•loogezand.
HET PORTRET.
51e Jaargaug
ZATERDAG 19 NOVEMBRE 1921
No. 92
Drukker-Uitgrever f, R. KREMEB
FEUILLETON.
wordt Gslezen te H006EZAND Kbi-Windswaar, Kropswokie, Wssterbraak, Foxbul, SAPPEfflEERSL0CHTEREM, Sidtiaiiuran, Hriliun, SahiidwoldeKaStoa Fsx'sam, SchartasP
Harkstede, Ugstend, Ov®w«hi!dt TEH B9ER, iOORODIIK, NQORDBRÛEK, ZUID3R9EK, MUNTEMOAM, ZUIOLAREM, RCIOBOLAREh, HAREM mt
Dit BLAD versehijnt iederen WOENSDAG sn ZATERDAG
A BONNEMENTSPRIJS per drie maanden 60 cent by voor-
uitbetaling, Franco per post 75 cent.
v.h. BÔRGE8IUS ZOON.
SAPPEMEER. Tel. 41».
ADVERTENTIËN van 15 regels 50 cent, teder rage)
raeer 10 cent.
Inzending van advertanties Dinsdagsraiddags en Vrijdags
middags voor 12 uur.
-Voor het plnatsen van Advertentiën feetreffende Handel en N(jverheid is voor de stad Groningen alleen gerechtigd
Voor Advertentiën en Réclamés buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau «ÏIOLLANDIA"
het aigemeen Advertentleborean yan H. WESTENBORO, Munnekeholm
's Gravenhage, Tel. H 7614.
U)
bïj «&ea
OOSTGOOREC
Officieel Orgaan voor KQOGEZAND, SÀPPEMEER
EEB81E BLiD.
WEEKKALENDER.
Zondag 20 November Maandag 21.
Dinsdag 22Woensdag 23.Donder-
dag 24.Vrijdag 25.— Zaterdag 26.
Zonsopgang, Zaterdag 26 November te
7.41, onder te 3,54.
Laatste kwartier, Dinsdag 22 November.
Vergadering van den Raad dergemeento
HOOGEZAND,
op Dinsdag 15 November 1921,
's avoncU 6 uur.
Aanwezig 14 leden. Afwezig de heer
Ctobus (met kenniageving wegens ziekte),
Voorzitter de burgemeeater.
Aan de orde
1. Notulen. Worden gelezen en on-
veranderd vaatgesteld.
2. Mededeeling van ingekomen stukken.
a. Motie vau de afdeeling «Hooge
zandBappemeer" van het P. A. S. om
meer productief werk voor de werkeloozen.
Voor kenniageving aangenomen.
b. Missive van Ged. Staten, houdende
goedkeuring van een raadsbesluit.
Voor kenniageving aangenomen.
c. Verzoek om ontslag van den heer
Meima, onderwijzer te Rielwinaeweer,
ingaande 1 Januari a.s., wegena vertrek
naar Indië. Wordt eervol verieend.
3. Betaiing uit den post van onvoor-
ziene uitgaven dienst 1921.
Tôt betaiing uit dezen post van ver-
schillende rekeningen wordt besloten/,
4. Vaatatelling kohier van schoolgelden
over het 3a kwartaal 1921.
Vaatgesteld in totasî op f 1125,40.
Bohandeling begrooting 1922.
De voorzitter stelt de gelegenheid open,
om algemeene beschouwingen te houden.
Aanvankelijk geeft niemand zioh hiarvoor
op, totdat de heer Wedeven het woord
vraagt.
Spreker begint met te zeggen, dat hij
had verwacht, dat iemand van een ster-
kere fraotie algemeene beschouwingen zou
houden. Nu dat niet het gavai blijkt te
zijn, meent hy een enkel woord te moeten
zeggen. Spreker hoopt, dat men het
volgend jaar zooveel mogelijk van aile
kanten toenadering zal zoeken. Dit is
toch zoo dringend noodig bij de malaise,
die bestaat en nog méér zal komen. Hy
roept ook aan B. en W. toe, dat zij
evenals tôt dusverre zullen trachten
zooveel mogelijk coriflioten, b.v. bij loon-
regelingen, te voorkomen. De fînantieele
toestand is moeilijk hij hoopt, dat door
B. en W. een juist beeld hiervan zal
kunnen worden gegeven. Kunnen B. en
W. ook lichtpunten hieromtrent aan-
wijzen? Over de zedelijkheidstoestand
en de handhaving der orde wil spreker
ook nog een enkel woord zeggen. Aan
B. en W. komt dienaangaande een woord
van lof toe. Echter heeft spreker ook
enkele zwarigheden. Er zijn menschen,
die na den arbeid hunne ontspanuing
zoeken in speleD. Dit veroordeelt hij.
Wordt wel voldoende toezicht uitgeoefend
op stukken, die in bioscopen worden
opgevoerd Kan er niet eens een verslsg
worden gegeven van de werking van de
commissie van toezicht op de bioscopen
Spreker komt hierna aïs vanzelf tôt de
politie. Hoewel hij hierover niets dan
lot heeft, zou de aanwezigheid van hen
op enkeie punten wel gewenscht zijn.
Er heeracht by den uitgang van het
station by sommige treinen een groot
gedrang. Willen en kunnen B. en W.
hieraan ieta doen Hetzelfde gedrang
heeracht des Zondags bij het uitgaan der
kerken op de grens der gemeenten Sap-
pemeer en Hoogezand. Speciaal het woeste
rijden van fietsers en auto's, die verwar-
ring onder de voetgangers stichten, dient
te worden gevoerd. De heer Wedeven
eindigt met nogmaals lof toe te zwaaien
aan B. en W. voor hat gevoerde beleid.
Da heer Streuper steekt hierna van
w&l. 't Was anders zij ne bedoeling ge-
weest bij de verschillende punten be-
sprekingen te houden. Nu echter de heer
Wedeven over toenadering beeft gespro-
ken, kan hij niet nalaten het zijne er van
te zeggen. Spreker hoopt met den heer
Wedeven, dat men elkaar zal steunen en
bystaan. Van toenadering is echter in den
laatsten trjd weinig sprake. Oserai ont-
staan conflicten inzake loonen. De groote
werkgevera trachten op aile mogelijke
manieren de loonen naar beneden te halen
en de werktijden te verlengen. Daartegen
dient krachtig te worden opgetreden.
Nochthans hoopt spreker dat het hier
anders zal g&an en men hier élkander
inderdsad zal trachten met raad en daad
bij te staan.
Hierna wordt overgegaan tôt de arti-
kelsgewijze behandeling der begrooting.
Salarissen Burgemeeater en Secretaris.
De haer Pieters stelt de vraag, of de
Raad gehoord is omtrent de salarissen.
van burgemeeater en secretaris, die thans
vaatgesteld zijn op resp. /5000en ^4400.
Hij krijgt een beveatigend antwoord.
Verschillende leden vestigen er echter
de aandacht op, dat de Raad niet accoord
ging met deze verhoogingen, doch Ged.
Staten desniettegenstaande hun zin toch
doordry ven.
De heer Hofman stelt een motie voor
van den volgenden inhoud «De Raad der
«gemeente Hoogezand, in openbare ver-
«gadering bijeen op Dinsdag 15 November
«1921, gehoord de missive van Ged. Staten
«van 20 October 1921, Stbl. no. 78, Prov.
«Blad, wnarin de Raad onzer gemeente
„wordt opgedragen het salaria van bur
gemeeater en secretaris te verhoogen resp.
„van f 4200 en f 3850 en te brengen op
„f 6000 en f 4400,
„Betreurt ten zeerste deze besiissing,
«temeer doordat in de laatstgehouden
«raadsvergadering van dato 6 Mei 1921
„met algemeene stemmen is besloten het
«salaria van Burgemeeater en Secretaris
„niet te verhoogen
«Protesteert tegen deze opdrijving van
«salaria, welk ons van bovenaf wordt
„opge!egd en in 't geheel geen rekening
„ia gehouden met het bealuit van den
«Rsad in dezen gonomen en gaat over
«tôt de orde van den dag."
De heer Reindera begrijpt er niet van
dat Ged. Staten tôt deze opdryving van
salarissen overgaan. Het Rijk doet even-
zoo. Hij moet met den heer Streuper
zeggen dat hierdoor scheve toestanden in
de wereld worden geroepen. De uitkee-
ringen aan werkloozen worden gedrukt,
terwyl de tractemonten van hoogere
ambtenaren worden verhoogd. Hij acht
de motie nog te slap. Ten sterkste moet
tegen de handelwijze van Ged. Staten
worden geprotesteerd. Zijns inziens doet
men het beste een afschrift van de notulen
aan Ged. Staten te zenden. Zij weten
dan precies hoc de Raad over hunne
handelingen denkt.
De heer Wedeven acht de motie sterk
genosg. De heer Hofftnan heeft er z.i.
precies in gezegd, waar het op staat.
De he6r Hoffman vestigt er nog da
aandacht op dat het hier niet gaat tegen
de personen, doch alléén tegen het eigen-
dunkelijk doordrijven van Ged. Staten.
De motie wordt hierna met algemeene
stemmen aangenomen.
Salarissen Wethouders.
De heer Buurma acceptoert de ver-
hooging tôt f 600 per jaar niet. Bij ver-
dient z.i. niet een bedrag zooals Gedep.
Staten hem willen opdringen en zal het
bedrag dus niet sannemen.
De heer Rsinders neemt het evenesns
niet aan. Dit als protest tegen de opdrij-
vicg der salarissen door Ged. Staten tegen
den zin van den Raad in.
De heer Hoffman wil er op wyzen dat
de fractis der S. D. A. P. tegenover de
salarissen der wethouders anders staat
dan tegenover de salarissen van burge
meeater en secretaris. Zij meenen dat
een salaria van f 600 niet te veel is.
De heer Buurma blijft er by, dat zijn
baantje met f 300 betaald is. De heer
Reinders doet thans in verband met de
werkeloozen kwestie abnormaal veel werk.
Deze weigert echter de verhooging als
protest tegen de handelwijze van Ged.
Staten.
Politie. Veldwachter Voxopeus krijgt
50 voor het politie-diploma met aan-
teekening, inplaats van f 25 voor het
gewone diploma.
Gemeenteopeichter. Deze krijgt voortsan
f 8000 in plaats van 2500 per jaar.
Aanleg en onderhoud van wegen. Wordt
geraamd op 39,796. Voor verbetering
van de verlengde Kielstsrzwarteweg en
Lula wordt f 15000 uitgetrokken.
De heer Streuper vraagt naar een derde
wegwerker. Zyn fractie zal zich tegen
aanstelling van een derde man niet ver-
zetten.
De haer Reinders zegt dat op een derde
man wordt gerekend, omdat wegwerker
Blotu veel aan zijn eigen werk wordt
onttrokken doordat hij werkzaam is voor
de werkeloozen.
De heer Streuper vraagt thans omtrent
het ieggen van een voetpad aan den
Kielsterstraatweg.
De voorzitter zegt toe dat, indien een
tegelpad wordt gelegd van de Hooge-
zandsterbrug tôt de Kalkwijk, het ge-
wenschte voetpad er zal komen met be-
hulp van de vrykomende steenen.
Verlichting.
Verschillende leden brengen grieven
omtrent slechte verlichting naar voren
met hunne wenschen zal rekening worden
gehouden.
Kosten burgerwacht. De heer Streuper
stelt voor de uitgetrokken post ad j 300.—
ta schrappen. De burgerwacht zal thans
toch wel niet meer noodig zijn.
De heer Reinders wil da post hand-
baven. De heer Streuper kan hem niet
de verzekering geven, dat de burgerwacht
niet meer noodig zal biijken.
De heeren Hoffoaan en Streuper wyzen
er op, dat hier in Hoogezand toch wel
geen revolutie zal komen en mooht dit
wèl het geval zijn, dan zal de burgerwacht
er toch wel nieta aan kunnen doen.
Besloten wordt de post te handhaven.
Tegen stemden de S. D. A. P.'ers.
Bad- en zweminrichting.
Op de begrooting wordt hiervoor eon
post pro memorio uitgetrokken.
De heer Hoffm&m gaat accoord yjei een
bad- en zwerninrichting, doch dàn niet
aan het Foxholstermeer, maar Éînter de
Van Roijenstraat. Hoe komt men er toch
bij om het zoo ver weg te zoekan
r* De heer Buurma wijst er op, dat door
hem het idee is opgeworpen, om als plaats
van de inrichting te kiezen het tenein
achter de v. Roijenstraat. Gebleken is
echter, dat dit laatste niet deugde, voor&l
niet bij eene droogte als dit jaar. Het
plan Foxholstermeer lijkt hem tbans ook
beter. Wel ligt dit verderaf, doch er is
veel, dat uitmunt boven het andere plan.
Het raeer is een prachtige plaats voor
roeien enz. en met het oog hierop kao
hij zich met als plaats van inrichting het
Foxholstermeer zeer wel vereenigen.
De heer Wedeven acht het Foxholster
meer de jMingewezen plaats. We moeten
trachten aboveel mcgeiyk de sport te
bevorderen en dit kan b.v. op de door
den heer Buurma aangewezen manier.
De heer HoSman blijft de plaats te ver
afgelegen achten. Hij oppert het denk-
beeld dat eene commissiè nader t.; 1 on-
derzoeken wat de beste plaats zal zijn.
De heer Reinders zegt met den heer
Wedeven dat het Foxholstermeer de aan-
gewezen plaats is. Het w».ter is praehtig.
We kunnen het nooit beter krijgon. Bo-
vendien ligt het ongeveer in 't midden
van de gemeente. In Groningen brseht
men ook de zweminrichting naar Paters-
wolde. (Geroep voor de elite). Het
ad vies van de sportcommissie is het
De beste zelfvoldoeuing genieten -
2 wy, wanneer wy heden lierstellen
2 wat wy gisteren verzuimd of mis-
daan hebben.
Uit het Duitsch vertaald naar aen novelle
van Wilhelm Haut.
Op een avond, het was missohien al
na elf het had een weinig geregend en
de wind woei in 't byzonder in de nabij-
heid van 't water zeer koud en snydend
gingen wy ook van Quari Malaquais
over de Pont des Arts naar het Louvre.
De Pont des Arts is slechts voor voet
gangers toeg&nkelyk, en zoo kwam het,
dat er om dezen tyd niet veel leven meer
by en op de brug was. Wy gingen, ons
dichter in de mantels hullend, stilzwygend
over de brug. Reeds wilde ik de brug-
trap afdalen, toen een verrassend schouw-
spel mij tereghield.
«Tegen de brug galeund stond eene
eene slanke, tamelijk hooge rrouwelijke
gestalte. Een zwart hoedje had ze diep
over het geiaat getrokken en dit was ten
overvloede nog met eenen groensn sluier
voorzien. Een zwarte mantel van zyde
hing om het liohaam, en de wind, die
het gewaad in dit oogenblik vaster aan
het lichaam drukte, verried daardoor, dat
ze een ongewoon teedere, jeugdige taille
had. Uit den mantel stak eene kleine
hand, die een bord vasthield. Voor haar
stond een kleine lantaarn, wiens vlam
onrustig flikkerde en wiens iicht op eenen
sierlijken voat viel."
«Er heeracht misschien nergens zoo
veel ellsnde naast den sehitterendaten
rijkdam, als in deze stad, maar toch [ziet
men er naar verhouding weinig bedelaars.
Zij dringsn zich niet onbeschaamd aan
u op, en nooit zult ge zien, dat zij de
vreemdelingen naloopen en met hunne
smeekgebed aohtervolgen. Oude mannen
en blinden zitten of staan op de hoeken
der straten den hoed rustig voor zich
uithcudende, en laten het aan de voor-
bijgangsrs over milddadig over hen te
denken."
«Het dîepste medelyden boezemen my
altijd de beschaamde bedelaars in, die
's nachts met bedekt gezicht, eene bran-
dende kaars voor zich, onbewegelyk in
eenen hoek staan. Velen mijner beken-
den verzekerden mij, dat men er op
rekenen kan, dat de meeste dezer lieden
van goeden afkomst zijn en door ongeluk
tôt armoede zijn vervallen, zoodat ze of
arbeid moeten zoeken, of, wanneer ze
daartoe te besehroomd of te zw&k zijn,
het laatste redmiddel, het bedblen ter
hand moeten nemen, als ze tenminata
niet, gelyk zoovele ongelukkigan, hun
leven in de ISeine willen eindigen."
«Tôt deze laatste klasse van bedelaars
behoorde ook de vrouwelijke gestalte op
de Poet des Arts, wier aanblik mij on-
weerstaanbaar boeide. Ik beschouwde
haar nader, hara leden schenen door de
koude nog heviger te trillen dan het
vlammetje in den lantaarn maar zij
zweeg en liet h&re ellende en den kouden
nachtwind voor zich apreken."
«Ik zooht in myn zak naar kïeingeld",
vervolgde Fr*ben, «maar geen sou, geen
enkelen frank kon ik vinden. Ik wendde
mij tôt Faldner en vroeg hem om eenige
geldstukken, m&ar verdrietig doordat hij
door mijn dralen langer in de koude
moest vertoeven, riep hy mij in onze
landstaal toe «Stoor u toch niet aan
dat bedelvolk en haast u, dat we te bed
komen, ik ben koud." «Slechts een paar
sou's beste 1" verzocht ik, maar hy pakte
my by den mantel en wilde my mae-
sleuren.
«Toen riep de gesluierde met sidde-
rende, maar schoonklinkende stem, en
tôt onze verwondering in goed Duitsch
«O, mij ne heeren, weest barmhartig."
Deze stem, deze woorden en onze taal
hadden iets zoo aangrypeuds voor mij,
dat ik nogmaals aanhield om eenige geld
stukken. Hij lachte «Nu, welaan, daar
hebt ge een paar franken, beproef uw
geluk bij de juffrouw, maar laat my uit
den tocbt gaan." Hy drukte mij het geld
in de hand en ging lachend verder. Ik
was in dat oogenblik werkelyk verlegen
wat ik doen zou, zij moest immers ge
hoord hebben, wat Faldner tegen mij
zeide, en beleedigan wilde ik haar vooral
niet. Ik trud besluiteloos nader. »Mijn
kind", zeide ik, «gij hebt hier een slecht
standpunt gekozen,
niet velen meer langs1*"'®"8®®
woordde niet dadeîijk
fuisterde ze bijna on|
neer slechts die enkel
ongeluk hebben."
«Dit antwoord verr,
zoo ongezoeht en toc
edele houding van h
waarop ze die woorde. s H
beschaving.
«Wy zijn landslieden", ging ik verder,
«mag ik u verzosken mij te zeggen, of
ik ook meer voor u kan doen, dan zoo
in 't voorbijgaan gewoonlyk geschiedt?"
«Wij zijn zeer arm", zeide zij, naar het
mij sehsen iets moediger, «en mijue
moeier is ziek en zonder hulp." Zonder
verder ovarleg, alleen door hat onbestemde
gavoel, waarmee ik my tôt het raeisje
voelds aangetrokken, gedreven, zeide ik
«Breng my tôt haar." Zij zweeg, dat
voorstel verraste haar. «Houd dit voor
niets anders", ging ik voort, «dan voor
mijn billyke wensoh u te helpen, wanneer
dat kan." «Zoo volg mij", zeide de ge
sluierde, hieffc het lantaarntje op, doofds
het uit en verborg het met het bord
onder den mantel."
«Hoe riep de baron luid lachend,
toen Frôben zweeg, «verdor wilt gij niet
vertelien Wilt gij ook heden weer zoo
doen «la vroeger Hij heeft namelijk
tôt hier toe geheel overeenkomstig de
waarheid verteld. Hij gel^ofde mij mis
schien ver weg, maar ik sfond geen tien
schreden van het stichtelijke schouwspel,
onder het portaai van hêt huis en zag
het aan, of het gesprek zoo gevoerd wêd,
weet ik niet, want de schandelijke wind
nam de woorden mede, maar ik zag, hoe
de dame haar l&mpje uit blies en met hem
terug over de brug ging. De nacht was
my te koud, om hem op zijn galant avon-
tuur te volgen, maar op 't end, wil ik
kranke ruoeder of
de dame van
d hat oude Sirenenlied
hel{. maar
den1,
vercf610 w93 gezongen."
jj^j izyne eigene geestigheid
emden met het ruwe
Je vrouwen zwegen en
y}r.sjn Jozephe scheen aven
j. woorden van haar
v zonderlinge vertelling
van haar vriend, want zij was zoo bleek
als een doode en het kopja in hare hand
rinkelde. Ze wierp den jangan man
eenen blik toe, dien hij geene andere,
dan eene diep beschamende beteekenis
wist te gevon.
«Ik geloof wal", sprak hij met luide
stem het gelach overstemmend, «mijn
Foxholstermeer hy voor zich gaat direct
met dit advies mee.
De heer Streuper is het met den heer
Hofïman eens dat het Foxholstermeer te
ver Weg ligt. Hij wijst voorts op den
sleehten toestand by den toegang naar de
inrichting. Wel zegt de voorzitter dat
de politie daarin wel verbetering kan
brengen, doch hij voor zich geloofc dat
b.v. een fatsoenlijke vrouw zich daar
nooit heen zal begeven omdat zy bang
zou zijn niet ongeschonden langs de
Foxholsterbrug te komen. Eene inrichting
is zeer noodig vooral voor de rniuder-
gegoeden. Oawillekeurig komt spreker
bierbij een rijmpje in do gedachten die
hij als kind leerde, n.l. «Iemand die
geld heeft gaa naar 't bad en die het
niet heeft maakt zijn kop msS.r onder
de pompe nat".
De heer Lambers is vôôr eene bad- en
zweminricbting aan het Foxholstermeer.
De heer Botke verdedigt nader als
plaats hetFoxholstermeer. In tegen-
stelling met den heer Hoifman meent hij
dat juist veel srbeiders dicht bij het meer
wonen, omdat er veel scheepstimmer-
werven in de buurt zijn.
Besloîea wordt de post te handhaven
en als plaats van de inrichting te kiezen
het Foxholstermeer. De fractie der S.
D. A. P. fctamde tegen den post, omdat
zij zich met de plaats der inrichting niet
kon vereenigïU.
Kosten van aanschaffen en onderhouden
van schoolboeken, leerraiddelon en school-
behoefteti.
Op aaadrang van den heer Hoffman
zal getracht worden op het uitgotrokken
bedrag van 6000 zooveel mogelijk te
bezuinigen door de boeken enz. direct
van de uitgever te betrekken.
Kosten van verlichting en Verwarming
van schoollokalen.
De heer Heffman dringt er op aan de
kosten voor het schoonhouden te ver
hoogen met 20 per lokaal, omdat het
uitgetrokken bedrag z.i. veel te laag is.
De heer Pieters is het geheel met den
heer Hoffmah eens.
De heer Reinders merkt op dat de
instructie is opgemr.akt door den ge-
meente-architect naar een model van de
gemeente Emmen. Daar betaalt men
echter minder dan B. en W. hier voor-
stellen. L».ten we eerst eens zien of het
uitgetrokken bedrag niet voldoende is.
We kunnen er altijd op terugkomen.
Bovendien moeten wa letton op de flnan-
tiën. In 1915 was er f 2300 voor uitge
trokken, thans 8000. Hij heeft per-
soonlijk niet veel versiand van huiselijk
werk, doch hij vertrouwt op den arciteçt,
die zegt dat het genoeg is.
De heer Buurma zegt zich een stom-
merik te achten op het gebied van hui
selijk werk. De geraeente-arehitect acht
de belooning hoog genoeg en hy vertrouwt
dezen ambtensar wel zôôver dat hij zich
met de uitgetrokken post kan veraenigen.
De heer Hoffman blyft er bij dat het
pand gelost ta hebben, maar mijn eigen
persoon gebiedt thans, dat ik eene uit-
legging van dit voorval, zooals die door
mijn vriand wordt gegeven, niet toelaat.
Veroorlooft mij daarom verder te gaan,
en gelooft me", voegde hij er bij, terwyl
het bloed hem naar de wangen steeg en
zijne oogen vuur schoten, «ik zal de zui-
vere waarheid zeggen."
«Het meisje ging over de brug terug,
vanwaar ik gekomen was. Terwijl ik
zwijgend meer achter dan naast haar Hep,
had ik den tyd haar te beschouwen. Hare
gestalte, voor zoovsrre de mantel die
zien liet, hare houding en in 't byzonder
hare stem, was zeer jeugdig.
Haar gang was snel, maar licht en
zwevend. Zy had mijn arm geweigerd,
toen ik haar dien aanbood. Aan einde
der brug wendde zij zich naar de Rue
Mazarin.
«Is uwe raoeder reeds lang ziek
vroeg ik, terwyl ik weder aau hare zyde
trad en beproefde door den sluier ieta
van hare trekkçn te bespeuren. «Sedert
twee jaren", aatwoordde ze zuchtsnd,
«maar voo? aehi dageri is ze zeer zwaar
ziek ge worden/' «Hebt ge reeds vaker
op die brug gesUan?" «Waar?', vroeg
zij. «Waar ik u straks aantrof". «Heden-
avond voor den eerston keer", antwoordde
zy. «Dan hebt ge geene beste plaats
uitgezocbt, andere piaatsen zijn veel
winstgevender."
Maar toen ik het gezegd had, speet
het my reeds, ik moest haar er immers
wel mee beleedigen. Met een ouderdrukt
snikken autwoordde zij Ach ik ben
hier immers zoo onbekend, en ik schaamde
my in 't voile gedrarig te staan".
«Hoe grenzeloos moest de ellende zijn,
dio dit wezen dwong te bedelen.
(Wordt vervolgd.)