De kleine Prelect. 51© Jaargang WOENSDAG 25 MEÏ 1921 No. 10 Brukker-ïïitgever T. K. SEEMEE Officieele PublicatiëîL Plaatselyk Hienws. FEUILLETON. wordt gelezen te HOOGEZAND, Klel-Windeweer, Kropswolde, Westerbroek, FdxIïoI, SAPPEMEER, SLOCHTEREK, Slddeburen, Hellu», SohSIdwelds, Koibasa Faxhau, Scbaraar, Harkstede, L&geland, Qyerssbild, TEK ESQER, NQORDEHJK, NOORDBR0EK, ZU8DRR0EK, MUNTENDAM, ZUiDLAREN, MGQRDLAREM, HAREM enz Dit BLAD verschynt iederen W0EN8DAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPKIJS per drie maanden 60 cent by voor- uitbetaling. Franco per post 76 cent. y.h. BORGESIUS ZOON. SAPPEMEER. Tel. 418. ADYESTENTIËN van 1—5 regels 50 cent, ieder regel meer 10 cent. Inzending van advertenties Dinsdagsmiddags en Vrydags- middags voor 12 uur. Voor het plaatsen yan Advertentiën betreffende Handel en Nyverheid Is voor de stad Groningen alleen gerechtigd het algemeen Advertentiebureau van H. WHSTENBORG, Munnekekolm S, Voor Âdvertentiën en Réclamés buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenliage, Tel. H <614. HINDERWET. Inrichtingen, welke gevaar, schade of liinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders van Slechteren brengen ter openbare kennia, dat de bealissing op het verzoek van 1. HENDRIK MULDER Tzn., smid te SiddebureD, om vergunning voor het plaatsen van een eîectromotor van 2 P.K. in zijna smederij te Siddeburen, 2.' JACOB STEENHUIS, smid te Hélium, om vergunning voor het plaatsen van een eîectromotor van 2 P.K. in zijne smederij te Hélium, door hen is verdaagd op grond, dat tôt hedeu niet is ingekomen de mededeeling van het betrokken Dis- tricts-Hoofd der Arbeids-Inspectie, dat de inrichting zal voldoen aan de eischen, krachtens artikel 6 der Veiligheidswet gesteld. Slochteren, den 20 Mei 1921. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. BROEKEMA. De Secretaris, H. 8NATER. WEGEN. Overgang van eigendom. Burgemeester en Wethouders der ge- meente Slochteren Gelet op artt. 26 en 27 van het Règlement op het toezicht der wegen in de provincie Groningen (Provinciaal Blad no. 72 van 1908); Roepen bij deze op al de onderhouds- plichtigen van de wegen in deze gemeente, welke door overgang van eenigen eigen dom of van eenig ander zakelijk recht, waarop de onderhoudsplicht rust, van dien onderhoudsplicht ontheven kunnen wor- den, en hen, die ingeval van erfopvolging de verkrygers daarvan zijn geworden, om op Vrijdag, den 27 Mei aanstaande, des voormiddags te 10 uur, in het gemeentehuis alhier, daarvan opgave te doen, en maken hen diensvolgens op de bepalingen van voormelde artikels opmerkzaam, welke luiden als volgt Art. 26. Bij overgang van eenigen eigendom of van eenig ander zakelijk recht, waarop de onderhoudsplicht rust, tusscheu leven- den, is de overdrager, en ingeval van erfopvolging, de verkrijger verplicht daar van, met overlegging der bewijzen, zoo die bestaan, aan Burgemeester en Wet houders opgave te doen. Zoo by den gezegden overgang splitsing plaats heeft van gronden, welke met eenigen ondsrhoudslast voor het geheel zijn bezwaard, wordt die last over de verschillende perceelen verdeeld. Art. 27. Tôt het doen der bij het vorige artikel bedoelde opgave, worden de daartoe ver- plichten jaarlijks in de eerste helft van iMei bij afkondigicg, met bepaling van dag en uur, door Burgemeester en Wet houders in het gemeentehuis opgeroepen. Bslanghebbenden zullen ook tusschen- tijds bedoelde opgave kunnen doen. Burgemeester en Wethouders verza- melen en onderzoeken de voordeopvolging van art. 25 benoodigde gegavens, ook die welke bij nalatigheid der belanghebbenden om de voorgeschreven opgaven te doen, uit anderen hoofde te hunner kennis komen. Tôt aan de overboeking is diegene aan- sprakelijk, te wiens name het voorwerp was gesteld, en ingeval van overlijdeD, ieder zijner erfgenamen. Bij eene splitsing der perceelen, in het vorige artikel vermeld, zijn de bezittera der perceelen ieder voor den onderhouds- last van het geheel verhonden, zoolang de verdeeling van dien last niet is tôt stand gekomen. Slochteren, den 21 Mei 1921. Burgemeester en Wethouders voornoemd, H. BROEKEMA. De Secretaris, H. SNATER. Vergadering van den Raad der gemeente SAPPEMEER, gehouden op Vrijdag 20 Mei 1921, 's avonds half zeven. Aanwozig 9 lsden. Afwezig de heeren Jippes, Smit, Boer en de Koe. Voorzitter de Burgemeester. Aan de orde 1. Beësdiging van het nieuw benoemd raadslid de heer G. Kok. De heer Kok legt de vereischte beloften af, waarna hij den voor hsm bestemden zetel inneemt. 2. Notulen. Worden gelezen en vast- gesteld. 3. Bsnoeming van een Wethouder in plaats van den vroegeren wethouder Kliphuis, die naar elders is vertrokken. By eerste stemming verkrygt de heer Doornfcos 8, de heer de Koe 2 stemmen. De heer Bakker krijgt 1 stem, terwijl blanco werden uitgebracht 4 stemmaa. Op verzoek van den heer Bakker wordt de vergadering enkele oogenblikken ge- schorst. Bij tweede stemming verkrijgt de heer Doornbos 5 stemmen de heer de Koe en Bakker ieder 1 stem, terwyl blanco werden uitgebracht twee stemmen. De heer Doornbos is dus verkozen. Op de vraag van den Voorzitter of hy de benoeming aanneemt, brengt de heer Doornbos dank aan den raad voor het in hem gesteld vertrouwen en zegt de benoeming te accepteeren. De heer de Koe komt ter vergadering. 4. Ingekomen stukken od. Missive van Ged. Staten houdende goedkeuring der gemeentebegrooting en van het kohier van schoolgelden, van de heeren G. H. ten Bruggencate, G. de Langen, R. v. d. Wal, F. Roukes, J. Beukema, H. G. de Yen, B. H. Zwart, A. Kamps en J. Oldenziel, dat zij hun bsnoemingen aannemen. Yoor kennisgeving aangenomen. t—h. Veralag van „het Groene Kruis", van de My van Lsagspanningsnetten, van het Genootschap voor vacantiekolonies en van het Gasbedrijf. Schryven van den Commissaris der Koningin betreftende hondsdclheid. Overeenkomstig dit schryven wordt besloten tôt uitvaardiging van eene ver- ordening dat honden in deze gemeente aan de ketting moeten worden gelegd. Schrijven van den Directeur der Mij. totaanlegvanlaagspanningsnetton.rakende de straatverlichting te Borgercompagnie. De kosten der verlichting worden geschat op f 2500. De gemeente zal de verlich ting jaarlijks komen te staan op f 494 en wel per lantaarn op f 26 p. j. Besloten wordt electrische verlichting aan te brengen. k. Idem inzendende de rek.courant en overzicht. Voor kennisgeving aangenomen. I. Adres van de helpsters in de nuttige handwerkcn houdende verzoek haar het salaria ook gedurende de vacantiedagen uit te betalen. B. en W. stellen voor gunstig op het adres te beschikken en de jaarwedden der helpsters vast te steîlen voor 1919 op 150, bij het niet bezitten der akte K en van f 200 met bezit van deze akte. Ingaande 1 Jan. 1920 stellen zij voor de jaarwedden te bepalen op/260 en boven- dien 100 voor bezit der akte K. Conform het voorstel van B. en W. besloten. m. Mededeeling van Burg. en Weth. van het door hen vastgesteld model voor het beschrijvingsbiljet van den Hoofd. Omslag. Voor kennisgeving aangenomen. Aanvraag van de Woningstichting om voorschot voor te stichten woningen aan den Winkelhoek. Ingevolge eene bespreking met den heer Inspecteur der Volksgezondheid zullen thans gebouwd worden 2 dubbele woningen van het type Zuidbroek en 2 blokken van 4 woningen.van het type Rolpaal. Gevraagd wordt een grondvoorschot van hoogstens 13100 en een bouwvoorschot van f 46250. De aanvraag wordt ingewilligd, nadat de heer v. Delden enkele inlichtingen gevraagd en verkregen heeft omtrent de reden waarom thans blokwoningen worden gebouwd. 5. Schrijven van Ged. Staten nopens herziening jaarwedden Wethouders. Ged. Staten stellen voor de jaarwedden voortaan te bepalen op f 400 voor iederen wethouder. B. en W. stellen voor Ged. Staten te berichten dat de jaarwedden thans reeds f 400 bedragen en deze dus geene wijziging behoeven te ondsrgaan. Conform het voorstel van B. en W. besloten. 6. Schrijven van Ged. Staten opens herziening jaarwedden Burgemeester en Secretaris. Ged. Staten wenschen de jaarwedde van den burgemeester te bepalen op 4500, die van den secretaris op/4100. B. en W. stellen voor Ged. Staten te berichten, dat, zoolang het Ryk niet meer bijdraagt tôt de kosten der gemeente- huishouding dan tôt nog toe, de Raad adviseert niet tôt de voorgestelde verhoo- ging over te gaan. Zonder discussie wordt conform het voorstel van B. en W. besloten. 7. Voorstel B. en W. tôt wijziging verordening op de hondenbelasting. B. en W. stellen thans voor de veror dening zoodanig ingaande 1 Januari j.l. te wijzigen, dat de belasting zal bedragen 1) Drie gulden voor elken hond, uit- sluitend ten dienste van den landbouw of eenig bedrijf gehouden wordende 2) Vier gulden voor elken hond, uit- sluitend gehouden wordende ter bewaking van gebouwen en erven, mits het erf hunner eigenaars nimmer verlatende 3) Voor andere honden, indien de be- lastingplichtige naar de laatst van kracht zijnde kohieren is aaugeslagen in de plaatsslijke belasting naar het inkomen, bij een geschat inkomen van minder dan f 2000 f 5 per hond, van /"2000 tôt en met 4000 10 meer dan 4000 15 terwijl bij gebreke van een aanslag het inkomen door den Raad wordt geschat en naar deze schatting de indeeling in dit tarief plaats vindt. De heer de Koe is vierkant tegen dit voorstel, wat klasse-indeeling betreft. Een trekhond wil hij zoo laag mogelijk be- lasten. Overigens wil hij niet belasten naar klasse-indeeling, doch honden, die voor weelde worden gehouden, naar een algemeenen maatstaf belasten. De heer Wildervanek is het eens met den heer de Koe. Oorspronkelijk hadden B. en W. een voorstel in den geest van den heer de Koe, doch de raad was vau andere meening. De Voorzitter is het niet geheel eens met den heer de Koe en motiveert dit nader. De heer Doornbos is bang voor te hcoge opvoering der hondenbelasting. Meer- deren zullen dan hun hond afschaffan. De heer Holtslag kan zich wel met het voorstel van B. en W. vereenigen. De heer de Koe blijft tegen belasting naar progressie. Het voorstel van B. en W. wordt thans op aandrang van den heer v. Delden in stemming gebracht en aangenomen met 9 tegen 2 stemmen. Er tegen atemden de heeren de Koe en Wildervanek. 8. Vaststelling kohier van navordering hoofdel. omslag 1920. Wordt vastgesteld op een bedrag van f 4717.49. 9. Vaststelling suppletoir kohier van hoofdel. omslag 1920. Wordt vastgesteld. Rondvraag. De heer Meyer vraagt of niet een aan vraag van het parochiaal bestuur is in gekomen inzake schoolbouw. De Voorzitter antwoordt bevestigend, doch voegt er aan toe, dat de zaak nog niet rijp is voor behandeling. De heer Verver zegt, dat hem gebleken is, dat het fanfarekorps Hoogezand— Sappemeer onlangs een concert heeft gegeven in het plantsoen. Staat dit ook voor andere corpsen open Hij krijgt een bevestigend antwoord. De heer Meijer dringt er op aan om straks geen buitenl^ndsche muziek bij de feestelijkheden te halen en de beide plaat sslijke muziekkorpsen voorbij te gaan. De heer Bakker zegt, dat dit een zaak is, die bçj de betr. Raadscommissie thuis hoort, die zeker wel met den wensch van den heer Meijer rekeningzal willenhouden. Hierna sluiting. Hoogezand. De provinciale meeting van de Gr. Prop. Comm. van de Ned. Ver. tôt afsch. v. aie. dr., welke dit jaar te Hoogezand is gehouden, kan als prach- tig geslseagd worden bsschouwd. Vertegenwoordigd waren 102 organisa- ties terwjjl boven de optocht 65 vaandels of vlaggen hunne meestal gouden lettera lieten blinken. Hoewel trjdens de rede van den heer E. J. Jansen van 't Laar een donderbui het aardrijk verfrischts, bleef ondanks de regen ieder op zijn plaats, om toch vooral geen zijner woorden te missen. Daar het weder voor een opsnluchtmeeting te guur was geworden, werden later de aanwezigen door den heer H. Baelmans in de zaal van den heer Fsbsr toegespreken. De rede van deze laatste spreker welke speciaal be- rekend was, om de afgevaardigden van politieke en vakorganisaties van de nood- zakelijkheid van geheelonthouding te overtuigen, werd meermalen afgebroken door daveren4 applaus, wel een bewijs, dat woorden en voorbeelden goed gekozen waren. Dit jaar voor het eerst werd de optocht opgeluisterd door 2 muziek korpsen en wel „D. S. T. O." van Oude Pekela en „Nieuw Leven" van Winschoten, terwijl op het meetingterrein en later in de zaal het geh.onth. zangkoor „De Koren- bloem" van Hoogezand—Sappemeer en het eerstgenoemde muziekkorps hunne medewerking verleenden. Deze voor de drankbestrijding in onze provincie zoo belangrijke dag werd besloten met een avondconcert ook in de zaal van den heer Faber. Sappemeer. De gelegenheid is openge- steld tôt het afleggen van het examen voor leerling telegrafist en kantoorbe- diende, welk examen begin Juli a.s. te Niet a'ieen beleedigingen, ook weldaden laten soms een 'pjjni- genden angel achter. J 8.) Door d. 1. BRUYERE. (Nadruk verboden.) Hij dacht een tijdlang na. „Ja, ja," «>ide bij, „zoo is 't, zoo moet het gebeuren was deze beschermeling een amourette die voorbij is, dan wenscht zij hem te verwijderen zal hij een werktuig zijn tegen mij, dan wensch ik hem te verwijderen, dus weg moet hij Lzoover mogelgk. In 't eerste geval zal ze mij dankbaar, in het tweede voorkom ik, dat mij een streek wordt gespeeld, steeds ia de uitsVag mij gunstig, en dat moet het eenigate doel zijn, dat ik tracht te bereiken in dit van den eenen dag tôt den anderen bestaand rijk. Ah! mijn schoone Pauline, tegen u opgewassen ben ik Wel wil ik trachten u tôt mijn vnen- din te maken, maar 'k zal ook zorgen, dat u mij als vijandin geen nadeel be "jjy^nâm terzijde van de schrgftafel een groot folioboek weg, dat een register van aile vacatures onder zijn ressort bevatte. Dat if» 't", zei hij na eenigen tgd „d»t moet het zijn zoo toon ik mijn h ver en blflf zelf zeker, maar tevoren wil ik me toch zelf van de persoonlflkheid van dezen plotseling opkomenden be schermeling overtuigen. Dubois Char les Dubois" sprak hjj, den brief op- nieuw inziende „geen nadere aanwij- zing hoe in de hoogste mate onhandig, dat zg hem zonder meer hebben laten gaan." Hij belde. Een van zpn secretarissen, die nacht- dienst in het nooit gealoten bureau had, trad onmiddellijk binnen. „Wie heeft heden de brieven in ont- vaogt genomen?" vroeg Fouché. „Mjjnheer Merin." „Men mag hem daarvoor niet weer ge- bruiken hç heeft een heer, die een schrjjven met het Keizerlijke wapen bracht, weer laten gaan, zonder naar zijn persoonlijkheid te informeeren en dat schrijven in den algemeenen korf ge- worpen." De secretaris boog zwggend. Hij wist, dat zijn chef geen verklaringen aanhuorde en geen verontschuldigingen aannam. „Morgen vroeg", voer Fouché voort -wil ik weten, waar zekere Charles Du bois woont, wat hg doet, in 't kort ailes, wat zijn persoon betreft." Wederom boog de secretaris zwijgend De hertog wenkte, de correspondentie weg te nemen, verbrandde toen het schrjj- ven van de prinses en trok zich in zijn slaapkamer terug. Den volgenden morgen, volgens ge- woonte vroeg opgestaan, verscheen de secretaris in het kabinet. „De hertog heeft bevolen" sprak hy" „inlichtingen te verschaffen aan- gaande de heer Charles Dubois. „En?" vroeg Fouché. Er zijn velen van den naam Dubois te Parijs, doch slechts drie, die Charles heeten", sprak de secretaris. „De eerste is slager en woont in de Kapucynerstraat Fouché schudde 't hoofd. „Verder „De tweede is een beambte van het Ministeris van Justifie." „Hoe oud Vierentwiutig jaar." Wederom schudde Fouché en wenkte den secretaris voort te gaan. „De darde", sprak deze, „woont in de rue de Tiquetonne, 't is een jongmensch van ongeveer vijfentwintig jaar, die in de rechtsgeleerdheid studeerde en thans dichter is." „Ah!" sprak Fouché, „en verder?" „Hij leeft in armoedige omstandigheden, en heeft een verwante, in dionst by H. K. Hoogheid de Prinses Borghese." ,,'t Is goed", sprak Fouché. „En 't huisnommer." „Zeventwintig." Fouché knikte met het hoofd. De secretaris kon gaan. „Wat drommel", sprak de Hertog, toeD hij alleen was, „wat beduidt dit ailes een bloote dienst, de kamenier bewezen Neen, neen, dan zou een goedgevulde beurs voldoende zjjn en daarmee is Pau- lina niet karig. Een amourette, dat is 't, die nu voorbij is en door een zekere toekomst beloond moet worden dat kan de Minister beter doen dan de kei- zerlyke broeder, die zeker met deze gril niet recht tevreden was. Deze jonge Dubois kan een schakel in den keten worden, waaraan wij de Prinses zullen leiden, of een wapen, welks punt men mag ontzien. 't Is onnoodig, haar zelf nog naar haar beschermeling te vragen, en bovendien ze gaat naar de baden te Baiége als ze terugkomt, zal ze tevreden zyn, maar toch dienen we nader kennis met deze, plotseling uit do donkerheid te voorschijn tredende persoonlijkheid uit de rue de Tiquetonne te maken." Hij bestelde ejjn rijtuig en beval den lakei: „rue de T qustonne." Deze straat werd toen nog minder door de elegante wereld betreden dan thans. Oude, donkere huizen vond men er, met kleine winkeltjss. Ailes zag er donker en armelyk uit. Geen wonder dus, dat het opzien verwekte, toen er een rijtuig met prachtvolle paarden en bedienden in livrei de straat inkwam. Met moeite vond de koetsier nommer 27. Hij hield de paarden in, de lakei sprong af, opende, eerbiedig den hoed in de hand, het portier en men zag den onbekenden Minister uitstappen en in het huis verdwynen. In de benedenverdieping bevond zich een kleine melk- en kaashandel. Hier trad Fouché binnen en vroeg, minder aangenaam getroffen door de ailes behalve aromatische geuren, die hem te- genkwamen, naar mijnheeer Charles Dubois. De kaaahandelaar nam zijn pet af, boog bijkans tôt aan den grond en antwoordde, dat mijnheer Dnbois kamers had bij ma dame Lablache, op de derde verdieping, terwijl hij aanbood mijnheer te geleiden. Fouché bedankte echter en ging alleen de donkere, krakende trap op. De kaashandelaar, verwondard dat een heer in zoo'n équipage den eenvoudigen jongeman opzocht, die dagelijks zijn kleine inkoopen by hem deed, ging naar buiten en trachtte een gesprek met de lakeien aan te knoopen. Hij ontviDg slechts korte antwoorden, maar toen hy eindelrjk tegen een buurman opmerkte, terwijl hy op het wapen van het rytuig wees Bzeker een baron of een graaf", antwoordde de lakei hoogmoedig „Wat baron of graaf? Zijne Hoogheid de hertog van Otrante staat ver boven aile baronnen en graven." Hoe weinig de persoon van den Hertog hier ook bekend wss, zyn naam kende ieder Parijzenaar. Men waagde nu niet meer dicht by het rytuig te komen, maar op eerbiedigen afstand stonden de nieuwsgierigen en spraken de meest zonderlinge vermoedens over Charles Dubois uit. Eenigen noem- den hem een verkapten prins, anderen weer een groot misdadiger, zoodat de hertog hem zelf kwam arresteeren, waarop weer een derde beweerde, dat dan Zyne Excellente zeker gewapende dekking had meegenomen. Intusschen klom Fouché de trap op en belde aan by een naambordje, waarop nog nauwelijks de naam madame Lablache te ontcijferen viel. De oude kwam met een slependen ti'ed en opende. Ze had door de ligging van haar kamers niet bemerkt van de drukte op straat en zag den schijnbaar weinig aristocratisch uitziende Minister norsch aan. Toen deze naar mynheer Dubois vroeg, wees zy met een korte handbewegiDg naar zijn kamer en wilde zich weer terug» trekken. „Mynheer Dubois is toch te huis vroeg Fouché, die gaarne wat inlichtingen wilde, Zeker", aniwoordde madame. „en kjj zal zeker weer verzen maken, maar als u hem iets wil opdragen, doet u beter heen te gaan", sprak ze onhoffelijk. „Neen, vrouw, ik kom om geen verzen, maar om zaken." „Ha ha sprak madame, dan komt u zeker over een aanstelling met hem spreken dan is u wellicht van het bureau van Fouché." „Iuderdaad, madame, het bureau van Fouché is het mijne. En verwacht hy een aanstelling „Zeker mijnheer, zeker, en ik hoop op een goede aanstelling, opdat hy zyn ach- terstallige kamerhuur zal kunnen betalen." (Wordt vervolgd.) OOST-GOORECHT Officieel Orpan voor 10QGEZAKD, SAPFEMEER en SLOCHTEREK. Ter visie. H

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1