IN BOEIEN
51e «faargang
WOENSDAG 21 SEPTEMBER 1921
No. 71
Drukker-Uitfrever T. K. KREMER
BUITEHL AND.
Uemangd Nxeuws.
FEUILLETON.
wordt getezen te HOQGEZAND, Klel-Windewear, Kropswoide,, Westerbroek, Foxhoi, SAPPEMEEB, SLOCHTEREN, Slddeberan, Hsîïra, SsbHdwQlaleKoïfeara Fsxbass, Seharaer
Harketede, Lagelami, Oversebild. TEN BSER, N6DRDDI1K, NOORD3RQEKZUIDBRGEK, WUNTENDAM, ZUtDLAREN, NOSR0LAREN, HAREN m*
OOST- GOORECHT
Bfiicieel Orgaan voor HOQGEZAND, SÂPPEMEEB en SLOCHTEREH.
Dit BLAD versehijnt iederen WQEN8DAG en ZATERDAG.
ÂBONNEMENTSPiilJS par drio maanden 60 cent bç voor-
uitbetaling. Franco per post 75 cent.
v.h, BORGESIUS ZOON.
SAPPKMEER. Tel. 418.
ADVSRTSNTIËN van 1—regel» 50 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inzending van advertenties Dinsdagemidd&ga en Vrijdaga
middaga voor 12 uur.
Voor het plaataen van Advertentiën betreffende Handel en Nljverlieid is voor de stad Gromagen alleen gereehtigd het algemeen Advertentiebrareau van H. WE8TENBOBG, Mimnekeliolat S,
Gronimge*, Tel. 772.
Voor Advertentlën en Réclamés bwtten de provineie Groningen is alieen gerechtigd het AdTertentieburean „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
Raadgvergadering.
De Burgemoester van Slochteren maakt
bekend, dat door hem eene vergadering
van den Raad is belegd op Vrijdag 23
Sept. 1921, des namiddags te 3 uur
(ofUc. tgd) ten Gemeentehuize.
Slochteren, 17 September 1921.
De Burgemeester voornoemd,
H. BROEKEMA.
De toestand in lerland.
Lloyd George en De Valera.
De volledige tekst van De Valera's
telegrsm aan den premier geeonden, na
dieus mededeeling over het niet doorgaan
der eonferentie in Schotland, luidt
îk ontving gisteravond uw telsgram.
Het verwondert mij, dat ge niet inziet,
dat, indien wij van onze zijde een eonfe
rentie aanvaarden op den grondslag van
uw brief d.d. 7 September, zonder onze
positie volkomen duideljjk te maken, de
vertegenwoordigers van lerland ter eon
ferentie zouden komen met een verkeerd
begrepen positie, en zij dus de oorzaak
zouden zijn dat aan Ierland's recht onher-
stelbare schade zou worden toegebracht.
Tgdens de correspondentie, welke heeft
plaats gehad, hebt ge het standpunt uwer
regeering, en wij het onze uiteengezet.
Indien deze standpunten niet zoo vol-
Btrekt tegenovergesteld waren, zou er
inderdaad geen probleem zijn om over te
bera&dslagen. Het moet duidelijk zgn
dat in gevallen als het onze wil er
eenig resultaat worden bereikt de on-
derhandelaars elkaar moeten ontmoeten
zonder vooroordeel en onbelemmerd door
eenige voorwaarden, behalve die, welke
zgn opgelegd door de feiten, zooals zij
die kennen.
Londen, 17 Sept. In antwoord op De
Valera's (bovenstaande) mededeeling ver-
klaart Lloyd George Het is nutteloos
te zeggen, dat een eonferentie, waarin de
Britsche vertegenwoordigers de Iersche
gedelegeerden zouden ontmoeten aïs ver
tegenwoordigers van een onafhankelgken
souvereinen staat, een eonferentie zonder
nadeel zou zgn. Hen als zoodauig te
ontvangen zou een formeele en officieele
erkenning zijn van Ierland's afacheiding
van 's konings gebied het zou hun het
recht geven een verdrag te sluiten, doch
zou hun eveneens het recht geven geen
Vprdrag aan te gaan, en de eonferentie op
elk punt af te breken, en te onderhandelen
over een unie van lerland met een bui-
tenlandsche mogendheid.
De regeering is bereid er over te be-
raadslagen hoe een verbintenis van ler
land met het Britsche rijk het best met
de Iersche aspiraties in overeenstemming
kan worden gebracht, doch zij kan niet
toestemmen in eenig prijsgeven, zij het
ook niet-formeel, van het beginsel van
trouw aan den Koning, waarop de ge-
heele structuur van hef rgk is gebaseerd.
Daar De Valera zijn eiach staande houdt
dat de Iersche gedelegeerden zullen con-
fereeren als vertegenwoordigers van een
onafhankelijken souvereinen staat, is een
eonferentie onmogelijk.
Londen, 18 Sept. Aan het einde der
week hebben nieuwe ongeregeldhsden ia
Belfast plaats gehad. welke Zondagmiddag
haar hoogtepunt beraiktea in eon hevige
botsing, wsarbij revolvers werden afge-
schoten en bommen geworpon. Twee
meisjes werden gedood, een man gewond.
De troepen joegen de onruststokers uit-
een, die den strgd in de zij a t rat en bley en
voorfcsetten.
Bfjilun, 17 Sept. De Maushener Neueste
Nacbrichten publiceert een schrijven van
kapitein Ehrhardt, waarin deze meedeelt
dat hçj na den Kapp putsch een deel van
zijn mannen in Beieren heeft willen on-
derbrengen en dat hg toen in verbinding
ia getreden met Pôhner. Toen bestond er
nog geen bevel tôt inhechtenisnensing
tsgen hem. Bg het bekend worden van
dit bevel heeft hij zioh niet meer laten
rien. Slechts eenmaal is hij nog ongemerkt
in Duitschîand geweest. Van een eonfe
rentie te Rodenheim weet hij niets.
Bauer heeft hij het laatst te Boedapest
gezien Pabst sinds den Kapp-putsch niet
meer. Met minister Roth heeft hg noch
mondeling noch schriftelijk, noch door
bemiddeling van anderen in verbinding
gestaan.
Berlijn, 18 Sept. Officieel wordt mee-
gedeeld, dat de Rijksregeering de belooning
voor het a&nhouden der moordenaars van
Erzberger tôt 200.000 M. heeft verhoogd.
Een medewerker uit Rijnland schrgft
aan de „Frankf. Z."
Een teekenend staaltje van het optreden
der Franschen wordt in Godesberg ver-
toond.
Het Fransche regiment veldartillerie
No. 201 wenscht daar ingekwartierd te
worden, niet echter uit militaire over-
wegingen want uit militair oogpunt
biedt de legerplaats Wahn in de onmid-
dellijke nabijheid van een schietterrein
voor artillerie een uitnemende gelegen-
heid maar zuiver in het persoonlgk
belang der officieren. Volgens de be-
paiiugen van de Rijnland-overeenkomst
zijn de bezbttingstroepen verplicht reke-
ning te houden met de bestaande legerings-
gelegenheden, zooals de legerplaats Wahn
een uitstekende biedt. De officieren van
het artillerieregiment gaven echter de
vootkeur aan het aardige badplaatsje en
verlangen de inkwartieriug van het
regiment dââr en tevens den kouw van
kazernen en den aanleg van een schiet
terrein, hetgeen miustens 25 millioen
mark zal kosten.
De vertegenwoordigers van aile partijen
van de stad Godesberg, daaronder begrepen
de communisten, hebben den eomman-
deerenden generaal in een audiëntie uiteen
gezet hoe de toestand in de stad was,
welke bezwaren er waren, ens., enz. Al
die vertogGn lieten den generaal echter
koud. Hij eischte den onmiddeilijken
bouw van de kasernen op kosten van
het rijk.
Elk verder protest was doelloos en reeds
is een aantal tsrreinen te Godesberg voor
den bouw in baslag genomen.
Te Emmerschans is de woning,
bewoond door J. Schoonbeek, tôt den
grond toe afgebrand.
In de Aegidius-kerk te Lubeck heeft
men een voorstelliog gegeven van den
middeieeuwschen daodeudans. De tee-
schouwers betraden de kerk in den avond-
schemer en vonden het altsar met een
gordijn bedekt. Gehcinmnnige lieht-
scheuten spookten hier en daar het orge!
speelde een griezelige muziek.
Daar schoot, terwijl het doek zich
opende en het orgel zweeg, plotseling een
dansende figuur naar buiten, omschenen
door een blauw lieht. De Dood. Ter
plaatse van den lezenaar op het koor
bleef de onbestemde gestalte zweyen. En
uit het donkere sebip der kerk dokeu
menschen op in middeleeuwsche gewaden
de spelers van den Doodendans Keizer,
Keizerin, Kardinaal, Edelman, Arts,
Woekeraar, Non, Boer, Moeder met het
kind. Zij Btegen naar het koor op en
traden in het vale blauwe licht. De fluit
van den Dansenden Dood zweeg een
voor een werden de gestalten opgeroepen,
de Keizer het eerst, en vernamen hun
vonnis.
Bij deze min of meer op de zenuwen
werkende vertooning had men de tafreelen
gevolgd van de Doodendans-schildering
in de Mariakerk te Lubeck. Teikens bg
een trefiend oogenblik, brak een guds
orgelaccoorden over de toeschouwers los,
die ten slotte in den donker, behoorlijk
doorgriezeld, het gebouw verlieten.
Over Rusland heeft een keizerin
geregeerd, die bekend stond wegens haar
nukken, mcermalen zonderling, soms ook
wel wreed.
De bankier van het hof van Catharina
van Rusland was een vreemdeling, Suder-
land geheeten, die bij de keizerin in hooge
guDst stond.
Op zekeren d.ig kwsmen soldaten van
de keizerin voor zijn huis. De officier dier
afdeelÎDg had een vreeselgk bevel uit te
voeren.
Suderiaud, die wel begreep dat het niet
deugde, en die zich van geen vergrijp
schuldig wiet, vroeg de officier Wat de
droeve boodschap inhield.
De officier durfde den bankier het bevel
bgna niet mede te deeleu. De keizerin
had haar Vertrouwen of gunst niet opge-
zegd, ook niet dat Suderland het lacd
moest verlaten, of naar Siberië zou vav-
bannen worden. Ook niet dat hg met de
vreeselijke Russische zweep, den kuoet
zou ondereocht worden of de dood sou
ondergaan. Neen, de keizerin had bevel
gegeven, den bankier op te zetten
Suderland gaf een vreeselijke gil en
schreeuwde het uit, of de officier dan wel
de keizerin het verstand verloren had.
Suderiaud kreeg eeu kwartier tijds, in
welk oogenblik hij den officier verzocht
een briefje aan de keizerin teoverhandigen.
Aarzelend voldeed de officier hieraan, daar
de keizerin door aarzeling van den officier
toen ze haar bevel gaf, vreeselijk verbol-
gen was.
Een bode overhaudigde het briefje aan
de vorstin, die direct opmsrkte, of de
officier niet wel bij zijn hoofd was. Ter-
stond ging de bode fcerug, om den ban
kier ia vrijhwid te stelien en van zijn
doodsangst te bevrijden.
De keizerin k,on haar lachen bijna niai
tôt bedaren brengen. Want wat was de
za&k De vorstin had eeu hondje, dat
Suderland werd genoemd. Dit dier stierf
en nu gaf de keizerin den officier bevel
het beest op te zetten. De officier, bekend
met de nukken van Catharina, had go-
aarzeld, waarop de keizerin boos was
geworden.
De sîaafsche officier was daarna met
afschuweiijk bevel bij de bankier gekomeu.
Het briefje had het vreeselijk raadseî
opgelost.
De vader van eeu leerlinge van een
handelsschool te Amsterdam heeft, ter
geleganheid van het slagen vin zijn dochter
voor het eindesamen elk dar leeraren,
van wie het meisje op die se'aool onder-
wijs had genoten, vijfhonderd guidon ten
geschenke gegeven.
Het verdient, ongetwijfeld veJknel-
ding, dat een bewoner der Amersfoortsche
Straat te Barneveld van ééa aardappel-
struik niet minder dan 30 fiinke eetaard-
appelen (roode ster) heeft geoogst, die
een gezatnenlijk gewicht hadden vau ruirn
41 /s K.G.
Nu de wol voor de boeren vrgwel
onverkoopbaar is de prijzen die ge-
boden worden zijn belangrijk lager dan
in de voor-oorlogsche jaren atelt de
vereeniging tôt verbetering van den wol-
handel haar leden in de gelegenheid de
wol van hun schspen te doen ver-^erken
tôt dekens en serge voor coatuums. Ze
sloot een overeenkomst met een fabrikant
en dientengevolge kunnen aan de leden
dekens geleverd worden tegen den prijs
van 16 18 per stuk, terwijl voor
een lap blauwe of grgze serge, voîdoende
voor een hoerencostuum, slechts van 19
tôt 22 in rekeniag wordt gebracht.
Men maldt uit Brouwershaven
De boeiec BWaterhoentje", bev&rendoor
L. Peltenburg uit Haarlem, zit bij hoog
water geheel onder water. De inventaris
is geborgen. Bij onderzoek heeft het
scheepje twee lekkages in den bodem,
welke voorloopig zullen worden dicht
gemaakt. Bij gunstig weder kan het
worden afgebrttÇA.
Onlangs is ingebrgken in de bekende
uitapanning Jan Tabak te Bussum. Een
groote partij tafelzilver was ontvreemd.
Dezor dagen ontdekte de politio, dat te
Rotterdam zilver werd te koop aange-
boden, dat van dezen iobrask afkomStig
was. De verkooper werd cpgsspoord in
een perceel aan de Achterburgwal, waar
ook vrijwel al het gestolen zilver is terug-
gevonden. De man, die werd aangehouden
bekende, j» Hg was voornemens geweest
het zilver bij kleine partijtjes te verkoopex.
Later is ook de medeplichtige aange
houden.
Zondagmiddag is brand ontstaan in
een hooischelf op de boerdarij van J.
Baut, onder het voormaiige Ransdorp.
Een paar kinderen hadden met een
Iedige carbidbus gespeeld. Het achter-
gebleven poeder was vochtig geworden
•en ontwikkeide eenig gas. Voor de aar-
digheid stak. een der kinderen een lucifer
sf. Het g»s ontbrandde met een lichte
ontploffing, waardoor het nabijgelegen
hooi vlam vatte. Het waaide flink en
het vuur had daardoor spoedig een tweede
schelf aangoiast. De boerderg lag vlak
naast het brandende hooi, zoodat gevaar
_voor uitbreiding van het vuur groot was.
De brandweer van het voormaiige dorp
spande aile krachlen in en had althans
het succès de boerderij te sparen.
Inmiddels kwam ook de stadsbrandweer
aanrukken. Maar de bruggetj es bij Rans
dorp zijn niet op de zware motorspuiten
berekend en het gev^arte zakte daii ook
door het laatste bruggetje. Voor de vol-
gende kleine spuit was nu bovondien de
weg versperd. Det.e laatste kon echter
dwars door het land naar de plaats des
onheiis worden gesieept. Onder leiding
van dan waarnemend commandant, den
he»r!Tiodewijks, werd nu het vuur gedoofd.
Do boerderij is gespaard gebleven. De
groote spuit is thans Weer gelicht en de
brug is reeds hersteld.
Zsterdagavond heeft in de buurt
van het Gude Kerkapleia te Amsterdam
een vriendelijk heer rondgedoold. Hij
scheen er zijn zinnen op te hebben gezet
een paar menschen met een mes af te
makeu. Eerst werd een -bewoner van de
Ridderstraat het slachtofiar. Bij de Storra-
steeg werd dese plotseliDg door den on-
bekende aangevallen, die hem in het
wilde weg met een mes stak. Ernstig
waren gdukkig de verwondîngfen niet.
Eenige oogenbbkken iater werd de
messensteker gesiguaieerd bij den Langen
Niezel. Een man en een vrouw uit de
buurt werdea nu de dupe. De vrouw
kreeg een diepe wonde boven het lin-
Overdreven vrees voor toebt
f la gevaarlijker dan de tocht
J zell.
door K. d. 1. Bruyere.
(Nadrulc verboden.)
13)
Ofsehoon hij de laatst voorgevallen ge-
beurtenissen volkomen scheen vergeten
te hebben, had zijn zwak lichaam er toch
geducht onder geleden. Het gevoel van
gekwetste ijdelheid plaagde hem meer en
meer en deed zijn geestelijk weerstands-
vermogen tegen lichamelgk verval ver-
zwakken. Tegen het einde van den herfst
werd hg bedlegerig en toen de eerste
sneeuw viel, breidde zij haar witte dek
ook over een verschen grafheuvel uit,
waaronder een ongelukkig, ziekelgk
mensch zijn laatste rustplaats had gevon-
den. v
Johanna's liefdevol, onzelfzuchtig hart
betreurde den overledene even diep, alsof
hij haar steun en zij niet, omgekeerd, de
zgne geweest was. De zorg voor hem
was haar tôt een tweede natuur geworden,
en hoe moeilgker haar dit viel, hoe minder
dank en erkenning hij haar toonde, te
inniger had ze hem bemind, als een
moeder haar met gebreken behept kind.
En het sneeuwde meer en meer, ja,
sedert menschenheugenis was er niet
sooveel gevallen. Dag op d&g was het,
alsof oneindiga kanten sluiers van dan
hemel naar de aarde geworpen werden.
Ieder geluid klonk gedempt, als in een
vertrek, met tapijten bekangnn. Zelfs
het gedruisch van de markt klonk minder
luid dan anders.
Voor [Bartels veroorzaakte 't verwijdereu
van den zich dag op dag vernieuwenden
berg van sneeuw vrgwat !»st en kosten,
maar toch was hij in lang niet zoo goed
geluimd geweest. De aanwezigheid van
Johanna en het kind, die sedert Julius
dood, beiden geheel en al bg hen in woon-
den, hadden beide echtgenooten vervroo-
Igkt en verjoDgd. Ze zagen zich plotse
ling door een familie omgeveu, aan wie
ze den geheelen voorraad van hun groote,
inuige liefde konden schenken en wij
weten, Bartels was een kindervriend. Zoo
was dan ook het ongehoorde gebeurd, dat
hg, die anders nooit van huis ging, naar
de stad trok om voor het Kerstfeest zijn
inkoopen te doen. Met pakken en pakjes
beladen, een kuaap met een dennenboom
achter zich aan, was hg tegen den avond
teruggekeerd. Thans zat hij voor den
belder braudenden baard, dien hij zich
naar Amerikaansch model in zijn huis
had laten maken, behaaglijk in zijn leun-
stoel, het kind op de knieën, terwijl de
beide vrouwen den denneboom versierden,
die zgn harsgeur door het vertrek ver-
spreidde wat zich vermengde met den
reuk van versch gebak, dat uit de keuken
herwaarts kwam.
Johanna's haar had alweer de gewone
lengte verkregen, zoodat ze 't in een
wrong droeg. Hier en daar hing nog een
kort, onwillig lokje aparl, en omspeelde
de slapen of don ronden hais, welks blauk-
heid nog te meer uitkwam door de rouw-
kleeren, die zij droeg. Zachte weemoed
lag over haar trekken verbreid
Het lustige kraaien van het kind klonk
luider dan de bel van de huisdeur. Jo
hanna wilde openen, want vrouw Bartels
hield geen dien&tbode. Deze echter legde
haar hand op Johanna's schouder en
sprak
„Hanna, Iaat mij gaan, ik moet toch
naar mijn s toi! en zien, ze zullen zoo wat
gereed zgn."
Weldra vernam men buiten een man-
nelgke stem en een schudden en stampen,
alsof iemand zich vau de overtolliige
sneeuw ontdeed.
„Hoor de Kerstmau komt," sprak Bar
tels fluiaterend tôt het kind, dat met
haar groote oogen in blgde verwachting
opkeek, als had het hem verstaan. In-
tusschen opende vrouw Bartels de kamer-
deur en zei
„B»zoek, Hanna. Hier heen, als ik u
verzoeken mag."
Johanna wendde zich haastig en stond
als aan den grond genageld.
Reeds had de binneutredende, die nio-
mand anders was dan Anton Eberhard,
haar beide handen vastgegrepen, alsof hij
ze nooit weer wilde luslaten.
„Anton is het mogelijk o, miju
hemel
„Ja, 't komt mg zelf als een droom
voor. Maar goed, dat ik hier ben. Ach,
wat is hier sedert niet gebeurd. Zooals
ik daar juist vornsm, is ook Julius...."
Treurig knikte Johanna met het hoofd
en zweeg.
Gedurende deze scène had vrouw Bar
tels haar man gewenkt en met hem het
vertrek verlaten. Johanna en Anton
waren alleen. Verlicht keek de laatste
de kamer rond, trok Johanna dichter bij
de lamp en sprak
„Nu moet ik eerst eens zien, hoe mijn
dierb&ar vrouwtje al die stormen het hoofd
geboden heeft." Daarmede nam hij haar
hoofd tusschen zijn beide handen, en be-
dekte hoofd en haar van het lieve meisje
met hartstochtelijke kussen. Yerward
zag Johanna tôt hem op. Hoe manlgk
waren zijn trekken geworden Gowiltig
gaf ze zich in zoete bedwelmiug aan zgn
omarming over.
„Het hart is tenminste hetxe'fde geble
ven, Anton, ofsehoon ik niet schreef, en dat
kon ik immers niet, ik zag toch, hoe ailes
komen zou, want want Julius was
getrouwd."
„Ik weet ailes", knikte hg, „en juist
daarom ben ik hier. Alleen dat Julius
overleden was, wist ik nnt, en dat wist
ook zij niet zgn vrouw. Ja,ja, ziemij
maar gerust zoo verwonderd aan. 't Is
ook zoowaar bijkans ongeloofiijk. Ik
hoorde de heele treurige geschiedenis uit
den mond van je eigen schoonzuster eu
waar? Te New York. Is dat niet een
wonderbaarlijk spei van het lot
Johanna was sprakeloos vsa verbazing.
„Ze is daar a»n het Old-Bowery The-
ater, en danst Europeesche dansen," voer
Anton voort, terwijl hij Johanna naast
zich op de sofa zette. „Eens 's avond»
kom ik uit de fabriek ik wss weer
aan 't werk slenterde over de Chatam-
markt en blgf voor het tkeater staan, om
de aanplakbiljetten te lesen. Europeesche
nationale dansen. Hm, denk ik, die wil
ik eens gaan sien. Ik ga naar binnen
en zie een kleine, aantrekkelijke dame
als Tiroolsche rondspringen. Allen zijn
verrukt, dat klapt in de handen, stampt,
schreeuwt, en midden in het rumoer
verneem ik den naam Starbeck. Ik zie
op het programma, waarachtig, de danse-
res heet mrs. Suze Starbeck. Tegelijk
hoor ik, dat ze een Duitsche, uit Leipzig
is. Nu kun je denken ik dadeliik
achter de couîissen. Ze kent geen wcord
Engelsch, werd mij gezegd. Des te beter,
denk ik, en rust niet, voor ik haar te
spreken kreeg. Aanvankelgk was ze wel
wat onvriendelijk, maar toen ik haar zei,
ock uit Leipzig te komen en met de
familie Starbeck zeer bevriend te zgn,
werd ze vertrouwelijker en zei me, na
ofloep der yoorstelling te w&cbten Wij
namen disrna plaats in het groote bier-
huia, direct naast den schouwburg, en
daar vernam ik ten slotte de geheele ge
schiedenis dat zij Julius rechtmatige
vrouw was en hem en zgn acht maand
oud kindjs verlaten had, omdst ze die
nhuishoudcîijke plakkerg" zooals zij 't
noemde, niet verdragen kon. Een bekende
van het theater, een jonge man, die voor
zaken tusschen New York en Leipzig
heen en weer reisde, had haar meegano-
men. Ik mesnde, een sprookje te ver-
nemen, maar wgl se Julius eu ook jou
zoo nauwkeurig .beschreef, moest ik het
wel g'èlooven Zij heeft overigens geen
dusdetijk beeef van haar daad, want ze
was naief genosg, nog Julius, naam te
voeren, Op een opmarking daarover sei
ze, dat ze dieu naam geen ac.hande aan-
deed en terugkeeren zou, als ze flink jeld
verdiand had. Ik zocht haar te oy^jcredrtn,
mot mg naar Europa terug te se are n;
maar neen, eerst rijk zijn, zei ze, dan wel.
Vau haar privaatleven vernam ik aileeu,
dat ze ia een der betere straten v»n 't
Oostelrjk deel der stad woont, waarheen
ik haar geleidde. Hier scheiden we, en
daat ik direct daarop vertrok, zag ik haar
niet weer."
Johanna had het heel verhaai met neer-
geelagen blikken aangehoord en van tgd
tôt tijd het hoofd geschud als iemand,
die iets niet begrijpeu kan.
K Ja, ja, kiod, oat is 'n dolîe geschiede
nis," sprak Anton, terwgl hij Johanna's
handen in de zgne nam, „maar zeg zelf,
is het niet gegaim. zooals het gaan moest.
Julius hwd eeu groote fout beg&an, door
zoo'n wëzen aan zich te ketenen, een
natuurlijk gevoig, dat zij hem verliet.
Eu wat haar zeif botreft, heb daarover
geen zorg, ze slaat zich er wel door, vael
beter, dan je denkt."