HET PORTRET.
51e jaargang
ZATERDAtt 29 OCTOBER 1921
No. 85
Brnkker-Uîtgwer T. 3L SREMEE
Aan week tôt week.
FEUILLETON.
wordt gelezen te H006EZAND Klel-Windeweer, Kropswolde, Wastsrbroek, Foxbol, 8APPEMEER, 3L0CHTEREMSidâobursnHélium, SshildwoidaKoiha» Fexha;», Scîwrasar
Harksteds, Lsoeland, OvsrsebiidTER 80ER, NOORDDMK, NOORDBROEK. ZUIORROEK, MUNTENDAM, ZUIOLÂRER. M80RÛLMEM» HAREM om
Kantongerecht te Zuidbroek.
OOST-GOORECHT
Qfficieel Orgaan voor HOQGEZAND, SÂPPEMEEB en
Dit BLÂD verschijnt iederen WOEN8DAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPR1J8 per drie maanden 60 cent bjj voor-
uitbetaling. Franco per post 75 cent.
y.h. BORGESIUS ZOON.
SAPPEMEER. Tel. 418.
ÀDVEïiïEKTIËÎÏ van 1b regela 50 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inzending van adyertentie» Dinsdagsmiddags en Vrjjdags
middags voor 12 uur.
Voor het plaatsen van Advertentiën betreffende Handel en Njjverheid le voor de stad Groningen alleeia gerechtigd het algemeeh Advertentieburean van H. WESTENRORG, Miranekeholm
Groningen, Tel. 772.
Voor Advertentiën en Reclames buiten, de provlncie Groningen is alieen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
E E R S T E B E A O.
WEEKKALENDER.
Zondag 80 October. Maandag 81.
Dinsdag 1 November. Woeusdag 2.
Donderdag 3. Vrjjdag 4.Zaterdag 5.
Zonsopgang, Zaterdag 5 November te
7.4, onder te 4.23.
Nieuwe Maan Zondag 80 October.
Nadat we ongewoqn lang van het
schoone herfatweer mochten genieten,
zjjn de vorige week eindeijjk de najaars-
stormen gekomen. Ze waren een weîkome
afwisseling van dien wonderschoonen na-
jaarstjjd, met wolkeloozen, zonnigen hamel.
Onze njjvere, zuinige huiamoeders lach-
ten andera reeds in hun vuistje en hadden
in 't geheel geen medeljjden met de
kolensyndicaten, die masaa's op maaaa'a
atapelden, zonder afzetgebied te vinden.
Toch kon men wel op de vingera na-
rekenen, dat, wellicht onverw&cht, er ver-
andering zou komen, dat guur weer en
koude, dat regen en wind, atraka gevolgd
door aneeuw en jjs, ona ala midden in
den winter zouden zetten.
En dan dient er gezorgd te worden
voor brandatof, deksel en kleeding.
En heuach, dat valt in onze dagen niet
mee. Brandatof, deksel en kleeding, zij
zijn aile duur. De dreigende werkloos-
heid, de malaise in handel en industrie,
zjj aile werken mee, om ona den overgang
van zomer in winter nog scherper te
doen gevoelen.
Donkere dagen op komst
En ala wjj dit „gevleugelde woord" niet
met materialistiache eenzjjdigheid gaan
bezigen, dan bljjkt ona, dat in deze eeuw
der zielkunde, ook op moreel gebied,
donkere dagen op komst zijn. 't Schjjnt
haaat, dat wij ataan aan den vooravond
van de ineenatorting van ona cultuur-
leven.
Wg zjjn ontaard en wel zeer beden-
kelijk. En of men nu psjrcholoog, crimi-
nalist of leek is, langzamerhand zullen
wij allen wel tôt de overtuiging komen,
dat de moraliteit een anel dalende lijn
laat sien.
Is de wereldoorlog, wier verschrikkin-
gen ona nog versch in 't geheugen liggen,
voor ona niet een treffend bewija
"En bieden de nieuwsbladen ona tegen-
woordig niet stof te over voor de stellïng,
dat wg een snelle inzinking van het
zedelijk loven meemaken
Psychologen hebben naar de oorzaken
der ontaarding gezocht. En zij zijn tôt
de slotsom gekomen, dat hier de aanwas
der bevoiking eenerzijds en de geweldige
voortgang der cultuur, die van het men-
schelijk zenuwstelsel eischen atelde, waar-
tegen hetzelve in geenen deele was opge-
wasaen, aan dit maatschappelijk versehjjn-
sel niet vreemd zijn.
't la niet onze bedoeling hierop in cns
artikel verder in te gaan. Wij wilden
alieen aantoonen, dat de ontaarding door
psychologen van naam is geconstateerd
en dat thans jjverig wordt gezocht naar
een verklaring om zoo mogeljjk ona tôt
grooten bloei gekomen cultuurleven voor
algebeele inzinking te behoeden.
Waaruit wordt de ontaarding onzcr
dagen geconstateerd
In de eer3te plaata uit de instandhou-
ding van misstanden en onrecht in ona
maatschappelijk ieven. Patroon en arbei-
der zijn geacheiden door een diepe klove,
ter wij 1 juist de eenheid van belangen,
h&rtelîjke samenwerking noodig msakt.
Aan beide zijden wordt gewerkt meer
om de behoeften van zich zelf, dan om
de behoeften van een ander.
't la geworden een jacht naar geld en
goed en daardoor naar meerder levens-
geluk. Maar die jacht bracht mee, ver-
zwakking van het gemeenachapsgevoel.
In de tweede plaata wijzen we op den
„run" van ona bedrjjfsleven. De handen-
arbeid heeft plaata gemaakt voor machine-
werk. De snelheid, waarmee de producten
bewerkt moeten worden, heeft de arbeider
bijna tôt een deel van een machine ge
maakt. Zijn arbeid, eens rijk aan inhoud,
is geeatdoodend geworden en heeft het
gevosl van de fijnere en meer edele
trillingen van het zenuwstelsel geheel
teloor doen gaan.
Dan wijzen we op de overbelasting van
het kinderhoofd, deels doordat het op
school reeds is beladen met geestelijke
ballast, terwjjl bovendien later zijn oplei-
ding te veel in één richting is gegaan,
waardoor het aanpasaingsvermogen veel
schade heeft geleden.
En ten slotte de vroegrjjpheid der jeugd,
met het gevolg uitleving en somtjjds
uitputting.
Hebben we in deze laatate factor ook
niet de toenemende criminaliteit onzer
dagen te zoeken Afgr jjzeljjke tooneelen
spelen zich hier te lande en kort over
onze grenzen af. De eene moordgeachie-
denia volgt de andere op en 't aantal
delicten, waarvau de rechtorlijke collèges
ter berechting worden geateld, neemt met
den dag toe.
Het onderscheid tusschen het ruijn en
het djjn schijnt weg te vallen.
De waarde van een menachenleven
wordt niet meer geteld. Ten koste van
geld, goed en persoon van den mode-
menach, streven wij er naar onszelven
te verrijken. 't Eergevoel raakt zook.
Gaven de laatate dagen ona daarvan
weer niet een treffend bewijs
De onaympathieke, grillige en onbe-
trouwbare ex-keizer-koning Karl van Hon-
garije is weer een nieuw avontuur be-
gonnen. Ondanka zijn belofte aan de
Zwitsersche regeering tjjdig bericbt van
vertrek uit het land te zullen geven, is
hij met zijn vrouw, onder wier plak hij
geheel zit, en eenige getrouwen, per
vliegmachine naar Hongarije gegaan.
Wat de gevolgen van den dolîen atap
voor het aan allo zijden door wraakgieriga
en tevena voor wraak bevreesde
vijanden omringde Hongarjje zal zijn,
laat hem bljjkbaar volkomen koud. 't Gaat
slechta om zijn eigen welslagen, om zijn
eigen belangen en heerschzucht.
Men begrijpt den schrik en de ont-
ateltenis te Bern toen de keizer in ietter-
ljjken zin geslagen was. Een strenge
bewaking was op hem nooit toegepast,
omdat na z'n avontuur van voor 6
maanden, keizer Karl op woord van eer
beloofd had, niet heimeljjk het iand te
zullen verlaten.
Hoe 't den keizer en z'n gemalin ver-
gaan is, ge weet het. Hjj is met z'n
getrouwen veralagen en met z'n echt-
genoote gevangen genomen om spoedig
uit het land verbannen te worden. Een
welverdiende atraf voor z'n euveldaad.
Men zint thans op middalenl om de
ontaarding, die internationaal in aile
kringen en rangen, haar giftige werking
verricht, te keere». De diagnose der
kwaal ia geateld. En dat zegt veel.
Ala men er nu maar in slaagt geneea-
middelen te vinden en men weet ze goed
toe te dienen, want ook dat ia een kunst,
die niet iedereen verataat, zal ona land,
zal heel de wereld en zullen ook wij,
individueel, er wel bjj varen. S.
o
In de zitting van Woensdag j.l. werden
de volgenda vonnissen gsw^%en
Wegens het opgeven van een valachen
naam F. B. te Kropswolde f 20 b. of
14 d; h.
Wegens te hard rjjden met een motor-
rijwiel in de gemeente Wildervank H.
B. te Groningen f 15 b. of 10 d. h., R.
H. te Asaen f 12.50 b. of 10 d. h., T. Z.
te Aaaen, A. V. te Stadskanaal 10 b.
of 7 d. h., J. P. te V<hermond f 6 b.
of 4 d. h.
Wegena rumoer maken D. J. te Veen-
dam 4 b. of 3 d. h., H. W. te Munten
dam f 3 b. of 2 d. h., GK R. te Sappe-
meer f 3 b. of 2 d. h., J. Z. te Hooge-
zand 3 b. of 2 d. h.
V^egens vee over andera grond laten
loopen A. M. M. te Foxhol f 5 b. of 4
d. h., T. H. te Nieuwolda f 5 b. of 4 d.
h. en 5 b, of 4 d. h.
Wegena te Wildervank op een honde-
kar zitten H. H. te Muntendam -3 b.
of 2 d. h.
Wegens nummer op motor niet ver-
lichten A. B. te Schildwolde f 4 b. of
3 d. h.
Wegens rgden zoûder rij- en nu'mmer-
bewijs H. M. te Bareveld 2 X 3 b,
of 2 X 2 d. h.
Wegens rijden zonder nummerbewijs
J. W. te Kielwindeweer /3 b. of 2 d. h.
Wegena geen nummerplaat op motor:
J. W. te KieiwinddWeer f 4 b. of 3 d. h.
Wegens rijden met gekoppelde voer-
tuigen H, M, te Wagenborgèn 3 b.
of 2 d. h.
Wegena rjjden voertuig zonder licht
P. H. te Muntendam 3 b. of 2 d. h.
Wegens paard onbeheerd laten ataan
K. H. te Wildervank f 3 b. of 2 d. h.
Wegens dronkenachap E. H. te Mun
tendam 15 b. of 12 d. h., P. S. te
Veendam f 4 b. of 3 d. h., M. S. te
Muntendam f 15 b. of 12' d. h., E. B,. te
Sappemeer 8 b. of 6 d. h., L. A. te
Muntendam f 12 b. of 10 d. h., H. B.
te Muntendam 10 b.' of 8 d. h., H„ B.
R. te Wildervank 7 d. h., B. B. te V een-
dam 4 b. of 3 d. h., J. R. te Wilder
vank 4 b. of 3 d. h.
Wegens overtreding Leerplichtwet J.
O. te Foxhol f 4 b. of 3 d. h., A. te
Veendam f 4 b. of 3 d. h.
Wegens overtreding wet op de Honda-
dolheid W. M. te Kalkwijk f 5 b. of
4 d. h. met verbeurdverk. en uitl. van
den hond of f 10 b, of 7 d. h,, A. S. te
Wildervank 5 b. of 4 d. h. met verb.-
verkl. en uitl. van den hond of /5 b. of
4 d. h., E. R. te Kalkwijk f 5 b. of 4
d. h. met verb.verkl. en uitl. v. d. hond
of 3 b. of 2 d. h., B. M. te Kalkwijk
en H. K. te Woldendorp 5 b. of 4 d.
h. met verb.verkl. en uitl. van den hond
of 3 b. of 2 d. h., G. V. te Wildervank
5 b. of 4 d. h. met verb.verkl. en uitl.
v. d. hond of f 2.50 b. of 2 d. h., H. K.
te Wojdendorp 5 b. of 4 d. h., H. W.
te Veendam en K. S. te Meeden /5 b.
of 4 d. h. met verb.verkl. van den hond
en uitl. of f 2,50 b. of 2 d. h., J. A. te
Kalkwijk, A. A. te Ktdkwjjk, H, D. te
Wildervank eu H. K. te Meeden /5 b.
of 4 d. h. met verb.verkl» en uitl. y. d.
hond of 1 b. of 1 d. h., A. D. t« Wil
dervank, F. M. te Kielwindeweer, K. S.
te Onderdemiam en J. v. d. V. te Stads
kanaal 5 b. of 4 d. h. met verb.verkl.
v. d. hond of f 0.50 b. of 1 d. h.,
Wegena rijden met gek. voert. D. C.
B. te Winschoten f 3 b. of 1 w. t.
Wegena overtr. IJkwet L. D. te
Stadskanaal (W.) 2 b. of 2 h.
Wegena rijden zonder licht E. F. I.
te Stadskanaal, J. D. te Meeden, L. M,
te Mussalkanaal, A. K. te Nieuwe Pekela,
M. K. te Gieten, allen 8 b. of 1 w. t.,
A. D. te Oostwolderpolder, S. H. te Oost-
wolderpolder, H. B. te Midwolda, R. G.
B. te Schildwolde, H. D. te Stadskanaal
en S. C. te Stadskanaal /1.50 b. of 1 w. t.
Wegens rjjden zonder licht T. V. te
Meeden, E. S- te Kalkwijk, H. S. te
Windeweer, J. H. te Muntendam, H. P.
Wildervank, J. v. K. te Nieuw-Buinen,
E. M., te Stadskanaal, R. K. te Stads
kanaal* H. V. te Stadskauaial, J. O. te
Termunterzjjï, P.. S. te Nieuwolda, H. K.
te Oostwold, A. H. te Nieuwolda, H. S.
te Veendam, D. R. te Wildervankster-
dallen, T. A. te Eexterveen, T, R. te
Sappemeer, F. H. te Sappemeer, D. J.
v. d, W. te Nieaoord, J. G, te Midwolda,
M. S. te Midwolda, B. S. te Meeden, A.
R. te Termunten, E. M. te Woldendorp,
H. Z., E. S,, J. H. en J. S., allen te
Oostwold, E. 8. te Heiligerlee, B. P. te
Gieterveèn, H. B. te Veendam, M. D. de
Leve te Ernmen, A. B. te Gietan, H. K.
te Gieten, J. A. C. te Anloo, J. S. te
Stadskanaal, J. B. te Nieuwbuinen, O. K.
te Mussalkanaal, P. J. K. te Stadskanaal,
H. B. W. te Stadskanaal. L. M. te Gas-
selte, J. G. B. te Groningen, K. H. te
Zuidbroek, F. W, te Veendam. G. I. te
Odoorn, L. L, te Gasselte, D. V. te Win
schoten, E. K. te Veendam, J. B. te Stads
kanaal, H. A. B. te N. Pekela A, K. te
N. Pekela, E. D. te Wildervank, H T.
te N. Pekela, E. O, te N,Peksla, R. D. te
Stadskanaal, -J. B. te Stadskanaal, J. N.
te Gaaselte, C. d. V. te Veendam, J. B.
te Woldendorp, J. N. ta Termunten, E. S.
te Wildervank, H. W. V. te Stadskanaal,
H. d. B. te Wildervank, J. 8. te Wea-
tarlee, G. M. te Termunten, J. O. te Ter
munten, A. K. te Termunten, H. d. J.
te O. Pekela, C. L. S. te Wildervank,
D. S. te Noordbroek, H. H. S. te Wil
dervank, K. Z. Wildervank, G. D. te
Wildervank, J. K. te Meeden, W. B. te
te Winschoten, A. M. K. te Veendam,
allen f 3 b. of 2 d. h.
Wegena rjjden zonder licht met een
motorrjjwiel A. Z. te Nieuwolda, H.
M. B. te Winschoten 4.50 b. of 3 d. h.
Wagens rjjden zonder licht K. S. te
Stadskanaal 1 b. of 1 d. h., G. S. te
N. Pekela 2 op 2. d. h.
Met geld kan men ailes koopen,
behalve deugd, verstand en be-
schaving.
Uit het Duitsch vertaald naar een novelle
van Wilhelm Hauff.
10)
„Kunt gjj gelooven, dat ik toi giateren
niet eena wiat, dat mjjn vriend getrouwd
was En uw naam kwam ik eerst voor
een oogenblikje te weten, Gij heet Tan-
nenzee
„Ja", antwoordde zij glimlachend, „en
deze weinig beroemden naam ruilde ik
voor den achoonen van Faldner."
Weinig beroemd Wanneer uw vader
de overste van Tsnnenzee was, dan waa
uw nsam toch niet geheel zonder be-
kendheid."
Zjj bloosde. „Ach, mgn goede vader
riep zjj. Ja, men vertelde wel van hem,
dat hjj voor een braven ofâcier van den
Keizer doorging en zjj hebben hem
ala generaal begraven. Ik heb hem niet
gekend, slechta eenmaal, toen hjj van
een veldtocht terugkwam, zag ik hem en
nooit weder."
,Ea was hjj niet een Zwitser?" vroeg
FiÇben verder.'"
Zjj zag hem verbaaad aan. „Wanneer
ik mjj niet vergis, zeide mjjne moeder
mjj, dat verwanten van hem in Zwitser-
land leven.
„En uwe moeder, heet zjj niet Laura
en stamt ait een Spaanach geslaoht
Zjj verbleekte en sidderde bjj deze
woorden. Ja, zjj heette Laura", ant
woordde zjj „maar hoe ter wereld,
weet ge dat van ona, hoe komt ge er
aan Uit een Spaanach geslacht ging
zjj kalmer voort. „Neen, daar vergiat ge
u in, mjjne moeder spr&k altjjd Duitsch
en was een Duitsche."
„Wat, ia uwe moeder dood
„3edert drie jaren", antwoordde zjj
weemoedig.
„0, vergeef mjj mjjn onbescheidonheid,
wanneer ik verder vraag had zjj geen
zwart haar en evenals gjj bruine oogen?
Had zjj niet veel overeenkomat met u
„Gjj hobt mjjne moeder gekend riep
zjj angstig en sidderde heviger.
yHéla&s niet, maar door een zonderling
toeval of ik moet mjj zeer vergiaaen, heb
ik een voortrefeljjken bloedverwant van
uwe moeder leeren kennen." En nu ver
telde Fr*ben haar van Don Pedro. Hjj
verhaalde haar hoe zjj elkander voor de
schilderjj hadden aangetrofîen, haalde de
copie van deze van zjjne kamer en liet
haar deze zien. Hjj vertelde haar, hoe
zjj beter met elkaar bekend waren ge
worden en dat Don Pedro hem zjjne ge-
schiedenis had medegedeeld. Deze ge-
schiedenis vertelde hjj echter verschoonend
over hjj atelde uit kieachheid de ge-
beurtenissen en Laura's vlucb.t een jaar
eerder en eindigde met te zeggen, dat hjj,
wanneer Jozephe hare moeder niet bo-
paald een Duitsche noemde, toch vast
geloofde, dat hare moeder Laura en de
donna Laura de Tortosi van den Spau-
jaard, de Zwitsersche hoofdman Tannen-
zee en haar vader, de overste, dezelfde
personen waren.
Jozephe d&cht na peinzend legde zjj
haar voorhoofd in de hand. Zjj scheen
hem toen hjj geëindigd had, niet dadelijk
te kunnen antwoorden.
„0, wees niet booa op mjj", zeide
FrCben, „dat ik het zonderlinge spel van
het toeval deze beteekenis gaf."
„Hoe zou ik booa op u kunnen zjjn
antwoordde zjj bawogen, en tranen kwa-
men in hare schoone oogen. „Het ia
immers mjjn ongeiukkïg gesternte, dat
ook deze duisternis weer aanbrengt. Hoe
kon ik ook hopen, ooit geheel gelukkig
te worden
„Wst heb ik gedaan riep Frôbem uit,
toen hjj zag, dat hare tranen overvloedi-
ger begonnen te stroomen. „Het is im
mers allés slechta een dwaas vermoeden
van mjj. Uwe moeder was immers van
Duitschen afkomst. Uwe bloedverwanten
en gjj zult dat ailes wel beter weten."
„Mjjne bloedverwanten zeide zjj onder
tranen. Ach, dat is immers juist mjjn
ongeluk, dat ik er geene heb. Hoe ge
lukkig zijn zjj, die op vele geslachten
kunnen terugwijzen, die door famiebanden
met goede menschen zijn verbonden.
Hoe aangenaam klinken de woorden oom
en tante, zjj zjjn als het ware een
tweede vader, een tweede moeder. En
welke betoovering ligt er in het woord
broeder. Waarljjk, wanneer ik een
mensch benijden kon, ik zou vaak dit of
dat meiaje benjjd hebben, dat een broeder
had, die haar innigste, naiuurljjkste en
oprechtste vriend en beschermer was."
Frtben schoof angstig heen en weer.
Hjj had hier, zonder het te willen, een
snaar in Jozephe's borat getrofen, die
smartelijk naklonk hjj kon onthullingen
verwachten, waarvoor hjj onwillekeurig
terugachrikte. Hjj zweeg, toen zij hare
tranen droogde en voortging.
„Het lot heeft vaak zonderling met mjj
gespeeld. Ik was het eenig kind mjjner
ouders, en zoo miste ik reeds de groote
weldaad zusters en broeders te hebben;
wjj woonden geheel onder vreemde men
schen en zoo had ik ook geen bloedver
want. Mjjn vader scheen met de zjjnen
in Zwitserland niet op den besten voet
te staan, want mjjne moeder vertelde mjj
dikwjjls, dat zjj hem haat toedroegen,
omdat hjj haar gehuwd had en niet een
rjjk meisje uit Zwitserland, dat zjj hem
wilden opdringen. Mjjne goede vader zag
ik ook slechta weinig, waar hjj bjj het
leger was en gjj weet hoe onrustig het
in den tjjd van den keizer was. Zoo
bleef mjj niets over dan mjjne goede
moeder, en waarljjk, zjj vergoedde mjj
volkomen het gémis van aile bloedver
wanten. Toen zjj stierf stond ik .zeer
verlaten in de groote wereld, want ik
had onder die velen niet een, tôt wien
ik gaan kon en zeggen nu zgn zjj dood,
die mjj gevoed en baschermd hebben,
weest gjj thans mijne oudsrs
„En uwe moeder heette dus niet For-
tosi?" vroeg Fr*ben.
„Ik noemde haar nooit anders dan
moeder en nooit heeft ze met mjj over
hare vroegere betrekkingen gesproken,
ach, toen ik grooter werd, was zjj im
mers zoo ziek. Mjjn vader noemde haar
altjjd Laura, en in de weinige papieren,
die men na haren dood vond, en aan mjj
overgaf, wordt zjj Laura van Fortheim
genoemd."
„Nu", riep Frében vrooljjk, „dat is
immers zoo klaar als de dag. Laura
heette uwe moeder, Fortheim is niets
anders dan het Spaansche Fortesie, dat
de geliefde vluchtelingen veranderden
Tanneazee heette die kapitein in Valencia,
hjj is uw vader, de overste Tannenzee,
en nog meer, zegt ge niet zelf, dat dit
beeld volkomen geljjkt op uwe moeder
Laura, en herkende mjjn waarde don
Pedro in het oorspronkeljjk stuk zjjne
donna Laura niet Thans zjjt ge niet
meer eenzaam, een voorlreffeljjken neef
hebt gjj ten minste, don Pedro de San
Montanjo Ligez! O, hoe zal mjjn vriend
zich over de verwantschap verheugen."
B0 hemel, mjjn man riep zjj smar-
teijjk en verborg het gezicht in haren
doek. a
Onbegrjjpelijk was het Fiôben, hoe zjj
dit alIeB zoo heel anders kon beschouwen
dan hij hjj zag immers niets dan de
vreugde van don Pedro eene dochter van
zjjne Laufa te hebben gevonde. Hjj was
rjjk, ongehuwd, koesterde nog t «èjjd de
zelfde genegenheid voor zijne schoone
nicht en zoo combineerde FrObea uit dit
wonderbare toeval bovendien ook nog
eene goede erfenîa. Hjj vatte Jozephe's
hand, en trok haar die van de oogen weg
zij weende nog meer.
„0, gjj kent Faldner Slecht", zeide zjj,
wanneer gjj meent, dat deze vermoedens
hem bijjde zullen stemmen. Gjj kent zjjn
wanirouwen niet, Bjj hem gaat ailes
zjjn gewone gang en ailes, wat buiten
dat alleda&gscba cirkeltje ligt, haat hjj
uit het diepste van zjjn hart. Ik moest
het immers", ging zij niet zonder bitter-
heid voort, „ik moest het immers als
-eene gunst beschouwen, dat de rjjke,
aanzienljjke man mjj huwde, dat hjj met
de weinig documenten tevreden was die
ik hem omtrent mjjne familie kon ver-
schaffen. Moet ik het dan niet nog aile
dagen hooren", sprak zjj haftiger weenend,
„dat hjj zich met de aanzienljjkste fa-
milien had kunnen verbinden, dat hjj dit
of dat rjjke meisje had kunnen huwen
Zegt hjj niet zoo dikwjjls als hjj toornig
op rnj) is, dat mjjn adel nieuw is, dat
men van het geslacht mjjner moeder ge
heel niets weet, en dat zelfs eenige Tan-
nenzee's in Zwitserland het „von" hebben
afgelegd en koopliedeu zjjn geworden?"
Thans eerst ging voor dan jongen man
een verschrikksljjk licht op.
(Wordt vervolgd.