ZIJ,
HET PORTRET.
gratis.
51e Jaargang
ZATERDAU 24 SEPTEMBER 1921
No. 75
Brukker-TJitgrever T. K, KREMEft
Van week tôt week.
FEUILLETON.
Gemaiigd Nieuws
wordî galezen te HOOGEZAND, Klei-Wlndewaer. XropÊWolde» Westerbrsek, Foxîioi, SAFFE^EER, SLOGHTERE^, SlddabursnHâliursSclalldwaSdefBXbam, Sslmrsuar
Harkstede, Lageiartd, QversGSîHd, TE^ BOER, ROORDOIJX, NOORDBROEK, ZUIBBRREX. ^UNTENDAiR, ZUSDLAREfl, ItQORDLAREN, HAREN ms
RECHT
Orgaai voor HOQGEZANO, SAPPEMEER
Dit BLAD verschijnt iederen WOEN8DAG an ZATERDAGK
ABONNEMENTSPliUS per drie maanden 60 sont bij yaor-
uitbetaling. Franco per poat 75 cent.
v.h, BORGESIUS ZOON.
SiPP®«EEB, Tal. 418.
ÀDVSRTENTIÊN Tan i5 regels 50 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inzending van adverîanties Dinsd&gamiddaga en Vrgdags
middags voor 12 uur.
Yoor Siet plaatsen van Àdvertentiën betreffende Mande! en N(jyerheid Is voor de aîad Groningen alleen gerechilgd het algemeen Adverientiebaremi van H. WESTENBORG, Munnekeholm
Groningea, Tel. 772. v;-
Yoor Advertentiën en Réclamés buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
E E B S T K I» I. A 1».
die zlch met 1 Mov.
a.a. op dit blad abon-
neeren, ontvangeu
de nog voor dien datnm verschy-
uende nommera
WEEKKALENDER.
Zondag 25 Septembar. Maandag 26.
Dinsdsg 27. Woensdag 28. Don-
derdag 29. Vrijdag 30. Zaterdag 1
October.
Nieuwe Maan, Zaterdag 1 October.
Groote kwalen vereischen groote mid-
delen. Door deze waarheid geleid, bestreed
de regeering den enormen woningnood
met krachtige middelen in den vorm van
voorachotten aan den Vereenigingswoning-
bouw, later ook door bouwpremies om
den particulieren woningbouw te doen
herleven. Dank zij dezen millioenen-ateun
verrezen er duizenden woningen, werden
de plannen uitgewerkt voor duizenden
anderen en waa er reden om aan te
nemen, dat men den ergaten woningnood
eerlang onder de knie zou hebben.
Van de bouwpremie vooral werd eea
zoo druk gebruik gemalkt, dat overwogen
moest worden of op deze wijze zonder
eenige tempering voortgegaan kon worden.
Immera zou het wel eenige jaren duren
alvorens al de woningen waarvoor plan
nen waren ingediend, gebouwd zouden
zijn. Bovendien waa het minatena zeer
twijfelachtig of voor al dit opgehoopte
werk voldoende arbeidera beachikbaar
waren. Onder deze omstandigheden achtte
miniater Aalberae het geraden matigend
op te treden en vaardigde op 1 Juni j.l.
een circulaire uit, waarin hg hoofdzakelijk
op grond van het feit, dat op dit oogen-
blik 90.000 woningen in aanbouw zijn,
hetgeen voldoende wordt geacht, o.m. tôt
de volgende conclusie kwam
le. BVoorahanda zullen verzoeken om
premie of om voorachot en bijdrage,
krachtena de woningwet, die nog niet bij
het Département van arbeid zgn ioge-
komen, niet in aanmerking komen voor
behandeling. De op 1 Juli reeda bij den
hoofdinapecteur ingekomen verzoeken om
premie, zullen alanog op den voet van de
J Wle meer eerzuclit heei't
dam talent, is rijp voor de
at'gnust.
Uit het Duitach vertaald naar een novelle
van Wilhelm Hauff.
Wie in het jaar 1824 dea a vends nu
en dan in het logement „De koning van
Engeland" te Stuttgart kwam, of 'a na-
middags tuaachen twee en drie uur in
het plantsoen op den breede weg wan-
delde, moet zich, wanneer hij tenminate
niet al te kort van memorie is, nog eenige
gestalten herinneren, die toen eena iedera
aaadacht tôt zich trokken. Het waren
twee mannen, die in 't geheel niet in de
hôtels of het plantsoen Stuttgart paaten,
maar eerder tehuis achenen te behooren
op het Padro te Madrid of in een café te
Lissabon of te Sevilla. Denkt u een
oudachtig, groot mager man met zwart-
achtig grauw haar, diepe, donkerbruine,
vurige oogen, een koen gebogen neus en
fgne aaamgeperste lippen. Hij lieplacg-
zaam, trots en rechtop. Bg zgn zwart-
zijden broek en kouaen, bij de groote
rosetten op de achoenen en de breede
geapen aan dén kniegordel, bij den laugen,
dunnen degen aan zgne zijde, bij den
hoogen, apitatoeloopenden hoed met bree-
den rand, een weinig op één oor gedragen,
geldende vegelen worden afgehandald.
Bg het Département reeda ingekomen
verzoeken om voorachotten en bijdragen
krachtena de Woningwet, waarop nog
niet is beslist, zullen geleidelijk worden
afgehandeld, met inachtneming van het
bepaaide onder 2.
2e. Moet worden aangenomen, dat er
in eenige gemeenten nog woningnood zal
bestaan, ook wanneer de plannen, waar
voor premie of steun krachtena de
woningwet reeda ia tosgezegd, zullen zijn
uitgevoerd, daa z«I steun voor nieuwe
plannen voor den bouw v&n arbeiders-
woningen in overweging worden genomen,
indien kan worden aangetoond, dat er
voldoende arbeidskrachten zijn om die
plannen vlot uit te voeren. Voordat er
steun krachtena de woningwet wordt
toegezegd, moet het aannemelijk zijn ge-
maakt, dat het particulier bouwbedrijf
niet in de behoefte kan voorzien.
Bij de indiening van verzoeken om
premie of steun krachtena de woningwet,
zullen de gemeentebesturen gegevena
moeten overlsggen, zoowel betreffende de
woningbehoeften aïs omtrent de beschik-
bare arbeidskrachten voor het bouw
bedrijf."
Deze circulaire van den Miniater vau
Arbeid heeft heel wat pennen in bsweging
gebrac'nt. Op de bevordering van den
woningbouw is bijna iedera aaadacht
gericht, in 't bijzonder in dezen tgd van
scherpen woningnood. Met belangstelling
volgen vele kringen en personen allea
wat te dien aanzien geschiedt, zoodat het
geene verwondering kon wekken, dat aan
een belangrijke wijziging in de woning-
politiek uitvoerige perabeschouwingen
werden gewijd en ook, dat in enkele
raadacollege'a daarover werd geïnter-
pelleerd.
Miniater Aalberae heeft dan ook bij
het jongste débat in de Kamer over de
woningpolitiek, er niet op kunnen bogen,
dat zijn circulaire een gunatig onthaal
gevonden heeft bij hen, die voor de volka-
huisvesting ailes of bijna ailes verwachten
van Overheids- en vereenigingabouw.
Scherp waa de inhoud daarvan veroor-
deeld in die kringen, welke wel eena
aangeduid zijn met den naam „woning-
hervormera."
Deze critiek op de circulaire gaf den
heer Schaper aanleiding om den miniater
over de woniugkwestie vragen te stellen.
Hij verzette zich tegen wat hrj noemde
zoudt gij, aïs ge tenmieste eenige fantasie
bezit, een korte jus en een Spaanschen
mantel wenschen in plaats van de zwarte
frak, die de oude droeg.
En de dienaar, die hem met trotache
schreden volgde, herinnerde hij u niet
door zgn domdriest spitaboevengezicht,
door de vreemde, opzichtelijke kleeding,
door de ongegeneerde wijze, waarop hij
om zich heen zag, ailes bekeek en toch
niets bewonderde, aan den dienaar in
het Spaansche kluchtspel, die zijn heer
ala een schaduw getrouw, in beschaving
ver beneden hem, in trotschheid naast
hem en in liât en sluwheid boven hem
ataat Onder den arm droeg hg den
zonneacherm en den regenmantel van zijn
gebieder, in de hand een zilveren koker
met aigaren en eene lont.
Wie bleef niet staan, wanneer dit pa&r
door het plantsoen wandelde, om het
na te zien Het waa echter overbekend,
dat het niemand andera waa dan Don
Pedro de San Montanjo Ligez, de huia-
hofmeeater van den prins van P., die
zich in dien tgd te Stuttgart ophield, en
Diëgo, zijn knecht
Zooals het dikwjjla gaat, dat slechta
een gering, nietig voorval een meaech
beroemd maken kan, zoo geschiedde dit
ook met den jongen Fiôzen, die reeda
sedert een ha!f jaar (zoolang had hij zich
misschien wel ai in Stuttgart opgehouden)
aile dagen klokslag twee door het slot-
portaal in den aanleg trad, driemaal om
het meer en vijfmaal den weg op en nedar
liep, voorbg allé achitterende équipages,
schoone vrouwen, troepjes directeuren,
raadsheeren en luitenants kwam, zonder
iemands bijzondere opmerkzaamheid tôt
zich te trekken, want hg geleek een heel
gewoon mensch van ongeveer achten-
twintig tôt dertig jaren. Sedert hrj echter
op een gelukkigen namiddagopdienzelfden
weg Don Pedro ontmoette, deze hem heel
het stopsetten van den woniugbouw.
Doorbouwen wss zgn devisa.
Dit was, naar uit de béantwoording
van den miniater bleek, ook het devies
der regeering en van sfopzetting van
den woningbouw is dan ook geen aprake.
De bedoeling der circulaire is juist ge-
weest, zoo anel mogelijk tôt een bevre-
digende oploasing van den woningnood
te geraken en de circulaire heeft dan ook
aanleidiug gegeven tôt veel onbiliijke
critiek. Ging de regeeriDg door op den
tôt dusver gevolgden wtg en. werden al
de verzoeken om premie of steun krach
tena de woningwet, voorzoover er geen
termen tôt afwijzing zijn, toegeataan, dan
zou er een schromelrjke overproductie van
bouwplannen ontstaan, die bij de
schaarschte aan arbeidskrachten, welke
nu reeda plaatselijk bestaat, niet dan
desorganiseerend en vertragend op de
woningproductie zou werken.
De miniater zou ter oploasing vau den
woningnood o. i. nog een anderen weg
kunnen iualsan.
N.I. door toepassiDg van het raeda van
verachillende zijden aanbevolen middel
nivolleering der huren van oude en nieuwe
woningen. Niet in dien zin, dat de huur-
prijzeu van vô<5r de crisisjaren gebouwde
woningen gelijk moeten zijn aan die van
den nieuwbouw, maar dat er meer toe-
nadering kome tusschen de thans geldende
huurprijzen en de huren, die nieuwe
woningen naar den kostenden prijs zouden
moeten doen.
Eerst ala de oude huren dichter de
nieuwe naderen en ala gevolg daarvan
de vraag naar nieuwe woningen grooter
zal worden, omdat het verschil dan niet
meer zoo groot zal zijn, zal een krachtige
en blijvende hervatting van 't particu
lière bouwbedrgf verwaeht kunnen
worden.
Ik wil nog verder gaan, en overnemen
het advies van de Amsterdammer, dat
geateund werd door „Het Volk".
Een zeker deel van de huurverhooging
zou, b. v. in den vorm eener belaating
op de huurwaarde ten goede moeten
komen aan een Staatsfonds voor woning
bouw. Het zou beteekenen, dat minder
groote ofifers geëischt worden van de
achatkist, dat de huurders, die profiteeren
van de voordeelen, welke v66r de prija-
stijging gebouwde woningen bieden in
lagere huurprijzen, de lasten verlichten
van hen, die op duurdere woningen met
vriendelijk begroet, zijnen arm vertrou-
welgk in den zijnen golegd had, en met
hem eenige m&lan, ijvc-rig sprekond, op
en neder gewandeld waa, sedert dien tijd
beachouwde men hem nieuwsgierig, ja
met een zekere achting, want de trotache
SpaDjaard, die anders met niemand sprak,
had hem met opvallende beleefdheid be-
handeld.
De sohoonate vrouwen voDden thans,
dat hij volstrekt geen ongunstig uiterlijk
had, j* er lag zelfa iet3 intéressants, iets
aantrekkeîtjka in dat gezicht, wat men in
den aanleg juist niet te vaak zag. En
men vroeg, wie die jonge man toch wezen
kon. Slechta enkele luitenants wisten te
vertellen, dat hij in de restaurants eoma
biefatuk at, sedert een haîf jaar in de
Slotstraat woonde en een achoon Mecklen-
burger paard bereed, dat hem zelf toebe-
hoorde. Er werd dan nog veel over de
voortreffelijkheden van dat paard gespro-
ken, hoe het gebouwd, vau welke kleur
en hoe oud het waa en wat het mogelijk
wel gokoat had. Ea zoo kwam het ge-
sprek dan op de paarden in 't aîgemeen,
wat voor liefhebbera zeker heel intéres
sant en leerrgk geweeat zal zgn.
Den jougau Fiëben zag men sedert
dezen tgd dikwijls in gezelschap van Don
Pedro, en gewoonlijk bevond hij zich des
avonds in „de koning van Engaland",
waar hg wat verwijderd van de andere
gaaten, bij dezen zat te praten. Diëgo
stond dan achter den stoeî van zgnen
heer en badienden beidan ijverig mst wijn
en aigaren. Niemand koa eigenigk be-
grijpen, hoe de baide heeren te zaman
gekomen waren, of wat balang zij in
elkaar steîden. Men giate nu dit dan dat
en maakte de stoutste combiuaties, en
toch zou de jonge man zelf do beate op
loasing van 't raadsel hebben gegeven,
ala men hem slechta gevraagd had.
Het waa de schoone galerg van de
hoogere huurprijzen aangewezen zijn, wat
biilijk is, en het zou ons heenîeiden naar
een normalen ftoestand, waarin hot bouw
bedrijf weer uit eigen kracht de vvoning-
voorzieniug ter hand neernt. S.
Een dame te Amsterdam riep in
hat begin van dit jaar de huip in van
een particulier detectieve, in verbar.d met
een echtscbeidingsprocedure, waarbg hs.ro
doohter betrokken was, eeniga gegevena
op te sporen.
De detectieve toog aan den arbeid,
echter niet op de wijze sis zijn lastgeefster
dat had bedoeld.
Door sllerlei machinatiea wist hij feitan
of vermeende feiten op het spoor te
komen die, aïs zij bekend werden, de
familie van zijn lastgeefster min of meer
zouden compromiteeren.
Toagerust met die wetensehap trachtte
hij de dame op aile mogelijke manieren
geld af te troggelen, zoo zelfs, dat hij ten'
alotte haar inboedel liet verkoopen.
In verband met verachiiiende fiaanci-
eele transacties werd een stuk opgemaskt
volgena hetwelk den detectieve algeheele
décharge zou zijn vèrleend.
De man beweert, dat do dame, zijn
oorspronkelijke lastgeefster dus, dit stuk
heeft onderteakend. De dame daaren-
tegen verklaart, dat zij onder het b<\wu8te
document nooit haar handteekening heeft
gezet.
Daar aan opliehting en aan verduiatering
wordt gedacht, is de za&k thans in handen
van de politie.
De na&tûl. venn. botk- en handeîs-
drukkerç Erven H. van Munster Za.
te Amsterdam n&m, op verzoek van den
reclasseerings&mbtenaar, een man, die een.
paar malen tôt zware gevangeniastraffen
was veroordeeld, ala corrector en corres
pondent in dienat, op een salaria van^ 30
per week. Dinadag stond dezeîfds man
voor de Vierde Kamer der Rechtbank te
Amsterdam tereqht wegens verduiatering
van een bankbiljet van 40 ten nadeeie
van de firme. De beklaagde ontkende.
De reclasseerings&mbtenaar bracht een
rapport uit, waarin hij den beklaagde
aanbaval voor een langdurige en zware
atraf. Het O. M., mr. Jorisssn, eischte
een jaar gevangenisstraf, terwijl de ver-
dediger, mr. Yan Zutpen, vrijapraak, sub-
aidiair clementie pleitte.
Een 25-jarig sigarenmaker leverde
aan een paar aigarenwinkeliera niet-Was-
cana aigaren af, verpakt in Wascana-kiat-
jea, terwijl de winkeliers uit de Wascana-
kistjes de niet-Wascana aigaren verkoeh-
ten. Zoowel de aigarenmaker af de
beide aigarenwinkeliera hebben Dû, Jag
voor de Vierde Kamer der Rechtbank te
Amsterdam terechtgestaan wegens het
gebruik maken van eena andera raerk.
Het O. M., mr. Joriasen, eischte voor
des. sigarenmaker vrijapraak, omdat het
opzet niet vaatstond voor den eenen
winkelier, omdat het bewijs niet was ge-
leverd eveneena vrijapraak en tegen den
anderen winkalier 100 boete of 20 da
gen hechtenis.
Een Rottardamsch lantoorbediende
is bij de politie aangifte komen doen, dat
hij eenigen tijd gsleden een Nationale
N. O. B, obiigatie had gekocht, waarop
vermeld atond Deze obiigatie trekt op
de NederUadatihe Staatsloterg en betaalt
dezelfde prijzen uit als bij den siaat,
Rotterdam, Juli 1921, Het vodderige pa-
piertja, dat den kantoorbediende voor zgn
geld was verstrekt, drosg verder den naam
H. J. Deltenre.
Bij dit „geldswaardige" papier waa een 1
trekkingsplan gevoegd, van-den volgenden
inhoud Deze Iotertj, groot 1.036.000
guîden, vaatgeateld 2o Apri) 1921, bestaat
uit 21.000 loten, 10.500 prijzen en 2 pre-
miën en is verdeeld in 5 klassen.
Op het nummer van het jongemensch
viel f 200. Toen hij blij met zijn voor-
deelfje, dit geld wilde touchoeren ten kan-
tore der Ioterij, Wgnstraat 2, te Rotter
dam, bleek het heele kantoor niêt meer
te bestaan.
Diasdagavond omtreeks half negen
was mt juffrouw J. van Dungen, coatuum-
naaister van beroep, in haar voorkamer,
gelegen op de vierde verdieping van per
caei N. Z, Vôorburgwal 318, te, Arnaterdàm
aan het vischbakkon. Op eén gegeven
oogenbiik sloeg de vlatn ia dé pan, ten-
gevolge waarvan brand ontstond. Andere
bswoners uit het huis waaraehuwden de
brandweer, die onder leiding van den
waarnemenden commandant, don heer
Lodewijks, zeer apoedig he«: vuur meeater
waa. De brand bleef beperkt tôt de voor-
k?vmer deze ia gedeeltelijk uitgebrand.
De schade wordt door verzekering gedekt.
De weesinrichting te Neerbosch ont-
ving^van X, uit Rotterdam f 1000.
Te Coevorden wordt eeu nieuwe
marechausseeakazarne gebouwd. Raming
f 78.000.
Maandag is de gr boerenhof-
stede Het Oud-Lieftink, gelegen in de
buurtacbap Zwolle bij Groenls, afgebraud,
meldt de BN. R. Crt." Een paar kalve-
ren en 18 varkens kvramen in de vlammen
om. De oorzaak van den brand is on-
bekend.
Te Rohel (Fr.) ia Dinadag de boer-
derij van W. de Boer door onbekende
oorzaak geheel afgebraud.
Te Uffelte werd het zesjarig zoontje
van G. Eggen aldaar, op weg van achool
naar huia, door esn auto uit Groningen
overreden. Na een paar uur overleed
het knaapje.
kunstschilders Boiaair en Bertram, waar
zij elkaar het eerat zagen en leerden
kennen. Deze gastvrije mannen hadden
den jongen man toegeataan, hunne schil-
derijeu zoo dikwjjis te bezichtigen als hij
maar wilde en hg deed dit, wanneer hij
in het middaguur, waarop de zalen ge-
opend waren slechta komen kon. Het
mocht regonen of sneeuwen, het wedar
mocht hem uitlokken tôt een heeriijke
wandeling of rgtoer in de omstreken, hij
kwam.
Mon zou echter onbillijk zijn, wanneer
men den kuoatzin van Frôben zoo hoog
stelde, dat men meende, dat hij de schoone
schildergen der oude Nederlanders be-
atudeerde of nateekonde. Neen, hij kwam
zachtjes in de deur, groette zwijgend en
ging in een afgelegen vertrek voor ééne
achilderrj staan, die hij lang beachouwde,
en even atil verliet hij de galerij weder.
De eigenaars hadden te fijn gevoel, dan
dat zij hem over zijne wonderlijke voor-
liefde voor die ééae echilderij ondervroe-
gen, maar ook hun moest het opgevallen
zgn, want dikwgls kon hij, als hij naar
buiten ging, de tranen niet verbergan,
die in zijne oogen opwelden.
Groote historiache of beteekenisvolle
kunstwaarde had hot schildarijtje niet.
Het stelde eene dame voor, half in
Spaansche, half ia oud-Daitsche drachf.
Een vriendelijk, bloeiend gezicht, met
heldere, liefdevolle oogen, mot eenen
vroolijken mond met roode lippen en
eene teedere, ronde kin kwam uit den
achtergrond te voorschijn. Het schoone
voorhoofd was omgeven door overvloedig
haar en een klein hoedje, met witte veeren
versierd, dat eeniszins acheef daarop atond,
gaf aan het geheel iets schalksch. Het
gewaad, dat alleen de schoone sierlijke
liais bloot liet, waa met zware goudac
kettingen omhangen en bewees zoowel do
zedigheid ala den hoogen stand der dame,
BHij ia misschien wel op het beeld
veriiefd", dacht men, Bevenals Kalof op
dat, yan de prinaes Trandot, ofschoou met
veel minder hoop, want de schilderij
is wel driehonderd jaren oud en het
origineele dus niet meer onder de le-
venden."
Na eenigeu tijd scheen Frôoen echter
niet meer 'ia eenige aanbidder van het
beeld te zijn. De pria van P. had op
zekeren dag met zijn gevolg de galerij
bezooht. Don Pedro, zijn huishofmeeater,
had (le rondwandelende schare der toe-
schouwers verlatea en bezsg de achilde-,
rijen, eenzaam van kamer tôt kamer
wandelende maar ala door den blikaem
getrofibn en met een uitroep van verbazing
was hij voor het beeld der bewuste dame
blijven staan. Toen de prins de galerg
wilde verlaten, zocht men den huishof-
meester lang tevergeefa. Eindelgk vond
men hem met gekruiate armen, de veige
oogen half toegekuepen in de beachouwirfg
van de schilderij verioren.
Men herinnerde hem, dat de prins reeda
de trap afJaalde, maar de oude man
scheen op dit oogenbhk slechta aan één
ding te denken. Hij vroeg, hoe die
schilderg daar gekomen was Men ver-
telde hem, dat zij voor eenige esuwen
door een beroemd meester vervaardigd
en bij toeval iu handen der tegenwoordige
eigenaars gekomen was.
„0, neen baratte hg uit, „deze schil
derij is geene eeuwen oud, ze ia nieuw
vauwaar afkomstig zegt gjj O, zeg mij,
waar ik haar kan vinden 1"
De man was oud en zag er te eerwaar-
dig uit, dan dat men zgn manier van
doen belachelijk had kunnen vinden, doch
toen hij dezelfde bewering weder hoorde,
dat de schilderg zeer oud en waarschgnlgk
door Lucas Granaek geteekend was,
schudd9 hij ongeloovig het hoofd.
(Wordt vervolgd).