1 ZIJ HET PORTRET. gratis. 51e Jaargang ZATEKDAfcl 15 OCTOBER 1921 Mo. 81 Brnkker-ïïitgever T. K. KB.EMEH- Van week tôt week. FEUILLETON. Ik wordt galezen te H006EZAND Kial-WSndeweer, Krcpswolde, Westerbroek, Foxhol, SAPPEMEER, SLOGHTERE», SiUebaren, Hellu?, Satiildwàlde, Fexbaw. Scharwer Harkstsde, Ugsland, OversoMid, TEK BOER, NOORODUK, NOQRDBROEK, ZUIBBRQEK, MUNTENDAM, ZUtOLAREN, MOPRDLAREK, HAREM »m wH Kantongerecht te Zuidbroek. S« GOORECHT Officieet Qrpai vooi H006EZAND, SAPPEMEER en SLOCHTEREN. Dit BLÂD verschgnt iederen WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENT8PRIJ8 per drie maanden 60 cent bij voor- uitbetaling. Franco per post 75 cent. v.h. B0RGE8IUS ZOON. SAPPEMEER. Tel. 418. ADVERTENTIËN van 1—5 regela 50 cent, ieder regel meer iO cent. ïnzending van advertenties Dinsdaggmiddsga en Vrijdaga middags voor 12 uur. Voor het plaatsen van Advertentlën betreffende Handel en Nijverheid 1s voor de stad Groningen alleen gereehtigd het algeineen Advertentfeburean van H. WESTENBORG, Mnnnekoholm Gronlnge Advertentiën en Réclamés buiten de provincie Groningen is alleen gerecbtigd het Advertentieburcau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, lel. H <<514. die zicli met 1 Mot. h.n. op dit blad aben- neeren, ontvangen de nog voor dien datnm verschlf- neude nommera WEEKKALENDER. Zondag 16 October. Maandag 17. Dinadag 18. Woensdag 19. Don- derdag 20. Vrijdag 21. Zaterdag 22. Zonsopgang, Zaterdag 22 October te 6,38, onder te 4.51. Voile Maan, Zondag 16 October. Jaarpaarden- en beestenmarkten. Dinsdag 18 October, Zuidlaren j. p. b. Men behoeft heuseh geen econoom te zijn, om te weten, dat in meerdere of mindere mate in bijna aile deelen van oua land werklooaheid heerscht. Heele persb88chouwingen worden or aan gewijd en de wrange vruchten er van worden in onze dagen geplukt. Het vakver- eeDigingaleven, dat gedurende de nijpende oorlogsjarea bioaide, vertoont mede ten- gavolge der heerschende of dreigende werklooaheid, vervat. Het deze week uitgebrachte jaarveralag van de geweste- lijke federatie der S. D. A. P. gewaagde van een aaumerkelijken achteruitgang in ledental en een verflauweude actie, terwjjl juiat de strjjd om 't bestaau aller belang- stelliug en medewerking behoeft. Over de oorzaken van dit te veel aan arbeidskrachten, behoeft men niet in 't onzekere te verkeeren. Er zijn er heel wat. Terwijl in de jaren voor den oorlog vooral uit de landbouwstreken van ona land een vrij aanzienlijk getal arbeidera gedurende een deel van het jaar in het buitenland, met naine in Duitachiand, werk en brood vond, heeft onze Oostelijke nabuur nu volatrekt gesn behoefte aan vreemde werkkrachten. Ook ia emigratie, dio vooral van het platteland naar Amerika vr(j geregeld plaats vond, heel wat beperkt. Eu niet het minât heeft de koera van het geld ia de ona omriugende landen de uitvoer zeer bemooilijkt, zooal niet onmogelijk gema&kt. Voor de veenalreken is het de abnor- male uitzetting van het bedrijf in den oorlogstijd, die nu niet meer te handhaven ia. Terwijl onze nijverheid voornl wordt gedrukt door de concurrentie met het buitenland, van waar enorme voorraden op onze nrnkt worden gebracht anwaar- tegen onze industrie ab3oluut niet kan concurreeren. Nu zou het bij de bestrijding der werk looaheid natuurlijk het bestezijn, dat men de oorzaken of een deel ervan wegnam. Maar daar ia, zooala uit de opsomming wel ia gebleken, voorshanda weinig kijk op. Daarom zal de vraag onder oogen moeten worden gszien, wat we kuûnen doen ter bestrijding der werklooaheid. Betrof het nu een zaak waarvan de draagwijdte te overzien was, dan waa dit niet zoo moeilijk. Men heeft werkloozen- kassen gesticht, maar al spoedig bleken deze ontoereikend, om bij toeneming van den omvang van het kwaad te kunnen helpen. Er zijn steunregelingen ontwor- pen en toegepaat, maar het ia duidelijk, dat dit slechta lapmiddelen zijn wanneer vast staat, dat het eind nog niet te zien ia. Voor korten tijd ia het wel mogelijk om een betrekkeliife groot aantal werk- loozen te onderhauden, op den duur gaat dit niet. Voor de maatschappij in haar geheel niet, msar het is evenmin in 't belang der werkloozen zulf. Want a's het zoo door moet gaan met het verleenen van steun ala het den laatsten tijd in vele plattelandagemeenten is gegaan, zullen de gemeentekaaaen on* draaglijk zwaar worden belast en de werklooaheid zal geregeld blrjven toe- nemen. Want dat ia do groote fout bij de ateunregeling op vele plaatsen en onze arbeidera willon dat zelf niet, worden halaas dikwijla tôt lijdzaamheid in dezen gedwongen dat de arbeidera op te ge- makkelflke wijze aan hun uitkeering komen, waardoor bjj hen, die hun beataan voeren onder het motto „liever lui dau nioe" en zoo zijn er door de omstan- digheden geworden elke prikkel ont- breekt om naar werk te zoeken. Dien kant moet het dus niet uit de gomeenten moeten werk a&nbieden aan hen, die steuu genieten, van zoodanig gehalte, dat werkloos zijn niet langer een genoegen ia en wie dat werk niet aanvaardt moet van verderen steun worden uitgesloten. Hiervan zal 't gevolg zijn, dat misschien wel eena improductieve arbeid wordt verricht, maar veel productiefa kan toch ook tôt stand komen, vooral op 't gebied van verbetering van den waterataatkun- digan toestsnd in tal van gemeenten, een gebied, waarbij de belangen der overheid en die der particulieren hand aan hand gaan. Het vraagatuk der werklooaheid is zeer belaDgrijk. Naar cploasing moet worden gestresfd en wordt gelukkig gestreefd. De miniater van Arbeid heeft eenigen tijd geleden aan den Nederlaudschen Werklooaheidaraad verschiilende vragen doen toekomon omtrent de toekomstige wettelijke regelipg der werkloosheidaver- zekering. De eerste dezer vragen luidde la het gewenscht ook de werkgevers in de kosten der werkloosheidsverzekaring le betrekken En wat hebben de vier gezamenlijke werkgeverabonden geantwoord Dat zij voor de verzekering tegen criaiswerkloos- heid eeu werkgeverabijdrage abaoluut af- wijzen, terwijl zij deze voor hetgeen zij noemen do verzekering tegen de geldtlijke gevolgen van normale werklooaheid, aleehis theoretisch en onder een groot aantal voorwaarden wenachelijk achten, doch van oordeel zijn, dat er op dit oogenblik ia elk goval geen spvake kan zijn, dezen nieuwen last op de in dustrie te leggen. En dat antwoord kwsm, terwijl de zorgwekkende tcestand van 's Rijka schatkiat de overheidsateun ten zeerste begrenade, zoodat hiordoor alleen het gevaar niet te bezwertn, de ellende niet te voorkomen ia. Zal dat antwoord bevorderlijk zijn aan de bevestiging van een socialen vrede in ona bedr\jfaleven in de breedate en schoonste beteekenia van het woord Wçj allen moeten helpen. Naaat de regeering, ook de werkgevers ja, vooral de werkgevers. Zij in de eerste planta zijn in staat de rarnp, die gevrsead wordt, in belangrijke mate te verminderen. Zij kunnen dat o.a. doen door hun standpunt te bepalea ten opzichte der arbeidawet. De 8-urige arbeidsdag heeft het getal werklieden, verciacht voor een bepaalde hoeveelheid werk, doen ver- meerderen en ia heilzaam geweest, daar hij heeft geleid tôt een vermindering van werkloozen. Ook in die richting kan dus gewerkt worden om den dreigenden rarnp af te wentelen en uit dit oogpunt be- schouwd kan voor de werkgevers miniater Aalbaraa niet zijn een acht-uren-dag- maniak, die de Nederlandsche Nijverheid aan zijn sociaal ethische theorieën opoffert. S. In de terechtzitting van Woensdag j.l. zijn de navolgende personen veroordeold Wegens aan de politie een valachen naam opgeven D. K. te Terapol tôt f 17.50 b. of 12 d h. en J. v. W. te Vlagtwedde, tôt f 5 b. of 2 weken tucht- school. Wagons door 3nel rrjden met een mo- torrijtuig de veiligheid van het verkeer op een w«g in gevaar brengen W. H. te Winschoten, G. S. C. G. te Slooh- terou en S. D. te Tjummarum ieder tôt f 15 b. of 10 d. h. en W. de W. te Scheemda tôt f 10 b. of 7 d. h. Wegena overtreding der Jachtwst J K. te Ommeianlerwijk tôt 15 b. cf 12 d. h. met laat tôt uitleveriog van het niet in beslag genomon geweer, of betaling der geachatte waardo ad 30, te.vervangen door 10 d. h. Wegens niet voldoan aan een bevel van de politie J. P. en E, H. H. te Veendsm, ieder tôt f 12 50 b. of 10 d. h. Wegena openbare dronkenschap L. B. te Sappemesr en F. A. U. te Wildervank ieder tôt 7 d. h., A. S. te Noordbroek tôt 16 b. of 12 d. h., J. G. te Stada- kanaal (W.) tôt f 10 b. of 8 d. h., R. H. te Martenahoek tôt f 8 b. of 6 d. h. en R. B. te Sappemeer, J. S. en G. M. te Hoogezand, P. B, te Muntendam en A. 8. te Wildervank ieder tôt /6 b. of 5 d. h. Wegena oyertrediug der Leerplichtwet J. 0. te Woldendorp tôt f 10 en 5 b. of f 8 en 4 d. h., H. T. te Muatendam tôt f 5 b. of 4 d. h. en K. P. te Veondam tôt f 3 b. of 2 d. h. Wegena in de gemeente Wildervank met een -motorrijtuig sneller rjjdea dan 25 K.M. per uur J. II. T. te Wildervank tôt f 15 b. of 10 d. h. en A. H. te Hoo- gezand, J. B. te Groningen, D, K. te Ter- apel en J. Z. te Appelacha ieder tôt/ 7.50 b. of 5 d. h. Wegens zouder vergunning vee op andera grond lateu loopen B, de B. te Hoogezand tôt. 8 b. of 6 d. h. K. P. te Nieuwolda tôt 6 b. of 5 d. h, en T. P. S., J. 8., B. B,, S, R. en M. v. d. V. te Wagenborgen ieder tôt /4 b. of 3 d. h, Wegens aan den Raad van Arbeui niet de gewenachte iulichtingeu verstrakken *F. J. J. te Ssppemser, L. S. an M. D. te Hoogezaud en H. v. d. L te Meaden ieder tôt 8 b. of 6 d. h. .en A. K. te EexU (S.) tôt f 5 b. of 4 d. h. Wegens overtreding van de wet op de hondsdolheid H. K te Hoogezsnd, D W. te Sappemeer, F. S. te Slochter^u H. B. te Wildervank, P. G. en E. II. te Termunten, N. K. te Midwolda en W. H. te Gieten, allen tôt 6 b. of 4 d. h. met verbeurdverklaviûg van den hond of be taling der geschatte waarde, d.i. 10 of 7 d. h. voor P. G., 5 b. of 4 d, h. voor H. R. en E. H., f 1 b. of 1 d. h. voor F. S., H. K. en D. W. en 0.50 b. of 1 d. h. voor W. H. en N. K. Wegens zich aan esn in beweging zijud moiorrijtuig vaathouden K. de R. te Stad&kàns&i (W.) tôt 5 b. of 4 d. h. Wegena atrooperrj H T. te Munten- datn, A. S. te Muotendam eu H. H. te Nieuwolda, ieder tôt 3 b. of*2 d. h. en A. F. te Slochteren tôt /2 b. of 2 d. h. Wegena een motorrijtuig zondër toe- zicht op den weg laten etaan S. Ph. de B. te Wildervank, tôt 4 b. of 3 d. h. Wejosna' in het Termunterzijldiep met eên v6artui| naasl een ander vaartuig liggen R. P. te Nieuwolda tôt /5 b. of 3 d. h. Wegena rijden met eon motorrijwiel zonder rij- en (of) nummerbewijs R. de J. te Veendam, tôt 4 b. of S d. h. en J. W. M. te Sappemeer, tôt 2 X f of 2 X 2 A h- Wegena geen nutnme;;jlaat aan een motorrijtuig hebben T^jf. en L. T. te Nieuw-Buinen, ieder tôt f 4 b. of 3 d. h. Wegens als bestuurdt! van een rijwiel niet voldoende naar rechts uitwijken bij het passeeren van een ander tq- of voer- tuig J. C. Th. B. te Muntendam tôt f 3 b. of 2 d. h. met toewiizing van de schade- vordering vsu /.36 15 en 7 50. Wegena te Veendam aan den openbaren weg in een. raamkozijn zittën K. M. te Gaaselte tôt 8 b. of 2 d. d. Wegens te Veendam op een hondekar zitten J. H., D. W. en A B. te Mun tendam, ieder tôt 3 b. of 2 d. h. Wageua te Veendam iusschen 8 uur 'a avonds en 6 uur 's morgens eon winkol geopend hobben E. v. d. L. teVeendam tôt 3 b. of 2 d. h. Wegens overtreding der viaecherijwot F. II. en H. W. te Borgorcompagnie (V.) en S. V. te Gieten, tôt f 3 b. of- 2 d. h., met teruggave vau het in beslaggenomea vischtuig. Weg<na rijden met een rijwiel zonder licht D. R. te Wildervank. toi 10 b. of 7 d. h. H. H., J. B. V., W. F., R. K., H. E. V., allen te Hoogezand J. E., D. K., J. S., L. V. te Sappemeer, H. B. te Zuidbrook, L. de V. en F. H. te Noord- broek, D. v. d. D. te Veendam, K. V., H. v. D., T. B., C A. D., D. K., H. W. W., H. de B. en G. P. te Wildervank, J. P., A. H. M., D. II. T., H. H., J. H., E. K, ta Midwolda, J. M. en G. ten H. te Nieuwolda; K. W. te Muntendam, L. L. en J. v. K. te Nieuw Buinen, B. N. te Borger en S. B. en E. G. R. te Onat- wedda, iader tôt 3 b. of 2 d. h. F. S. te Ooatwold tôt 3 of 1 week tucht- achool, H. H. te Hoogeznnd tôt 2.50 b. week tuehtsehool en J, v. S. te Zuid broek, D. K. te Ooatwold, J. F. te Stads- kanaal en J. v. W. te Vlagtwedde, ieder tôt 1.60 b. 1 week tuchtachcol. Wegena rijden met gekoppelde voer- tuigen J. E. N. te Hoogezand, L. K. te Veendam eu J. L., J. 8. en C. B. te Nieuwolde, ieder tôt 3 b. of 2 d. h. Wegens orerirediog der Arbeidawet: G. D. V. te Nieuwolda tôt 3 X 2 3 X 2 d. h. en A. de V. te Kielwinde- weer tôt 2 b. of 2 d. h. De meeste menseken beginnen te bewonderen wanneer zjj ophou- den te begrijpen Uit het Duitsck vertaald naar een novelle van Wilhelm Hauff. 6, „Hoe vaak, wanneer hij op 't minate er niet aan gedacht had, dat ieta zoo ge- beuren zou, hoe dikwijla vatte hij mij dan bij de hand en riep „Vriend Ftëben, zeg, heb ik het niet reeds voor vier we- ken g©2©gcl> ckt het zoo koraen zou Waarom hebt ge niet naar mij geluiaterd En al beweea ik hem dan ook zonneklaar, dat hjj toevallig juist het omgekeerde had beweerd, hjj liet zich er maar niet afbrengen en waa drie, vier dagen knor- A FiJkben hoopte, dat ervanng en de schoone natuur rondom hem zijn vriend wjjzer gemaskt zouden hebben. Op een der bekoorlijkste punten van het Rijndal lagen zijne bezittingen, en hoe meer de reiziger naderde, hoe vreugdevolier klopte zijn hart over al de heerlçjkheden dezer hergen en van den majestieuzen vload, des te vaker zeide hij in zichzelf „Neen hjj moet zich veranderd hebben, in zoo'n omgeving kan men slechta toegevend, vriendeljjk en deelnemend zijn, en onder het genot vau deze natuur moet men zwijgen, ook al heeft men gelijk, w«.t met hem bovondien zelden het geval is." Tegen den avond kwam hij op her laud- goed aan hij gaf zijn paavd voor het huis aan een dienaar over, vroeg naar den heer des huizea en werd naar den tuin gewezen. Daar herkende hjj reeds van verre de gestalte en de atem van zijn vriend. Deze scheen juiat met een oud man, die bij een boom stond te graven, in twist te zjjn. „En al hadt ge het ook honderd jaren naar de oude sieur gedaan in plaats van vjjftig, toch moet de boom er uitgenomen worden, zooala ik het zeg.'; De arbeider zette zuchtend de muta op, beschouwde nog eenmaal met weemoedi- gen blik den achoonen appelboom eu atist toen anel, doch blijkbaar onga&rne, de apade in de aarde. De baron echter floot een deuntje, wendde zich om, en voor hem stond een menach, die hem vriende- lijk tegenlachte en hem de hand toestak. Hij zag hem verwonderd aan. „Wat ia er van uw dienat vroeg hij kort on anel. „Kent ge mjj niet meer 1 Frôben herhaalde de vreemde. „Zoudt ge bij de houtteelt Londen en Parija zoo geheel vergeten hebben „Ia het mogelijk, mijn FiAben riep de baron uit en omarmde zijn vriend. „Maar wat zijt ge veranderd, gij zijt zoo bleek en mager dat komt van het vole zitten en arbeiden dat gij ook volatrekt naar geen raad luiatert, ik heb u immera aUjjd gezegd, dat deugt voor u niet." BVriend antwoordde Frôben, dien deze ontvangat onwillekeurig aan zijne gedachten ouderweg herinnerde, „denk toch een weinig na hebt ge mij uiet steeda gezegd, dat ik niet voor landbou- wer, boomkweeker of zoo ieta dsug, en dat ik mij eene juristische of diploma- tieke loopbaan moeat kiezen „Och, gjj goede Fi#ben", zeide de baron dubbelzinnig lachend, gij laboreert nog steeda aan een sltcht geheugen, zeile ik het niet resds toen «Vergeef mij, gij hebt gelijk, twisten wij niet", viel zijn gaat hem in de rede, n!sat ona liever verstaudig praten over 't geen gij alzoo ondervond, sedert wij elkaar voor 't laatat zagen." De baron liet wjjn brengen in een priëal en vertelde van zijn leven en wer- ken. De heele vertelling bestond bijna in nieta andera dan klachten over den alechten tçjd en de dwaasheid der men- achen. Hij gaf niet onduidelijk te ver- staan, dat hij het in de weinige jaren met zijn helder hoofd en met de kennia, die hij op reia had opgedaan, ver in de landbouwkunde had gebracht. Maar nu eena hadden hem zijne naburen ongevraagd deze of gene raad gegeven, dan weder had hij onbegrijpelgke weerspannigheid onder zijne arbeidera van gevonden, die hunne verbliuding op lange ervaring ateunden. Kortom, hij leefde een leven vol zorgen en moeiten, vol twiat en toorn, en eenige proceaaon wegens grensseheiding verbitterden hem neg de weinige uren, die de zorg voor zijne bazittingen hem overliet. „Arme vriend", dacht F#ben onder dit verhaal, »berijdt ge dan noghetzelfde stokpaard, en hot gaat er ala de wildste harddraver met u vandoor, zonder dat gij het beteugelen kunt." Doch de beurt van verteilen kwam ook aan deu gaat en hij kon zijn vriend ia weinig woorden zeggen, dat hij aan eenige hoven bij gezantschappeu ingedeeld w&a geweest, d&t hij zich overal slecht had beziggehouden en dat hij toen een laug verlof genomen had om eens weer wat in de wereld rond te reizen. BGij gelukkige riep Faldner „hoe benijd ik u, heden hier, morgen daar gg kent geen boeien en kunt reizeu waar heen en zoolang ge wilt. Het is heeriijk dat reizen. Ik wou wel, dat ik ook nog zoo vrij de wereld kon ingaan." „Nu, wat verhindert u daarin riep FiSben lachend, ,,uwe bezittingen toch niet, die kunt ge iederen dag aan een pachter overgeven, laat uw paard zadelen en trekt met mij mee „Och, dat begrijpt ge niet, beste", ant woordde de baron verlegen, Bwat het be- stuur der landerijen betreft, ik kan geen dag afwezig zijn, zonder dat ailes ver- keerd gaat, want ik ban toch eigenlflk de ziel van 't geheel. En dan ik heb een dompren streek begaan doch laat dat. rusten, ik kan nu oenmaal niet meer reizen." Op dit oogenbî-ik bracht een bediende bericht dat mevrouw teruggekomen waa en vragen liet, waar men de thee gebrui- ken zou. „Ik dacht boven", zeide hij even blozend, en de dienaar verwjjdarde zieb. „Hoe, gij zjjt getrouwd vroeg Fiében verwonderd. „En dat Word ik nu eerat gewaar Nu ik wensch u geluk eer had ik ailes gedroomd dan dit nieuws te kun nen denkon en sedert wanneer ^Ssdort zes maanden", antwoordde de baron noerslachtig en zonder zijn vriend aan te zien „maar hoe kan u dit zoo verwonderen, gij kunt u denken, bij mijn, groot landbouwbedrijf waar ik op allés moet toezien, zoo „Nu, ik vind het heel natuurlijk sn verstaudig, maar wanneer ik terugdenk, hoe gij vrosgor over het huweljjk spraskt dan viad ik hot wel toevallig, dat ge een meisje naar uwen amaak gevonden hebt." HNeen, vergeef nsjj zeide Faldner, „ik heb het altijd al gezegd „Ja, j», gij hebt het altijd al gezegd", riep de jonge man lachend, „en ik heb het ook altijd gezegd, dat gij er naar uw eischen nooit eene zoudt vinden, want gy zocht eon ideaal, dat ik niet be£ erde. îdaar nogmaala mijn hartelijke geluk- "ï&isch. Daar er echter een dame thuia die ona voor de thee uitnoodigt, kan is ik toch waarlijk niet zoo in mijn reia- kleeding verschijnen, heb dus een oogen- blik geduld, ik zsl aanstonda weer bij u zijn. Tôt weetfziena." Hij veriiet het prieel en de baron zag hem met droevige blikken na. „Hij heeft geen ongelijk", fluisterde hij. Op hetzelfde oogenblik trad eene rijzige vrouwelijke gestalte in het prieel. „Wis veriiet u zoo juist vroeg ze anel en gejaagd. „Wie sprak dit tôt Weerziena De baron stond op en zag zijne vrouw ^erwonderd aan. Hij bemerkte, hoe de andera zoo zachte kleur harer wanganiç een glbeiend rood waaovergegaan. „Neen, dat is niet langer ocu uit te houden", riep hij heftig „Jozephe. hoa dikwijla moet ik het u zeggen, dat Hufeiand lieden van uw gestel, iedere al te forsche be- weging verbiedt, wat gloeit gij Gij zijt zeker weer een eiud te voet gegaan en hebt u zoodoende verhit, en nu gaat ge tegen aile verstand nog in ion tuin, waar het reeds koel begint te worden altijd moot ik u allés ala eeu kiud herhalen, schaam u 1" „Aeh, ik wilde u immera afhalen", s&ide Jozephe sidderecd, Bwordt nu niet dadelijk zoo boos, ik ben den geheelen weg geredon en volatrekt niet verhit. Weoa toch goed." „Uwe waugeu weerapreken het", ging hij knorrig voort. „Moet ik dan altijd van voren af aan preekeu En de sjawl hebt ge ook niet omgedaan, zooala ik u gezegd heb, wanneer gij 's avonda nog in de tuin gaat. Waartoe werp ik dan het geld het venster uit voor zulke din- gen, aia gij ze toch niet gebruikt. O, ik Word nog razend. (Wordt vervolgd.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1