De Heine Pretect.
51e Jaargang
ZATERDAG 11 JUKI 1921
No. 45
Drukker-Uitgever T. K. &EEME1
Van week tôt week.
Kantongerecht te Zuidbroek.
FEUILLETON.
wordt fisiazen ta H006EZANDKlel-Wlmfeweer, Kropswsîde, Westarhreelc, Foxbo!, SAFPEBEER, SLQCHTEREM, SiddsbursnHsllusi, SôhiWweîdaKolbam Fcxham, Soharsrser,
Markstoda, Lagaland, Overaohlid, TE* BOERHQ0RBB9IK, MQQRIÎBRGEK£UiD8RGEK, «UNTEHDAM, ZUIDUREN, NOORDLAREN, HAREM
stad tïsnmngen alleen gerenhtigd het algemeen Advertentlefeureau van H. WIMFENBGRG, Munnekeholm 8,
Toor het plaatsen van Adverientiëœ betrelTende Handel en NijjverheM is voor
Gr°nVoor\dvertentiën en Réclamés bwilen de provincie Grenlngen is alleen gerechtigd hel Advertentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. II 7614.
an m
Dît BLAD verschijnt iederen WOENSDAG an ZATERDAG,
ABONNBMENTSPRIJS per drie maandan 60 cent bg voor-
uitbetaîing. France per post 75 cent.
v.h. BORGEBIUS ZOON.
SAPPEMEEB. Tel. 4A3.
ÂDVERTENTIËN van I5 regels 50 cent, rêder regel
meer 10 cent.
Inzending van advertenties Dmsdsgemidd&gs en Vrijdags-
middags voor 12 uur.
E E R S T E B E A D.
WEEKKALENDER.
Zondag 12 Juni. Maandag 18
Dinsdag 14. Woensdag 15. Don-
dardag 16. Vrgdag 17. Zaterdag 18,
Zonsopgang Zaterdag 18 Juni te 3.39,
onder te 8.23.
Eerate kwartier, Zondag 12 Juni.
Terwijl ernatige menschen in Frankrijk
zieh hoogelijk bezorgd maken over den
teruggang van het bevolkingscijfer, mede
tengevolge van voor een volk doodelijke
practijken, en men daar alierlei voorstelien
doet en alierlei plannen maakt om het
doorvreten van die practijken te keeren,
wordt in een wetenschappelgk bericbt in
de N. Eett. Crt. een noodkreet gesïaakt
over den groeî van het bevolkingscijfer
in ons land. Dat wetenschappelijk bericht
in de N. Rott. Crt. ia ontleend aan een
artikel van professor dr. C. A. Verrijn
Stuart in de „Economische-statisti3che
Berichten".
In verband met de voorîoopige uit-
komaten der volk8telling merkt deze
econoom op, dat de bevoiking van Ne-
derland volgena de teîling van 1829
2,613.487 zielen bedroeg. Hot duurde
ruim 40 jaren voor deze met 1 milhoen^
zielen waa toegenomen, daar de voika-
telling van 1869 e6n bevolkingacijfer van
3.579.529 zielen aanweea. Na ruim 20
jaren was er wsder een millioen bijge-
komen. De telling van 1889 boekte
4.511.415 inwoners. In 1902, dus na
ongeveer 13 jaren, was de bevoiking
weder met ruim 1 miilioen inwoners ge-
grooid, daar het bevolkingscijfers per 31
Dec. 1902 een eindcijfer van 5 858.175 te
zien gsf. Terwijl onze bevoiking laalstelijk
in ongeveer 11 jaren tijda met 1 millioen
zielen ia toegenomen; En de onafgebroken
groei van het relatieve toenemingscijfer
doet voorzien, dat, tenzij in deazelfa com-
ponenten, met name in de relatieve ge-
boorte- en sterftecgfers, eerlang wgziging
komt, de termijn binnen welken onze
bevoiking met een millioen zielen aan-
waat nog verder zal worden ingekrompen.
De professer veronderstelt, dat er maar
weinigen zullen zijn, die een zoo anello
en in aanzienlijke mate progressief snelle
bevolking3vermeerdering, inzonderheid
met het oog op de omatandigheden, waar-
onder het ecocoraîsche ieven ook van ons
volk ihans verkeert, een heugelgk ver-
achijn3el achten.
Hij toont dan verder aan, dat uit hoofde
van verachillende omatandigheden ala b.v.
werkverschaffiog au voedaelvoorziening,
belangrijke bevolkingavermeerdering het
tegendeel van gewenacht is, zoolang er
geen zekerheid boataat, dat wij in even-
redig meerdere mate, en liefat op gelei-
delijk gunstiger voorwaarden, onzerzijds,
exportartikelen in ruil voor importarti-
keien aan hot buitenland kunnsn leveren.
Trouwens een toeneming met ongeveer
1.42 pCt. der aanvangabevolking perj&'.r
ia, zoo gaat profeaaor Verrijn Stuart voort,
van a! het voorafgaande nog afgezien,
niet slechts oogewonscht, doch op den
duur volkomen onhoudbaar. Zij zoude
beteekenen een verdubbeliog van de be
voiking in 49.16 jaar tijda, indien zij
regelmatig voortduurde, een onderstelliug,
die hij, lettend op het stijgend beloop
van de bovenme&gedeelda teenemings-
percentages, zich maent ta mogen ver-
oorloven.
Er ia wel niemand, gaat hij dan voort,
die meenen Kan, d»t ona land over een
eeuw aan 27.5 millioen zielen, over twee
eeuwen 110 millioen zielen woongelegen-
heid en een menschwaardig best&an zou
kunnen bieden. Doch indien dit zoo is,
en emigratie van ettelijke miilioenen
alleen reeds uit ons land niet mogelijk
zoude zgn, dan zijn er slechts twee wegeD,
waarlangs een daling van hot toenemings-
cijfer, welke aanzienlijk moet wezen, wil
zij doel treffen, te verwezenlgken ia
vermeerderde sterfte of verminderde ge-
boorte. Den eersten weg, zal niemand
begeerlijk achten, aldus prof. Verrijn
Stuart, zoodat daling van het geboorte-
cijfer de oplossing zal moeten brengen
van het banauwond probleem, hetwelk
in de meegadeelde cijfers besloten ligt.
Nu valt er op dit wetenschappelijk
betoog van Prof. Verrijn Stuart wel ieta
af te dingen. Ik heb niet aile cijfers uit
zijn artikel weergsgeven, omdat ik daar
eenige grove onjuistheden in aantrof.
B.v. deze
ik citeer letterlijk „de
telling van 1889 boekte 4 511.415 inwo
ners. In 1916, dus na ongeveer 17 jaren
was de bevoiking weder met een millioen
zielen toegenomen, daar het bevolkings-
regiater per 31 Dec. 1916 eau eindcijfer
van 6.583.22-3 te zien gaf. Het feit, dat
de jongate telling een voorioopig eindcgfer
van 6.841.155 inwonera oplevert, tegen
5.858.175 bij de volkstelling van 1902,
toont dat onze bevoiking in ongeveer 11
jaren tijda met 1 millioen zielen ioeneemt."
In do eerate plaats tel ik van 1889 tôt
1916 geen 17 maar 27 jaren en van
1902 1920 geen 11, maar 18 jaren. Ver
der herinner ik mij in 1916 geen volks
telling, zoodat het cijfer, dat Prof. Verrijn
Stuart daar publiceert, een raming ia.
Wel, en dit haal ik uit een meer be-
trouwbare statistiek, kunnen we conata-
teercn, dat van 1830 tôt 1919, dus in
80 jaren, de toenemiDg der bevolkiog
124 is geweest.
En verdeelt men nu die période van
80 jaar in twee termijnen van 40 jaar,
n.l. van 1830 tôt 1870 en van 1870 tôt
1910, dan zien we, dat de toeneming in
de eerate période van 40 jaar bedroeg
slechts 37 maar in de tweede période
vau 40 jaar 63
En in die laatate période vau 40 jaar
gaat deze toeneming zelfs in veraneld
tempo. Dit was niet alleen 't geval in
Nederland, maar ook in een aantal andere
landen van Europa. Wij kunnen ona dan
ook wel eenigazins begrijpen, dat men,
toen de ia de vorige eeuw allerwege op-
gerichte ststiatiache bureaux met ateeds
grootei'8 nsuwkeurigheid deze feiton aan
het lieht brachten, vertwijfeld uitriep
Waar moet dat heen, indien de bevoiking
telkena na 80 jaar, straka misachien na
50 jaar of zelfa na 25 jaar verdubbelt?
Landverkuizing kan, ala een te duur
middel, niet in die mate worden toegepast
dat daarvan afdoende hulp is te verwach-
ten alieeu oorlog en groote epidemiën
zutlen blijken bij machte te zijn, den al
te snelien aanwas te temperen. En wer-
ken die natuurlijke remmen niet meer,
dan zal op den duur geen plaata meer
zijn voor allen aan den maaltijd des levens.
Maar ziet, terwijl die denkbeelden zich
langzamerhand verspreidden over de be-
schasfde wereld, terwijl hier te lande de
Neo-Malthuaiaanache bond in 1881 werd
opgericht en ziju rsadgevingen gaf ter
voorkoming van groote gezinnen, brengt
reeda in 1878 de lijn, die zooveel onruat
heeft gewekt, de geboortelijn, in bgna
aile beaçhaafde landen van Europa omlaag.
Niet ala gevolg van gemeenschapsover-
wegingen ala de vrees voor z.g.n. over
bevoiking van 't vaderland, maar uit
meer persoonlijke motieven.
Het ia niet mijn bedoeling hier verder
in te gaan op de oorzaken van deze
geboortedaling, maar ik wil er op wijzen,
dat ona thans nog groote geboorteover-
schot een gevolg ia van ons lage sterfte-
cijfer en hierin, het moge vreemd klinken,
ligt juiat het gevaar.
Wel heeft het sterftecijfer gedurende
de laatate 30—40 jaar eukele groote
schommelirjgen gemaakt ala gevolg o.a.
van de oorlogsjaren en de Spaanache griep,
anders waren we vermoedelijk voort-
gegaan op den weg der daling.
En nu ia de vraag ala de normale
toestanden weer terugkeeren, tôt hoaver
zullen wo dan nog kunnen dalen
Stellig niet tôt nul, want altijd zullen
er menschen sterven, zoolang er storve-
liugen op aarde bastaan.
Op den duur zal de sterftelijn dua
noodzakelijk moeten ombuigeu in horizon
tale richting en na haar laagate punt
bereikt te hebben zelfs ieta moeten stijgeD,
omdat ateeds meer menschen oud worden
daarna zal de sterftelijn vermoedelijk
biij ven schommelen om een horizontale lij n.
Blijft op aandringen van économie! de
geboortelijn dalen gelijk thans, dan zal
zg de sterftelijn moeten kruiaen en naar
economen beweren, in de tweede helft
dezer eeuw reeda.
Veel kunnen wij niet meer dalen, want
wij hebben reeds een bijzonder laag
sterftecgfer bereikt. In de tweede helft
dezer eeuw zal dan ongeveer de ontmoeting
der lijnen plaats hebben en zullen we
zien, dat het sterftecjjfer dat der geboorten
overtreft.
Wat dit beteekent zien we in Frankrijk,
dat door de Neo Malthuaiaanache prac
tijken wordt vermoord, Systematiache
onderzoekingen brachten aan 't licht, dat
bij het twee-kindarcnstelsel een volk
na 75 jaar tôt op de helft ia verminderd.
Bij hat 4 kinderenstelael behoudt men pas
een kleinen voorsproeg.
De bevoiking van Europa werd in 1810
geachat op 175—185 millioen. De stijging
waa zoo sterk, dat de wetenschap ernatig
waarschuwde voor een ramp. Toch
groeide de bevoiking in ons werelddeel
in 1910 tôt meer dan vierhonderd miilioen
en de algemeene welvaart rees.
Laten we daarom, instee van de stel-
liDgen der wetenschap, den arbeid der
sociaal-economiaten toejuichen. S.
la de zitting van Woensdag 8 Juni
zijn de navolgende personen veroordeeld
Wegena een hond op een menach san-
hitsen H. P. te Ooatwold (M.) tôt/20
b. of 14 d. h.
Wegena openbare dronkenschap B. S.
te Sappemeer en J. D. en H. O. te
Veendam, isder tôt 7 d. h. H. P. te
Muntendam tôt f 15 b. of 12 d. h. P.
v. B. fe Sappemeer en G. B. te Weater-
broek, ieder tôt f 8 b. of 6 d. h. R. v.
E. te Zuidbroek tôt f 6 b. of 5 d. h.
G, A. te Muntendam tôt f 5 b. of 4 d.
h. en J. K. te Sappemeer, H. R. te Hoo-
gezand, J. L. L. en R. W. te Veendam,
H. H. en M. W. te Muntendam en J. L.
te Stadakanaal (W.) ieder tôt 4 b. of
3 d. h.
Wegena overtreding van de wet op de
hondadolheid D. B. te Noordbroek, W.
J. B., S. R. en J. F. te Hoogezand, H. K.
te Meeden, E, H. te Nieuwolda, ieder tôt
5 b. of 3 d. h. en G. M. B. te Foxhol
tôt f"2 b. of 1 week tuehtschool, allen
met verbeurdverklaring en last tôt uit-
levering van den hond, bij niet-voldoen
hieraan te vervangen door 5 b. of 3 d.
h. voor D. B,, E. H. en J. F., door f 2.50
b. of 2 d. h. voor H. K., door f 2 b. of
2 d. h. voor S. R., door f 1 b. of 1 week
tuehtschool voor G. M. B. en door 0.50
b. of 1 d. h. voor W. J. B.
Wegena rjjden met een motomjwiel
zonder voorzion te zjjn van een nummer-
of rijbewijs W. B. te Ter Apel tôt 2 X
3 b. of 2 X 2 en te Nieuwe
Pekela en T. M. te Nieuw Buinen, ieder
tôt 3 b. of 2 d. h.
Wegena nachtrumoer F. H. te Sappe
meer, M. R. en R. D. te Veendam en J.
B. te Wildervank ieder tôt 3 b. of 2 d. h.
Wegena rijden met gekoppelde voer-
tuigen G. K. te Kolham tôt 3 b. of
2 d- h.
Wegens rijden met een rigwiel zonder
licht H. V. te Noordbroek, R. W. K.
en M. M. te Sappemeer, H. W. te Hoo
gezand, R. E., B. M., H. H. en A. N. te
Veendam, S. H. G., K. T., H. V., H. O.,
H. B., R. S, J. V. en H. R. te Wilder
vank, A. V. en J. D. te Meeden, J. V,
en H. R. te Stadakanaal (W.), R. T. en
B. M. te Ooatwold (M.), E. E. en H. D,
te Termunten, E. J., T. A. W., F. M.
te Winschoten, W. B. en L. K. te Sloch-
teren, H. de J. te Gieten, S. J. te Wes-
terlee (S.), A. N. te Borger, G. S. te Anloo
en H. R. te Nieuw Buinen, ieder tôt 3
b. of 2 d. h.
Wegena overtreding van de IJkwet
J. H. te Woldendorp tôt 2 X 2 b. of
2 X 2 4 h. met verbeurdverklaring van
ds gewichten.
Wegena rijden met een rijwiel op een
voetpad A. de B. te Sappemeer, B. G.
en E. E. te Finsterwolde, G. B. te Nieuw
Buinen en K. J. te Dslfzijl, ieder tôt
f 1 50 b. of 1 d. h.
Vrijgesproken W. B, to Ter Apel,
Het genot vau velen bestaat
hierin, dat anderen het ook niet
kunnen genieten.
Door d. 1. B EU ERE.
(Nadruk verboden.)
12.)
Het onderhoud bleaf schter tôt een
enkel woord bepaald want de huer Monter
hud gedurende de laatste twee maanden
den maire wel sens wat uit de hoogte
behandeld, en de heor Corniglione, de
rijke patrickiër, liet hém nu gevoelen,
dat hij nu weer in de diepte van zijn
sacretarisscbap zou neerzinken. Ook was
nog aanwezig de commandant van het
garnizoen, overste van Saint Foucon, met
zijn adjudant, luitenant Marton.
De overste, een voorname en tevena
krijgshaftige verschgning, nam tegenover
den maire een zekere terughouding in
acht. Het scheen, aîaof hij durdelgk wilde
laten voelen, dat een Franschm&n en aoj-
daat meer waard waren dan een Italiaansch,
rijk man, maar toch n&m hij atipt de
vormen der beleefdheid in acht.
Luitenant Malton was een jonge man
van ongeveer 23 jaar, alanK gebou*-. d,
wat nofT te meer door den nauwaiuitenden
uuiforra uitkwam. Zijn bleek geaiekt
toonde fijno regeïmatige trekken. Zgn
oogen blikten eenigazina droomerig rond,
zoodat men zonder don uniform geen
soldaat in hem had vermoed. Zijn borat
prijkte met het kruis van 't Legioen van
Eer, 6sn voldoend bewga van zgn held-
haftigheid. Daarom had de commandant
hem als adjudant gekozen en de r?.aam
van luitenant Marton stond in hoog aan-
zien in 't geheele leger. De Keizer zelf
had hem bij het laatate glanzende wapen-
feit, dat hem het Kruia braeht, peraoonlijk
toegesproken, en een voortreffelijke car
rière stond den jongen officier open.
Dit ailes maakte weinig indruk op den
maire en hij zag het niet ga&rne, dat de
jonge officier zijn eenigate dochter, Béa
trice, ijverig het hof maakte. Het meisje
scheen hem echter gaarne te zien en
dacht niet ala haar jvadejr, die meende,
dat een soldaat een slechte partij zou zijn,
vcor een jougs dame, een der rgkste erf-
genamen van het laud.
De overste had de neigiug van zijn
adjudant wel bemerkt en begunstigde ze
wel niet, want, zelf ongehuwd, vond hg,
dat een soldaat, die ieder oogenbiik zijn
jevenpvocr land en volk moest op 't apel
zetten, ongetrouwd moest blijven, Tocb
maakte 't hem boos, dat de maire den
jongen man moeilijkheden in den weg
legde hij moeat het zich tôt een eer
rekenen, de schoonvader van een soldaat
te worden en zoo iemand 't leven zoo
aangenaam mogelijk trachten te maken.
Hij toonde daarover te zijner tijd den
maire misnoegen en, hoewel tegenatander
van 't huwelijk, begunstigde hij het ver-
keer der beido jongelieden, doox het zoo
ia te riehton, dat bij partgtjes, die hij gaf,
hij hen altijd na&st elkaar aan tafel
pi#.atate. Dsardoor waren ze dan ook
aneîter dan anders tôt elkaar gekomen.
Wel had er nog geen verklaring tuasshen
beiden plaats gevoaden, maar toch wisten
ze te goed, hoe ze over elkauder dachten
en er was sîechta een kleiu vonkjs noodig
om de jonge harten in vlam te zetten.
De heer Corniglione deed, aia hij van
dit ailes niais zag of wi3t. Hij noorîigde
den jongen man bij een heerendiné mede
uit, waarbij zga dochter niet verscheen,
en waa buitengawoon vrisndeiijk jegsns
hem. Anderzijda nam hjj maatregelen,
om aan de «a&k een einde te maken. Hij
had een zijner medeburgera, den heer
Bartclomeo Gordone, eenige voorstelien
gedaan, die gaarne waren asngeaomen.
Deze Gordone was iemand van vijf-en-
dertig jaar, dus bijkana eens zoo oud ala
Béatrice. Groot grondbezitter en rgk, wiat
hij met bekwaamheid en overleg zijn be-
zittingen te vermeerderen. Hij ieefde ala
een heer en waa in 't oog der dames,
vooral der b.s. schoonmoeders, een zeer
begeerlijke partij.
Daarbij was hij kalm en had esn heîder
doorzicht, geen speculatie mialukte hem,
daar hij met aile mogelijke gevailon reke-
ning hield en Corniglione kon sish voor
zijn financieele operaties zoowel ala voor
zijn ipvloed in de atad geen beteren bond-
genoot wenachen dan dezen Gordone, Dit
verbond koa op de beate manier zonder
eenig wantrouwen gealoten worden, als
Gordone zijn schoonzoon werd en van de
andere zijde beschouwd, waa er geen
betere partij op het geheele eilaud, zoowel
wat schoonheid en lieftalligheid, als wat
rijkdom betrof, dan Béatrice. Da handel
waa dus spoedig en tôt beider tevreden-
heid gesloten eu dadelijk trachtte men ar
van te proviteeren. Corniglione had
groote ertsîagen ontdekt, die bjj goede
outginniog een buitengawone wicatzouden
sfwerpen. Hiervoor zou een vereeniging
worden opgericht, die da noodige midde-
leu zou moeten versebaffen,
Om het nu zoo in te richten, dat de
aandeelhouders later met een in verhou-
ding geriug percent van de winst tevroden
moesten zijn, ja, dat men zich er geheel
vsn zou kunnen ontdoen, nadat de op-
brengst verzekerd was, had hg zgn oog
op Gordone gericht, Die veratond het
uitstekend, aile financieele operatiea tôt
zijn voor en een anders nadeel in te
richten de maire diende er echter voor
te zorgen, zelf niet de dupe van de be-
k waamhsden van zijn deelgeuoot te worden.
Daarom had hjj eerat Gordone, die, trots
zgn terughoudendheid, veel belangstelling
in Béatrice toonde, to kennen gegeven,
dat hij hem gaarne tôt schoonzoon zou
aannemen, en wa3 pas daarna, toen dit
bealaten waa, over de zaken begonnen,
waarvoor hij zich zeer interesseerde.
Àllea W8rd voorbereid, ails plannen en
verdragan werden vastgeateld. Gordone
wiat onder de rijkate inwonera van het
eiisnd aandeelhouders to vinden, die wel
zooveel vertrouwea koesterden oui. de
kaatanjea uit het vuur te hafen en hem
en zijn toekomsiigen schoonvader het
leeuwenasndeel over te laten.
Dadelijk na aankomat van den nieuwen
prefect zou de zaak, die als een groote
verbeteriug van den economischen toe-
stand van het eiland aan de regeering
was voorgeateld, begonnen worden.
Dit ailes had in de laatate dagen plaata
gehad en Corniglione had dan cok zgn
dochter heel onbevangen en met vader-
lijke teederheid meegedeeld, dat hij Bar-
tolomeo Gordone, die de grootste genegen-
heid voor haar koesterde, tôt haar man
had uitverkoren.
Het was het gobruik op Elba zoowel
ais in geheel Italie dat het huwelijk, door
de ouders vooibareid en gealoten wordt.
Bsatrice zou, ala aile jonge meisjes van
haar vaderland, zich ruatig naar haar
vadars besluit gevoegd hebben, ala zo
niât al te vaak den beminnelijken jongen
luitenant voor de oogen had gezien. Op
het hooren van deze mededeeiing ging
haar een siddéring door haar loden en
doodsbloek alaarde ze haar vador aan.
Deze hield zich, alsof hij nieta bemerkte
en streek glimlachend over de glanzende
haren van zijn kind, en zei
„Je zult een geîukkig en door velen
banijd leven krijgeu, Bé. De heer Cor
dons ia, afgezien nog van zgn voortrefta-
lijk karakter, een achoone, elegante man,
wel geschikt om het hart van een meiaje
te winnen, en bovendien rijk zoodat hg
aan al uw wenachen zal kunnen voldoen.
Zoodra de festiviteiten, waarmee de komst
van den nieuwen prefect gevierd zal
worden, voorbjj zgn, zullen we uw ver-
loving bekead maken, en eenige weken
daarna zal het huwelgk plaata vinden,
tôt dieu tijd blijft de zaak onder ons.
Mocht mijnheer Gordone je nu EOg ijve»
riger dan andera het hof maken, wil dan
bedenken, dat het met mgn goedkeuring
geschiedt, en dat je je jegena ja to6kom-
stigen gamaal minder gedwongen kunt
bewegen dan jegena een vreemde?"
Daarna had hg haar nog eena toege-
knikt en het meiaje zachtjas de kamer
uitgeleid.
Béatrice had geen woord gezegd. Wat
zou ze geantwoord hebben Haar vader
had gelijk, 't waa een goede partg en
aile meisjes van 't land werden zoo uit-
gehuwelijkt. Waa haar hart vrij geweest
ze had misachien aan da neiging van
Gordone geloofd, maar nu had ze een
atidere voorsteîling van iemand, die haar
zou liefhebben. Maar wiat ze zeker, dat
Henri Marton haar beminde Kon zg
het haar vader zeggen Henri'a oogen
spraken duidslijk genoeg, maar nog nooit
had hij een woord gazagd, dat haar met
hoop kon vervullen. Had zij dit alle3
haar vader kunnen zeggen had ze zich
niet voor de heele wereld moeten acha-
men, ala haar hoop niet verwszenlgkt,
haar liefde niet beantwoord werd
Al deze gedachten speeldeq haar door
't hoofd en deden haar zwggen.
(Wordt vervolgd.)