GESCHAAKT.
u
52e Jaargaiig
ZATERRAG 7 JANUARI 1922
Brukker-Uitgrever T, K, KBIMEB
Van week tôt week.
Voetbal.
Gemengd Nieuws.
Klein Feuilleton.
Alo. 2
wordi gaiezan te HBQ8EZAND Kiei-Windeweer, Rrspswoide, Wosterbraek, Foxisoi, SAPPEMËER, âLOCHTEREfi, Siddei»ura»ï, Hatlsi®, Ssbild^aide, Kaifeaia Faxhass, Ssharaiar
Harkstede, Lageland, Ovarsetn'ld, TEK BÛER, NQQRDD3IK, NOQRQRROEK, Z5J3DBROEK, MUNTENDAM, ZUÎOLAREN, NOORDLAREN, HARE3S uni
Dit BLAD verschijnt iederen WGEFSDAG en ZATERDAG,
ABONNEMENTSPKIJ8 per drie maanden 60 cent by voor-
uitbetaling. Franco per post 75 cent.
v.h. BORGESIUS ZOON.
8APPEMEEB. Tel. 418,
ADVE8TENTIËN van I6 regels 50 cent, ieder rege
meer 10 cent.
Inzending van advertenties Dinsdagsmiddags en Vrydags
middags voor 12 uur.
Voor het plaateen van Adverteatiën betreffende Handel en Nyverheid Is voor de stad Groningen alleen gerechtigd liet algemeen Advertentiebureau van H. WE8TENBORG, Mnnnekeholm
Groningen, Tel. 772,
Voor Advertentiëfl en Réclamés buitvn de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOI,LANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
GOORECHT
WEEKKALENDER.
Zondag 8 Januari. Maandag 9.
Dinsdag 10. Woensdag 11. Don-
derdag 12. Vrydsg 18. Zaterdag 14.
Voile Maan, Vrijdag 13 Januari.
Voorby demylpaal.
Daar ataan we weer aan de andere zljde
van den mylpaal.
En we zyn teleurgesteldDe
weg, dien we voor ons zien is dezelfde
en hot landschap, dat zich voor ons oog
ontrolt is niet anders dan tosn we nog
toefden vôôr het punt, dat de indeeling
van den tijd aangeeft. Wij zien voor
ons dezelfde gebrokenheid van het leven.
Al de moeiten en zorgen, al de vragen
en overleggingen zyn met ons den mijl-
paal van den tijd gepasseerd en ze ver-
gezellen ona als trouwe wachtera van den
eersten dag des jaara tôt den laataten.
De onruat en verwarring in het levan
der volkeren zijn gebleven. Het eene
voik ataat als in 1921 op tegen het andere
volk, het eene koninkrijk tegen het
anders koninkrijk en de volken zyn daar-
enboven nog in zichzelf en t6gen zichzelf
verdeeld.
In het maatschappelijk leven blijft hst
gisten en woelen en wij vragen ons af,
wat nog het einde zal zyn Of de ge-
weldige spanning, die we overal waar-
nemen, zal worden gevolgd door een
weldadige ontipanning, dan wel door een
vreeselyke catastrophe, die aile muren en
bindten van het maatschappelijk gebouw
zal doen barston en kraken.
En de politieka strijd dreigt een onge-
woon scherp kirakter te krijgen, doordat
een ieder geroopen wordt, zich in den
loop van dit jaar over den gang van
zaken uit te spreken en van aile z|jden
gewerkt wordt cm die uitspraak te btïn-
vloeden.
Waar we ook tien, het is onruat, ver
warring, stryd.
En we huiveien onwillekeurig een
oogenblik terug. Onze voeten, zoo heeft
men gezegd, ataan in de poorten van een
nieuwen tijd. He is mogelyk, dat dit
juist ia. Het werddbeeld begint zich
meer en meer in dit opzicht te wyzigen.
Wy zien andere vornen, andere verhou-
dingen.
De vraag is echtet of het een betere
tijd zal zijn.
Wanneer we trachten den weg, die
voor ona ligt te overzien, dan zouden we
terug willen gaan. Maar dat kan niet.
Wij moeten vooruit. Niet willoos als
voortge3tuwd, maar welbewust met een
vast doelpunt in 't oog.
Wij hebben een positieve taak te ver-
vullen, ook ala de weg donker sehijnt en
de toekomst bang.
Een pzsitiev* taak.
Velen zijn er op 't oogenblik, die ver-
keeren in een soort apathie, een gevoel-
loosheid om hun krachten in te apannen
om met vereende energie voor hun be-
langen op te komen. Veraohiilende fac-
toren zijn daar de oorzsak van. Machte-
looaheid, tegenwerking, gebrek aan steun,
aan waardecring.
Zal deze toestand Iang duren En zal
daardoor de lijdenaweg, waarlanga wij
het economiscb evenwieht moeten berei-
ken, een lange zjjn
Wij weten het niet wij moeten
afwachten.
Besefïen wij, dat in het „heden" van
ons persoonlijk doen, de kiem ligt van
wat ons leven ona in de toekomst geven
zal, dan behoeven wij voor de toekomst
niet ongerust te zijn. Dan zullen we de
kracht vinden om aan de komende moei-
lijkheden het hoofd te bieden. Dan
zullen we welgemoed de hand aan den
ploeg siaan en ons paraat maken voor de
dingen die komen zullen,
Dan zal de geeat van afzondering, op-
sluiting in eigen kring, morren over ailes
en nog wat, plants maken voor den geest
van organisatie, van durf en van levens-
kracht.
Onze voormannen en leiders wacht een
moeilyke taak. Zy moeten hun goede
inzichten in de kracht van organisatie
tôt heil van 't algemeen, steeds en steeds
meer in breeden kring propageeren.
Dan gaan wij met goeden moed het
nieuwe jaar in. Dan treden we vol
strydlust de verkiezingscampagne tege-
moet.
Al is er in het afgeloopen jaar veel
schaduw geweest, er zijn ook lichtpunten,
die ons de kracht geven tôt opbouwenden
arbeid.
De naderende verkiezengen.
Spoediger dan men denkt zitten wij
in de verkiezingscampagne. De tijd gaat
snel. Glipt ahs 't ware door onze handen
heen. Wy sehrijven nu reeds weer
Januari.
Overal in den lande laait de actie
reeds op.
De openbare debatavonden gaan er zoo
langzamerhand van tusschen uit. Alge
meen komt men tôt de overtuiging, dat
openbare débatvergaderingen weinig be-
teekenis en weinig nut stichten. Want
gewoonlijk wordt niet hy, die do waar-
heid aan zyn zijde heeft, maar degene,
die het handigst weet te debatteeren en
door allerlei kwinkslagen en loopjea zijn
tegenstanders weet in 't nauw te dry ven,
toegejuicht. De openbare débat vergade
ringen beginnen te gelijken op voorstel-
lingen, op amusementen, die alleen nog
maar meer geschikt zijn om de lachlust
van 't publiek op te wekken.
Ists anders is het met onze cursus-
vergaderingan waar sprokers de verschil-
lende vra&gstukken, neergeîegd in het
strydprogram, komen ontwikkelen.
Die zijn niet genoeg aan te bevelen.
En dan de lectuur. Ook die is een
belangryke zaak. In de eerste plaats is
't wel de pers, die in 't centrum van
de strijd moat ataan, maar daarnerens
moet onze zorg zijn gewyd aen andere
propaganda-lectuur. Voor kleine en dui-
dalijk gestelde, prettig lezende geschrift-
jes moet worden gezorgd. Het gesproken
wocrd kan grooten indruk maken, maar
het gesehreven woord diepsr.
En dan huisbezoek. Door een matig
gesprek bereikt men dikwijls meer, dan
door een reclameachtige vergadering.
Een stille en rustige, doch niettemin
kr&chtige en energieke propagauda, moet
steeds het devies zija.
De zee des socialen leoens.
De zee des socialen leveas was in het
jaar, dat ging, al evenmin kaim als thans
nu de westerstorm zijn macht toont. En
het laat zich aanzien dat 1922 geen lief-
lijker beeld te aanschouwen zal geven.
Er loopen zware grondzeeën over den
bodem des maatschappy. Het gevaar
bestaat, dat menige maatschappelijke
instelling zal wankelen en vallen. Immers
is het evenwieht geheel verstoord en voor
dit terugkeert, zal er heel wat verschui-
ven, verwikken en bewegen. Langzamer
hand moet ailes weer op zijn plaats
komen. En de rangschikking kost niet
zelden ontzaglijke moeite, omdat die
aangewezon plaats de me&sten niât be-
vredigt.
Welke plaats gunt gij ons iu de maat
schappy zal gevraagd en over het ant-
woord *t,l gestreden worden heftig en
met vertwijfeling vaak, want wie eena
teruggedroogon is, vreest met recht, dat
hij slechts met groote moeite vooruit
komt. Iedereen voeit, dat teruggang niet
te voorkomen is. In dit jaar is duidelijk
geblsken, dat het economisch leven aehter-
uit loopt ailes wijst op daling. De
inkomsten gaan sterk achteruit. De
fiscus merkt het al danig de opbrengst
zakt aanmerkelijk.
In verband hiermee moet ook de alge-
meene levonsstandaard dalen. Daar is
nu eenmaal geen ontkomen aan. 't Is
maar de vraag of die daling met gewel-
dige schommelingen gapaard zal gaan, ja
dan neen. Het eerste is wel te hopen,
maar niet te verwachten. Het Uatste
staat te vreezen.
Wat staat ons nu te doen? Dit. We
moeten zedelçjk besef en verantwoordè-
lçjkheidsgevoel aankweeken in aile krin-
gen. Bij patroon en arbeider.
Den patroon moeten wjj aanzeggen, dat
hg niet van de malaise gebruik mag
maken om door onnoodige loonsverlaging
zijn winstmarge te verhoogen. En tôt
den arbeider zullen wij moeten zeggen,
dat hij ongetwijfeld mag waken tegen
verslechtering van levenspositie, zoo dit
maar eenigszins mogelijk is, doch dat h(j
daarnevens een open oog behoort te
hebben voor de warkelijkheid, die alge-
meene levensversoberiag onvermijdeljjk
maakt.
En wij allen zullen ons moeten be
naarstigen om ons scheepken den rechten
weg te doen kiezen over de zee des
socialen levens, S.
De wedstryden van Zondag a.s.
Ofschoon op het moment, dat wij dit
sehrijven, het er niet naar uitziet, dater
Zondag gespeeld zal kunnen worden,
zullen we toch maar met ons overzicht
van wal steken.
In de le klasse is nu ongeveer de helft
van het aantal wedstrijden gespeeld. We
zien hier Be Quick vast aan het hoofd
staan met het prachtige doelgemiddelde
41—5. Op de withemden volgen W. V.
V. en Velocitas, de hardnekkige tegen
standers. Wie van deze beiden aan 't eind
van het seizoen de 2e plaats gaat innemen,
is volstrekt nog niet te zeggen. Zondag
zal het bij W. V. V.Velocitas niet aan
spanning ontbreken we voelen hier het
messt voor een gelijk spel. Het kranige
Veendam, dat op de 4e plaats prijkt, trekt.
Daar Assen en kan daar zeer zeker winnen.
Of 't gebeuren zal Op Veendam en
Achilles volgen 3 clubs van ongeveer
gelijke sterkte Alcides, Forward eD
Frisia. Zondag wordt te Leeuwarden
FrisiaAlcides gespeeld, we gelooven in
een kleine Friesche zege of een geljjk
spel. Up'ight en G. V. V. de candidaat-
hekkensîuiters. De wedstrijd G. V. V.
Forward zal den rood-witten neg wel niet
aan de zoo noodige puntjes helpen. In
IIA ontvftugen de Velocitas-reserve's het
sterke Friesland. We gelooven in een
overwinning, hoewel een kleine, der
gasten. Alcides II heeft Leeuwarden te
gaat, hier is een gelijk spel of esn over
winning der bezoekers te verwachten.
In IIB slechts de wedstrgd Groningen
Attila, die de Assenaren moeten winnen,
willen ze in de running om het kam-
pioenschap bljjven. IIIA Ook hier slechts
I wedstrrjd H. S. 0. II-G. V. A. V.
Een mooie, apannende wedstrgd ligt hier
zeker in de I\ja der verwaehtingen. Wie
winnen zal? We houden G. V. A. V.
voor de si >rkere, maar dat H. S. C. voor
de verrassing zorg«
G. V. B. Oost. la klasse: Sappemeer
II zal naar Pekel t trekken cm Harjosteff
te ontmoeteo. Wij houdsn bet op de
thuisclub. H. S. C III trekt ia de
morg9nuren al naar W. V. V. III. Als
de kraaien dezen wedstrijd serieus op-
vatten, bestaat er kans, dat ze de laatste
plaats aan haar tegenstanders overSaten.
Voor de 3a klasse vallen er geen bjjzon-
dere feiten te vermelden.
Dinsdagmiddag is, tijdens een on-
weder, dat zich boven Delft ontlastte, de
biiksem op het telefoonnet geslagen, ten
gevolge waarvan bij vele abonné's de
verbinding werd verbroken.
Te Hengstdgk (Zeeuwsch-Vlaande-
ren) is de 83jarige A. Danckaert door een
looomotief van de Zeeuwsch-Vlaamsche
Tramwegmaatschappjj overreden, en aan
de bekomen verwondingen overleden.
Woensdagmiddag is van den snel-
trein No. 18, die 4 02 uit Rotterdam
vertrekt en circa 5 uur Leiden passeert
een passagier lste klasse tusschen Leiden
en Haarlem uit den coupé gevallen. De
machinist van trein No. 218, die te 4.10
van Rotterdam gaat, zag hem op de rails
liggen, waarna de trein stopte. De man
werd opgenomen en naar Haarlem ge-
braoht, waar bleek dat z{jn toestand vrjj
ernstig Was.
Hoe het kwam dat de reiziger uit den
coupé is gevallen, of dat er aan moedwil
moet worden gedacht, is nog niet opge-
helderd.
Als gy meent vele zaken te weten,
g, bedenk dan, dat er oneindig meer 7
zyn, die gy niet weet
Nadruk verboden.
1)
Het bal bij den generaal liep ten einde,
de talhoze waskaarsen waren byna afge-
brand, de laatste quadrille werd gedanst.
Daarna bogen de gepoederde hoofden der
dames en die haren cavaliers voor elkaar,
de kleeieren ruischten, de waaiers klap-
perden en de roep naar rjjtuigen klonk
door d< ruimte.
Gravin Schwichard liet zich in da kleed-
kamer de pels om haar voile, nog immer
achoonc schouders werpen. Naast haar
stond een slanks, heerlyke geatalte, haar
dochter Armgart, eveueezis in een grooten
warmei pelsmantel gehuld, waaruit haar
lief kopje zich als een wonderschoone
bloem ephief. In het gepoederde haar
pryktei rozen, onder de ijne wenkbrau-
wen lichtten donkerbruine oogen met
heerlyksn glans en om den lieven mond
speelde een scbaiksch lacbje. Zij scheen
geheel het tegengestelde te zyn van haar
trotscht moeder, hoewel er voor een
scherp opmerker toch nog wel eenige
overeenkomst in de trekken viel te be-
speuren. Juist heden, nu het jonge meisje
al haai wilskraoht aanwendde, om haar
innerlijke ontroering te behecrschen, viel
er meergelijkenis te bespeuren dan anders.
De jonge en schoonate cavallier van het
het gezelschap, die zooeven in de laatste
quadrille haar partner was geweest, had
direct by den aanvang van den dans haar
hand licht gedrukt, haar een warmen,
diepen blik uit zyn flikkerende, bruine
oogen toegeworpen, »n terwijl ze in haar
ontroering eenige verkeerde pasjss maakte,
haar gevraagd, of ze zyn voorslag in over-
weging had genomen. In haar verwar
ring had Armgart zich naar de verkeerde
zij gewend, doch toch nog tyd gevonden.
hoogblozend, ontkennend met het hoofd
te sohudden.
By een tweede ontmoeting in do wen-
dingen der quadrille, had ze hem evenzoo
snel, doch zacht beduid, dat ze de hoop
op de toestemming van haar marna nog
niet geheel liet zinken, waarop hij haar
door een teeken te kennen gaf, dat allés
voorbereid was en hjj slechts op het af-
gesproken teeken wachtte. Hoe had haar
hart geklopt en gebeefd bij zyn woorden 1
Ach, waarem was die heerlijke schoone
man toch niet in stand en vermogen
haar 's gelijke
Een beweging van haar moeder riep
haar tôt de werkeiijkheid terug. Een
gebiedende wtnk van de gravin zond de
lakeien heen en de statige dame maakte
een halve wending naar haar dochter in
plaats van naar de deur, waar generaal
von Hoppeatodt, de stadskommandant, op
haar wachtte, om haar aan zyn hand de
trap af te voeren.
Je hebt de laatste quadrille weder
fouten gemaakt en uw danser daardoor
in groote verlegenheid gebracht", sprak
mevrouw in 't Fransch tôt haar dochter.
Een comtesse Schwichard mag zich aan
dergelijke iets niet schuldig maken, want i
aller oogen zyn op haar gericht. Uwi
opvoeding, Armgart, kost my te \epl
moeite, ik zal het aan andere handen t<oe-
vertrouwen. Morgen om elf uur moJtje
bereid zyn, mijn neef, graaf von Trosche,
te ontvangen, die uw hand voor zijn zoon
komt vragen. Ik heb het jawoordgegeven,
de zaak is afgedaan.
De gravin verliet het vertrek, zonder
verdar de minste notitie van haar dochter
te nemen. Deze blikte als wanhopig
en verwezen rond. In haar oogen lag
stomme vertwyfsling, haar pels benauwde
haar tôt stikkens toe. Zy lei hem af,
keerde zich om en zag haar doodsbleek
gelaat in den spiegel. In het haar pryk-
ten nog de rozen en by den
aanblik dier bloemen herstalde ze zich
plotseling fier richtte ze zieh op en uit
geheel haar gelaat sprak een vast besluit.
Ze nam oen roos uit bet haar en giag.
Buiten bracht ze de roos tweemaal aan
haar lippen, liet haar daarna vallen en
ijlde haar deftig aan den arm van den
generaal voortschrijdends marna zoo vlug
na, dat ze deze op de sleep harer japon
trad een pijnlijk voorval, dat eenig
oponthoud veroorzaakte. Armgart ver-
ontschuldigde zich, doch de gravin ver-
waardigde zich niet te antwoorden. Esrst
nadat de comtesse haar handschoen, die
zy vergeten had, moest terughalen, en
zoo wederom eenige vertraging veroor
zaakte, kon de gravin eenige scherpe
woorden niet onderdrukken. Want om
gesn g^Bae'ie verwarring in de voorkomende
ewuîpages te veroorzaken, moc3ten de
*beide dames nu wachten, tôt nageaoeg
aile rytuigen de gasten had weggevoerd.
^Mevrouw de gravin was iets dergelijks
niiet gewend. Ze placht het laatst te
kAmen en het eerst weder heen te gaan.
Âîs een avonturierster in de voorzaal te
r siaan wachten, dat was haar tôt nog toe
nog niet overkomen. Ze deed, alsof haar
dochter heel niet aanwezig was, doch
haar trekken spraken duidelyk genoeg
Àrmgarts schuld was groot.
Eindelijk konden de dames instappen.
De gravin wendde gedurende den korten
rit haar dochter den rug toe en verliet
bij de thuiskomst het rytuig. zonder naar
Armgart om te zien. Haar gelaat had
een strenge, harde uitdrukking, het hoofd
trotsch opgeheven, doorschreeed ze het
voorportaal, besteeg de trap en zocht haar
vertrekken op.
Ze boezemde haar lieden steeds vrees
in, doch heden lag er een byzonder harde
trek op haar gelaat de haar bedie-
nende vrouwon hadden een moeilijk uurije
te doorleven. Sprak ze ook weinig, toch
waren haar toornige, verachtelijke bewe-
gingen de duideiyke bewrjzen, iu welke
stemming ze verkeerde.
Eindelijk werden de vrouwen wegge-
zonden en zag de gravin met een tevreden
blik in den grooten Venetiaanschen spiegel.
Een roodzijden gew&ad omgaf haar figuur,
haar hoofd was bedekt met een turban
van Turksche stof, om haar hais lag een
fijn gestikte linnen doek. Ze liet zich
in haar zstel vallen, daoht even na en gaf
toen bevel, comtesse Armgart te roepen.
't Was laat, allicht sliep het jonge
meisje reeds, in allen gevalle lag zo reeds
te bed maar dan moest ze maar weer
opstaan en zich laten kleedec eu friseeran.
Dat kon een geruiinen tijd duren, wes-
halve de gravin geduldig bleef zitten
wachten. Uitstellen wilde ze dit onder-
houd beslist niet. Morgen moest Armgart
weten, hoe ze zich als toekomstige gravin
von Trosche te gedragen had. In de
heerlykste beelden zag ze Armgarts toe
komst reeds voor zich.
En mocht haar dochter dan verwarring
brengen in menuettes, quadrilles en ook
in de harten dan was het niet meer
haar zaak, maar wel dis van haar ge-
maal
De gravin verzonk een zelden voor
komende gebeurtenis eenige oogen-
blikken in gepeins over haar eigen jeugd.
Had ook zij niet meermalen door een
blik of een innemend lacbje quadrilles
in verwarring gebracht en haar danser
Met een lichten zuoht keerde ze tôt
de"' werkeiijkheid terug eu verwonderde
zich, met een beweging, waaruit duidelyk
haar ongeduld sprak, er over, dat Arm
gart zoo lang uitbleef.
Ze belde.
De kamenier verscheen zoo snel, dat
het vermoeden voor de hand lag, da tze
voor de deur reed3 op het beilen had
staan wachten.
„Comtea38 Armgart vroeg ze kort.
De kamenier antwoordde niet, doch gaf
het naast haar sta&nde meisje een wenk,
om nader te komen, wat deze bevend
deed.
„Wat is er? Wat wil je, meisje? Is
de comtesse niet wel vroeg ze scherp,
Het meisj e kwam nader en fiuisterde
de eenige woorden.
„Onmogelijk Je haalt direct de com
tesse riep de gravin, doch het bevel
der vertoornde gravin werd ditmaal niet
uitgevoerd. De kamenier trok met de
schouders, de gravin zag het, en wenkte
de beide vrouwen nader te komen, ter-
wyl ze bedaard zei „je hebt zeker ge-
droomd, Marie De comtesse is met my
in het rytuig gestapt en na my uitge-
stegen I"
Het mei9je schuddo ontkennend het
hoofd en herhaalde het bericht van dasr
even. De comtesse was waarschijnlijk
wel rnee in 't rytuig gegaan, maar uit-
gestapt was ze niet.
Marie waagde de opmerking, dat de
comtesse misschien in 't rytuig was inge-
slapen en zoo hiermede in de remise ge
bracht.
(Wordt vervolgd.)