ZIJ,
HET PORTRET.
gratis.
5le Jaargrang
WOENSIÎAG 12 OCTOBER 1921
JNIo. 80
Drukker-ïïitgever T. K, KEEMEE
Rechtbank Winschoten.
Gemengd lieuws.
FEUILLETON.
wordt Qplazen te H008EZAND Kiel-Windewesr, Kropswolde, Westerbroak, Fexhaî, SAPPEMEER, SLQCHTEREft, Siddaburan, Hélium, Scbildwolds, Koiham Faxlsaro, Seharmer
Harkstede, Lapeland, Oversehild, TEN BQER, N00R0DS1K, NOORDBROEK. ZUiDBROEK. MUNTENDAM, ZU'DLAREN, WOBRDLAREN, HAREN mz
Dit BLAD yerschijnt iederen WOENSDAG en ZÂTERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden 60 cent bij voor-
uitbetaling. Franco per po3t 75 cent.
v.h. BORGESIUS ZOON.
HAPPE!» E E li. Tel. 418.
ADVERTENTIËN van i6 regels 50 cent, ieder regel
"meer 10 cent.
Inzending van advertenties Dinsdagsmiddags en Vrgdags
middags voor 12 uur.
Voor het plaatsen van Advertentiën betreffende Mande! en Ngverheid Is voor de stad Groningen alleen gerechtigd
Groningen, Tel. 772.
Voor Advertentiën en Reclames buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLANDIA"
het algemeen Adyertentiebnreau van H. WESTENBORG, Munnekeholm
's Gravenliage, Tel. H 7614.
6)
OOST
flfficieel Orpan voor HQOGEZANO, SAPPEMEER en SLOCHTFMN.
«lie zlch met 1 Mot.
a.s. op «lit blad abon-
neereu, ontvangen
de nog Toor dieu datnm verschU-
nende nammerg
Yergaderlng van het Hoofdbestuur van
het Waterschap Duurswold,
op Vrijdag 7 Oct. 1921, in het Hoogehuis
te Slochteren.
De notulen worden onveranderd vast-
gesteld.
Gelezen wordt een schrijven van G.
Koning, onderwijzer te Farmsum, mede-
deelende, dat de sloot gelegen tusschen
aan hem toebehoorende grond en Wa-
terachapsgrond gegraven is en de koaten
40 bedragen, dat het terrein Water-
achapagrond gebruikt wordt ala voetbal-
terrein en daar veel laat van heeft, daar
de sloot spoedig weer dicht zal gaan.
Noodig wordt geacht, dat in den toeatand
wordt voorzien.
Besloten het door het Waterschap ver-
schuldigde deel terug te betalen en aan
den opzichter wordt opgedragen direct
een onderzoek in te stellen naar het ge-
bruiken van dien grond als voetbalterrein.
Ingekomen een achrijven van B. en W.
van Delfzijl, verzoekende het diepje bg
Farmaum behoorlijk schoon te maken,
daar het thans in zeer slechten toeatand
verkeert. Door de gezondheidscommissie
te Appingedam wordt met het oog op de
volksgezondheid eveneena gewezen op den
slechten toeatand van het diepje.
Besloten wordt, dat Gecommitteerden
zich tôt het Dagel. Bestuur zullen wenden
van Delfzgl, teneinde met elkaar over
deze zaak te spreken.
Ingekomen een schrjjven van B. en W.
van Noorddijk inzake onderhoud Borgsloot,
mededeelende, dat door het vertrek der
baggermachine der verdieping der Borg
sloot niet verder wordt voortgezet, hetgeen
evenwel zeer noodig is en hun collège
gaarne zou vernemen of het Waterschap
genegen is de Borgsloot op goede diepte
te brengen.
De heer Klootsema licht de zaak toe
en zegt, dat er thans zeer moeilijk met
de baggermachine gebaggerd kan worden,
doch de enkele ondiepten die er aanwezig
zijn wel met de hand uitgebaggerd kunnen
worden.
Na eenige besprekingen wordt besloten
om de ondiepten uit te baggeren en het
volgend jaar met de baggermachine te
baggeren.
Onderhoud verlengde Holermaar.
De heer Klimp zegt, dat het 3e onder-
deelsbestuur de zaak locaal heeft onder-
zocht en gebleken is, dat het achterste
gedeelte van het Holermaar voldoende
capaciteit bezit om water af te voeren,
doch een gedeelte ad 60 Meter bij den
molen van den Nijverheidspolder eene
verdieping van 30 c.M. noodig heeft en
enkele aanwassen der wallen verwijderd
moeten worden.
Besloten de zaak in orde te maken en
in dezen aan den opzichter opdracht te
verleenen.
Op het verzoek van S. de Boer te Sid-
deburen om een oprit te mogen maken
tegen den dgk van het Afwateringskanaal
werd goedgunstig beachikt.
Ingekomen een schrijven van B. Evers Jr.
te Farmsum, verzoekende toeatemming
te geven tôt het maken van een boot-
huisje in het afwateringskanaal voor zijne
behuizing te Farmaum.
Db heeren Folkersma en Klimp zeggen
er niet tegen te zijn, als de afatrooming
maar niet belemmerd wordt.
Besloten toeatemming te geven tôt we-
deropzeggings toe, terwijl de aanslag ge-
schieden moet onder toezioht en goed-
keuring van den opzichter.
Het verzoek van D. Hofman en anderen
te Meedhuizen om meerdere schadeloos-
stelling wegens grondbsrging op hunne
perceelen werd aangehouden tôt de vol-
gende vergadering.
Besloten eene schadevergoeding ad
f 36.60 toe te kennen aan de Arma B.
Bouwea te Appingedam voor geleden
schade aan een wagen, tengevolge van
het rgden over de niet gesloten brug
over de Munnekesloot te Leentjer. Daar
deze brug geen vaste bediening heeft,
werd aan den heer Klimp opgedragen
om maatregelen te treffen in het bestaande
euvel te voorzien.
Behandeling en voorloopige vaststelling
rekening dienst 1920/1921.
De heer A. Folkersma rapporteert
namens de commissie van naziening, dat
ailes in de beste orde bevonden is, dat
de inkomsten waren 290735.22
de uitgaven 294160.06
Saldo 2686.16
De commissie stelt voor de rekening
voorloopig vast te stellen.
Wordt aldus besloten.
Door den heer Klootsema wordt verder
den slechten toestand besproken van de
wateringen bg de Euvelgunner water-
loozing, in welke toestanden dringend
verbetering noodig is.
Na eenige besprekingen wordt besloten
aan den heer Klootsema op te dragen
de zaak in orde te laten maken.
Sluiting.
Zitting Vrijdag 7 Oct.
O.m. werd veroordeeld
Wolter L., 31 jaar, scheepsjager te
Musselkanaal, gedetineerd, wegens het
toebrengen van zwaar lichamelijk ietsel
aan Henderikus Raaties, 't welke den
dood tengevolge heeft gehad, tôt 4 jaren
gevangenisstraf.
D&arop behandeling van de navolgende
zaken
VERNIELING.
Aan Jan S., 47 jaar, arbeider te Stads-
kanaal (W.) wordt ten laste gelegd, dat
hg aldaar den 4 Aug. j.l. opzettelijk de
voorruit of het spatglas van een auto,
toebehoorende aan den heer Epko Sluis
met een stok of pzeren haak, een z.g.
welhaak, heeft stukgeslagen.
Beklaagde ontkent het feit.
De heer Sluis, arts te Musselkanaal
zag in de verte toen fa y met zijn auto
reed, twee personen die blijkbaar te veel
sterken drank gebruikt hadden. Zijn
dochter zat naast hem. Een hunner
heeft toen met een zoogenaamde welhaak
de ruit van zijn auto stukgeslagen. Get.
heeft er toen de politie bijgehaald en een
van het tweetal heeft hem toen nog be-
dreigd met een zicht. Getuige heeft den
beklaagde direct aangesproken en deze
heeft toen beweerd, dat hg niets op
getuige tegen had.
Mej. Jantje Sluis, een dochter van den
arts, zegt gezien te hebben, dat beklaagde
met een welhaak naar h&ar vaders auto
heeft gegooid, w&ardoor de voorruit van
de auto werd verbrijzeld. Haar vader
had toen direct de auto laten stoppen.
Zij is daardoor nog een weinig gewond
geworden.
Deze vernieling heeft aan den heer
Sluis f 11.60 gekost.
Het O. M. vordert bekl. veroordeeling
tôt één jaar gev. Z.E.A. vindt dit een
ernstige zaak, er hadden grooter onge-
lukken daardoor kunnen ontstaan.
MISHANDELING TE WINSCHOTEN.
Roelf K., 43 jaar, colporteur te Win
schoten, moet terechtstaan beschuldigd
dat hij aldaar den 9 April j.l. opzettelijk
en geweldadig Hindrik Scholte met een
bijl een slag heeft toegebracht waardoor
deze aan zgn hoofd bloedend werd ver-
wond.
Getuige Hendrik Scholte verklaart zoo-
als de dagvaarding vermeldt, hij had nog
al een erge wonde ontvangen.
Scholtens vrouw, Froukina Jager, zegt
de mishandeling te hebben gezien.
De bijl waarmede de mishandeling is
gepleegd, is ter zitting aanwezig.
Beklaagde zegt, dat juffrouw Scholte
de mishandeling niet heeft kunnen zien,
zij was aan de wasch. Hij zegt, dat hg
huurder van de behuizing was, en dat
getuige Scholte wederrechtelijk bij hem
was ingebroken. Verder dat hij verlen-
ging van huur van de huurcomm. heeft
gehad, welke verlenging door den Kan-
tonrechter is bevestigd. S. had hem en
zijn vrouw op aile manieren gepest.
Beklaagde is toen opgewonden geworden,
had een bgl in de hand, want hij was in
de schuur bezig ijs te kleppen, maar
weet niet dat hij daarmee heeft geslagen.
Hij wist toen niet wat hij deed.
Het 0. M. acht dit een ernstige zaak,
doch in aanmerking nemende onder welke
omstandigheden deze mishandeling is ge
pleegd, zal ZEA. geen gevangenisstraf
vorderen.
Eisch f 25 boete of 25 dagen hecht.
HET NIET VERSCHIJNEN VOOR
DEN KEURINGSRAAD.
In de zitting van den 2 Sept. j.l. zou
worden behandeld de zaak tegen Eggo
Sch., 19 jaar, arbeider te Finsterwolde.
Hg was opgeroepen om voor den Keu-
ringsraad der militie te Midwolda te
verschgnen en wel op 27 Mei j.l., doch
is opzettelijk weggebleven.
Deze zaak wordt thans opnieuw be
handeld.
Getuige R. van Dijk is niet verschenen
van deze niet-verschgning wordt aan het
O. M. acte verleend.
Als getuige wordt alleen gehoord de
heer F. Maris, kommies ter provinciale
griffie te Groningen, die toen in Midwolda
aanwezig was en mededeelt, dat.de be
klaagde toen niât is verschéâeri.
Eisch 2 weken gev.
INBRAAK EN DIEFSTAL VAN GELD.
Daarvoor staat terecht Henderikus de
W., 21 jaar, winkelbediende te Win
schoten, thans gedetineerd Hij heeft den
18 Sept. j.l. uit een gesloten kast van
den bakker Tjakko Burema, na met een
beitel die kast te hebben geopend, weg-
genomen en zich toegeëigend een bedrag
van ongeveer f 650. Daarop heeft hij
een fiets gehuurd, is daarop-j^ereden naar
Scheemda en heeft goeden sier gemaakt
in een aldaar staande danstent.
Als getuige wordt het eerst gehoord
de heer A. Verbeek, opperwachtmeester
te Winschoten. Deze blijfc volharden bjti
zijn ambtseedig verbaal. Getuige hee 4,
den toestand in Burema's huis opgenom j,
heeft kunnen constateeren, dat beklaagde
door 't kelderraam in de woning was
gekomen en, dat de kast in de kamer was
opengebroken met een bijl. Die bgl heeft
hij later op aanwijs van den beklaagde
in bealag genomen.
Beklaagde had op hem vroeger een
gunstigen indruk gemaakt; hij solliciteerde
voor politieagent te Rotterdam.
Getuige T. Burema verklaart, dat be
klaagde bij zijn broers in dienst was
geweest. Op den 18 Sept. j.l. had hij
met zijn vrouw een fiatstochtje gemaakt
naar Vlagtwedde. Terugkomende is hem
toen gebleken, dat in zijn woning was
ingebroken, dat zijn kast was openge
broken en dat zijn geld uit die kast was
verdwenen. Hij heeft toen direct de
politie gewaarschuwd. Te voren had hij
nooit klachten over de W. gehoord en
hij heeft er over versteld gestaan, dat
deze de schuldige was.
Wachtmeester Westerlaan Z6gt, den
beklaagde te hebben aangehouden. Be
klaagde had toen veel geld in zijn bezit.
Ruim 633.— was bij hem in beslag
genomen. Tôt dusver had hij altijd
gunstig over beklaagde gedacht. Deze
kwam nog al eens in de kazerne, omdat
hij politieagent te Rotterdam wilde
worden.
Beklaagde bekent den diefsthl. Hij is
door 't kelderraam in de Woning gekomen,
heeft de kast met een beitel geopbnd en
daaruit ongeveer f 650 weggenomen.
Met dat geld is hg op een gehuurde fiets
naar Dexts-Scheemda geréden. Op de
terugreis naar huis is bij door de bereden
politie gearresteerd en heeft men hem
't geld afgenomen.
Het O. M. acht het ten laste gelegde
wettig en overtuigend bewezen, In aan
merking nemende, dat dit de eerste maal
is, dat bekl. met de politie in aanrakjng
komt eu omdat aile getuigen gunstige
verklaringen van den bslfî. hebben afge-
legd, wil Z.E.A, geen gestrenge straf
vorderen.
Eisch 4 maanden gev.
De heer mr. Tresling, ambtshalve ver-
dediger, pleit verzachténde omstandig
heden en hoopt dat de Rechtbank een
voorwaardelijke straf mag opleggen.
ONEERBARE HANDELINGEN.
Albert N., 34 jaar, arbeider te Sellingen,
aihier gedetineerd, staat terecht omdat
hij in de gem. Vlagtwedde den 6 Sept. j.l.
een meisje aangeralïù en gepoogd heeft
oneei bare handelingen met haar te plegen.
Golukkig, dat op haar geschreeuw iemand
is toegeloopen, die haar heeft bevrgd.
Deze zaak wordt met gesloten deuren
behandeld. Naar wij vernemen heeft het
O. M. tegen dezen deugniet gevorderd
2 jaren gev.
Uitspraak Vrijdag 14 October.
Te Schoten is de 82-jarige man
Schoo, aldaar woonachtig, door een auto
overreden en gedood.
In Den Haag is een onderwgzeres,
die per motorrrjwiel naar school komt.
Het zal niet lang meer duren of men zal
bij den bouw van scholen 00k op een
auto-garage moeten rekenen
Een Engelschman van middelbaran
Ieeftijd reisde dozer dagen met den expres-
trein van Marseille naar Parijs. Op een
gegeven oogenblik stond hij plotseling op,
en drukte een kus op het voorhoofd van
een 33jarige dame, die over hem in de
coupé zat. Zij trok aan den noodrem en
toen de Engelschman een geldelijke
schadekosstelliug aanbood, verlangde zij
300 pond sterling. De Engelschman
achtte dit bedrag buitensporig hoog en
gaf er de voorkeur aan, het recht zgn
loop te laten nemen.
De rechtbank te Parijs veroordeelde
hem tôt een boete van twee pond st. en
een maand gev.
Te Hoog-Soeren op ongeveer tien -
minuten afstahds van het hôtel Eik-en-
Een dwaze raadgever staat
gelijk met een bllnden weg-
wijzer.
Uit het Duitsch vertaald naar een novelle
van Wilhelm Hauff.
Toen hij geôindigd was dronk hij een
weinig uit zijn glas, lichtte den hoed even
op, streek zich langs het voorhoofd en
kin en zeide tôt den jongen man aan
zijne zijde »Wat ik slechts weinigen
vertrouwde, heb ik u omstandig verhaald,
don Frûben, niet om u uit te lokken mg
een geljjk vertrouwen te schenken, of-
schoon uw geheim in rriijn borst rust, als
het stof der Koningen, van Spanje in het
Escuriaal. Ik ben wel nieuwsgierig te
weten in hoeverre de dame u belang
inboezemt, maar dit past voor den ouder-
dom niet en daarmee afgedaan."
FrOben bedankte den oude voor zijne
mededeeling. „Met genoegen zal ik u
mgn kleine roman ten beste geven", zeide
hg lachend, „hij bevat geene geheimen
der dames en eindigt reeds daar, waar
anderen gewoonlijk aanvangen. Maar
wanneer gij het toestaat, zal ik ze morgen
vertellen, want van avond kon het wel
wat laat worden."
„Zooals gij zelve goedvindt", antwoord-
de de edelman zijne hand drukkende.
„Uw vertrouwen zal ik weten te eeren".
Zoo scheidden zij, de Spanjaard begeleidde
zijn gast hofïelyjk tôt aan den drempel
der voorzaal en Diëgo lichtte hem tôt op
de straat.
Naar zgn gewoonte ging Frôben den
volgenden dag naar de galerij hij stond
lang voor het schilderstuk, doch eigenlijk
dacht hij dezen keer meer aan den ouden
man, dan aan de beeltenis hij wachtte
over een uur, maar de oude man kwam
niet. Kloksleg twee betrad hij het plant-
soen, en wandelde met laDgzame schreden
om het meer, nam dikwrjls zijnkijkeren
keek langs den langen wandelweg, maar
de eerbiedwaardige gestalte van Don Pe
dro wilde niet verschijnen vergeefs zocht
hij naar de dunne zwarte beenen en
den spitsen hoed, vergeefs naar DiSgo
en de bonté kleeren naar den parapluie
en den regenmantel, zij waren niet te
vinden. „Zou hg ziek geworden zijn?"
vroeg hij zich zelven af en onwillekeurig
ging hij naar de slotplaats en naar het
logement „de koning van Engeland", om
Don Pedro te zoeken.
„Allen zijn vertrokken" antwoordde de
eerste kellner, „gisteravond nog ontving
de Prins nog dépêchés en heden voor-
middag is Zijne Hoogheid benevens het
gevolg in zes wagens naar W. vertrokken.
De huishofmeester, hij zat in de tweede
wagen, heeft een kaartje voor u achter-
gelaten."
Begeerig greep Frôben naar dit laatste
vriendschapsbewijs.
Er stond slechts Don Pedro de San
MontaDjo Ligez, Major Rio de S. A. enz.
op te lezen. Verdrietig wilde Frôben dit
koude afscheid in den zak laten glgden,
toen hg aan de achterzijde nog eenige
woorden met het potlood geschreven zag
hij las „Vaarwel, dierbare Don Frôben,
uwe geschiedenis moet gg mij schuldig
blijven, groet en kus donna Laura."
Hij glimiachte over de opdracht, maar
toen hg den volgenden dag weder voor
de schilderij stond, was hg weemoediger
gestemd dan ooit, want er was door het
vertrek van Don Pedro eene ledige ruimte
ontstaan. Hij had zich zoo gaarne met
een goeden ouden edelman onderhouden;
hij had sedert eenigen ty d weder in eene
nauwere betrekking tôt de menâchen ge-
leefd en duidelijker dan ooit te voren ge-
voslde hij thans, dat slechts de eenzame
en hopelooze totaal ongelukkig is. In
dien de schilderij er niet geweest was,
die hem met hare eigenaardige betoove-
ring terughield, hij zou reeds dadelijk na
Don Pedro Stuttgart hebben verlaten,
dat anders geene bekoorlgkheden voor
hem bezat. Toen nu de heeren Boisseree
en Bertram hem op zekeren dag een
trouwe copie van het geliefde portret
toonden en het hem schonken, heschouwde
hij dit als een geheime wenk, nam af
scheid van het oorspronkelijk stuk, pakte
de copie zorgvuldig in en verliet de stad
even stilUtjes als hij er gekomen was.
Zijn oponthoud in Stuttgart had sleehts
de schilderij gegolden. Hij was, toen hij
de hoofdstad van Wurtenberg aandeed,
op reis naar den Rijn en daarheen reisde
hij nu verder.
Hg moest zichzelve bekennen, dat de
laatste maanden hem bijna wat al te week
gemaakt hadden. Hg gevoelde niet zon-
der beschaming en een lichte huivering,
dat zijn droefheid, zgn geheele doen en
laten, dicht aan dwaasheid gegrensd had.
Hij was wel on&fhankelijk, had dit jaar
nog voor reizen bestemd, zonder zich een
plan of doel voor oogen te stellen, en
wilde dit lange oponthoud in zijne reis
op de schoone ligging der stad op de
heerlgke omgeving schuiven maar had
hij dan werkelijk de stad zoo aangenaam
gèvonden Had hij menschen opgezocht
en leeren kennen Had hij ze niet veel
meer vermeden, omdat zij hem in zijne
eenzaamheid, die hem zoo lief was ge
worden, zouden storen Had hij van
de heerlijke omgeving genoten „Neen",
zeide hij tôt zichzelf, „men zou haast
aan tooverij gelooven Ik heb mij als
een dwaas aangesteld, ik heb mg opge-,
sloten op mijne kamer om te lezen, maar
heb ik dan werkelgk gelezen Stond
niet haar bseld op iedere biadzgde Gin-
gen mêjne schreden verder dan tôt haar
of om eens onder het gewoel der men
schen op en neer te wandelen Is het
niet dwaasheid een schaduw na tejagen,
ieder meisjasgezicht opmerkzaam te on-
derzoeken, of ik niet den beminnelijken
mond van mgne onbekende geliefde her-
ken
Zoo schold de jonge man op zich
zelf en meende zich vast te hebben
voorgenomen zich te veranderen, maar
hoe dikwijls, wanneer zgn paard lang-
zamer begon te loopen, vergat de ruiter
het aan te drijvan, wijl zijn geest op
andere wegen dwaalde. Hoe dikwijls,
wanneer hg 's avonds in zijn hôtel zijn
bagage opende, viel hem de roi in de h&nd,
ontvouwde hij onwillekeurig het portret
zgner geliefde en vergat zich ter ruste te
begeven.
Maar de bekoorlgke bergstreken aan de
Neckar, de heerlijke vlakten van M&nn-
heim, Worms en Mainz, misten 00k op
hem den eigenaardigen invloed niet. Zij
verstrooiden hem en vulden zijne ziel
met nieuwe vriendelijke beelden. En
toen hij op zekeren morgen opbrak, stond
slechts één beeld voor zgne oogen, één
beeld, dat hij nog dienzelfden dag zou
aanschouwen.
Frôben had met een landgenoot Frank-
rijk en Engeland doorgereisd en uit den
reisgenoot was hem langzamerhand een
vriend geworden. Wel moest hij, wan
neer hij over die vriendschap nadacht,
zichzelf bekennen, dat zij niet op over-
eenstemming der karaktere berustte, maar
dikwrjls ziet men, dat ongelgke naturen
zich meer tôt elkaar vo^len aangetrokken
dan gelgke. De baron van Faldner vjis
ruw eh onbeschaafd en de reis naar twee
hofsteden als Londen en Parijs had zgn
uiterlgk slechts wat afgeslepen en ver-
zacht. Hij was een van die menschen,
die, omdat zij door vreemde of eigene
scr îd uitgezochte lectuur, grondige ken-
nis en de beschsvende hand der weten-
schap versmaadden, tôt de overtuiging
kwamen wg zijn praktische menschen,
dit,is lieden, die in zichzelf ailes hebben
wat anderen zoeken te leeren, lieden, die
een naituurlgk begrip hebben van akker-
bouw, vé'eteeit en dergelijke zaken, en
zich dus voor geboren landbouwers, voor
praktische landbouwhuishoudkundigen
aanzien, die langs den natuurlijken weg,
dat zoeken te vinden, wat anderen uit
boeken putten. Dit egoïsme maakte
Faldner 00k gelukkig, want hg zag niet
in op welke swakke gronden zgn weten
berustte. Nog gelukkiger -sou hij geweest
zgn, wanneer hij met zijn eigenliefde
alleen bij zijDe bezigheden waie gebleven,
maar hij droeg ze met sich, waar hg 00k
ging, deelde raad uit, zonder die ooit van
anderen aan te nemen, hield zich, wat
men nu juist niet van hem zou zeggen,
voor een heel verstandig man, er werd
door dat ailes een onaangenaam mensch
in den omgang en tehuis misschien een
kleine tiran, om de eenvoudige reden,
dat hij de verstandigste meende te wezen
en dus altijd gelijk wilde hebben.
„Of hij nog vaak zijn spreekwoord ge
bruikt", dacht Frôben, „dat onvermgde-
lijke „Dat heb ik immers dadelijk gezegd."
(Wordt vervolgd).