De kleine Pretect
51e Jaargang ZATERDAG 80 JULI 1921
Drukker-ïïitgever T, K KBEMER
Van woek tôt week.
ûemsngd Hieuws,
FEUILLETON»
t
wordt geîezen te HOOGEZARD, K!el-Wflndeweer, Kropswolde, Westerbroek, Foxîisf, SAPPEMEER, SLOCHfEREM, Slddeburan, Heituni, Schildwolde, Kofham Fex&ara Scharœe?
Harketede, Lageland, Oversablld, TEN BOER, NG0R0D1JK, NQORGBRQEK. ZUSDBROEK, MUNTENDAM, ZUfDLARER, MQORDLAREi, HARER esn
Dit BLAD verschgnt iederen WOENSDAG en ZATERDAG,
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 60 cent bg voor-
uitbetaling. Franco per post 75 cent.
v.h. BORGESIUS ZOON.
SAPPEMEER. Tel. 418.
ADVERTENTIEN van 15 regels 50 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inzending van advertentias Dinsdagsmiddaga en Vrgdags
middags voor 12 uur.
Voor het plaatsen vnn Advertentien betreffende Handel en N(jverheid ia voor de stad Groningen alleen gerechtigd het algemeen Advertentiebareau von H. WB8TENB0RG Munnekeholm 8
Groningen, Tel. 772.
Veer Advertentien en Réclamés buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd bel Âdvertentiebureau „IIOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
WEEKKALENDER.
Zondag 31 Juli. Maandag 1 Augus-
tus. Dinsdag 2. Woensdag 3.
Donderdag 4. Vrijdag 5. Zaterdag 6.
Zonsopgang, Zaterdag 6 Augastus te
4.29, onder te 7.42.
Nieuwe Maan, Woensdag 3 Àugustus.
Herhaaldeljjk vial er den laatsten tijd
klacht ovor publicatie van stukken, die
vertrouwelijk om advies gezonden werden
aan den Hoogen Raad van Arbeid. De
minister vend in de schennis der ver-
trouwelijkheid aanleiding tôt het besluit
om de stukken dan maar aanstonds tôt
publiek eigendom te maken.
Het eerste voorbeeld geldt het zeer
gewichtige onderwerp van de Arbeidswet
1919. De bladen beginnen te schrgven.
De argumenten voor en tfgm worden
vernomen. En de behandeling door den
Hoogen Raad zal daardoor zeker niet
moeilijker, kan er zelfs degelgker door
worden. Als ten minste het onderwerp
door de partijpolitiek niet zoo zeer ver-
doezeld wordt, dat de technische zijde
haast niet meer kenbaar is.
Nu loopt het voorontwerp tôt wijziging
der Arbeidswet in dit opzicht groot ge-
vaar. De verschillende persstemmen, die
wij over de kwestie lazen, wijzen dit uit.
Dit is jammer, omdat de regeling van
den arbeidsduur en wat daarmede ver-
band houdt van het grootste belang is
voor ons geheele volk in al zgn geledingen.
De Hooge Raad van Arbeid mag over
deze kwestie de gedacbten, die leven in
de breede lagen der bevolking wel eens
vernemen. En ook de minister gaf blijk,
doordat hij aan 't voorontwerp geen „ge-
heim" of vertrouwelijk" cachet gaf, prijs
te stellen op de bespreking in de ver-
scbillende persorganen.
Waarom moet ook overal de politiek
bg de haren bijgealeept worden Terwijl
eandracbtelijk samenwerken oneindig beter
résultant zou bieden.
Edoch, 't is niet altijd pais en vree in
de gelederen van 't Nederlandscbe volk.
Dit is geen aaneengesloten gebeel meer,
maar is uiteengevallen in een menigte
van partgen en partgtjes, die helaa* er
allen een van elkaar verscbillend program
op na houden en in hun beschouwingen
der opkomende kwesties zeer ver uiteen-
loopen.
Bsgrijpelgk is dan ook, dat heel ver-
schillende geluiden worden gehoord, nu
de minister van Arbeid publiciteit heeft
gegeven aan zijn voorontwerp van wet
tôt wijziging van de Arbeidswet 1919.
Beluisteren we ze, dan hooren we, dat
een deel van ons volk het wetsontwerp
bescbouwt als een blgk van 's minister
Aalberse's zuiverder kijk op de eischen
der productie en de nooden van bet be-
drijf, dan het tôt nog toe mocht waar-
nemen bij de uitvoering der arbeidswet.
Dit gedeelte van ons volk, verheugt zich
er in, dat de minister blijkbaar tôt bet
inzicbt is gekomen, dat de Arbeidswet te
vaak noodeloos dwang legde op de indus
trie; werklieden en patroons gezamenlijk
hinderde en belemmerde. En daarom
wordt zjjn voorstel begroet met ingeno-
menheid als een begin van juister inzicht,
van breeder opvatting, van de overtni-
ging, dat het bedrijf in een bepaald land
schade lijdt en tôt achteruitgang of stil.
stand wordt gedoemd, indien overdreven
arbeidsbeperking wordt toegepast.
Wanneer de werkgevers hun arbeiders
kunnen overtuigen, dat het bedrijf als
zoodanig het niet meer houden kan met
een 45-urige werkweek, en men gelooft,
dat hun dat vaak zal gelukken, omdat
er nu reeds tal van takken van industrie
zijn, die onder de buitenlandscbe industrie
bszwgksn, dreigen te bezwgken of den
weerslag gevoelen van de hooge prijzen
in den vorm van verminderden afzet
dan kan dit ailes geregeld worden buiten
de dwingende hand van den wetgever om.
Men nosmt dit althans iets, neen veel
gewonnen, omdat mede hierdoor de
soepelheid van de Arbeidswet bevorderd
wordt en de lenigheid in het bepalen van
het aantal werkuren met gemeenscbap-
pelijk goedvinden evenzeer.
Maar van andere zijde noemt men dit
iets, neen veel verloren.
En nu komen we tôt dat volksdeel,
dat het wetsvoorstel bescbouwt als een
terugtred op den weg der ontwikkeling,
als een reactionaire handeling, een slag
in bet aangezicht van de arbeidersklasse.
Ook dit standpunt is te verklaren. Hoe
is er niet door de arbeidersklasse gewerkt,
gestreden, gevocbten voor de doorvoering
van den 8-urendag.
En terwjjl de arbeidswet nog niet eens
van toepassing is verklaard op aile takken
van bedrijf waarvoor zij zou hebben te
gelden, was reeds op ruime schaal de
hand gelicht en werden in overvloed
overwerkvergunningen toegestaan.
En alsof het nog niet genoeg ware
we laten nu een dier partg-organen
spreken komt de minister nu met een
lange reeks van wgzigingen, die, op enkele
uitzonderingen na, de doorgaande strek-
kirjg hebben om de wet te verzwakken,
nog meer afwijkingen van den achturen-
norm, meer nacbtarbeid, langer vrouwen-
en kinderarbeid mogelijk te maken. Dit
ailes na overeenstemming van werkgevers
en werknemers. Maar als de werkgsver
de fabriek dreigt te sluiten, zijn vollen
invloed doet gelden, wat blijft er dan van
een overeenstemming over
Men ziet twee geheel tegenovergestelde
beoordeelingen van het wetsontwerp.
Twee tegenovergestelde meeningen, die,
polemisch gebruikt, de pariij-politiek ten
spits hebben gedreven.
't Is jammer, dat daardoor de zakelijke
bescbouwing en ernstige bestudeering
verdoezeld worden.
Oppositie-zucht en propaganda-drift
werken licbt vertroebelend. Dit gevaar
is hier lang niet uitgesloten. Maar des
te meer moet er op worden aangedrongen,
dat allen, die bet waaracbtig welzijn des
volks beoogen en de sociale wetgeving
willen hooghouden, zich bejjveren de door
minister Aalberse ontworpen wgzigingen
met algebeele onbevangenbeid te beoor-
deelen en opbouwend te zijn in eventueele
critiek. De mogelijkheid is niet uitge
sloten, dat dan het voorontwerp, belang-
rijk gewijzigd, bij de Staten Generaal zal
worden ingediend. S.
Vergadering van den Raad der gemeente
N00RDBR0EK,
gthouden op Zaterdag 23 Juli 1921,
's narn. 5 uur.
Voorzitter de Burgemeester.
Atwezig de beeren K. Buurke en S.
van der Veen.
De notulen der vorige vergadering, d.d.
13 Mei j.l. worden na voorlezing onver-
anderd vastgesteld.
Van de ingekomen stukken vermelden
we o.a.
a. resoluties van H.H. Ged. Staten tôt
goedkeuriug dsr raadsbealuiten tôt wijzi
ging der begrooting voor 1920 en 1921,
tôt aaukoop van grond voor een trans-
formatorgebouw, tôt aanvulling van het
règlement voor hetBurgerlgk Armbeatuur,
tôt betaling uit den post voor onvoorziene
uitgaven 1920 en 1921.
b. Verslag van de Kanaaîvereeniging
Zuidbroek—Delfzijl over het jw 1918—
1919.
c. Proces-verbaal van opneming der
boeken en kas van den gemeenteontvanger
op 24 Juni 11., waar bij in overeenstem
ming met de boeken aan kas werd be-
vonden f 2549.875.
d. Circulaire Ged. Staten d.d. 16 Juni
1921, betreffende de provinciale drink-
watervoorziening en een afdruk van de
voordracht van dat collège d.d. 27 Nov.
1919 aan de Provinciale Staten tôt aanleg
eener drinkwatervoorziening.
De stukken onder a en c worden voor
kennisgeving aangenomen bet verslag
sub b zal bij de leden circuieereu, terwijl
het stuk onder d genoemd aan B. en W.
gerenvoyeerd wordt ten einde den Raad
t.z.t. van advies te dienen.
Aan den heer D. J. Boven wordt
wegens zijne benoeming tôt hoofd der
scbool te Houwerzgl op zijn verzoek met
ingang van 1 Augustus a.s. earvol ontslag
verleend als onder wij zer aan de Zuider-
scbool.
Benoeming onderwijzeres aan de Zui-
derschool. Voordracht 1. mej. A. H.
Kaufmann, Beilen 2. mej. E. Meinema,
Zuidhorn 3. mej. T. H. Hollé, Sappemeer.
Met algemaene stemmen wordt benoemd
mej. E. Meinema; datum van ingang der
benoeming 1 Aug. a.s. Mej. Kaufmann
had wegens hare benoeming tôt onder
wijzeres te Beilen bericbt gezonden niet
voor eene benoeming in aanmerking te
willen komen.
Op voorstel van B. en W. wordt af-
wijzend beschikt op een verzoek van de
afd. Groningen van de vereeniging ter
bevordering van de bijenteeît in Neder-
land om de bepaiing in de politieveror-
dening aangaande bet plaatssn van korven
met bijen op te heffen of dispansatis
daarvan te verleenen.
Een verzoek van de Vereeniging van
leerkracbten bij bet M, U. L 0. in deze
provincie om adhaesie-betuiging aan bet
door de Vereeniging tôt den Minister van
Onderwijs gericht adres inzake achter-
stelling van U' L. onderwijs, wordt voor
kennisgeviDg aangenomen.
Naar aanleiding van de circulaires van
den Commissaris der Koningin van 4 Mei
j.l. en 25 Mei d. a. v. wordt op voorstel
van B. en W. met 3 tegen 2 stemmen
(die der beeren Bohlmann en Huisrnan)
vastgesteld een verordeniog op het vast-
leggen van houden, welke verordeniog
terstond na de afkondigiug in werking
treedt.
Burgemeester en Wetbouders bieden
een concept-verordening op de keuring
van waren aan. Na voorlezing en na
mededeeling dat do Gezondheidacommis jie
te Winschoten tôt vaststeiling der ver-
ordening heeft geadviseerd, wordt het
concept met algerueene stemmen aange
nomen. De datum van het in werking
treden der verordening wordt aan B. en
W. overgelaten.
Daar Ged. Staten bezwaar hebben tegen
de plaatsing van het transformatorstation
op den westelijken berœ van den pro-
vincialen weg op bet perceeltoebeboorende
aan den heer J. Eendhuizen wordt besloten
voor den bouw van een transformator-
gebouwtje te koopen van deD heer D. de
Lange een strook grond voor den prijs
van 2.— per M2. en in te trekken bet
vroeger geaomen raadsbesluit tôt aankoop
van een strook grond van den heer J.
Eendhuizen alhier.
Burgemeester en Wetbouders stellen
voor om toe te treden tôt de afdeeling
GroningeU van de Vereeniging van Neder-
landache Gomeenton. Aldus besloten.
Aangeboden worden gemeenteverslag
1920, verslag volksbuisvesting 1920 en
verslag Woningsticbting" met balans en
winst- eu verliesrekeaing. Deze verslagen
zullen bij de leden circuieereu.
Aanbieding rekening levensmiddelen-
administraiie 1920; bet riadeelig saldo
bedraagt 1807.74 en is bereids uit de
gemeentekas aangezuiverd. De rekening
wordt voor onderzoek in handen gesteld
van de daarvoor aangswezen commissie,
bestaande uit de heer H. Perdok en S.
van der Veen.
B. eu W. stelieu voor bet levensmid-
delenbedrijf met ingang van 1 Augustus
1921 op te beffen. Aldus besloten.
Aangeboden wordt de gemeenterekening
1920, bedragende in ontvangst f 183,325.86
en in uitgaaf 178.124.37, bstig saldo
f 5201.49. Wordt eveneens voor onder
zoek gesteld in handen van genoemde
commissie.
De pensioenagrondslagen van de ge-
maenteveldwachters H. Forsten en B.
Swierenga worden met ingang vau 1
Jsnuari 1921 vastgesteld op resp. f 1995
eu f 2025.
Eenige conceptbesiuiten tôt wijziging
der begrooting voor 1921 en tôt betaling
uit den post voor onvoorziene uitgaven
1921 worden na voorlezing zonder hoofde-
lijke stemmieg vastgesteld.
Hierna sluit de voorzitter de openbare
vergadering teneinde in besloten verga
dering over te gaan voor de behandeling
van het kohier van den Hoofdelijken
Omslag dienstjaar 1921.en enkele reclames
H. 0. 1920.
„Ean droogjaar, gosd koren", wordt
»er vaak baweerd. Dit gezegde schjjnt
ook nu weer bewaarheid te zullen worden.
Dezer dagen werd tenminste door 'n
laadbouwer in de omgeving van Wilder-
vank rogge van den nieuwen oogst afge-
leverd, dat een natuurgewicht had van
75 K.G. Een hoog gewicht ais men in
aanmerking noemt, dat bet normaal voor
rogge pl.m. 70 K.G. bedraagt, terwgl het
gepasseerde jsar het H.L. gewicht veelal
varieerde van 64 tôt 67 K.G. Ook het
natuur-gewicht van de nieuwe gerst is
zeer hoog.
Een zekere Thomes Clanwaring te
Siiverton, dis bij een ontpiofâng, ongeveer
i Het misbruik van de tong heeft
J meer menschen zedelgk vermoord,
7 dan er door het zwaard z(jn ge-
vallen.
Door d. 1. B R U Y E R
(Nadruk verboden.)
Ï6.)
BWat?" (vroeg de Prinses, half ver-
wonderd, half spottend. Ik berinner me
niet, van de almacht der politie het ge-
ring8te gunstbewgs ondervonden te heb
ben. Ja, toch," ging ze voort, „het moest
zgn, dat u den keizer ailes van mjj over-
brieft, of het hem aangenaam of onaange-
naam is. Zoo schgnt u met m(j te sjrm-
pathiseeren en voor mgn opvoediDg zorg
te willen dragen."
#De politie, keizerltjke Hoogheid, heeft
de plicht, den keizer ailes mee te deelen,
wat voor hem waard kan zijn te weten,
zjj houdt zich steeds aan de feiten en
oordeelt niet. Eveneens is ze verplicht,
een zoo verheven Prinses ala Uwe Kei-
zerl(jke Hoogheid in haar wenachen tege-
moet te komen. Dat dit geschiedt,
„voegde hij er boosaardig aan toe, „daar-
over zal Uwe Majesteit zeker onderricbt
zijn door haar beschermeling Charles
Dubois."
„Mijnheer Charles Dubois?" vroeg de
Prinses verbaaad „ik versta u niet, mijn-
heer den Hertog", sprak ze hoogmoedig.
Nog boosaardiger flikkerden Fouché's
oogen.
nDie jonge dicbter", antwoordde hjj,
Bdie Uwe Majesteit ter gelegenheid van
Haar laatsten gebodrtedag zoo warm aan-
bevolen had, een builengewoon innemend
mensch, achter welks schucbterheid zich
geest en kennis verscbolen. Aan den
wensch Uwer Majesteit zjjnerzijds beb ik
voldaan en meende daarom aanspraak op
erkenning te mogen maken."
„Charles Dubois op mgn verjaardag",
zei de Prinses nadenkend.
„llaha 1 mjjn schoonzuster protegeert
een joDgen dicbter," sprak de koning van
Napels lachend, „dat is voortreffalgk
Ik ken desen heer nog niet."
Fouché mocht vreezen, te ver te zijn
gegaan.
„Misschien mag ik me in den naam
V6igist hebben, er gaat me zooveel door
mijn hoofd."
De Prinses dacht eenige oogenblikken
na, richtte zich snel op en sei toen. met
nog boosaardiger blik dan dien van den
minister -j,ja, ja, thans herinner ik me
ailes. En wat, mgnheer de Hertog, wat
heeft u mçjn beschermeling gemaakt
welken wensch van hem heeft u vervuld
„Hij wenachte," sprak de Hertog en
keek de Prinses verwonderd aan, „hij
wenschte een aanstelling in keizerlgken
dienst."
„Ha" riep de Prinse3 Bsn waartoe heeft
u hem benoemd
„Met 't oog op de hooge aanbeveling,
waarin hg zich mocht verheugen," sprak
Fouché, „heb ik hem tôt prefect van Elba
benoemd, het eiland is rijk aan natuur-
schoon en hij is meteen ver van Parijs
verwgderd, waar hij, voegde h(j er balf-
luid zich voorover buigend bij, Bniet recbt
op zjjn plaats scheen. Ik meen alzoo,
dat Uwe Majesteit over dit bewijs van
mgn bereidwilligheid in het vervullen
Harer wenschen tevreden kon zgn."
De Prinses liet den waaier zakken,
leunde in haar zetel terug, en lachte zoo
lnid en uitgelaten, dat de koning van
Napels, ofschoon h(j de reden Diet wist,
door de vroolijkheid van zijn schoonzuster
getrofîen, harteîijk meelachte. Hij begreep
te goed, dat dit ten koste van den ge-
haten Fouché was.
De dames en beeren, die de groep
omgaven, deelden in deze vroolijkheid,
en lachten mee, zoodat Fouché gevoeide,
dat men zich algemeen ten zjjnen koste
vermaakte, zonder de reden te kennen.
In dit oogenblik, waarop de Prinses
in een nieuwe lachbui uitbarstte, ver-
scheen de keizer op den drempel van
bet salon.
Hij scheen verbaasd en verontrust, dat
zelfs zijn verschijning het luide lachen
niet bezweren kon en kwsm met rasse
schreden en fonkelende oogen raderbij.
Zijn donkar gezicht klaarde echter op,
toen hg zijn suster Pauline erkende
zij alleen welîicbt aan bet beele bof
durfde het wagen zoo te zondigen tegen
de regels der étiquette, dis de keizer lot
in bgzonderheden wenschte opgevoigd
te zien.
tNu, wat is er hier vroeg Napoléon,
„dat mgn zuster zooveel vroolijkheid ver-
oorzaakte? Ik mag bg aile zorgen der
r6geering ook wel een weiaig verstrooiing
en zou gaarne ook eens harteîijk mee-
lachen."
Hjj ontw&arde Fouché, die, als allen,
diep voor hem boog, midden in den kring.
Diens verlegen en tevens gedwongen
houding deed hem onaangenaam aan,
want, ofschoon geen sympathie, hield hij
er toch niet van, dat men de grootwaar-
digheidbeklesders van het rgk tôt het
voorwerp der spotterngen maakte.
De Prinses had zich verheven, was
haar broeder tegemoet gesneld en zeide,
nog lachend „o, 't is inderdaad te amu
sant en Uwe Majestait zal zich er gewis
even vroolijk over maken als ik, want
onschuldige vroolijkheid is de oorzaak
van mijn oneerbiedig lachen, waarvoor ik
onderdanig om vergiffenia bid. 't Zal
Uwe Majesteit als mij ten zeerste ver
heugen den buitengewonen ijver waarmee
de hertog van Otranto de geringste mijner
wenschen vervult."
,Iuderdaad," sprak Fouché, terwijl hij
zich tôt een lachje dwong, „ik houd het
voor plicht, dit met de grootste toewij-
ding te doen.
„Ea dat heeft de hertog ook gedaan,"
riep Pauline. „Hal daar valt het mij in,
herinnert Uwe Majesteit, dat op mijn
verjaardag, toen zjjj mij haar gelukwen-
schen kwam aanbieden, zich een jong-
mensch in het vertrek bevond, die een
ode, aan mij gericht, io haar tegenwoor-
digheid voorlas
„Juist, ik meen het mg te herinneren,"
sprak de keizer, „een kind nog bijna
hij bezwoer mg, de wereld den vrede te
geven, het eenige wellicht," voegde hij
er ietwat norsch bij, „w»t buiten mijn
macht ligt, zoo lang er nog vorsten
in Europa zgn, die zich voor machtig
genoeg houden, mijn plannen tegenstand
te bieden."
Zeker," zei de Prinses, „dat jongmensch
bedoel ik. Hij was een neef van mijn
kamenier, die mij verzocht had, hem een
kleine betrekking te bezorgen waarvan
hg zou kunnen ieven, daar zijn verzen
niet voldoende opbrachten. Nu had de
hertog van Otranto er even te voren
over geklaagd, dat hij nog nooit gelegen
heid had gehad mij een wensch te kunnen
vervulien. Daar&an dacht ik, toen be-
doelde jongeman mg het verzoek deed
Dubois heet hij nietwaar
„Juist, Charlas Dubois," antwoordde
Fouché.
De Prinses vervolgde
„Ik gaf hem een brief aan den Hertog
mee en verzocht om stei voor den neef
van mrjn kamenier. En wat deed de
hertog, o, 't is al te grappig al te erg,
hij beiîoemda hem tôt prefect van Elbal"
Zs brak andermaai in luid gelach uit.
Ook de keizer lachte en zag Fouché aau
met een blik, die dozen de tanden deed
samenklemmen.
„Heeft u," sprak de Prinses boosaardig,
„neg geen dichtproeven van dien mgn-
heer Charles Dubois ontvangen Ik wist
niet, dat u zoo met de dichtkunst dweepte.
't Moet een romantisch eiland zgn, daar
in de Middeilandsche zee, ais voor dichters
geschapen. Wie weet," lachte ze, of 't
niet aanbevelenswaardig zou zijn, dat in
de politiek een weinig pcëzie kwam.
Niet waar," wendde ze zich tôt den kei
zer, „Uwe Majesteit zou het niet onaardig
vinden, als de berichten harer beambten
in goede alexandrijnen tôt haar kwamen
en het droge proza met de bloemen der
pcëzio doorweven werd
Wederom lachte de keizer en de heele
omgeving deed mee Fouché voelde, dat
ieder zich ten zijnen koste vermaakte.
„Apropos", sprak Napoléon, ndaar valt
me in, dat Elba esn vindpiaats van ijzer-
erts is. Nog voor kort werd concsssie
voor den aanleg van ijzermgnen gevraagd.
De berichten waren voortrefielgk, het
resultast verzekerd. Uw beschermeling
schijnt meer te kunnen dan verzen maken,
want ik ken geen grooter verdienste voor
de regeeringeambtenaren, dan den rijkdom
en het pruduciieyermogen van een volk
te verhoogen. U heeft goed gedaan, mijn
beste Fouché, bedoelden dicbter die plaats
te geven, bg toont meer te kunnen dan
dichten alleen. Het zou goed zgn hem
hier te laten komen, we zullen dan zien,
wat we verder voor den beschermeling
der Prinses zouden kunnen doen."
(Wordt vervolgd.)
00STG00RECHT
Ifficieel Qrgaan voor H86GEZANQ, SAPPEMEER en SLOCHTEREN.