IN BOEIEN 51e «faargang WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1921 No. 71 Drukker-Uitfrever T. K. KREMER BUITEHL AND. Uemangd Nxeuws. FEUILLETON. wordt getezen te HOQGEZAND, Klel-Windewear, Kropswoide,, Westerbroek, Foxhoi, SAPPEMEEB, SLOCHTEREN, Slddeberan, Hsîïra, SsbHdwQlaleKoïfeara Fsxbass, Seharaer Harketede, Lagelami, Oversebild. TEN BSER, N6DRDDI1K, NOORD3RQEKZUIDBRGEK, WUNTENDAM, ZUtDLAREN, NOSR0LAREN, HAREN m* OOST- GOORECHT Bfiicieel Orgaan voor HOQGEZAND, SÂPPEMEEB en SLOCHTEREH. Dit BLAD versehijnt iederen WQEN8DAG en ZATERDAG. ÂBONNEMENTSPiilJS par drio maanden 60 cent bç voor- uitbetaling. Franco per post 75 cent. v.h, BORGESIUS ZOON. SAPPKMEER. Tel. 418. ADVSRTSNTIËN van 1—regel» 50 cent, ieder regel meer 10 cent. Inzending van advertenties Dinsdagemidd&ga en Vrijdaga middaga voor 12 uur. Voor het plaataen van Advertentiën betreffende Handel en Nljverlieid is voor de stad Gromagen alleen gereehtigd het algemeen Advertentiebrareau van H. WE8TENBOBG, Mimnekeliolat S, Gronimge*, Tel. 772. Voor Advertentlën en Réclamés bwtten de provineie Groningen is alieen gerechtigd het AdTertentieburean „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614. Raadgvergadering. De Burgemoester van Slochteren maakt bekend, dat door hem eene vergadering van den Raad is belegd op Vrijdag 23 Sept. 1921, des namiddags te 3 uur (ofUc. tgd) ten Gemeentehuize. Slochteren, 17 September 1921. De Burgemeester voornoemd, H. BROEKEMA. De toestand in lerland. Lloyd George en De Valera. De volledige tekst van De Valera's telegrsm aan den premier geeonden, na dieus mededeeling over het niet doorgaan der eonferentie in Schotland, luidt îk ontving gisteravond uw telsgram. Het verwondert mij, dat ge niet inziet, dat, indien wij van onze zijde een eonfe rentie aanvaarden op den grondslag van uw brief d.d. 7 September, zonder onze positie volkomen duideljjk te maken, de vertegenwoordigers van lerland ter eon ferentie zouden komen met een verkeerd begrepen positie, en zij dus de oorzaak zouden zijn dat aan Ierland's recht onher- stelbare schade zou worden toegebracht. Tgdens de correspondentie, welke heeft plaats gehad, hebt ge het standpunt uwer regeering, en wij het onze uiteengezet. Indien deze standpunten niet zoo vol- Btrekt tegenovergesteld waren, zou er inderdaad geen probleem zijn om over te bera&dslagen. Het moet duidelijk zgn dat in gevallen als het onze wil er eenig resultaat worden bereikt de on- derhandelaars elkaar moeten ontmoeten zonder vooroordeel en onbelemmerd door eenige voorwaarden, behalve die, welke zgn opgelegd door de feiten, zooals zij die kennen. Londen, 17 Sept. In antwoord op De Valera's (bovenstaande) mededeeling ver- klaart Lloyd George Het is nutteloos te zeggen, dat een eonferentie, waarin de Britsche vertegenwoordigers de Iersche gedelegeerden zouden ontmoeten aïs ver tegenwoordigers van een onafhankelgken souvereinen staat, een eonferentie zonder nadeel zou zgn. Hen als zoodauig te ontvangen zou een formeele en officieele erkenning zijn van Ierland's afacheiding van 's konings gebied het zou hun het recht geven een verdrag te sluiten, doch zou hun eveneens het recht geven geen Vprdrag aan te gaan, en de eonferentie op elk punt af te breken, en te onderhandelen over een unie van lerland met een bui- tenlandsche mogendheid. De regeering is bereid er over te be- raadslagen hoe een verbintenis van ler land met het Britsche rijk het best met de Iersche aspiraties in overeenstemming kan worden gebracht, doch zij kan niet toestemmen in eenig prijsgeven, zij het ook niet-formeel, van het beginsel van trouw aan den Koning, waarop de ge- heele structuur van hef rgk is gebaseerd. Daar De Valera zijn eiach staande houdt dat de Iersche gedelegeerden zullen con- fereeren als vertegenwoordigers van een onafhankelijken souvereinen staat, is een eonferentie onmogelijk. Londen, 18 Sept. Aan het einde der week hebben nieuwe ongeregeldhsden ia Belfast plaats gehad. welke Zondagmiddag haar hoogtepunt beraiktea in eon hevige botsing, wsarbij revolvers werden afge- schoten en bommen geworpon. Twee meisjes werden gedood, een man gewond. De troepen joegen de onruststokers uit- een, die den strgd in de zij a t rat en bley en voorfcsetten. Bfjilun, 17 Sept. De Maushener Neueste Nacbrichten publiceert een schrijven van kapitein Ehrhardt, waarin deze meedeelt dat hçj na den Kapp putsch een deel van zijn mannen in Beieren heeft willen on- derbrengen en dat hg toen in verbinding ia getreden met Pôhner. Toen bestond er nog geen bevel tôt inhechtenisnensing tsgen hem. Bg het bekend worden van dit bevel heeft hij zioh niet meer laten rien. Slechts eenmaal is hij nog ongemerkt in Duitschîand geweest. Van een eonfe rentie te Rodenheim weet hij niets. Bauer heeft hij het laatst te Boedapest gezien Pabst sinds den Kapp-putsch niet meer. Met minister Roth heeft hg noch mondeling noch schriftelijk, noch door bemiddeling van anderen in verbinding gestaan. Berlijn, 18 Sept. Officieel wordt mee- gedeeld, dat de Rijksregeering de belooning voor het a&nhouden der moordenaars van Erzberger tôt 200.000 M. heeft verhoogd. Een medewerker uit Rijnland schrgft aan de „Frankf. Z." Een teekenend staaltje van het optreden der Franschen wordt in Godesberg ver- toond. Het Fransche regiment veldartillerie No. 201 wenscht daar ingekwartierd te worden, niet echter uit militaire over- wegingen want uit militair oogpunt biedt de legerplaats Wahn in de onmid- dellijke nabijheid van een schietterrein voor artillerie een uitnemende gelegen- heid maar zuiver in het persoonlgk belang der officieren. Volgens de be- paiiugen van de Rijnland-overeenkomst zijn de bezbttingstroepen verplicht reke- ning te houden met de bestaande legerings- gelegenheden, zooals de legerplaats Wahn een uitstekende biedt. De officieren van het artillerieregiment gaven echter de vootkeur aan het aardige badplaatsje en verlangen de inkwartieriug van het regiment dââr en tevens den kouw van kazernen en den aanleg van een schiet terrein, hetgeen miustens 25 millioen mark zal kosten. De vertegenwoordigers van aile partijen van de stad Godesberg, daaronder begrepen de communisten, hebben den eomman- deerenden generaal in een audiëntie uiteen gezet hoe de toestand in de stad was, welke bezwaren er waren, ens., enz. Al die vertogGn lieten den generaal echter koud. Hij eischte den onmiddeilijken bouw van de kasernen op kosten van het rijk. Elk verder protest was doelloos en reeds is een aantal tsrreinen te Godesberg voor den bouw in baslag genomen. Te Emmerschans is de woning, bewoond door J. Schoonbeek, tôt den grond toe afgebrand. In de Aegidius-kerk te Lubeck heeft men een voorstelliog gegeven van den middeieeuwschen daodeudans. De tee- schouwers betraden de kerk in den avond- schemer en vonden het altsar met een gordijn bedekt. Gehcinmnnige lieht- scheuten spookten hier en daar het orge! speelde een griezelige muziek. Daar schoot, terwijl het doek zich opende en het orgel zweeg, plotseling een dansende figuur naar buiten, omschenen door een blauw lieht. De Dood. Ter plaatse van den lezenaar op het koor bleef de onbestemde gestalte zweyen. En uit het donkere sebip der kerk dokeu menschen op in middeleeuwsche gewaden de spelers van den Doodendans Keizer, Keizerin, Kardinaal, Edelman, Arts, Woekeraar, Non, Boer, Moeder met het kind. Zij Btegen naar het koor op en traden in het vale blauwe licht. De fluit van den Dansenden Dood zweeg een voor een werden de gestalten opgeroepen, de Keizer het eerst, en vernamen hun vonnis. Bij deze min of meer op de zenuwen werkende vertooning had men de tafreelen gevolgd van de Doodendans-schildering in de Mariakerk te Lubeck. Teikens bg een trefiend oogenblik, brak een guds orgelaccoorden over de toeschouwers los, die ten slotte in den donker, behoorlijk doorgriezeld, het gebouw verlieten. Over Rusland heeft een keizerin geregeerd, die bekend stond wegens haar nukken, mcermalen zonderling, soms ook wel wreed. De bankier van het hof van Catharina van Rusland was een vreemdeling, Suder- land geheeten, die bij de keizerin in hooge guDst stond. Op zekeren d.ig kwsmen soldaten van de keizerin voor zijn huis. De officier dier afdeelÎDg had een vreeselgk bevel uit te voeren. Suderiaud, die wel begreep dat het niet deugde, en die zich van geen vergrijp schuldig wiet, vroeg de officier Wat de droeve boodschap inhield. De officier durfde den bankier het bevel bgna niet mede te deeleu. De keizerin had haar Vertrouwen of gunst niet opge- zegd, ook niet dat Suderland het lacd moest verlaten, of naar Siberië zou vav- bannen worden. Ook niet dat hg met de vreeselijke Russische zweep, den kuoet zou ondereocht worden of de dood sou ondergaan. Neen, de keizerin had bevel gegeven, den bankier op te zetten Suderland gaf een vreeselijke gil en schreeuwde het uit, of de officier dan wel de keizerin het verstand verloren had. Suderiaud kreeg eeu kwartier tijds, in welk oogenblik hij den officier verzocht een briefje aan de keizerin teoverhandigen. Aarzelend voldeed de officier hieraan, daar de keizerin door aarzeling van den officier toen ze haar bevel gaf, vreeselijk verbol- gen was. Een bode overhaudigde het briefje aan de vorstin, die direct opmsrkte, of de officier niet wel bij zijn hoofd was. Ter- stond ging de bode fcerug, om den ban kier ia vrijhwid te stelien en van zijn doodsangst te bevrijden. De keizerin k,on haar lachen bijna niai tôt bedaren brengen. Want wat was de za&k De vorstin had eeu hondje, dat Suderland werd genoemd. Dit dier stierf en nu gaf de keizerin den officier bevel het beest op te zetten. De officier, bekend met de nukken van Catharina, had go- aarzeld, waarop de keizerin boos was geworden. De sîaafsche officier was daarna met afschuweiijk bevel bij de bankier gekomeu. Het briefje had het vreeselijk raadseî opgelost. De vader van eeu leerlinge van een handelsschool te Amsterdam heeft, ter geleganheid van het slagen vin zijn dochter voor het eindesamen elk dar leeraren, van wie het meisje op die se'aool onder- wijs had genoten, vijfhonderd guidon ten geschenke gegeven. Het verdient, ongetwijfeld veJknel- ding, dat een bewoner der Amersfoortsche Straat te Barneveld van ééa aardappel- struik niet minder dan 30 fiinke eetaard- appelen (roode ster) heeft geoogst, die een gezatnenlijk gewicht hadden vau ruirn 41 /s K.G. Nu de wol voor de boeren vrgwel onverkoopbaar is de prijzen die ge- boden worden zijn belangrijk lager dan in de voor-oorlogsche jaren atelt de vereeniging tôt verbetering van den wol- handel haar leden in de gelegenheid de wol van hun schspen te doen ver-^erken tôt dekens en serge voor coatuums. Ze sloot een overeenkomst met een fabrikant en dientengevolge kunnen aan de leden dekens geleverd worden tegen den prijs van 16 18 per stuk, terwijl voor een lap blauwe of grgze serge, voîdoende voor een hoerencostuum, slechts van 19 tôt 22 in rekeniag wordt gebracht. Men maldt uit Brouwershaven De boeiec BWaterhoentje", bev&rendoor L. Peltenburg uit Haarlem, zit bij hoog water geheel onder water. De inventaris is geborgen. Bij onderzoek heeft het scheepje twee lekkages in den bodem, welke voorloopig zullen worden dicht gemaakt. Bij gunstig weder kan het worden afgebrttÇA. Onlangs is ingebrgken in de bekende uitapanning Jan Tabak te Bussum. Een groote partij tafelzilver was ontvreemd. Dezor dagen ontdekte de politio, dat te Rotterdam zilver werd te koop aange- boden, dat van dezen iobrask afkomStig was. De verkooper werd cpgsspoord in een perceel aan de Achterburgwal, waar ook vrijwel al het gestolen zilver is terug- gevonden. De man, die werd aangehouden bekende, j» Hg was voornemens geweest het zilver bij kleine partijtjes te verkoopex. Later is ook de medeplichtige aange houden. Zondagmiddag is brand ontstaan in een hooischelf op de boerdarij van J. Baut, onder het voormaiige Ransdorp. Een paar kinderen hadden met een Iedige carbidbus gespeeld. Het achter- gebleven poeder was vochtig geworden •en ontwikkeide eenig gas. Voor de aar- digheid stak. een der kinderen een lucifer sf. Het g»s ontbrandde met een lichte ontploffing, waardoor het nabijgelegen hooi vlam vatte. Het waaide flink en het vuur had daardoor spoedig een tweede schelf aangoiast. De boerderg lag vlak naast het brandende hooi, zoodat gevaar _voor uitbreiding van het vuur groot was. De brandweer van het voormaiige dorp spande aile krachlen in en had althans het succès de boerderij te sparen. Inmiddels kwam ook de stadsbrandweer aanrukken. Maar de bruggetj es bij Rans dorp zijn niet op de zware motorspuiten berekend en het gev^arte zakte daii ook door het laatste bruggetje. Voor de vol- gende kleine spuit was nu bovondien de weg versperd. Det.e laatste kon echter dwars door het land naar de plaats des onheiis worden gesieept. Onder leiding van dan waarnemend commandant, den he»r!Tiodewijks, werd nu het vuur gedoofd. Do boerderij is gespaard gebleven. De groote spuit is thans Weer gelicht en de brug is reeds hersteld. Zsterdagavond heeft in de buurt van het Gude Kerkapleia te Amsterdam een vriendelijk heer rondgedoold. Hij scheen er zijn zinnen op te hebben gezet een paar menschen met een mes af te makeu. Eerst werd een -bewoner van de Ridderstraat het slachtofiar. Bij de Storra- steeg werd dese plotseliDg door den on- bekende aangevallen, die hem in het wilde weg met een mes stak. Ernstig waren gdukkig de verwondîngfen niet. Eenige oogenbbkken iater werd de messensteker gesiguaieerd bij den Langen Niezel. Een man en een vrouw uit de buurt werdea nu de dupe. De vrouw kreeg een diepe wonde boven het lin- Overdreven vrees voor toebt f la gevaarlijker dan de tocht J zell. door K. d. 1. Bruyere. (Nadrulc verboden.) 13) Ofsehoon hij de laatst voorgevallen ge- beurtenissen volkomen scheen vergeten te hebben, had zijn zwak lichaam er toch geducht onder geleden. Het gevoel van gekwetste ijdelheid plaagde hem meer en meer en deed zijn geestelijk weerstands- vermogen tegen lichamelgk verval ver- zwakken. Tegen het einde van den herfst werd hg bedlegerig en toen de eerste sneeuw viel, breidde zij haar witte dek ook over een verschen grafheuvel uit, waaronder een ongelukkig, ziekelgk mensch zijn laatste rustplaats had gevon- den. v Johanna's liefdevol, onzelfzuchtig hart betreurde den overledene even diep, alsof hij haar steun en zij niet, omgekeerd, de zgne geweest was. De zorg voor hem was haar tôt een tweede natuur geworden, en hoe moeilgker haar dit viel, hoe minder dank en erkenning hij haar toonde, te inniger had ze hem bemind, als een moeder haar met gebreken behept kind. En het sneeuwde meer en meer, ja, sedert menschenheugenis was er niet sooveel gevallen. Dag op d&g was het, alsof oneindiga kanten sluiers van dan hemel naar de aarde geworpen werden. Ieder geluid klonk gedempt, als in een vertrek, met tapijten bekangnn. Zelfs het gedruisch van de markt klonk minder luid dan anders. Voor [Bartels veroorzaakte 't verwijdereu van den zich dag op dag vernieuwenden berg van sneeuw vrgwat !»st en kosten, maar toch was hij in lang niet zoo goed geluimd geweest. De aanwezigheid van Johanna en het kind, die sedert Julius dood, beiden geheel en al bg hen in woon- den, hadden beide echtgenooten vervroo- Igkt en verjoDgd. Ze zagen zich plotse ling door een familie omgeveu, aan wie ze den geheelen voorraad van hun groote, inuige liefde konden schenken en wij weten, Bartels was een kindervriend. Zoo was dan ook het ongehoorde gebeurd, dat hg, die anders nooit van huis ging, naar de stad trok om voor het Kerstfeest zijn inkoopen te doen. Met pakken en pakjes beladen, een kuaap met een dennenboom achter zich aan, was hg tegen den avond teruggekeerd. Thans zat hij voor den belder braudenden baard, dien hij zich naar Amerikaansch model in zijn huis had laten maken, behaaglijk in zijn leun- stoel, het kind op de knieën, terwijl de beide vrouwen den denneboom versierden, die zgn harsgeur door het vertrek ver- spreidde wat zich vermengde met den reuk van versch gebak, dat uit de keuken herwaarts kwam. Johanna's haar had alweer de gewone lengte verkregen, zoodat ze 't in een wrong droeg. Hier en daar hing nog een kort, onwillig lokje aparl, en omspeelde de slapen of don ronden hais, welks blauk- heid nog te meer uitkwam door de rouw- kleeren, die zij droeg. Zachte weemoed lag over haar trekken verbreid Het lustige kraaien van het kind klonk luider dan de bel van de huisdeur. Jo hanna wilde openen, want vrouw Bartels hield geen dien&tbode. Deze echter legde haar hand op Johanna's schouder en sprak „Hanna, Iaat mij gaan, ik moet toch naar mijn s toi! en zien, ze zullen zoo wat gereed zgn." Weldra vernam men buiten een man- nelgke stem en een schudden en stampen, alsof iemand zich vau de overtolliige sneeuw ontdeed. „Hoor de Kerstmau komt," sprak Bar tels fluiaterend tôt het kind, dat met haar groote oogen in blgde verwachting opkeek, als had het hem verstaan. In- tusschen opende vrouw Bartels de kamer- deur en zei „B»zoek, Hanna. Hier heen, als ik u verzoeken mag." Johanna wendde zich haastig en stond als aan den grond genageld. Reeds had de binneutredende, die nio- mand anders was dan Anton Eberhard, haar beide handen vastgegrepen, alsof hij ze nooit weer wilde luslaten. „Anton is het mogelijk o, miju hemel „Ja, 't komt mg zelf als een droom voor. Maar goed, dat ik hier ben. Ach, wat is hier sedert niet gebeurd. Zooals ik daar juist vornsm, is ook Julius...." Treurig knikte Johanna met het hoofd en zweeg. Gedurende deze scène had vrouw Bar tels haar man gewenkt en met hem het vertrek verlaten. Johanna en Anton waren alleen. Verlicht keek de laatste de kamer rond, trok Johanna dichter bij de lamp en sprak „Nu moet ik eerst eens zien, hoe mijn dierb&ar vrouwtje al die stormen het hoofd geboden heeft." Daarmede nam hij haar hoofd tusschen zijn beide handen, en be- dekte hoofd en haar van het lieve meisje met hartstochtelijke kussen. Yerward zag Johanna tôt hem op. Hoe manlgk waren zijn trekken geworden Gowiltig gaf ze zich in zoete bedwelmiug aan zgn omarming over. „Het hart is tenminste hetxe'fde geble ven, Anton, ofsehoon ik niet schreef, en dat kon ik immers niet, ik zag toch, hoe ailes komen zou, want want Julius was getrouwd." „Ik weet ailes", knikte hg, „en juist daarom ben ik hier. Alleen dat Julius overleden was, wist ik nnt, en dat wist ook zij niet zgn vrouw. Ja,ja, ziemij maar gerust zoo verwonderd aan. 't Is ook zoowaar bijkans ongeloofiijk. Ik hoorde de heele treurige geschiedenis uit den mond van je eigen schoonzuster eu waar? Te New York. Is dat niet een wonderbaarlijk spei van het lot Johanna was sprakeloos vsa verbazing. „Ze is daar a»n het Old-Bowery The- ater, en danst Europeesche dansen," voer Anton voort, terwijl hij Johanna naast zich op de sofa zette. „Eens 's avond» kom ik uit de fabriek ik wss weer aan 't werk slenterde over de Chatam- markt en blgf voor het tkeater staan, om de aanplakbiljetten te lesen. Europeesche nationale dansen. Hm, denk ik, die wil ik eens gaan sien. Ik ga naar binnen en zie een kleine, aantrekkelijke dame als Tiroolsche rondspringen. Allen zijn verrukt, dat klapt in de handen, stampt, schreeuwt, en midden in het rumoer verneem ik den naam Starbeck. Ik zie op het programma, waarachtig, de danse- res heet mrs. Suze Starbeck. Tegelijk hoor ik, dat ze een Duitsche, uit Leipzig is. Nu kun je denken ik dadeliik achter de couîissen. Ze kent geen wcord Engelsch, werd mij gezegd. Des te beter, denk ik, en rust niet, voor ik haar te spreken kreeg. Aanvankelgk was ze wel wat onvriendelijk, maar toen ik haar zei, ock uit Leipzig te komen en met de familie Starbeck zeer bevriend te zgn, werd ze vertrouwelijker en zei me, na ofloep der yoorstelling te w&cbten Wij namen disrna plaats in het groote bier- huia, direct naast den schouwburg, en daar vernam ik ten slotte de geheele ge schiedenis dat zij Julius rechtmatige vrouw was en hem en zgn acht maand oud kindjs verlaten had, omdst ze die nhuishoudcîijke plakkerg" zooals zij 't noemde, niet verdragen kon. Een bekende van het theater, een jonge man, die voor zaken tusschen New York en Leipzig heen en weer reisde, had haar meegano- men. Ik mesnde, een sprookje te ver- nemen, maar wgl se Julius eu ook jou zoo nauwkeurig .beschreef, moest ik het wel g'èlooven Zij heeft overigens geen dusdetijk beeef van haar daad, want ze was naief genosg, nog Julius, naam te voeren, Op een opmarking daarover sei ze, dat ze dieu naam geen ac.hande aan- deed en terugkeeren zou, als ze flink jeld verdiand had. Ik zocht haar te oy^jcredrtn, mot mg naar Europa terug te se are n; maar neen, eerst rijk zijn, zei ze, dan wel. Vau haar privaatleven vernam ik aileeu, dat ze ia een der betere straten v»n 't Oostelrjk deel der stad woont, waarheen ik haar geleidde. Hier scheiden we, en daat ik direct daarop vertrok, zag ik haar niet weer." Johanna had het heel verhaai met neer- geelagen blikken aangehoord en van tgd tôt tijd het hoofd geschud als iemand, die iets niet begrijpeu kan. K Ja, ja, kiod, oat is 'n dolîe geschiede nis," sprak Anton, terwgl hij Johanna's handen in de zgne nam, „maar zeg zelf, is het niet gegaim. zooals het gaan moest. Julius hwd eeu groote fout beg&an, door zoo'n wëzen aan zich te ketenen, een natuurlijk gevoig, dat zij hem verliet. Eu wat haar zeif botreft, heb daarover geen zorg, ze slaat zich er wel door, vael beter, dan je denkt."

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1