De kleine Preiect.
51e Jaargang
No. 47
ZATEKDAG 18 JUNi 1921
Brukker-ïïïtgeYôr T. K. KREMSR
Van week tôt week.
BÏÏÏTENL AND.
ÏEUILbET ON.
worJt uelezen t. H006EZAND, Klel.Wlndew.er, Kropswolde, We.tartre.., Faxho!, SAPPEWEER, SL0P.HTEREM, SlddeMrenHell», SoMldwoldeKolbea Farina, Scharnar,
Harketede, LaseSand, Overaoblld, TEN B#£R, NMRBOUK, NOORIIBROEX. 2WDBR0EK, MUNTENOAM, ZUIOLAREH, ROBROLAREN, PARER ara
Yeev het ptaate» w« Ad,evte.tR» 8etveff.nd6 ILudel en NUveriieM la ™>v de and ail... gar«-ktl«d ha. «Igamwa Advazteatlabnn»» vm R. WRSTRHB0B6, lta.aek.hoIm 8,
•™{ï"idT,«t»li«. a. It.cl.me. h-«- da p,avivai. Granngaa i. .11... genehtlgd hal Adv^.ti.8ur«« .HOILANDIA" Crev.ah.»., Ta!. H 76».
Beter is het geheel blind te zgn
dan de zaak van éénen kant te
bokgken.
Officieel Orgaan voor HOOSEZAMD, SAPPEMEER en
Dit BLAD versebijnt iederen WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRÎJS per drie maanden 60 cent bij voor-
uitbetaiing. Franco per post 75 cent.
v.h. BÔRGESIU8 ZOON.
RAPP F. M K K B. Tel. 411.
ADVERT1NTIËN van 1—S regela 50 cent, ieder regel
raaer 10 cent.
Inzendiug van advertonties Dinsdagsmiddags en Vrgdags-
middags voor 12 uur.
EEBRI E BLAPa
WEEKKALENDER.
Zondag 19 Juni. Maandag 20.
Dinsdag 21. Woensdag 22. Don-
derdag 23. Vrijdag 24. Zaterdag 25.
Voile Maan, Maand&g 20 Juni.
Naar aanleiding van de voorgestelde
grondwetsherziening, artt. 170 en 172,
waardoor onze Roomsch Katholieke mede-
burgers vrgheid zullen verkrijgen door
processiea in h6t openbaar getuigenia af
te leggen van huû geloof, wordt er van
verschillende zijden protest sangeteekend.
Woenadag j.l. zijn in tal vsn grooto
plaatsen van ons land protestvergade-
ringen gehouden door de Nederlandach
Hervormden, cm ona volk op te wekken
niet te gadoogen ndat bet Proteatantsch
karakter van onse natie door fa«t toestaan
van proceaaies wordt aangetaat".
In den oproep om te vorgaderen, wordt
geaproken van een „bedreiging der Prc-
tastantache vrgheid" en van een „ver-
roomachiug van ona openbare leven".
Uitvoerige moties zijn aangenomen en
doorgezonden naar den Miniaterraad en
de Staten-Gen6raal, met verzoek de voor
geatelde wgziging der artt. 170 en 172
niet door te voeren, omdat het toestaan
van processiea zou zijn „een slag in het
aangezicht van onze historié, een krenking
van het zich aan Goda Woord houdend
gemoed en een kwetsing van de geestelijke
vrgheid op het publieke terrein".
Eerlijk gezegd, ik begrijp dit protest
niet. En ala dan aangevoerd wordt het
waarom wij den 80 jarigen oorlog hebben
moeten voeren, dan vraag ik of wij het
„leer om leer" hier zouden mogen toe-
passen.
De vraag te atellen is haar beantwoor-
den. Wij leven in een vrij land en
hebben vrgheid van godsdieust.
Ala wij in een waarlijk proteatantsch
land leven, hebbe ook iedereen de vrijheid
getuigenia van zgn beginselen te geven.
Of zou het voor een Roomach-Katholiek
niet stuitend zijn, gehinderd te worden
in zijn vrije geloofauiting
Protestanten, die van wettelgke dwang-
maatregelen heil verwachten voor de
Protestantsche z&ak, toonen hun eigen
boginsel niet te verataan en bovendien
niet het minste geloof te hebben in de
kracbt van dat beginsel.
Zij schijnen niet in te zien, dat zij met
het beperken van Rime'a godsdienstvrg-
heid bezig zijn de amet van onverdraag-
zaamheid jegens de Roomschen, die nog
altijd op ona volk kleeft, onafgewischt te
laten.
Laten wij daarom aan dat protest niet
meedoen en aîa straks het proceasie-
verbod ia opgeheven, ona niet laten
aanzetten tôt godsdiensthaat en burger-
twiat, maar toonen, dat wij eerbied hebben
voor de eerlijke overtuiging van onzen
medemensch.
Dat moetc-n wij altijd, maar te meer
ala door middel van speculatie op vader-
landaliefde en protestant-zgn getracht
wordt anderadenkenden het leven onmo-
gelijk te maken. In de vrijheid, waarvoor
ona voorgealacht streed, deele ook onze
Roomsche landgenoot.
Nog een ander motief ook wordt aan
gevoerd tegen het houden van processiea.
N.l. het in langen stoet door de dorpen
en atedea trekken, en het daardoor
bsstaand gevaar voor ordeveratoring.
Ook dit motief ia allerminat geldend.
Alaof wij nooit eerder onze optochten
hadden gekend.
We zien ze op Zon- en werkdagen.
Met en zondsr schilden, vaandela, borden.
Met en zander muziek en zang. In lange
file. En waarom onze Roomschen dan niet
We zulien hopen, dat de Kamer over
dit regeeringsvooratel gunstiger zal be-
slisaen, dan over het nieuwe Dienstplicht
ontwerp. De Tweede Kamer is hierover
druk bezig. Men zal zich herinneren, dat
minister Pop in het laatst van 't vorige
jaar zijn voorstellen tôt tijdelijke afwgking
der Militiewet, slechta zag aangenomen
onder conditie, dat hij tijdig de gelegenheid
zou geven om te besliaaen over een nieuwe
regeling van onze defenaie.
Die gelegenheid was er nu.
De voorstellen waarover nu dezer dagen
de bealissing zal vallen, vonden echter
geen zeer gunstig onthaal. Reeds onlangs
heb ik een zeer uitvoerig overzicht ge-
geveu van de plannen van Minister Pop.
Daarover dua niet meer.
Ook zal ik niet gaan wsergeven wat
en hoo er in de Kamer over de kweatie
is geaproken.
Slechta dit. Er is een moeilijkheid
gerezen. Niet voor hen, die meenen, dat
we heelemaal geen leger meeten hebben,
dat we ailes moeten afschaffen en voei
de veiligheid van ona land vertrouwen
kunnen hebben in den Volkenbond en de
Internationale arbeiderabeweging, maar
voor hen, die op het atandpunt staan, dat
ons volk den plicht heeft zgn onsfhan-
kelijkheid desnoods met geweld van man
en wapenen te verdedigen tegen eventu-
eele belagers.
En ala men op dit atandpunt staat, dan
is het conséquent, dat men zich zoo g06d
mogelijk voorbereidt om gereed te zijn
in de ure dea gevaars. Vandaar ook, dat
vele Kamerleden en onder hen de anti-
revolutionairen en chriatalijk historischen,
verklaarden met de voorstellen van minis
ter Pop niet in zee te durven gaan. Zij
wilden een goed geoefend leger en het
onderscheid tuaachen kern- en reserve-
troepen laten vervallen. Elk jaar 14.000
_j_ 8000 22000 man volledig oefenen.
Maar dan niet in zea, in vijf maanden.
Neen I zei de minister forach. Zea
maanden oefenen ia een minimum waar
geen dag afgaat, behalve dan voor wie 'n
getuigschrift van vôôrgeoefendheid heeft,
die kan met 2 rnaand toe en aan mijn
kerntroepen van 14.000 man'a jaars houd
ik onverbiddalijk vaat. I)w voorstel komt
te duur.
Men herianere zich, wat de minister
wil. De jaarlijkscho iichting blijft op
23.000 man bepaald, doch daarvan worden
slechta 14.000 zes maanden lang volledig
geoefend". Er zijn dan voorts 8000 man
reserve" troepen, die maar vier maanden
geoefend worden en 1000 man voor de
zeemacht.
„Dat wordt niets" zei een deel der
Kamer. Maar de reat was van ander
oordeel en verwierp het amendement
geen vergchil tusachen kernleger en
reservetroepen.
Yolgde stemming over 't betrokken
artikel der dienstplichtwet. Eu de uitslag
waa, dat het werd verworpen met 46—
87 stemmen. De anti-revolutionairen en
christelgk-hiatorischen stemden, toen zij
hun amendement zagen verworpen, ook
tegen het artikel.
Wat zal hiervan 't gevolg zijn
Minister Pop schorste de berasdala-
gingeu.
Een kabinetscriaia Gaat miniater Pop
heen Het heele kabinet Een kamer-
ontbinding
De eerstvolgende dagen zullen 't leeren.
S.
Een geïsoleerd graafsehap.
De Sinn Feiners hebben Donegal, op
één na het grootate graafsehap in Ierland,
zoo goed aïs geïsoleerd. Zij hebben drie
van de vier apoorwegen, die met staate-
hulp werden aangeiegd, gesloten en zijn
in staat door het vervreemden, vernielen
en requireeren van motorwagens het
motorvervoer slechta onder spéciale ver-
gunning toe te staan, terwijl zij practisch
geaproken ook dit verkeer des nachts
onmogelgk maken door het blokkeeren
van de wegen met omgehouwen boomen
en telegraafpalen. Tôt nog toe hebben
troepen deze belemmeringen uit den weg
geruimd, doch thans is besloten, zoo meldt
de correspondent van de „Morningpost"
uit Londonderry, dit niet meer te doen.
Tengavolge van het feit, dat de wegen
en apoorwegen geblokkeerd waren, was
men bezig een uifgebreid trawlerverkeer
in te atellen tuaachen Londonderry en de
havens van Donegal, doch de autoriteiten
hebben dit gestaakt op groed van de
overweging dat zoo de Sinn Feiners in
Donegal geen apoorwegen of gewone ver-
keerawegen wenschen, zij ook geen ver
keer ter zee verlangen.
Er zijn volgens den berichtgever in
Donegal, zooveel telegraafpalen en tele-
grasfdraden vernield, dat er zeker drie
maanden mee zouden heengaan om de
aangerichte schade weer te herstellen
besloten is, niet eerder met dit werk te
beginnen, alvorena de vrede hersteld is.
Zoodat groote gedeelten van Donegal, die
voornamelijk door Sinn Feiners bezet
gehouden worden, volkomen geïsoleerd
zijn van spoorweg-, kust-, telegraaf- en
telefoonverkeer.
Londen, 15 Juni. Dinsdagnacht hebben
de onlusten te Belfast zich berhaald
Volgens de laatate berichten werden twee
peraonen gedood.
De correspondent van de „Manchester
Guardian" te Belfest meldt, dat de onlus
ten Vrijdag begonnen met den moord op
een politieagent en het verwonden van
twee zijner kameraden, waarop denzelfden
avond een menigte drie Sinn Feiners uit
de gevangenis sleurden en woest mishan
delden.
Londen, 15 Juni. De vooruitzichten
in de machinenijverheid zgn gunatiger.
Ten gevolge van het ingrgpen van den
miniater van arbeid stemden de mgn-
eigenaars er heden in toe de opzegging
der arbeiders tôt einde Juni uit ta atellen
ten einde dezen in staat te atellen over
de laatate voorstellen der mijneigenaars
te stemmen.
Singer's naaimachinefabriek te Glasgow
zal dan 24 Juni definitief sluiten wegens
gebrek aan kolen. Tienduizend arbeiders
worden werkloos.
Londen, 15 Juni. Sir Hainar Green-
wood, staatasecretaria voor Ierland, heeft
in het Lagerkuis meegedeeld dat de jongate
pogingen om een wapenstilstand in Ierland
tôt stand te breagen tôt nieta hebben
geleid. Zoowei Sir Jamer Oraig ala Lloyd
George hadden hun bereidwiiligheid te
kennen gageven om met da leiders van
Sinn Fein bijeen te komen, maar de laatsten
hebben dit geweigerd. Wat Sir Jamea
Craig betreffc, deze scbijnt de uitnoodiging
aan de Valera gezonden te hebben, maar
zij werd afgeslagen.
Nu de toestand aldua is verzocht Green-
wood aile partijen om zich aaneen te
sluiten, ten einde zich tegen den tegen-
woordigen opstand te keeren. Ala de
opstand bedwongen is, moet men zich
vereenigen om Noord- en Zuid-Ierland
aan te moedigen zich over een bepaalden
grondslag te verataan.
Berlijn, 15 Juni. In het procès tegen
Hôlz ging het Woenadagochtend tamelijk
stormachtig toe. Er ontatonden meer
dan eena opgewondsn tooneelen tusscheD
den beklaagde en de getuigen. Esn der
getuigen moest door beambten van de
groene politie tgdelijk uit de zaal worden
verwijderd. Het was de sigarenhandelaar
Bayern uit Helbra, die Dinadg yerklaard
had, dat Eôlz op hem en zijn kinderen
h&d geschoten. Een der verdedigers zeide,
dat getuige zich naar een in de nabijheid
zijnden commandant van de politie h'id
begeven en dezen verzocht had hem eenige
manschappen mee te geven hg zou dan
eena gauw met HOlz afrekenen. De ver-
dediger maakt hieruit op, dat de getuige
Bayern van plan was Hôlz te vermoorden
De getuige raakt hierover zoozeer in op-
winding, dat hij een aanval van woede
krggt en op het punt staat op den be
klaagde toe te vliegen. Een oogenblik
vreeade men dat h8t tôt hacdtastelijk-
heden zou komen. Op een wenk van ien
voorzitter werd Bayern door twee poli-
tiebeambten tegengehouden. Hij begînt
te huilen en te schelden en zakt daarna
uitgeput op een atoel neer. Politiebe-
ambten brengen hem daarna uit de zaal.
Na eenigen tijd verschgnt hg weer hg
ia een beetje gekalmeerd. Thans echter
raakt de beklaagde in de grootate opwin-
ding. Hij proteateert heftig tegen de
bewering, dat hrj op de kinderen van den
getuige zou hebben geachoter.. „Hoezou
ik zoo iets waanzinniga kunnen doen",
schreeuwt Hôlz de zaal in, „ik die zelf
zoo'n harde jeugd heb moeten doormaken
en in een kind het hoogste en heiligate
zie wat er bestaat Hôlz recitsert ten
slotte een gedicht, en ala hij gbôindigd
heeft, is ook hij het scfcreien nabij. De
officier van justifie v de, dat hij de
mededeelingen van den getuige Bayern
niet ala bszwarend materiaal voor den
beklaagde zal gebruiken. Daarmede waa
dit incident afgeloopen.
Door d. BRUYERE.
(Nadruk verloden.)
14.)
Daarna wendde ze zich, door Cornig
lione geleid naar de anderu dames, ter
wijl Charles aan de heeren werd voor
gesteld.
Van dit oogenblik maakte luuenant
Marton gebruik zich tôt Be&trice te wen
den."
„U ziet er lijdend uit juffrouw", zei
hij met een blik en stem, die duidelgk
zgn ontroering verriod 8men zou geloo-
ven dat u geweend had zou ik mogen
vragen, wat u deert Helpen"—voegde
hij er treurig bij, „zal ik u wel weinig
kunnen, maar het bewustzgn van de
innigste deelneming van een trouw vriend
brengt soma weldadigen troost."
Béatrice wieip een anellen blik naar
haar vader, die druk bezig was de dames
voor te atellen, terwijl ze met een lacbje
beïeefde gezegden met de gemaiin van
den prefect wisselden.
Daarna trad zij snel op hem toe en
zei fluisterend „er is iets zeer ernstiga
geschied, mijnheer Marton, gewichtig voor
mgn geheele leven, mgn vader heeft over
mijn hand beachikt"
Verblekend van schrik voer hg uit:
„dat is niet mogelijk, „dat zal ik niet
verdragen."
„U, mgnheer vroeg ze nauwelijks
hoorbaar, terwijl ze vluchtig haar oogen
opsloeg.
BOch riep hij buiten zich zelf, „u
moest het toch weten, u moest het in
mijn oogan geiezen hebben dat ik u be-
min, meer dan allea ter wereld mijn
dwaaa hart meende te mogen hopen dat
ik u ook niet geheel en al onverschillig
wa8 o, ik zal het niet verdragen
ik zal
Hg kon niet voleindigen, want hé*
voorstellen was afgeloopen. Verstoord
trad hij nasr zijn chef terug.
Beatrice'a geîaat straalde van geluk en
vreugde, ze wist nu, dat ze bemind werd
dat ze gerust den atrijd voor haar liefde
durfde aanvaarden en haar gevoel zei
haar, dat ze in de vriendelijke gemaiin
van den prefect een machtige bondgenoot
zou hebben.
Ook Charles had aan de ceremonie
deelgenomen en had ook zijn houding en
zekerheid soma nog iets te wenschen
overgeiaten, dat had madame Clairette
wel weer goed gemaakt, zg had, wat
zelden voorkomt, de harten der dames
en heeren beiden gewonnen en allen
wenschten zich geluk, dat eeu zoo levens-
lustige jonge vrouw aan de spits van de
wel wat eenvormige kleine wereld van
het eiland Elba zou staan.
Men was er wel over verbaasd, dat de
prefect nog zoo joug was, maar meersde
daaruit ook weer te mogen besluiten, dftt
hij buitengewone bekwaamheden bèzat
of bijzonder in de gunst moest staan in
de hoogste kriogen het eene zoowei
ala het ander kon de stad niet anders
dan voorbeeldig zrju.
Allen, die iets te wenschen hadden,
waarover de hulp van de regeering moest
worden ingeroepen, verheugden zich een
zoo invloedrijk man aan de spits der
vertegenwoordiging ta hebben annatuur-
Igk de heer Corniglione in 't bjjsonder.
Charles en Clairette namen sfacheid
van het gezelschap na de uitnoodiging
tôt hat groote bal, ter hunner eer ga
geven, te hebben aangenomen.
Het rgtuig van mgnheer Corniglione
kwam voor, om den prefect en mevrouw
naar hun woning te voeren, waarnaar ze
niet weinig nieuwsgierig waren.
Béatrice moeat zich naaat madame
plaatsen, mgnheer Corniglione naaat den
prefect. De bedienden volgden met de
bagage in een ander voartuig en zoo reed
men in langzamen stap, waartoe het atij-
gend terrein dwoeg, naar het hoogste
gedeelte der stad.
Oreral waren de venatera met nisuws-
gierigen bezet en klonk het „leve de
prefect 1", waarvoor Charles verlegen en
blozend dankte, terwijl zgn hupache ge
maiin met de zekerheid van een vorstin
lieftallig laohend, naigde naar aile zijden.
Eindelijk kwam men op de hoogte aan
en voer voor het portaal van het elegaute
gebouw dat men hier het paleis van de
prefectuur noemde.
Mgnheer Monier, de eerste-aecretans,
die zich aan de kade vluchtig had laten
voorstellen, was snel door eenige zijatraten
vooruit gegld en ontving zgn chef hier
weer aan den ingang van zgn residentie.
De maire wilde afacheid nemen maar
Clairette verzocht hem, zijn dochter nog
bij haar te laten ze zou allicht het
beat behulpzaam kunnen zgn om een
plan voor de inrichting van enkele privaat
vertrekken op te maken, wat aan iederen
prefect zelf bleef overgeiaten.
Met blgdschap atelde de heer Cornig
lione zijn dochter ter besehikking en deze
zelf nam, niet minder verheugd, de uit'
noodiging volgaarne aan.
Beiden hadden daarbg zeer verschillende
gedachten de vader dacht zich hierdoor
te versekeren van den invloed van den
machtigen prefect, het meisje daarentegen
hoopte op dien van mevrouw, in den
strgd, die haar wachtte.
Mgnheer Monier verzocht om de gunst,
zgn chef het regeeringsgebouw te mogen
laten zien.
In vergelgking van de ambtswomngen
te Parga waa de prefectuur van Elba niet
bijzonder fraai te noemen, maar Charles
en Clairette vonden het, bij het denken
aan de rue de Tiquetonne, een vorstelijk
paleia. Men vond er een groote eetzaal
voor honderd peraonen, waarnaast eenige
kleinere voor f*miliedinérs, een danazaal,
ontvangkamers van verschillende grootte,
terwijl de tuin een park geleek.
Charles doorachreed in stille bewonde-
dering naaat zgn aecretaria de verschil
lende ruimten. Hij kon nog niet vatten,
hoe hij in eenmaal tôt zoo'n hoogte ge-
klommen was. Clairette daarentegen
gsvo8lds zich al geheel thuis maar toch
Gvertrof de residentie haar grootate ver-
wachtingen. Ze stiet, vooral bij den aan-
blik van den tuin, een luide jubelkreet
uit en toen Baatrica haar verwonderd
aankeek, wrjl voor een voorname dame
dit toch niet zooveel buitengewoons was,
zeide zij „u moet mij verontschuldigen,
mejufirouw, maar ik had van de residentie
hier weinig verwaehting en nu verrast
mij de inrichting toch, te meer, wgl ik
mij bazwaarlgk onder andere omstandig
heden gelukkig zou kunnen gevoelen."
Eindelgk kwam men in de privaat
vertrekken, wolksr inrichting aan den
huidigen prefect werd overgeiaten.
De slaapkamer had mgnheer Monier
voorloopig zelf ingericht zij was iuder-
daad élégant en eomfortabel en de heer
Monier ontving dan ook een woord van
hartelgken dank van madame Clairette.
Eindelgk bleven er nog over de studeer-
kamer van mgnheer den prefect, die Mo
nier reeds eveneens voorloopig had laten
inrichten en het boudoir en een klein
privaatsalon voor madame Dubois.
Clairette trof direct haar m&atregelen
en mgnheer Monier verklaarde, dat hrj
de bevelen van madame met behulp van
de groote magazijnen der stad, direct zou
laten uitvoeren. Hij had voor ailes ge-
zorgd een kokin was voorloopig geënga-
geerd, in den stal stonden paarden die
mgnheer de prefect, ingeval het hem
conveniëarde, tegen behoorlgken prijs kon
overnemen in 't kort, er ontbrak nieta
aan, om den jongen prefect zich dadelgk
in zijn nieuwe omgeving thuis te laten
gevoelen.
Eindelijk verzocht mijnheer Monier met
mijnheer den prefect, de dringende zaken
te mogen afdoen. Zuchtend atemde do
laatate toe. Ala hulpelooa blikte hg naar
Clairette, maar 'c ging toch waarlijk niet,
haar ook hierin te betrekkeu het
moeilijke uurtje was gekomen en hij moest
zieh maar op zija goed gesternte verlaten.
„En wij, jufîrouw", zei Clairette, terwgl
ze Ccarles vriendelijk toeknikte, en Bo-
atricea arm nam, „wg nemen plaats op
het terras en bespreken de schoonheid
vau de heerlgke, blauwe golven, terwijl
de prefect zgn dienstaangelegenhedeu
regolt."
Ze gevoelde zich reeda geheel en al
thuia en zou nooit Charles of mijn man
gezegd hebben.
De aecretaria verzocht, of de kokin, ala
eerste proeve van haar kunst, een ijsli-
monade mocht bereiden en vroeg meteen
te willen zeggen, hoe laat gesoupeerd zou
worden.
(Wordt vervolgd.)