Offlcieel Orgaan voor H00GEZAND, SAPPEMEER en SLOCHTEREN. HET PORTIIET. \s S, fc 51e Jaargang WOENSDAG 7 JDECEMBER 1921 No. 97 i* f Rechtbank te Winschoten. FEUILLETON. Gemengd ■vwTvvvvavwvvvvfi Er bestaan meeningen, die geen tegenspraak waard zjjn. - te maal in m 00 i VerHchyut Woensdags en Zaterdagg. Drnkker-Ultgever T. K. KBiEMEB, Sappemeer. Zitting van Vrydag j.l. O.m. werden veroordeeld Folkert Br., 21 jaar, venter te Munten- dam, wegene mishandeling, tôt /40 boete of 40 dagen hecht, Reinder van der W., 18 jaar, sohipper, ged. te Hoogezand en Henrikus Johannes Mattheus Scfa., 22 jaar, schipperskneoht ged. te Sappemeer, wegens diefstal van turf, ieder tôt ééne maand voorw. gev. met een proeftjjd van 3 jaar. Nieuwe zaken VERNIELING MOTOR GLASRUIT. Daarvoor isterverantwoording geroepen Cornelis N., 24 jaar, slager te Hoogezand. Hij heeft te Westerbroek onder die gemeente den 6 Oct. j.l. opxettelijk met een zjjner vuisten een glaaruit stukge- slagen in een vierwielig motorrjjtuig, hetwelk toebehoorde aan Johannes A. Wjjsbeek. Beklaagde is niet veraohenen. In deze zaak worden drie getuigen gehoord. Getuige J. Bijholt was beatuurder van genoemd rjjtuig. Hij heeft gezien dat beklaagde moedwillig door een der ruiten sloeg, Bekl. heeft de achade betaald. Eiach 100 boete of 100 dagen hecht. MISHANDELING TE OUDEZIJL. Voor dit feit moet tereohtstsan Otto 8m., 31 jaar, achipper te N.-Schans. Vol- gens de dagvaarding heeft hjj te Qudedjjk den 0 Oct. j.l. Jan Jansen mishandeld door hem opzetteljjk met de vuist een slag toe te dienen, waardoor Janaen bloedend aan "zjjn hoofd werd verwond. De mishandelde Jansen verklaart, dat hij den bekl. geen aanleiding tôt mis handeling heeft gegeven. Hij had daar- door een bloedende wonde aan het hoofd ontvangen. Bekl. zegt hij had een „klokje" op. Zjj hadden in een café eenige woorden gehad. Getuige heeft thana meer drank genoten dan hem goed is, is kenneljjk dronken. Beklaagde zegt, dat Janaen hem had getreiterd hjj gelooft niet, dat hjj hem geslagen heeft. Een der rechters geeft getuige Jansen een standje, omdat hjj dronken voor de Reehtbank komt. Getuige G. Staal zegt de meshandeling te hebben gezien. Het was in het «afé van Leeuwerke. Hjj heeft gezien dat Jansen een bloedende wonde aan zjjn hoofd had. Deze getuige schjjnt ook onder den invloed van sterken drank te zjjn. Het O. M. vordert veroordeeling tôt 25 boete of 25 dagen hecht. VERDUISTERING TE WINSCHOTEN. In 'de zitting van 28 Oct. stond te Winschoten voor de arr. Rechtbank tereeht Jan Warmolt B., 44 jaar, makelaar aldaar, ter zake dat hjj in den loop der jaren 1919, 1920 en 1921, althans omstreeks dien tjjd, opzetteljjk gelden ten bedrage van ongeveer f 25000 van de Vereeniging Spaar- en Voorachotbank te Winschoten, welke gelden hjj onder zich had, in zjjn hoedanigheid als boekhouder dier ver eeniging, dus anders dan door misdrijf, zich wederrechteljjk heeft toegeBigend. Het O. M. eischte toen een jaar gevan- genisstraf. Een week later heropende de rechtbank het onderzoek, om 2 December nog als getuigen te hooren K. en J. van Anken te Midwolda, J. Wever en Jacoba Blauw (wed. W. Martens) te Winschoten, H. Bakker en Albert Smit te Bellingwolde. Getuige K. van Anken weet niet van de Spaar- en Voorschotbank geld te hebben geleend, wel van bekl. Bekl. zegt, dat de get. f 1200 van de Spaar- en Voorschotbank heeft geleend, zooals de boeken aanwjjzen. Van Anken had van mjj ook geld te vorderen, zegt beklaagde. De heer Mr. Meindersma zegt, dat bekl. nu eens Van Anken in eigen boekje en dan in de boeken der Spaarbank boekte, waarop hekl. zegt, dat hjj Van Anken een goed overzicht wilde geven en van uitbetalingen wel eens op rekening-courant geld van de Spaarbank nam. Get. Van Anken zegt, dat hjj in Juni 1920 f 1600 bij bekl. bracht en 3 Sept, d.&.v. nog f 200. Dezen zomer moest get. 4000 van bekl. hebben. Get. bracht 22 Aug. 1921 1200 bjj bekl., die zegt, dat hjj dit bedrag ten voordeele van Van Anken boekte bjj de Spaarbank, zoodat diens schuld bjj de Spaarbank f 1200 verminderde. Get. Van Anken wist niet, waar zijn boekje thuis behoorde bjj bekl. of bjj de Spaarbank. Op 't kantoor bjj bekl. zei men, dat ik bjj de Spaarbank moest zijn en deze zerwees mjj naar bekl. Getuige J»n van Anken leende wel eens geld van bekl. en stond met dezen in rekening courant, doeh niet met de Voorschotbank. Getuige heeft niets meer te vorderen van bekl. sedert Mei j.l. Getuige bracht f 3355 aan de Spaar- en Voorschotbank volgens de boeken van bekl., die zegt, dat hjj de gebr. Van Anken uit de boeken der Spaarbank wilde hebben en daarom loste bekl. voor hem af, omdat get. toch nog geld van hem moest hebben. Mr. Meindersma zegt, dat gebr. Van Anken veel geld bij bekl. brachten, meer dan ze volgens bekl. bij de Voorschot bank sehuldig waren. Z.E.A. vraagt, waarom bekl. eerst 26 Juli in de boeken der Voorschotbank boekte de aflossing, terwjjl ze in Mei bevorens reeds meer geld hadden gestort dan ontvangen. Bekl. erkent, dat die boeking te laat plaats vond, het was hem niet opgevallen, doordat hij de boeken niet vaak zag en doordat de beide Van Anken's zoowel met bekl. aïs met de Bank zaken deden. Getuige J. Wever deed zaken met bekl. en de Bank beide. Hjj kocht een huis voor 3025, dat in Nov. j.l. is betaald. Getuige moest f 1000 van bekl. hebben, dus had hjj maar f 20225 noodig. Een jaar later kreeg hjj een aanmaning van de Voorschotbank, dat hjj ruim 7 moest betalen van f 3025 en van zjjn eigen 1000 kreeg hjj maar 4 Getuige nam toen geld van de Friesch-Groningsche Hypotheekbank en bracht bekl. zijn f 2000 terug 28 Juli j.l. Bekl. boekte het een maand later. Bekl. zegt, dat die boeking niet geregeld plaats vond. Ailes liep over zijn eigen kas. Mr. Meindersma maakt bekl. duideljjk, dat voldane débita onder latere dato ver- antwoord werden dan ze waren betaald. Dit geeft bekl. toe en hjj wjjt dit aan vergeten posten. Mr. Kloppenborg vraagt, aan wie die betalingen werden gedaan. Aan mjj, als boekhouder, zegt bekl. Vandaar de latere boeking dan de gelden waren ontvangen. Dit een en ander zegt bekl. op vragen van mr. Meindersma. Zoo steeg plotseling het débat van bekl., bjj de bank zoo sterk. Mej. de wed. W. Martens wist niet, dat zij zaken deed met de bank. Bekl. verkocht en kocht een huis voor haar en schoot get. 1000 voor, welk bedrag zjj 13 Juli 1921 terugbetaalde. Het bljjkt geboekt te zjjn 22 Aug. d.a.v. Bekl. zegt, dat daarom het geld wel in de kas kwam. Ailes ging in één kas, dus ook in die van de Spaar- en Voorschot bank, zegt bekl. aan Mr. Kloppenborg. De boeking was echter niet bjj. „Zoo ontstond uw debet van f 25.000 aan de Spaar- en Voorschotbank" zegt Mr. Meindersma, wat bekl. toestemt. Get. H. Bakker kocht een huis voor f 2250 en kreeg f 1500 van bekl. daar voor. Bekl. zei get., dat Bekl. daarvoor rente moest betalen aan Moorlag te Bel lingwolde. Bekl. zegt, dat Moorlag geld bjj hem te goed had. Daarom betaalde bekl. de f 1500 voor Moorlag. Get. Alb. Smid, deed zaken met bekl. persoonljjk. La Gro en B&deker kocht voor hem het hôtel „Reiderland" en ver kocht het café „Hessenbril" voor de familie. Met bekl. persoonljjk stond get. in reke ning-courant. Get. meent, dat het laatste bedrag ad 1250 in Febr. aan bekl. is betaald. Het staat geboekt in Augustus. Het O. M. wjjst er op, dat al deze posten zjjn geboekt nadat bekl. was gewaarschuwd. Mr. Meindersma zegt, dat er een tekort van 25000 zou zjjn, bjj de Spaar- en Voorschotbank als bekl. niet 25000 aan haar debet was en dat hjj nooit het be- stuur heeft gevraagd, of het goedvond, dat bekl. zjjn debet opvoerde tôt 25000. Vermoedelijk zou het bestuur dat ook niet hebben goedgevonden. Tôt f 4000 en 5000 gaf bekl. ongedekt crediet. Hooger ging hjj niet, omdat daarvoor de Bank niet groot genoeg was. De rechtbank begeeft zich in raadkamer. Teruggekeerd geeft de Près, het woord aan het O. M., dat persisteert bjj zjjn eisch van een jaar gev. De heer Mr. J. Heres Diddens, verde- diger, wil nog wel iets zeggen, tenzjj de rechtbank met een bepaalde decisie klaar is. Mr. Meindersma merkt op, dat de recht bank beraadslaagt, na ailes te hebben gehoord, wat er ter terechtzitting voor- valt, ook nadat de verdedigîng heeft ge- sproken. Mr. Diddens wil dan graag een enkel woord zeggen en op drie punten wjjzen: 1. Gebleken is, dat een vaste rekening- courant bestond tusschen bekl. en de Spaar- en Voorschotbank en dat het be stuur zich daarbjj bljjkbaar had neergs- legd. Daarep moest elke veroordeeling in dezen vallen. 2. Voor het geval de rechtbank over het eerste anders dacht, heeft pl. gedemonstreerd, dat behoorljjke feiten aan deze zaak niet ten grondslag liggen, dat er geen bewjjs uit te constru- eeren is, doordat de dagvaarding de zaak begrenst. 3. Loopt men gemakkelijk over de feiten heen, dan is een eigenaardig gevolg daarvan, dat men moet zeggen deze verduistering heeft als grondslag een verduistering. Ook daarom is veroordeeling uitgesloten. Dit waren de conclusiën bjj de eerste behandeling en daarop beslist de recht bank zes getuigen te hooren. Door dit verhoor is pl. in zjjn meening versterkt, de rechtbank kwam er verder door van huis, zjj zeiden hun eenstemmig dat hun van een relatie met de Spaar- en Voor schotbank niets bekend was, wel met J. W. Bôdeker. Bekl. trof buiten hen om een persoonljjke regeling voor hen met de Spaar- en Voorschotbank. De latere boekingen zjjn van geen belang voor deze zaak. Stel, dat de rekening-courant niets gaf, dan bljjkt uit de feiten, dat de gelden, door de kas van bekl. gegaan, verduisterd zjjn ten nadeele van Van Anken e.a. Uit het Duitsch vertaald naar een novelle van Wilhelm Hauff. 21) „Zal ook zjj mjj niet gelooven", sprak hjj bekommerd tôt zichzelf, „zal ook zjj aan de snoode woorden van haar gemaal meer waarde hechten, dan aan de een- voudige, onopgesmukte waarheid, die ik vertelde Wat beteekenden die won- derljjke blikken, waarmee ze mjj onder mjjn verhaal somwjjlen aanzag Hoe kan dit verhaal haar zoo diep aangrijpen, dat ijj verbleekte en sidderde ?j Zou het dan werkeljjk waar zjjn, dat ze veel van mjj houdt, dat zjj innige deelneming voor mjj gevoelde dat zj) geraakt werd door den hoon van haar echtgenoot, die mjj in hare oogen zoo diep had moeten doen dalen En wat wilde zjj dan, toen zjj opstond als om te spreken Wilde zjj de ongepaste woorden van Faldner terug- houden, of wilde ze mjj verdedigen Hjj liep onder deze woorden haastig de kamer op en neer, zjjn blik viel op de roi, die het beeld bevatte; hjj zag het bitter laehend aan. „,En hoe kon ik mjj ook door een ge- voel van schaamte laten meeslepen, mjjn hart voor menschen te ontsluiten, die het toch niet verstaan van dingen te spreken, die vele lieden zoo vreemd zjjn. Het slechte, het gemeene is hun immers veel lieyer, sohjjnt hun natuurlijker dan het buitengewone, het goede in den mensch hoe kon ik van uwe lieve wangen, van zoeten mond spreken tôt deze dwazen O, gjj artn, arm meisje, hoe veel edeler zjjt gjj in uwe ellende, dan deze vossen- jagers en huns geljjken, die werkeljjke ellende en bedekte armoede slechts van hooren zeggen kennen, en iedere deugd, die zich buven het alledaagsche verheft, als een sprookje uitlaohen. Waar gjj thans moogt zjjn En of gjj nog aan uw vriend en die avonden denkt, die hem zoo gelukkig maakten In zjjne oogen sohoten, toen hjj be- dasht welk bitter onrecht de menschen heden dit arme schepseltje hadden aan- gedaan. Hjj wilde zjjne tranen onder- drukken, maar zjj stroomden sleehts nog overvloediger. Er was een teedere snaar in zjjn gemoed aangeraakt, welke hjj zoo weinig mogeljjk aanroerde. Maar in oogen- blikken als deze, waarin de smart der herinnering, en zjjne hopeloosheid hem zoo zwaar drukten, kwam de lang ver- borgen kommer des te heviger te voor- schjjn, en deden hem schier aile Ievens- moed verliezen. Frûben overdacht den volgendenmorgen het gebeurde van den vorigen dag en kon de gedachte niet van zich zetten, of het niet beter was een huis te verlaten, waar hem bjj een langer oponthoud nog vaker zulke onaangenaatnheden wachtten, toen de deur openging en Faldner terneer- geslagen en beschaamd binnentrad. „Gjj zjjt gisterenavond niet aan tafel verschenen, gjj hebt u heden nog niet laten zien", begon hjj, terwjjl hjj nader kwam. Gjj zjjt boos op mjj, maar wees verstandig en schenk me vergiffenis. 'k Had te veel wjjn gedronkan, ik was verhit, en gjj kent mjjne zwakke zjjde, dan kan ik het plagen niet laten. Ik ben er genoeg voor gestraft, doordat de heerljjke dag zoo ellendig eindigde, en dat mjjn huis vier weken lang het onder- werp van aller gesprek zal zjjn. Ver- bitter mjj het leven niet geheel en al en wees wéér vriendeljjk tegen me evenals vroeger." „Spreek liever in 't geheel niet meer van die geschiedenis", antwoordde FrOben stroef, terwjjl hjj hem de hand bood „Iaat ons er over zwjjgen. Morgen denk ik te vertrekken." „Wees niet dwaas riep Faldner ver- schrikt, die dit niet verwacht had. ,Om zulk een voorval dadeljjk weg te willen gaan. Ik heb het immers altjjd gezegd, gjj zjjt een heethoofd. Neen, daar komt niets van en hebt ge mjj dan niet be- loofd zoolang te blijven, tôt er brieven komen van Don Pedro? Gjj moogt nog niet weggaan en voor het gezelschap van gisteren behoeft gjj u niet te schamen, zij allen en in 't bjjzonder de vrouwen, hebben mjj duehtig uitgescholden, zjj gaven u het volste recht en zeiden, dat ik van ailes de schuld had." „Hoe gaat het uwe vrouw vroeg FrSben om van deze herinneringen af te stappen. „Geheel hersteld, het was een kleins schrik, wjjl zjj vreesde, dat wjj ernstig twist zouden krjjgen zjj wacht met het ontbjjt op u. Kom thana mee naar be- neden en wees verstandig en billjjk. Ik moet weg, duid het mjj niet ten kwade, de molen wordt vandaag aan den gang gebraeht. Ge bljjft dus „Nu, ja dan", zeide dejongeman. Hjj volgde met een zonderling gevoel, dat hjj zelf niet wist te verklaren, den baron. Deze, in de wolken over de snelle ver- zoening met zjjn vriend, snelde hem vooruit, berichtte zjjne vrouw, wat hjj Pl. vraagt thans op dezelfde, maar ver- sterkte gronden met voile overtuiging uit juridischen kjjk op de zaak (met de mo- reele kwestie laat pl. zich niet in) ontslag van rechtsvervolging of vrjjspraak met ontslag uit de preventieve hechtenis, al thans voor deze zaak. Bekl. zit echter ook voor iets anders preventief. D'arom wil pl. practisch zjjn en kan de bestissing wel worden opgeschort. Het onderzoek wordt gesloten, de uit- spraak bepaald op 16 Dec. a.s. (W. Ct.) Men meidfc uit Noordwjjk aan Zee In den nacbi van Zaterdag op Zondag is het groote, pas in 1920 geopende pension Duin en Dal arn den Rembrandt- weg voor een groot gsdeelte uitgobrand. De schade is door verzekering gedekt. Omtrent de oorzaak van den brand tast men in het duister. Het gebouw was onbewoond. De eigenaar, de heer P. J. Klein, had verleden Dinsdag ailes nog in orde bevonden. De brand ontstond aan de windzijde en werd door een agent van politie op zjjn nachteljjke ronde onldekt. De allerjjl gewaarschuwde brand wt r Ver- mooht alleen de benedenverdiepihg té be- houden. Zondagmiddag is op den weg tus schen Abcoude en WeespertK-apel een motorrjjwiel in botsing gekomen met een auto. De motorrjjder was dkdeljfk dood Degene, die op de auto zat, is ernstig gewond naar het O. L. V. gasthuis te Amsterdam vervoerd. Hjj is nu o verleden, Bernh&rd -*n. Séraphin Grûnbaum, maar als een aven turier eerste klas verdient zjjn le\ jnsloop gememoreerd te worden. Aanvankeljjk was hjj stalknecht aan het hof van keizer Frans Jozbf te .Weenen. Zjjn beschaafde manieren yielen op en zoo werd hjj bevorderd tôt lakei. Toen Grhnbaum lang genoeg het op- treden der adelljjke jongelieden had be- studeerd, verdween hjj plotseling om weldro, nauweljjks ^22 jaar oud, in een der voornaamste hôtels van Londen op te duiken. Hjj droeg thans een monocle in het oog en een anjer in het knoopsgat. Hjj noemde zich baron Grtlnbanm, ver- keerde in de beste clubs, had veel geluk bjj het spel en speelde zelfs gerueht- makende partjjen kaart met den prins van Wales. Er werd veel over den baron gesproken en de bladén publiceerden zjjn portret. Zoodoende kreeg het Oosten- rjjksche gezantschap lont van de zaak en Grtinbaum verdween. Ditmaal reisde hjj naar New-York met talrjjke aanbevelings- brieven uit de beste Londensche kringen op zak. Hjj bracht het in New-York zoo ver dat hjj uitgenoodigd werd tôt de ontvangsten die Astor voor de 400 voor naamste leden der Society organiseerde Toen gebeurde het dat hjj naar aanlei ding van een minder suivere financieele transactie voor een tiental maanden in de beruchte Sing Sing gevangenis terecht- kwam. Onmogeljjk geworden te New- York keerde hjj naar Londen terjig. waar hjj ditmaal als graaf Gregory optiad, Een paar jaar leefde hjj afwisselend té - Londen en te Parjjs. Toen keerde hjj echter naar de Vereenigde Staten terug en daar heeft hjj toen het toppunt van zjjn roem bereikt. Hjj verkeerde in de allervoornaamste clubs, had eigen ren- paarden die te Newport liepen en bjj het concours hippique op Madison Square had bewerkt en verliet daa na het huis. Had dan heden ailes oneens een ge heel andere gestalte verkregen, of was Frôben zelf slechts veranderd. Jozephe's trekken, haar geheele wezen scheen hem veranderd, toen hjj de kamer binnentrad. En stille weemoed, eene berustende droef- heid lag over haar gelaat gespreid, en toch was haar glimlach zoo lief, zoo ver- trouweljjk, toen zjj opstond en hem wel- kom heette. Zjj schreef het gebeurde van gisteren aan al te groote inspanning toe en scheen in 't geheel niet graag over het voorval te spreken. Maar Froben, die aan de goede meening zjjner gastvrouw ten zjfnen opziohte zoo veel gelegen lag, kon het niet verdragen, dat zjj als met opzet zjjn verhaal niet aanroerde. „Neen", sprak hjj, „sta mjj toe mevrouw, nog even op de geschiedenis terug te komen. Het oordeel van die anderen kan mjj weinig schelen, wat hindert het mjj, of zulke alledaagsche menschen mjj naar hun maatstaf beoordeelen, maar, waarlijk, het zou mjj zeer veel leed doen, aïs ook gjj mjj valsch beschuldigdet, wan- neer ook gjj toegaaft aan gedaohten, die mjj in uwe oogen zoo diep moeten ver- nederen, wanneer ook gjj de waarheid betwjjfeldet van 't geen ik voorzeker niet voor zulke ooren had moeten spreken. O, ik bezweer u, zeg het mjj oprecht, wat ge van mjj en dat verhaal denkt 1" Zjj zag hem lang aan, haar schoone groote oogen vulden zich met tranen, zjj drukte zjjn hand en sprak: „0, Frôben, wat ik daarvan denk Al twjjfelde de geheele wereld er aan, ik zou weten, dat ge de waarheid hebt gesproken. Gjj weet niet, hoe goed ik u ken Hjj bloosde vol vreugde en kuste hare hand. »Hoe goed van u, dat ge mjj niet miskent. (Wordt vervolgd.) on toen »I{jke toc- e vrouw ger be- tl kookte; jjh oogen, I mantel «Mjjn hem zal 'd Chris- fk steek ten cru- tm ©m, menten PS mijn sn door t zich rSpen, 3. dat dezen 3 van tchter copie !e de 'S, al njjne nend imde hem met ?in. ude Iran ter trd

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1921 | | pagina 1