De Heine Pretect. 51e Jaargang ZATERDAG 11 JUKI 1921 No. 45 Drukker-Uitgever T. K. &EEME1 Van week tôt week. Kantongerecht te Zuidbroek. FEUILLETON. wordt fisiazen ta H006EZANDKlel-Wlmfeweer, Kropswsîde, Westarhreelc, Foxbo!, SAFPEBEER, SLQCHTEREM, SiddsbursnHsllusi, SôhiWweîdaKolbam Fcxham, Soharsrser, Markstoda, Lagaland, Overaohlid, TE* BOERHQ0RBB9IK, MQQRIÎBRGEK£UiD8RGEK, «UNTEHDAM, ZUIDUREN, NOORDLAREN, HAREM stad tïsnmngen alleen gerenhtigd het algemeen Advertentlefeureau van H. WIMFENBGRG, Munnekeholm 8, Toor het plaatsen van Adverientiëœ betrelTende Handel en NijjverheM is voor Gr°nVoor\dvertentiën en Réclamés bwilen de provincie Grenlngen is alleen gerechtigd hel Advertentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. II 7614. an m Dît BLAD verschijnt iederen WOENSDAG an ZATERDAG, ABONNBMENTSPRIJS per drie maandan 60 cent bg voor- uitbetaîing. France per post 75 cent. v.h. BORGEBIUS ZOON. SAPPEMEEB. Tel. 4A3. ÂDVERTENTIËN van I5 regels 50 cent, rêder regel meer 10 cent. Inzending van advertenties Dmsdsgemidd&gs en Vrijdags- middags voor 12 uur. E E R S T E B E A D. WEEKKALENDER. Zondag 12 Juni. Maandag 18 Dinsdag 14. Woensdag 15. Don- dardag 16. Vrgdag 17. Zaterdag 18, Zonsopgang Zaterdag 18 Juni te 3.39, onder te 8.23. Eerate kwartier, Zondag 12 Juni. Terwijl ernatige menschen in Frankrijk zieh hoogelijk bezorgd maken over den teruggang van het bevolkingscijfer, mede tengevolge van voor een volk doodelijke practijken, en men daar alierlei voorstelien doet en alierlei plannen maakt om het doorvreten van die practijken te keeren, wordt in een wetenschappelgk bericbt in de N. Eett. Crt. een noodkreet gesïaakt over den groeî van het bevolkingscijfer in ons land. Dat wetenschappelijk bericht in de N. Rott. Crt. ia ontleend aan een artikel van professor dr. C. A. Verrijn Stuart in de „Economische-statisti3che Berichten". In verband met de voorîoopige uit- komaten der volk8telling merkt deze econoom op, dat de bevoiking van Ne- derland volgena de teîling van 1829 2,613.487 zielen bedroeg. Hot duurde ruim 40 jaren voor deze met 1 milhoen^ zielen waa toegenomen, daar de voika- telling van 1869 e6n bevolkingacijfer van 3.579.529 zielen aanweea. Na ruim 20 jaren was er wsder een millioen bijge- komen. De telling van 1889 boekte 4.511.415 inwoners. In 1902, dus na ongeveer 13 jaren, was de bevoiking weder met ruim 1 miilioen inwoners ge- grooid, daar het bevolkingscijfers per 31 Dec. 1902 een eindcijfer van 5 858.175 te zien gsf. Terwijl onze bevoiking laalstelijk in ongeveer 11 jaren tijda met 1 millioen zielen ia toegenomen; En de onafgebroken groei van het relatieve toenemingscijfer doet voorzien, dat, tenzij in deazelfa com- ponenten, met name in de relatieve ge- boorte- en sterftecgfers, eerlang wgziging komt, de termijn binnen welken onze bevoiking met een millioen zielen aan- waat nog verder zal worden ingekrompen. De professer veronderstelt, dat er maar weinigen zullen zijn, die een zoo anello en in aanzienlijke mate progressief snelle bevolking3vermeerdering, inzonderheid met het oog op de omatandigheden, waar- onder het ecocoraîsche ieven ook van ons volk ihans verkeert, een heugelgk ver- achijn3el achten. Hij toont dan verder aan, dat uit hoofde van verachillende omatandigheden ala b.v. werkverschaffiog au voedaelvoorziening, belangrijke bevolkingavermeerdering het tegendeel van gewenacht is, zoolang er geen zekerheid boataat, dat wij in even- redig meerdere mate, en liefat op gelei- delijk gunstiger voorwaarden, onzerzijds, exportartikelen in ruil voor importarti- keien aan hot buitenland kunnsn leveren. Trouwens een toeneming met ongeveer 1.42 pCt. der aanvangabevolking perj&'.r ia, zoo gaat profeaaor Verrijn Stuart voort, van a! het voorafgaande nog afgezien, niet slechts oogewonscht, doch op den duur volkomen onhoudbaar. Zij zoude beteekenen een verdubbeliog van de be voiking in 49.16 jaar tijda, indien zij regelmatig voortduurde, een onderstelliug, die hij, lettend op het stijgend beloop van de bovenme&gedeelda teenemings- percentages, zich maent ta mogen ver- oorloven. Er ia wel niemand, gaat hij dan voort, die meenen Kan, d»t ona land over een eeuw aan 27.5 millioen zielen, over twee eeuwen 110 millioen zielen woongelegen- heid en een menschwaardig best&an zou kunnen bieden. Doch indien dit zoo is, en emigratie van ettelijke miilioenen alleen reeds uit ons land niet mogelijk zoude zgn, dan zijn er slechts twee wegeD, waarlangs een daling van hot toenemings- cijfer, welke aanzienlijk moet wezen, wil zij doel treffen, te verwezenlgken ia vermeerderde sterfte of verminderde ge- boorte. Den eersten weg, zal niemand begeerlijk achten, aldus prof. Verrijn Stuart, zoodat daling van het geboorte- cijfer de oplossing zal moeten brengen van het banauwond probleem, hetwelk in de meegadeelde cijfers besloten ligt. Nu valt er op dit wetenschappelijk betoog van Prof. Verrijn Stuart wel ieta af te dingen. Ik heb niet aile cijfers uit zijn artikel weergsgeven, omdat ik daar eenige grove onjuistheden in aantrof. B.v. deze ik citeer letterlijk „de telling van 1889 boekte 4 511.415 inwo ners. In 1916, dus na ongeveer 17 jaren was de bevoiking weder met een millioen zielen toegenomen, daar het bevolkings- regiater per 31 Dec. 1916 eau eindcijfer van 6.583.22-3 te zien gaf. Het feit, dat de jongate telling een voorioopig eindcgfer van 6.841.155 inwonera oplevert, tegen 5.858.175 bij de volkstelling van 1902, toont dat onze bevoiking in ongeveer 11 jaren tijda met 1 millioen zielen ioeneemt." In do eerate plaats tel ik van 1889 tôt 1916 geen 17 maar 27 jaren en van 1902 1920 geen 11, maar 18 jaren. Ver der herinner ik mij in 1916 geen volks telling, zoodat het cijfer, dat Prof. Verrijn Stuart daar publiceert, een raming ia. Wel, en dit haal ik uit een meer be- trouwbare statistiek, kunnen we conata- teercn, dat van 1830 tôt 1919, dus in 80 jaren, de toenemiDg der bevolkiog 124 is geweest. En verdeelt men nu die période van 80 jaar in twee termijnen van 40 jaar, n.l. van 1830 tôt 1870 en van 1870 tôt 1910, dan zien we, dat de toeneming in de eerate période van 40 jaar bedroeg slechts 37 maar in de tweede période vau 40 jaar 63 En in die laatate période vau 40 jaar gaat deze toeneming zelfs in veraneld tempo. Dit was niet alleen 't geval in Nederland, maar ook in een aantal andere landen van Europa. Wij kunnen ona dan ook wel eenigazins begrijpen, dat men, toen de ia de vorige eeuw allerwege op- gerichte ststiatiache bureaux met ateeds grootei'8 nsuwkeurigheid deze feiton aan het lieht brachten, vertwijfeld uitriep Waar moet dat heen, indien de bevoiking telkena na 80 jaar, straka misachien na 50 jaar of zelfa na 25 jaar verdubbelt? Landverkuizing kan, ala een te duur middel, niet in die mate worden toegepast dat daarvan afdoende hulp is te verwach- ten alieeu oorlog en groote epidemiën zutlen blijken bij machte te zijn, den al te snelien aanwas te temperen. En wer- ken die natuurlijke remmen niet meer, dan zal op den duur geen plaata meer zijn voor allen aan den maaltijd des levens. Maar ziet, terwijl die denkbeelden zich langzamerhand verspreidden over de be- schasfde wereld, terwijl hier te lande de Neo-Malthuaiaanache bond in 1881 werd opgericht en ziju rsadgevingen gaf ter voorkoming van groote gezinnen, brengt reeda in 1878 de lijn, die zooveel onruat heeft gewekt, de geboortelijn, in bgna aile beaçhaafde landen van Europa omlaag. Niet ala gevolg van gemeenschapsover- wegingen ala de vrees voor z.g.n. over bevoiking van 't vaderland, maar uit meer persoonlijke motieven. Het ia niet mijn bedoeling hier verder in te gaan op de oorzaken van deze geboortedaling, maar ik wil er op wijzen, dat ona thans nog groote geboorteover- schot een gevolg ia van ons lage sterfte- cijfer en hierin, het moge vreemd klinken, ligt juiat het gevaar. Wel heeft het sterftecijfer gedurende de laatate 30—40 jaar eukele groote schommelirjgen gemaakt ala gevolg o.a. van de oorlogsjaren en de Spaanache griep, anders waren we vermoedelijk voort- gegaan op den weg der daling. En nu ia de vraag ala de normale toestanden weer terugkeeren, tôt hoaver zullen wo dan nog kunnen dalen Stellig niet tôt nul, want altijd zullen er menschen sterven, zoolang er storve- liugen op aarde bastaan. Op den duur zal de sterftelijn dua noodzakelijk moeten ombuigeu in horizon tale richting en na haar laagate punt bereikt te hebben zelfs ieta moeten stijgeD, omdat ateeds meer menschen oud worden daarna zal de sterftelijn vermoedelijk biij ven schommelen om een horizontale lij n. Blijft op aandringen van économie! de geboortelijn dalen gelijk thans, dan zal zg de sterftelijn moeten kruiaen en naar economen beweren, in de tweede helft dezer eeuw reeda. Veel kunnen wij niet meer dalen, want wij hebben reeds een bijzonder laag sterftecgfer bereikt. In de tweede helft dezer eeuw zal dan ongeveer de ontmoeting der lijnen plaats hebben en zullen we zien, dat het sterftecjjfer dat der geboorten overtreft. Wat dit beteekent zien we in Frankrijk, dat door de Neo Malthuaiaanache prac tijken wordt vermoord, Systematiache onderzoekingen brachten aan 't licht, dat bij het twee-kindarcnstelsel een volk na 75 jaar tôt op de helft ia verminderd. Bij hat 4 kinderenstelael behoudt men pas een kleinen voorsproeg. De bevoiking van Europa werd in 1810 geachat op 175—185 millioen. De stijging waa zoo sterk, dat de wetenschap ernatig waarschuwde voor een ramp. Toch groeide de bevoiking in ons werelddeel in 1910 tôt meer dan vierhonderd miilioen en de algemeene welvaart rees. Laten we daarom, instee van de stel- liDgen der wetenschap, den arbeid der sociaal-economiaten toejuichen. S. la de zitting van Woensdag 8 Juni zijn de navolgende personen veroordeeld Wegena een hond op een menach san- hitsen H. P. te Ooatwold (M.) tôt/20 b. of 14 d. h. Wegena openbare dronkenschap B. S. te Sappemeer en J. D. en H. O. te Veendam, isder tôt 7 d. h. H. P. te Muntendam tôt f 15 b. of 12 d. h. P. v. B. fe Sappemeer en G. B. te Weater- broek, ieder tôt f 8 b. of 6 d. h. R. v. E. te Zuidbroek tôt f 6 b. of 5 d. h. G, A. te Muntendam tôt f 5 b. of 4 d. h. en J. K. te Sappemeer, H. R. te Hoo- gezand, J. L. L. en R. W. te Veendam, H. H. en M. W. te Muntendam en J. L. te Stadakanaal (W.) ieder tôt 4 b. of 3 d. h. Wegena overtreding van de wet op de hondadolheid D. B. te Noordbroek, W. J. B., S. R. en J. F. te Hoogezand, H. K. te Meeden, E, H. te Nieuwolda, ieder tôt 5 b. of 3 d. h. en G. M. B. te Foxhol tôt f"2 b. of 1 week tuehtschool, allen met verbeurdverklaring en last tôt uit- levering van den hond, bij niet-voldoen hieraan te vervangen door 5 b. of 3 d. h. voor D. B,, E. H. en J. F., door f 2.50 b. of 2 d. h. voor H. K., door f 2 b. of 2 d. h. voor S. R., door f 1 b. of 1 week tuehtschool voor G. M. B. en door 0.50 b. of 1 d. h. voor W. J. B. Wegena rjjden met een motomjwiel zonder voorzion te zjjn van een nummer- of rijbewijs W. B. te Ter Apel tôt 2 X 3 b. of 2 X 2 en te Nieuwe Pekela en T. M. te Nieuw Buinen, ieder tôt 3 b. of 2 d. h. Wegena nachtrumoer F. H. te Sappe meer, M. R. en R. D. te Veendam en J. B. te Wildervank ieder tôt 3 b. of 2 d. h. Wegena rijden met gekoppelde voer- tuigen G. K. te Kolham tôt 3 b. of 2 d- h. Wegens rijden met een rigwiel zonder licht H. V. te Noordbroek, R. W. K. en M. M. te Sappemeer, H. W. te Hoo gezand, R. E., B. M., H. H. en A. N. te Veendam, S. H. G., K. T., H. V., H. O., H. B., R. S, J. V. en H. R. te Wilder vank, A. V. en J. D. te Meeden, J. V, en H. R. te Stadakanaal (W.), R. T. en B. M. te Ooatwold (M.), E. E. en H. D, te Termunten, E. J., T. A. W., F. M. te Winschoten, W. B. en L. K. te Sloch- teren, H. de J. te Gieten, S. J. te Wes- terlee (S.), A. N. te Borger, G. S. te Anloo en H. R. te Nieuw Buinen, ieder tôt 3 b. of 2 d. h. Wegena overtreding van de IJkwet J. H. te Woldendorp tôt 2 X 2 b. of 2 X 2 4 h. met verbeurdverklaring van ds gewichten. Wegena rijden met een rijwiel op een voetpad A. de B. te Sappemeer, B. G. en E. E. te Finsterwolde, G. B. te Nieuw Buinen en K. J. te Dslfzijl, ieder tôt f 1 50 b. of 1 d. h. Vrijgesproken W. B, to Ter Apel, Het genot vau velen bestaat hierin, dat anderen het ook niet kunnen genieten. Door d. 1. B EU ERE. (Nadruk verboden.) 12.) Het onderhoud bleaf schter tôt een enkel woord bepaald want de huer Monter hud gedurende de laatste twee maanden den maire wel sens wat uit de hoogte behandeld, en de heor Corniglione, de rijke patrickiër, liet hém nu gevoelen, dat hij nu weer in de diepte van zijn sacretarisscbap zou neerzinken. Ook was nog aanwezig de commandant van het garnizoen, overste van Saint Foucon, met zijn adjudant, luitenant Marton. De overste, een voorname en tevena krijgshaftige verschgning, nam tegenover den maire een zekere terughouding in acht. Het scheen, aîaof hij durdelgk wilde laten voelen, dat een Franschm&n en aoj- daat meer waard waren dan een Italiaansch, rijk man, maar toch n&m hij atipt de vormen der beleefdheid in acht. Luitenant Malton was een jonge man van ongeveer 23 jaar, alanK gebou*-. d, wat nofT te meer door den nauwaiuitenden uuiforra uitkwam. Zijn bleek geaiekt toonde fijno regeïmatige trekken. Zgn oogen blikten eenigazina droomerig rond, zoodat men zonder don uniform geen soldaat in hem had vermoed. Zijn borat prijkte met het kruis van 't Legioen van Eer, 6sn voldoend bewga van zgn held- haftigheid. Daarom had de commandant hem als adjudant gekozen en de r?.aam van luitenant Marton stond in hoog aan- zien in 't geheele leger. De Keizer zelf had hem bij het laatate glanzende wapen- feit, dat hem het Kruia braeht, peraoonlijk toegesproken, en een voortreffelijke car rière stond den jongen officier open. Dit ailes maakte weinig indruk op den maire en hij zag het niet ga&rne, dat de jonge officier zijn eenigate dochter, Béa trice, ijverig het hof maakte. Het meisje scheen hem echter gaarne te zien en dacht niet ala haar jvadejr, die meende, dat een soldaat een slechte partij zou zijn, vcor een jougs dame, een der rgkste erf- genamen van het laud. De overste had de neigiug van zijn adjudant wel bemerkt en begunstigde ze wel niet, want, zelf ongehuwd, vond hg, dat een soldaat, die ieder oogenbiik zijn jevenpvocr land en volk moest op 't apel zetten, ongetrouwd moest blijven, Tocb maakte 't hem boos, dat de maire den jongen man moeilijkheden in den weg legde hij moeat het zich tôt een eer rekenen, de schoonvader van een soldaat te worden en zoo iemand 't leven zoo aangenaam mogelijk trachten te maken. Hij toonde daarover te zijner tijd den maire misnoegen en, hoewel tegenatander van 't huwelijk, begunstigde hij het ver- keer der beido jongelieden, doox het zoo ia te riehton, dat bij partgtjes, die hij gaf, hij hen altijd na&st elkaar aan tafel pi#.atate. Dsardoor waren ze dan ook aneîter dan anders tôt elkaar gekomen. Wel had er nog geen verklaring tuasshen beiden plaats gevoaden, maar toch wisten ze te goed, hoe ze over elkauder dachten en er was sîechta een kleiu vonkjs noodig om de jonge harten in vlam te zetten. De heer Corniglione deed, aia hij van dit ailes niais zag of wi3t. Hij noorîigde den jongen man bij een heerendiné mede uit, waarbij zga dochter niet verscheen, en waa buitengawoon vrisndeiijk jegsns hem. Anderzijda nam hjj maatregelen, om aan de «a&k een einde te maken. Hij had een zijner medeburgera, den heer Bartclomeo Gordone, eenige voorstelien gedaan, die gaarne waren asngeaomen. Deze Gordone was iemand van vijf-en- dertig jaar, dus bijkana eens zoo oud ala Béatrice. Groot grondbezitter en rgk, wiat hij met bekwaamheid en overleg zijn be- zittingen te vermeerderen. Hij ieefde ala een heer en waa in 't oog der dames, vooral der b.s. schoonmoeders, een zeer begeerlijke partij. Daarbij was hij kalm en had esn heîder doorzicht, geen speculatie mialukte hem, daar hij met aile mogelijke gevailon reke- ning hield en Corniglione kon sish voor zijn financieele operaties zoowel ala voor zijn ipvloed in de atad geen beteren bond- genoot wenachen dan dezen Gordone, Dit verbond koa op de beate manier zonder eenig wantrouwen gealoten worden, als Gordone zijn schoonzoon werd en van de andere zijde beschouwd, waa er geen betere partij op het geheele eilaud, zoowel wat schoonheid en lieftalligheid, als wat rijkdom betrof, dan Béatrice. Da handel waa dus spoedig en tôt beider tevreden- heid gesloten eu dadelijk trachtte men ar van te proviteeren. Corniglione had groote ertsîagen ontdekt, die bjj goede outginniog een buitengawone wicatzouden sfwerpen. Hiervoor zou een vereeniging worden opgericht, die da noodige midde- leu zou moeten versebaffen, Om het nu zoo in te richten, dat de aandeelhouders later met een in verhou- ding geriug percent van de winst tevroden moesten zijn, ja, dat men zich er geheel vsn zou kunnen ontdoen, nadat de op- brengst verzekerd was, had hg zgn oog op Gordone gericht, Die veratond het uitstekend, aile financieele operatiea tôt zijn voor en een anders nadeel in te richten de maire diende er echter voor te zorgen, zelf niet de dupe van de be- k waamhsden van zijn deelgeuoot te worden. Daarom had hjj eerat Gordone, die, trots zgn terughoudendheid, veel belangstelling in Béatrice toonde, to kennen gegeven, dat hij hem gaarne tôt schoonzoon zou aannemen, en wa3 pas daarna, toen dit bealaten waa, over de zaken begonnen, waarvoor hij zich zeer interesseerde. Àllea W8rd voorbereid, ails plannen en verdragan werden vastgeateld. Gordone wiat onder de rijkate inwonera van het eiisnd aandeelhouders to vinden, die wel zooveel vertrouwea koesterden oui. de kaatanjea uit het vuur te hafen en hem en zijn toekomsiigen schoonvader het leeuwenasndeel over te laten. Dadelijk na aankomat van den nieuwen prefect zou de zaak, die als een groote verbeteriug van den economischen toe- stand van het eiland aan de regeering was voorgeateld, begonnen worden. Dit ailes had in de laatate dagen plaata gehad en Corniglione had dan cok zgn dochter heel onbevangen en met vader- lijke teederheid meegedeeld, dat hij Bar- tolomeo Gordone, die de grootste genegen- heid voor haar koesterde, tôt haar man had uitverkoren. Het was het gobruik op Elba zoowel ais in geheel Italie dat het huwelijk, door de ouders vooibareid en gealoten wordt. Bsatrice zou, ala aile jonge meisjes van haar vaderland, zich ruatig naar haar vadars besluit gevoegd hebben, ala zo niât al te vaak den beminnelijken jongen luitenant voor de oogen had gezien. Op het hooren van deze mededeeiing ging haar een siddéring door haar loden en doodsbloek alaarde ze haar vador aan. Deze hield zich, alsof hij nieta bemerkte en streek glimlachend over de glanzende haren van zijn kind, en zei „Je zult een geîukkig en door velen banijd leven krijgeu, Bé. De heer Cor dons ia, afgezien nog van zgn voortrefta- lijk karakter, een achoone, elegante man, wel geschikt om het hart van een meiaje te winnen, en bovendien rijk zoodat hg aan al uw wenachen zal kunnen voldoen. Zoodra de festiviteiten, waarmee de komst van den nieuwen prefect gevierd zal worden, voorbjj zgn, zullen we uw ver- loving bekead maken, en eenige weken daarna zal het huwelgk plaata vinden, tôt dieu tijd blijft de zaak onder ons. Mocht mijnheer Gordone je nu EOg ijve» riger dan andera het hof maken, wil dan bedenken, dat het met mgn goedkeuring geschiedt, en dat je je jegena ja to6kom- stigen gamaal minder gedwongen kunt bewegen dan jegena een vreemde?" Daarna had hg haar nog eena toege- knikt en het meiaje zachtjas de kamer uitgeleid. Béatrice had geen woord gezegd. Wat zou ze geantwoord hebben Haar vader had gelijk, 't waa een goede partg en aile meisjes van 't land werden zoo uit- gehuwelijkt. Waa haar hart vrij geweest ze had misachien aan da neiging van Gordone geloofd, maar nu had ze een atidere voorsteîling van iemand, die haar zou liefhebben. Maar wiat ze zeker, dat Henri Marton haar beminde Kon zg het haar vader zeggen Henri'a oogen spraken duidslijk genoeg, maar nog nooit had hij een woord gazagd, dat haar met hoop kon vervullen. Had zij dit alle3 haar vader kunnen zeggen had ze zich niet voor de heele wereld moeten acha- men, ala haar hoop niet verwszenlgkt, haar liefde niet beantwoord werd Al deze gedachten speeldeq haar door 't hoofd en deden haar zwggen. (Wordt vervolgd.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1