. SREMEE Van week tôt week. FEUILLETON. wordt gelezen te HOOGEZAND, Klel-Windeweer, Kropswolde, Westerbroek, Foxhol, SAPPEMEER, SLOCHTEREN, Slddaburen, H@SiumSchildwoîdoKoShass Fsxbam, Sohanuer, Harkstede, Laseland, Ovarschlld, TEN BOER, MOORDOIJK, N00RDBR9EK, ZUIDRR0EK, WUNTENDAM, ZUIBLARESi, ^ÛORBLAREN, HAREN sas S. 2 Teere b ancien houden vaak, waar ijzeren ke- ♦tenen breken. - - - OOST-GOORECHT icieel Orpan voor Dit BLÂD versckijnt iederen WOEN8DAG en ZÀTERDÀG ABONNEMENTSPKI-JS per drie msanden 60 cent by voor- uitbetaling. Franco per post 76 cent. v.h. BORGESIUS ZOON. BAPPEIEEB. Tel. 413. ADYERTENTIÏÎN van iregels 50 cent, ieder regel meer 10 cent. Inzending van advertenties Dinadagsmiddaga en Vrgdags- middaga voor 12 uur. Voor het plaatsen van Advertentlën betreffende Handel en Nflverheid la voor de otad Groningen alleen gerechtlgd het algemeen Advertentiebureau van H. WESTENBOBG, Munnekeholm 8, ^r0aVoorniJvertentiën en Reclames buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H /614. EEBSTE BLAD. WEEKKALENDER. Zondag 22 Mei. Maandag 23. Dinadag 24. Woenadag 26. Don- derdag 26. Vrijdag 27. Zaterdag 28. Zonaopgang, Zaterdag 28 Mei te 3.49, onder te 8 5. Dezer dagen woonde ik een vergadering bij, waarin ter aprake kwam de bestrijding der werklooaheid. 't Waa een vergadering van de collegea van Burgemeeater en Wethoudera van ongeveer een tiental gemeenten in 't Noorden van onze pro vincie en vertegenwoordigers der werk- gevera- en werknemerabonden in de pro- vineie Groningen. Uit de in die verga dering gevoerde beaprekingen bleek, dat de werklooaheid nog hasr hoogtepunt niet heeft bereikt, maar dat zg binnen afzien- baren tijd op zeer groote achaal zich zal openbaren. Zôo zolfs, dat reeds nu ôn werkgevera èa werknomers reikhalzend uitzien naar de plannen voor werkver- schaffing van de regeering. In ateeda toenemende mate toch wordt de regeering gemoeid in het vraagstuk der werklooa heid. Dit ia begrjjpelgk. De ataat ia een organiache levenaeenheid, en erkent daarom, dat aile burgers zoo de meeat onbeteekenende als de op den voorgrond tredende, aanspraak hebben op zgn bgzon- dere zorg. Zgn consciëntie ia in dit opzicht fijngevoelig ala één lid Ljjdt, zoo lijden al de leden mede. Het moge soma schijnen dat grondwettelijke regelingen en beperkingen den ataat van zgn ver- antwoordelgkheid in dit opzicht ontalaan, de publieke consciëntie doet ten alotte toch gevoelen een verplichting jegena allen, omdat zij zich een nationalen broe> derachap bewuat ia. De ataat heeft dan ook niet te ruaten voor en aleer de voor- komende onregelmatigheden zijn wegge nomen. Daarom wordt dan ook, zeer terecht, de ataat gemoeid in het vraagstuk der werklooaheid. Het aantal werkloozen op het platteland stijgt nog voortdurend op «nrustbarende wijze. Vrgwel algemeen ïijn de onkeilvolle gevolgen der werklooa heid in de venen bekend van den laatsten tgd. Door verschillende factoren ik weea hierop reeds in een der vorige artikels ia de ondernemingageest der vervenera verlamd en tengevolge daarvan loopt het meerendeel der veenarbeiders werklooa rond, wat des te erger is, om dat in de veenstreken, de arbeidera groo- tendeela verstoken zijn van een lapje grond waaruit ze in tgden van werklooaheid een gedeelte van hun inkomen zouden kunnen putten. Slechts zij, die van de zandatreken naar de veenderijen trekken om daar graafwerk te verrichten, hebben het voorrecht een tuintje te bezitten, waaruit ze een ge deelte der benoodigda levensbehoeften betrekken. Evenmin ala bij de vervenera ia de ondernemingageest bij de landbouwers groot. Gedurende de oorlogejaren werden voor de landbouwproducten flinke prjjzen betaald. Toen kon terecht worden ge- sproken van 0. W. Edoch, de fiacus ging met een gedeelte van die winst strijken en nu overal de malaise is ingetreden, weten ook onze landbouwers niet of de uitgaven bij de huidige onzekere en dalende coDjunctuur, de opbrangsten der Iandergen zullen dekken. Zg gaan gebukt onder een drukkende onzekerheid, die mede veroor- zaakt wordt door de hooge pachten, die moeten worden opgebracht en door het weinig vertrouwen in de rentabiliteit van de terreinen, die in zandatreken, met behulp van werkloozen deor de gemeenten zijn ontgonnen. Kon in oorlogatijd de hooge prga der producten gelden ala een drijfveer voor ontginning, nu is dit niet meer 't geval. De prijzen der producten dalen, terwijl daarentegen de exploitatiekosten der Iandergen hooger worden. Ook de ngverheidsbedrijven toonen weinig levenavatbaarheid. De couranten openen rubrieken onder het opschrift De criais in de ngverheid. Hier ia per- soneel ontalagen, daar werkt de fabriek met halve kracht, ginda is ze atopgezet en zijn de werklieden ontalagen. Weer een ander heeft loonaverlaging ingevoerd. En de oorzaak De geringe koopkracht der centrale rgken en de onderconsumptie hier te lande. En met dat al wordt de werklooaheid grooter en heeft men uit te zien naar middelen om haar als een der gevaarlgkate sociale kwaien te beatrrjden. Daarover is de regeering het thans ook eens, maar de vraag is hoe en daaromtrent loopen de meeningen nogal uiteen. Dit bleek ook op de voornoemde vergadering. Er waren er, die als parool hadden „ala de menschen maar werk hebben", zonder er op te letten of de uitvoering van het werk eenige waarborg biedt van zoo hoog mogelgk rentabiliteit-efïect. Anderen, en dit waren met name de leidera der werknemerabonden, drongen aan op pro- ductief werk. Zij vroegen geen kolossale bedragen van de regeering voor werk, dat het grootate nut voor de gemeenschap afwerpt. Want het ia toch een vereiachte, dat het te verrichten werk, hetzij direct, hetzg indirect, economiach nut biedt. Het moet zoo rentegevend mogelgk zijn, onverschillig of particulieren of wel de overheid als exploitant optreedt. Ala er kapitalen moeten worden uitgegeven voor de totstandkoming van werken, die krachtig de productie, het verkeer en de uitbreiding van werkgelegenheid bevor- deren, zal zulks door iedereen worden toegejuicht. Voor de uitvoering mag dan ook gerekend worden op de medewerking van particulieren. Nu zal de ataat, waar hij zich aan de zorg van werkloozen niet meer kan en mag onttrekken, toch ook in 't oog moeten houden dat kg zeer voorzichtig heeft te zijn met het scheppen van politiek- economische maatregeien en dat de werk looaheid een noodzakelijke correctie in het maatachappelijk produclie-procea is. Een voorbeeld zal dit duidelijk maken. Wie werklooa i3 of dreigt te worden, zal gaan uitzien om zijn arbeidskracht voor een ander, meer rendabel, bedrijf te geven. Daarom moet de uitkeering voor werk loozen principieel geen verband houden met het loon, dat zij in het bedrgf, waar zg laatst werkzaam waren, genoten. 't Zou dan kunnen voorkomen, dat een werklooze meer verdiende dan iemand, die aan den arbeid kon blijven. Ook dient een werkman niet door een gedwongen wachtgeldregeling aan een badrijf te wor den vastgeklonken. Bg dreigende werk looaheid moet hg zonder bezwaar de kana hebben zijn arbeidskracht elders aan te bieden. Wg zien, dat de werkloosheids- kwestie een zeer belangrgk sociaal vraag stuk is. Een vraagstuk dat moet uitmaken een der programpunten voor de vakver- eanigingacursussen. Men zorge bij de be- Bpreking voor goede voorlichting. Vergadering van den Raad der gemeente N00RDBR0EK op Vrijdag 13 Mei 1921, 's nam. 7 uur. Allen tegenwoordig voorzitter de Bur gemeeater. De waarnemend aecretaria B. Prina legde de voorgeschreven eeden af. De notulen der vorige vergadering worden na voorlezing onveranderd v&st- geateld. Ingekomen ia een schrgven van Ged. Staten d. d. 6 Mei 1921, no. 101, 3e, afd. inzake de plaatselijke inkomstenbeîasting. Wordt behandeld bij het betrekkelijk punt der agenda. Benoeming onderwijzeres aan de Noor- derachool De alphabetische voordracht luidt 1. 0. van Alphen Noordbroek, 2. L. Mulder Exloo, 3. E. E. Poelatra Groningen. Benoemd wordt, mej. L. Mulder (4 stemmen); mej. Wildeboer- van Alphen verkreeg 3 stemmen. Met 6 tegen 1 stem, die van den heer K. Buurke, wordt bealoten Gedeputeerde Staten te adviseeren de jaarwedden der wethoudera niet te verhoogea tôt f 250 voor ieder. Eveneens werd met 4 tegen 2 atemmen, die van de heeren S. Eend- huizen en K» Buurke bealoten niet mede te werken tôt verhooging der jaarwedden van den Burgemeeater en Secretaris over- eenkomstig het voorstel van Ged. Staten de heer Ballmann atemde blanco. De heffingsverordening op de plaatae- lijke inkomstenbelasticg wordt gewijzigd als door Ged. Staten in de reeds boven- vermelde missive d. d. 6 Mei 1921 is a&ngegeven eu bovendien aangevuld met de bepaling, dat jaarlijka het vermenig- vuldigingsgetal door den raad moet worden bepaald in verband met de gewgzigde meening der Regeering omirent de be- teekenia van het vermenigvuldigingsgetal voor de heffiag der pbatselgke inkom- stenbelasting. Het vermenigvuldigings getal voor het belaatingjaar 1921—1922 wordt bepaald op 6 (over 1920 waa het cgfer bepaald op 7.46.) Een concept besluit tot wijziging van het règlement voor het Burgerlijk Arm- bestuur, waarover het Burgerlijk Armbe- stuur is gehoord, wordt na voorlezing onveranderd vastgesteld. Aangeboden wordt de rekening van het Burgerlgk Armbestuur over 1920, in ont vangat en uitgaaf bedragende f 12331.20. Tôt leden van de commisaie tôt het nazien dezer rekening worden aangewezen de h. h. S. van der Veen en H. Perdok, die tevens belaat worden met het nazien der later in te dienen gemeenterekening en rekening van het distributiebedrijf over 1920. Op voorstel van Burgemeeater en Wet houdera wordt de exploitatierekening van het hoogspanningsnet over 1920 goedge- keurd en na eenige diacuaaiea bealoten om het voordeelig aaldo ad f 794.04-' te doen storten in de gemeentek&s. Eenige conceptbesluiten tôt wijzigir g der begrooting voor 1920 tn tôt betaling uit den post, voor onvosrziene uitgaven 1920 en 1921 worden onveranderd vast gesteld. Burgemeerter en Wethoudera atellen voor het punt „verordening op het vast- leggen van honden" van de agenda af te vosren ten einda deze aangelegenheid nader nog eens te overwegen. Aldus bealoten. Op voorstel van B. en W. wordt bealo ten voor den tijd van 2 jaren vrijstelling te vragen aan Ged. Staten van de ver plichting tôt het geveu van onderwijs in lichamelijke oefening aan de 3 scholen. Nadat de heeren Buurke en Perdok enkele vragen hebben gesteld omtrent de werklooaheid en aandringen op een bil- lijke belooning der keienkloppers, hetgeen door het bestuur der keienklopperij in nadere overweging zal worden genomen, sfuit de voorzitter de vergadering. Ofttcieele Puhlicaliën. Rjjksbelastingen. De Burgemeeater der gemeente Sloch- teren brengt bij deze tpr kennia van de belanghebbende ingazetenen dier ge meente, dat het door den heer Directeur der Directe Belaatingen, Iavosrrechten en Accijnzen in deze provincie, d. d. 11 Mei 1921, no. 91 exëcutoir verklaard kohier no- 3 van de Pdrsoneele belasting dezer gemeente over het belaatingjaar 1921, op heden ter invorder og aan den heer Ontvanger der Directe Belaatingen dezer gemeente is ter hand gesteld, en dat een ieder verplicht ia zgnçh aanslag op den bij de wet bepaalden vpet, te vsldoen. Slochteren, den 13 Mf-i 1921. De Burgemeejter voornoemd H. BROEKEMA. Hinderwet. Burg8meester en Wethoudera der ge meente Slochteren brengen ter openbara kennia, dat door hen ia toegestaan het verzoek van 1. Lambertus Rozems, Wagenmaker te Schildwolde, tôt uitbreiding zijner wagen- makerij (vervangiDg van den electromotor van 6 P.K. door een electromotor van 10 P.K te Schildwolde, kadastraal bekend gemeente Slochteren, Sectie C no. 1667 2. Nanno Steenhuis, Smid te Slochteren, tôt uitbreiding zijner smederij door plaat- sing van een electromotor van 2 P.K. te Slcchteren, kadastraal bekend gemeente Slochteren, Sectie F no. 1393 3. Geert van Timmeren, Timmerman te Slochteren, tôt uitbreiding zgner tim- merwerkplaats door piaatsing van een electromotor van 5 P.K. te Slochteren, kadaatraai bekend gemeente Slochteren, Sectie G no. 1495. Slochteren, den 13 Mei 1921. Burgemeeater en Wethoudera voornoemd H. BROEKEMA. De Secretaris H. SNATER. Door d. 1. BRUYERE. (Nadruh verboden.) 7.) ^Charles Dubois" voor haar neef. „Mgnheer Charles Dubois", voer antwoordde Louison de Prinses weer achrijvend voort, „een voor hem passende betrekking te geven. Ik zeg u bij voorbaat mijn dank en ben Uw geheel toegenegene PAULINA." Ze onderteekende, terwijl ze het laatste wcord haifluid sprak, vouwde den brief te zamen en drukte er haar zegel op. Zie zoo, mijnheer", sprak ze toen, geef dezen brief bij den hertog van Ot- ranto af ik hoop dat het den dichter een vaste plaats in de woelende wereld geven zal." Louison kuate dankbaar de hand der Prinses en wenkte haar neef, die, eenige nauwelgks verstaanbare woorden van dank atamelende, met onzekere echreden heen ging. Ala in een droom kwam hg op atraat Ailes wat voorgevalleu en beleefd waa, woelde in zijn hoofd dooresn hij vergat de aanstelling bij al de eer en genade hem bewezen alleen de brief in zgn hand herinnerde hem er aan en hg infor meerde ook naar het paleis van den Mi- niater van Poiitie. Hier verwees men hem naar den bureauchef der kanselarij en schuchter vroeg hij naar den hertog van Otranto. Heeft u een bewija van audiëntie?" vroeg de beambte, den bescheiden jongen man met verwonderde blikken aanziend. „Ik heb een brief af te geven van....." De secretaris onderbrak hemongeduldig: „Men gaat maar niet zoo, zonder meer, den Hertog apreken geef uw brief maar af u zal zeker antwoord krrjgen." Charles waagde geen tegenspraak, legde den brief der Prinses op tafel en ging heen, zonder dat de beambte zijn nede- rigen groet beantwoordde. Madame Lablache kwam nieuwagierig in zijn kamer, toen hg teruggekeerd waa. H\j vertelde vol verrukking wat hij al beleefd had. „En de aanstelling vroeg de oude wautrouwend. Hij deelde haar ook mee, wat daarom trent was voorgevailen. „Ah" riep madame Lablache, „dat is ten minste ieta 't was handig van u aan die goede Clairette te denken en aan mijn kamerhuur dat kan u ge- makkelijk een plaats van vijf tôt zes- honderd francs bezorgen, zoo zijn die verzen toch nog ergens goed voor nu, om dezen dag te vieren, zal ik u een bgzonder heerlgk maai bereiden, op ge- vaar af, het nooit betaald te krggen." Clairette kwam later. Zg jubelds, zong en sprong, het vertrek rond, en de grootate vroolgkheid heerschte aan tafel, met oog op de blijde toekomat. Clairette maakte allerlei plannen voor de kleine huishou diug, madame gaf verschillende raadge- vingen Charles dacht uiisluitend aan de Prinses, die hem zoo genadig had toegelachen en aan den Keizer, wiena oog tôt in zgn hart waa doorgedrongen en zacht fluisterde hij „voratengunst, voratengunst." TWEEDE HOOFDSTUK. De Hertog van Otranto was 'a avonda laat naar zgn hôtel teruggekeerd. Hij had de groote receptie bggewoond, die aan 't hof waa gehoudeu. De Prinses was buitengewoon vriendelijk jegena hem geweest, ofachoon ze ateeda, omringd en in be3lag genomen door anderen, alechts enkele woorden tôt hem had kunnen richten. „U hseft verlangd, mgnheer de Hertog", haa ze hem lacnend gezegd, ndat ik u een wensch zou doen hooren nu, dan, ik heb u op de proaf gesteld en verwacht, dat u uw woord houden en uw toewijding door de daad bewgzen zult." Eer hg meer kon vragen, waa de Prin ses lachend, en hem schalka met den vinger dreigend, heengeaneld, zoodat hg, de ailes wetende, voor het raadael stond, welken wensch zij gaarne vervuld zag en hg verwachtte, gefopt te zullen worden. Ook de Keizer had lang en genadig met hem gesproken, maar Fouché, de fijne menschenkenner, die in 't bgzonder Na poléon tôt ondarwerp van zijn waarne- mingen en atudiëa maakte, had in het oog en de stem, zoowel aan het somwijlen samenklemmen der lippen wel gezien, dat gedachten en woorden niet altijd overeen- stemmen. Weinig geruatgesteld waa hg naar huia gekomen. Hjj ontdeen zich van zgn gala, fculde zich in gemakkeiijker kleediug en ging nadenkoud voor zijn bureau, dat alecht verlicht was door een op de schrijf- tafei staande kandeiabre, op en neer. „'t 13 niet ailes, zooala 't wezeu moet", sprak hg, „en uiettegenstaande aile gunat en genade voel ik den bodem onder mgn voeten beven. Deze overmoedige Paulina, dia Bonaparte het meest vertrouwt van allen, toont door hsar geheele houding duidelgk, dat zij mg niet veel goeds wenscht. Bonaparte vreeat mij en de vreea is veelal beter steun, dan genegen- heid, maar niet bij 'a man als hij, die geen andere gedachte heeft dan zich te wreken en hem te vernietigen, dien hij eenmaal vreesde. Wellicht staat deze kolos niet vast, missohien voorzie ik zijn val en heb daarom aan mijn eigen toekomst gedacht. 't Is mogelgk, dat hg mijn betrekking tôt de Bourbons kent ik weet te goed, als kg achterdocbt koesterde, zou hij zonder verwijl en onverwacht ingrgpen, zooals dat zijn aard is en nog heeft hg de macht, mij, trots al mijn maatregeien, te vernietigen en al mijn zorgen voor de toekomst onnoodig te maken. Kon ik slechts Pauline winnen, zij was de eenigate, in staat zijn wantrouwen jegens mij bg hem weg te nemen, zij is een mannelgke geest in het lichaam van een vrouw en, kon men haar leiden, met haar verbonden zijn, dan waa men voor alla gavaran en verraaaingen boveiligd. Maar terwijl de anderen mij met aangelegenheden van allerlei aard bestormen, koestert zij geen enkele wensch dat bewijat, dtt ze asn den tjjd denkt, dat ik haar vg&nd kan zijn. Ze is V6rstandig, zeer acherp, maar tooh" zeida hg met eea zelfbewu3t lacbje, „bon ik niet teruggedeinsd om me met haar te meten." De Hertog van Otranto ging nog eenigen tijd nadenkand op en neer, trad daarns voor zgn schrgftafel, om, zooals 't bij hem gewoonte waa, het werk van dien dag fcf te sluiten en 't plan voor den vclgenden op te maken. lu den lichtkring van de kaudeiabre stond een groote korf, tôt aan den rand gevuld met brieven, in den loop van den dag voor hem gekomen. Hij bekeek de couverts en deopschriften, opende enkele en schreef er een korte opmerking op, wierp anderen onver schillig ter zij de en waa zoo bijkans tôt den bodem gekomen, toen hem een klein biljet in de hand viel, dat in 't geheel geen orereenkomst had met de officieele atukken, welke den korf gevuld hadden. Nieuwagierig bekeek hg het roode zegel en herkende het wapen van het Keizerlijk Huis. Voor den d1" riep hij, „welke ezel heeft dezen brief in den grooten korf geworpen, waar men er licht overeen had gezien. Dat men van de menschen toch waarlgk geen bruikbare werktuigeu maken kan. Heeft men ze eenmaal tôt machines van onzen eigen wil gemaakt, dan zijn ze even dom als dezeifde machine doch 't is beter zoo, eigen nadenken der men schen ia de ergste vgand van de heer- schappg over hen." Snel opende hij den omslag. „Ah!" zei hij, „van Pauline. Dat zal het zijn, waarop ze hedenavond zinspeeide. Ze hesft alsoo toch een wensch. Welnu, daaruit coacluaies te trekken, is gemak- kelijk te doen. Laat ona zien, wat ze wil, doch voorzichtig en slim, opdat we niet in den val loopen." Hg las langzaam en met voile aandacht het biljet door. „Ze beveelt mg in de warmste bs- woordingen 09n jongmensch aan, om hem eea passende werkkriog t6 verschafien en merkt daarbrj op, dat cok de Keizer zijn acherpe politieke blik erkend heeft. Wat baduidt cUt Zij heeft een liefdëvol hart, zou het dat sija Maar voor een geliefde heeft zij goud geuoeg zou het een ge- wezen g&liefde zgn dan sou de wensch hem een goede positie te verschaffen na- tuurlgk sgn, of, zou het een val zgn, een werktuig in mgn nabgheid te hebben, dat bestemd ia, zijn wapen tegen mij te keeren (Wordt vervolgd.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1