•loogezand. HET PORTRET. 51e Jaargaug ZATERDAG 19 NOVEMBRE 1921 No. 92 Drukker-Uitgrever f, R. KREMEB FEUILLETON. wordt Gslezen te H006EZAND Kbi-Windswaar, Kropswokie, Wssterbraak, Foxbul, SAPPEfflEERSL0CHTEREM, Sidtiaiiuran, Hriliun, SahiidwoldeKaStoa Fsx'sam, SchartasP Harkstede, Ugstend, Ov®w«hi!dt TEH B9ER, iOORODIIK, NQORDBRÛEK, ZUID3R9EK, MUNTEMOAM, ZUIOLAREM, RCIOBOLAREh, HAREM mt Dit BLAD versehijnt iederen WOENSDAG sn ZATERDAG A BONNEMENTSPRIJS per drie maanden 60 cent by voor- uitbetaling, Franco per post 75 cent. v.h. BÔRGE8IUS ZOON. SAPPEMEER. Tel. 41». ADVERTENTIËN van 15 regels 50 cent, teder rage) raeer 10 cent. Inzending van advertanties Dinsdagsraiddags en Vrijdags middags voor 12 uur. -Voor het plnatsen van Advertentiën feetreffende Handel en N(jverheid is voor de stad Groningen alleen gerechtigd Voor Advertentiën en Réclamés buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau «ÏIOLLANDIA" het aigemeen Advertentleborean yan H. WESTENBORO, Munnekeholm 's Gravenhage, Tel. H 7614. U) bïj «&ea OOSTGOOREC Officieel Orgaan voor KQOGEZAND, SÀPPEMEER EEB81E BLiD. WEEKKALENDER. Zondag 20 November Maandag 21. Dinsdag 22Woensdag 23.Donder- dag 24.Vrijdag 25.— Zaterdag 26. Zonsopgang, Zaterdag 26 November te 7.41, onder te 3,54. Laatste kwartier, Dinsdag 22 November. Vergadering van den Raad dergemeento HOOGEZAND, op Dinsdag 15 November 1921, 's avoncU 6 uur. Aanwezig 14 leden. Afwezig de heer Ctobus (met kenniageving wegens ziekte), Voorzitter de burgemeeater. Aan de orde 1. Notulen. Worden gelezen en on- veranderd vaatgesteld. 2. Mededeeling van ingekomen stukken. a. Motie vau de afdeeling «Hooge zandBappemeer" van het P. A. S. om meer productief werk voor de werkeloozen. Voor kenniageving aangenomen. b. Missive van Ged. Staten, houdende goedkeuring van een raadsbesluit. Voor kenniageving aangenomen. c. Verzoek om ontslag van den heer Meima, onderwijzer te Rielwinaeweer, ingaande 1 Januari a.s., wegena vertrek naar Indië. Wordt eervol verieend. 3. Betaiing uit den post van onvoor- ziene uitgaven dienst 1921. Tôt betaiing uit dezen post van ver- schillende rekeningen wordt besloten/, 4. Vaatatelling kohier van schoolgelden over het 3a kwartaal 1921. Vaatgesteld in totasî op f 1125,40. Bohandeling begrooting 1922. De voorzitter stelt de gelegenheid open, om algemeene beschouwingen te houden. Aanvankelijk geeft niemand zioh hiarvoor op, totdat de heer Wedeven het woord vraagt. Spreker begint met te zeggen, dat hij had verwacht, dat iemand van een ster- kere fraotie algemeene beschouwingen zou houden. Nu dat niet het gavai blijkt te zijn, meent hy een enkel woord te moeten zeggen. Spreker hoopt, dat men het volgend jaar zooveel mogelijk van aile kanten toenadering zal zoeken. Dit is toch zoo dringend noodig bij de malaise, die bestaat en nog méér zal komen. Hy roept ook aan B. en W. toe, dat zij evenals tôt dusverre zullen trachten zooveel mogelijk coriflioten, b.v. bij loon- regelingen, te voorkomen. De fînantieele toestand is moeilijk hij hoopt, dat door B. en W. een juist beeld hiervan zal kunnen worden gegeven. Kunnen B. en W. ook lichtpunten hieromtrent aan- wijzen? Over de zedelijkheidstoestand en de handhaving der orde wil spreker ook nog een enkel woord zeggen. Aan B. en W. komt dienaangaande een woord van lof toe. Echter heeft spreker ook enkele zwarigheden. Er zijn menschen, die na den arbeid hunne ontspanuing zoeken in speleD. Dit veroordeelt hij. Wordt wel voldoende toezicht uitgeoefend op stukken, die in bioscopen worden opgevoerd Kan er niet eens een verslsg worden gegeven van de werking van de commissie van toezicht op de bioscopen Spreker komt hierna aïs vanzelf tôt de politie. Hoewel hij hierover niets dan lot heeft, zou de aanwezigheid van hen op enkeie punten wel gewenscht zijn. Er heeracht by den uitgang van het station by sommige treinen een groot gedrang. Willen en kunnen B. en W. hieraan ieta doen Hetzelfde gedrang heeracht des Zondags bij het uitgaan der kerken op de grens der gemeenten Sap- pemeer en Hoogezand. Speciaal het woeste rijden van fietsers en auto's, die verwar- ring onder de voetgangers stichten, dient te worden gevoerd. De heer Wedeven eindigt met nogmaals lof toe te zwaaien aan B. en W. voor hat gevoerde beleid. Da heer Streuper steekt hierna van w&l. 't Was anders zij ne bedoeling ge- weest bij de verschillende punten be- sprekingen te houden. Nu echter de heer Wedeven over toenadering beeft gespro- ken, kan hij niet nalaten het zijne er van te zeggen. Spreker hoopt met den heer Wedeven, dat men elkaar zal steunen en bystaan. Van toenadering is echter in den laatsten trjd weinig sprake. Oserai ont- staan conflicten inzake loonen. De groote werkgevera trachten op aile mogelijke manieren de loonen naar beneden te halen en de werktijden te verlengen. Daartegen dient krachtig te worden opgetreden. Nochthans hoopt spreker dat het hier anders zal g&an en men hier élkander inderdsad zal trachten met raad en daad bij te staan. Hierna wordt overgegaan tôt de arti- kelsgewijze behandeling der begrooting. Salarissen Burgemeeater en Secretaris. De haer Pieters stelt de vraag, of de Raad gehoord is omtrent de salarissen. van burgemeeater en secretaris, die thans vaatgesteld zijn op resp. /5000en ^4400. Hij krijgt een beveatigend antwoord. Verschillende leden vestigen er echter de aandacht op, dat de Raad niet accoord ging met deze verhoogingen, doch Ged. Staten desniettegenstaande hun zin toch doordry ven. De heer Hofman stelt een motie voor van den volgenden inhoud «De Raad der «gemeente Hoogezand, in openbare ver- «gadering bijeen op Dinsdag 15 November «1921, gehoord de missive van Ged. Staten «van 20 October 1921, Stbl. no. 78, Prov. «Blad, wnarin de Raad onzer gemeente „wordt opgedragen het salaria van bur gemeeater en secretaris te verhoogen resp. „van f 4200 en f 3850 en te brengen op „f 6000 en f 4400, „Betreurt ten zeerste deze besiissing, «temeer doordat in de laatstgehouden «raadsvergadering van dato 6 Mei 1921 „met algemeene stemmen is besloten het «salaria van Burgemeeater en Secretaris „niet te verhoogen «Protesteert tegen deze opdrijving van «salaria, welk ons van bovenaf wordt „opge!egd en in 't geheel geen rekening „ia gehouden met het bealuit van den «Rsad in dezen gonomen en gaat over «tôt de orde van den dag." De heer Reindera begrijpt er niet van dat Ged. Staten tôt deze opdryving van salarissen overgaan. Het Rijk doet even- zoo. Hij moet met den heer Streuper zeggen dat hierdoor scheve toestanden in de wereld worden geroepen. De uitkee- ringen aan werkloozen worden gedrukt, terwyl de tractemonten van hoogere ambtenaren worden verhoogd. Hij acht de motie nog te slap. Ten sterkste moet tegen de handelwijze van Ged. Staten worden geprotesteerd. Zijns inziens doet men het beste een afschrift van de notulen aan Ged. Staten te zenden. Zij weten dan precies hoc de Raad over hunne handelingen denkt. De heer Wedeven acht de motie sterk genosg. De heer Hofftnan heeft er z.i. precies in gezegd, waar het op staat. De he6r Hoffman vestigt er nog da aandacht op dat het hier niet gaat tegen de personen, doch alléén tegen het eigen- dunkelijk doordrijven van Ged. Staten. De motie wordt hierna met algemeene stemmen aangenomen. Salarissen Wethouders. De heer Buurma acceptoert de ver- hooging tôt f 600 per jaar niet. Bij ver- dient z.i. niet een bedrag zooals Gedep. Staten hem willen opdringen en zal het bedrag dus niet sannemen. De heer Rsinders neemt het evenesns niet aan. Dit als protest tegen de opdrij- vicg der salarissen door Ged. Staten tegen den zin van den Raad in. De heer Hoffman wil er op wyzen dat de fractis der S. D. A. P. tegenover de salarissen der wethouders anders staat dan tegenover de salarissen van burge meeater en secretaris. Zij meenen dat een salaria van f 600 niet te veel is. De heer Buurma blijft er by, dat zijn baantje met f 300 betaald is. De heer Reinders doet thans in verband met de werkeloozen kwestie abnormaal veel werk. Deze weigert echter de verhooging als protest tegen de handelwijze van Ged. Staten. Politie. Veldwachter Voxopeus krijgt 50 voor het politie-diploma met aan- teekening, inplaats van f 25 voor het gewone diploma. Gemeenteopeichter. Deze krijgt voortsan f 8000 in plaats van 2500 per jaar. Aanleg en onderhoud van wegen. Wordt geraamd op 39,796. Voor verbetering van de verlengde Kielstsrzwarteweg en Lula wordt f 15000 uitgetrokken. De heer Streuper vraagt naar een derde wegwerker. Zyn fractie zal zich tegen aanstelling van een derde man niet ver- zetten. De haer Reinders zegt dat op een derde man wordt gerekend, omdat wegwerker Blotu veel aan zijn eigen werk wordt onttrokken doordat hij werkzaam is voor de werkeloozen. De heer Streuper vraagt thans omtrent het ieggen van een voetpad aan den Kielsterstraatweg. De voorzitter zegt toe dat, indien een tegelpad wordt gelegd van de Hooge- zandsterbrug tôt de Kalkwijk, het ge- wenschte voetpad er zal komen met be- hulp van de vrykomende steenen. Verlichting. Verschillende leden brengen grieven omtrent slechte verlichting naar voren met hunne wenschen zal rekening worden gehouden. Kosten burgerwacht. De heer Streuper stelt voor de uitgetrokken post ad j 300.— ta schrappen. De burgerwacht zal thans toch wel niet meer noodig zijn. De heer Reinders wil da post hand- baven. De heer Streuper kan hem niet de verzekering geven, dat de burgerwacht niet meer noodig zal biijken. De heeren Hoffoaan en Streuper wyzen er op, dat hier in Hoogezand toch wel geen revolutie zal komen en mooht dit wèl het geval zijn, dan zal de burgerwacht er toch wel nieta aan kunnen doen. Besloten wordt de post te handhaven. Tegen stemden de S. D. A. P.'ers. Bad- en zweminrichting. Op de begrooting wordt hiervoor eon post pro memorio uitgetrokken. De heer Hoffm&m gaat accoord yjei een bad- en zwerninrichting, doch dàn niet aan het Foxholstermeer, maar Éînter de Van Roijenstraat. Hoe komt men er toch bij om het zoo ver weg te zoekan r* De heer Buurma wijst er op, dat door hem het idee is opgeworpen, om als plaats van de inrichting te kiezen het tenein achter de v. Roijenstraat. Gebleken is echter, dat dit laatste niet deugde, voor&l niet bij eene droogte als dit jaar. Het plan Foxholstermeer lijkt hem tbans ook beter. Wel ligt dit verderaf, doch er is veel, dat uitmunt boven het andere plan. Het raeer is een prachtige plaats voor roeien enz. en met het oog hierop kao hij zich met als plaats van inrichting het Foxholstermeer zeer wel vereenigen. De heer Wedeven acht het Foxholster meer de jMingewezen plaats. We moeten trachten aboveel mcgeiyk de sport te bevorderen en dit kan b.v. op de door den heer Buurma aangewezen manier. De heer HoSman blijft de plaats te ver afgelegen achten. Hij oppert het denk- beeld dat eene commissiè nader t.; 1 on- derzoeken wat de beste plaats zal zijn. De heer Reinders zegt met den heer Wedeven dat het Foxholstermeer de aan- gewezen plaats is. Het w».ter is praehtig. We kunnen het nooit beter krijgon. Bo- vendien ligt het ongeveer in 't midden van de gemeente. In Groningen brseht men ook de zweminrichting naar Paters- wolde. (Geroep voor de elite). Het ad vies van de sportcommissie is het De beste zelfvoldoeuing genieten - 2 wy, wanneer wy heden lierstellen 2 wat wy gisteren verzuimd of mis- daan hebben. Uit het Duitsch vertaald naar aen novelle van Wilhelm Haut. Op een avond, het was missohien al na elf het had een weinig geregend en de wind woei in 't byzonder in de nabij- heid van 't water zeer koud en snydend gingen wy ook van Quari Malaquais over de Pont des Arts naar het Louvre. De Pont des Arts is slechts voor voet gangers toeg&nkelyk, en zoo kwam het, dat er om dezen tyd niet veel leven meer by en op de brug was. Wy gingen, ons dichter in de mantels hullend, stilzwygend over de brug. Reeds wilde ik de brug- trap afdalen, toen een verrassend schouw- spel mij tereghield. «Tegen de brug galeund stond eene eene slanke, tamelijk hooge rrouwelijke gestalte. Een zwart hoedje had ze diep over het geiaat getrokken en dit was ten overvloede nog met eenen groensn sluier voorzien. Een zwarte mantel van zyde hing om het liohaam, en de wind, die het gewaad in dit oogenblik vaster aan het lichaam drukte, verried daardoor, dat ze een ongewoon teedere, jeugdige taille had. Uit den mantel stak eene kleine hand, die een bord vasthield. Voor haar stond een kleine lantaarn, wiens vlam onrustig flikkerde en wiens iicht op eenen sierlijken voat viel." «Er heeracht misschien nergens zoo veel ellsnde naast den sehitterendaten rijkdam, als in deze stad, maar toch [ziet men er naar verhouding weinig bedelaars. Zij dringsn zich niet onbeschaamd aan u op, en nooit zult ge zien, dat zij de vreemdelingen naloopen en met hunne smeekgebed aohtervolgen. Oude mannen en blinden zitten of staan op de hoeken der straten den hoed rustig voor zich uithcudende, en laten het aan de voor- bijgangsrs over milddadig over hen te denken." «Het dîepste medelyden boezemen my altijd de beschaamde bedelaars in, die 's nachts met bedekt gezicht, eene bran- dende kaars voor zich, onbewegelyk in eenen hoek staan. Velen mijner beken- den verzekerden mij, dat men er op rekenen kan, dat de meeste dezer lieden van goeden afkomst zijn en door ongeluk tôt armoede zijn vervallen, zoodat ze of arbeid moeten zoeken, of, wanneer ze daartoe te besehroomd of te zw&k zijn, het laatste redmiddel, het bedblen ter hand moeten nemen, als ze tenminata niet, gelyk zoovele ongelukkigan, hun leven in de ISeine willen eindigen." «Tôt deze laatste klasse van bedelaars behoorde ook de vrouwelijke gestalte op de Poet des Arts, wier aanblik mij on- weerstaanbaar boeide. Ik beschouwde haar nader, hara leden schenen door de koude nog heviger te trillen dan het vlammetje in den lantaarn maar zij zweeg en liet h&re ellende en den kouden nachtwind voor zich apreken." «Ik zooht in myn zak naar kïeingeld", vervolgde Fr*ben, «maar geen sou, geen enkelen frank kon ik vinden. Ik wendde mij tôt Faldner en vroeg hem om eenige geldstukken, m&ar verdrietig doordat hij door mijn dralen langer in de koude moest vertoeven, riep hy mij in onze landstaal toe «Stoor u toch niet aan dat bedelvolk en haast u, dat we te bed komen, ik ben koud." «Slechts een paar sou's beste 1" verzocht ik, maar hy pakte my by den mantel en wilde my mae- sleuren. «Toen riep de gesluierde met sidde- rende, maar schoonklinkende stem, en tôt onze verwondering in goed Duitsch «O, mij ne heeren, weest barmhartig." Deze stem, deze woorden en onze taal hadden iets zoo aangrypeuds voor mij, dat ik nogmaals aanhield om eenige geld stukken. Hij lachte «Nu, welaan, daar hebt ge een paar franken, beproef uw geluk bij de juffrouw, maar laat my uit den tocbt gaan." Hy drukte mij het geld in de hand en ging lachend verder. Ik was in dat oogenblik werkelyk verlegen wat ik doen zou, zij moest immers ge hoord hebben, wat Faldner tegen mij zeide, en beleedigan wilde ik haar vooral niet. Ik trud besluiteloos nader. »Mijn kind", zeide ik, «gij hebt hier een slecht standpunt gekozen, niet velen meer langs1*"'®"8®® woordde niet dadeîijk fuisterde ze bijna on| neer slechts die enkel ongeluk hebben." «Dit antwoord verr, zoo ongezoeht en toc edele houding van h waarop ze die woorde. s H beschaving. «Wy zijn landslieden", ging ik verder, «mag ik u verzosken mij te zeggen, of ik ook meer voor u kan doen, dan zoo in 't voorbijgaan gewoonlyk geschiedt?" «Wij zijn zeer arm", zeide zij, naar het mij sehsen iets moediger, «en mijue moeier is ziek en zonder hulp." Zonder verder ovarleg, alleen door hat onbestemde gavoel, waarmee ik my tôt het raeisje voelds aangetrokken, gedreven, zeide ik «Breng my tôt haar." Zij zweeg, dat voorstel verraste haar. «Houd dit voor niets anders", ging ik voort, «dan voor mijn billyke wensoh u te helpen, wanneer dat kan." «Zoo volg mij", zeide de ge sluierde, hieffc het lantaarntje op, doofds het uit en verborg het met het bord onder den mantel." «Hoe riep de baron luid lachend, toen Frôben zweeg, «verdor wilt gij niet vertelien Wilt gij ook heden weer zoo doen «la vroeger Hij heeft namelijk tôt hier toe geheel overeenkomstig de waarheid verteld. Hij gel^ofde mij mis schien ver weg, maar ik sfond geen tien schreden van het stichtelijke schouwspel, onder het portaai van hêt huis en zag het aan, of het gesprek zoo gevoerd wêd, weet ik niet, want de schandelijke wind nam de woorden mede, maar ik zag, hoe de dame haar l&mpje uit blies en met hem terug over de brug ging. De nacht was my te koud, om hem op zijn galant avon- tuur te volgen, maar op 't end, wil ik kranke ruoeder of de dame van d hat oude Sirenenlied hel{. maar den1, vercf610 w93 gezongen." jj^j izyne eigene geestigheid emden met het ruwe Je vrouwen zwegen en y}r.sjn Jozephe scheen aven j. woorden van haar v zonderlinge vertelling van haar vriend, want zij was zoo bleek als een doode en het kopja in hare hand rinkelde. Ze wierp den jangan man eenen blik toe, dien hij geene andere, dan eene diep beschamende beteekenis wist te gevon. «Ik geloof wal", sprak hij met luide stem het gelach overstemmend, «mijn Foxholstermeer hy voor zich gaat direct met dit advies mee. De heer Streuper is het met den heer Hofïman eens dat het Foxholstermeer te ver Weg ligt. Hij wijst voorts op den sleehten toestand by den toegang naar de inrichting. Wel zegt de voorzitter dat de politie daarin wel verbetering kan brengen, doch hij voor zich geloofc dat b.v. een fatsoenlijke vrouw zich daar nooit heen zal begeven omdat zy bang zou zijn niet ongeschonden langs de Foxholsterbrug te komen. Eene inrichting is zeer noodig vooral voor de rniuder- gegoeden. Oawillekeurig komt spreker bierbij een rijmpje in do gedachten die hij als kind leerde, n.l. «Iemand die geld heeft gaa naar 't bad en die het niet heeft maakt zijn kop msS.r onder de pompe nat". De heer Lambers is vôôr eene bad- en zweminricbting aan het Foxholstermeer. De heer Botke verdedigt nader als plaats hetFoxholstermeer. In tegen- stelling met den heer Hoifman meent hij dat juist veel srbeiders dicht bij het meer wonen, omdat er veel scheepstimmer- werven in de buurt zijn. Besloîea wordt de post te handhaven en als plaats van de inrichting te kiezen het Foxholstermeer. De fractie der S. D. A. P. fctamde tegen den post, omdat zij zich met de plaats der inrichting niet kon vereenigïU. Kosten van aanschaffen en onderhouden van schoolboeken, leerraiddelon en school- behoefteti. Op aaadrang van den heer Hoffman zal getracht worden op het uitgotrokken bedrag van 6000 zooveel mogelijk te bezuinigen door de boeken enz. direct van de uitgever te betrekken. Kosten van verlichting en Verwarming van schoollokalen. De heer Heffman dringt er op aan de kosten voor het schoonhouden te ver hoogen met 20 per lokaal, omdat het uitgetrokken bedrag z.i. veel te laag is. De heer Pieters is het geheel met den heer Hoffmah eens. De heer Reinders merkt op dat de instructie is opgemr.akt door den ge- meente-architect naar een model van de gemeente Emmen. Daar betaalt men echter minder dan B. en W. hier voor- stellen. L».ten we eerst eens zien of het uitgetrokken bedrag niet voldoende is. We kunnen er altijd op terugkomen. Bovendien moeten wa letton op de flnan- tiën. In 1915 was er f 2300 voor uitge trokken, thans 8000. Hij heeft per- soonlijk niet veel versiand van huiselijk werk, doch hij vertrouwt op den arciteçt, die zegt dat het genoeg is. De heer Buurma zegt zich een stom- merik te achten op het gebied van hui selijk werk. De geraeente-arehitect acht de belooning hoog genoeg en hy vertrouwt dezen ambtensar wel zôôver dat hij zich met de uitgetrokken post kan veraenigen. De heer Hoffman blyft er bij dat het pand gelost ta hebben, maar mijn eigen persoon gebiedt thans, dat ik eene uit- legging van dit voorval, zooals die door mijn vriand wordt gegeven, niet toelaat. Veroorlooft mij daarom verder te gaan, en gelooft me", voegde hij er bij, terwyl het bloed hem naar de wangen steeg en zijne oogen vuur schoten, «ik zal de zui- vere waarheid zeggen." «Het meisje ging over de brug terug, vanwaar ik gekomen was. Terwijl ik zwijgend meer achter dan naast haar Hep, had ik den tyd haar te beschouwen. Hare gestalte, voor zoovsrre de mantel die zien liet, hare houding en in 't byzonder hare stem, was zeer jeugdig. Haar gang was snel, maar licht en zwevend. Zy had mijn arm geweigerd, toen ik haar dien aanbood. Aan einde der brug wendde zij zich naar de Rue Mazarin. «Is uwe raoeder reeds lang ziek vroeg ik, terwyl ik weder aau hare zyde trad en beproefde door den sluier ieta van hare trekkçn te bespeuren. «Sedert twee jaren", aatwoordde ze zuchtsnd, «maar voo? aehi dageri is ze zeer zwaar ziek ge worden/' «Hebt ge reeds vaker op die brug gesUan?" «Waar?', vroeg zij. «Waar ik u straks aantrof". «Heden- avond voor den eerston keer", antwoordde zy. «Dan hebt ge geene beste plaats uitgezocbt, andere piaatsen zijn veel winstgevender." Maar toen ik het gezegd had, speet het my reeds, ik moest haar er immers wel mee beleedigen. Met een ouderdrukt snikken autwoordde zij Ach ik ben hier immers zoo onbekend, en ik schaamde my in 't voile gedrarig te staan". «Hoe grenzeloos moest de ellende zijn, dio dit wezen dwong te bedelen. (Wordt vervolgd.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1