GESCHAAKT. 52e Jaargang ZATERDAG 14 JANUARI 1922 No. 4 Drukker-ïïitgrevsr T. K. KFEMER Van week tôt week. Klein Feuilleton. YOETBAL. CîemeHgd Nieuws. wordt geiezen te H006EZAND Kiei-Windewesr, Kropswoîde, Weeterbraek, Foxhol, SAPPEPSEER, SLOCHTEREN, Sid't^baranHsiion, Sstiildwstde, &i!ba*s Fexbas!Scharmer H&rksteda, Lageland, Oversebiîd, TEK B0ER, KOOBDOIJK, N0QR08RQEXZUIDBROEK, UUNTENDAM, ZUSOLAREH. H0QROLAREK, HAREM enz Dit 8LAD verschijnt iederen WOEN8DAG en ZATERDAG ABÊNNBMENT8PKIJ8 per drie maanden 60 cent bij voor uitbetaling. Franc© por post 75 cent. v.h. BÔRGE8IUS ZOON. SAPPESIEBB. Tel. 41S, ADVER'TENTIËN van 15 regels 50 cent, ieder regel ineer 10 cent. Inzeuding van advartenties Dinsdagsmiddags en Vrijdags- middags voor 12 uur. "Veor het plaatsen van AdverteatiëB betretfende Handel en N^verheid is voor de stad Groningen alleen gereehiigd S?n*i*l?e«, Tel. 772, V#cr AdvesrtentfFn en Réclamés bwtmn de prsvincie Groningen is alleen gerechtigd hel Advertentiebnreau „HOLLANDIA" het algemeen Advertentiebureau van H. WESTENBORG, Munnekeholm 's Gravenhage, Tel. H 7614. GOORECHT Officieel Orgaan vaor HOOGEZAND, SAPPEMEEB en SLOCHTEREN. WEEKKALENDER. Zondag 15 Januari. Maaudag 16. Diusdag 17. WoeDsdag 18. Don- derdag 19. Vrijdag 20. Zsterdag 21. Zonsopgang Zondag 15 Januari te 8.5, ondsr te 4 18. Laatste kwartier Vrijdag 20 Januari. Cannt. Er zyn wel eens ongunstiger berichten te meiden geweest dan deze week. Aller- eerst de ratificatie van het Engelsch- Iersche verdrag door het Iersche parle ment, waardoor wel niet als brj tooverslag rust en vrede in dit door burgeroorlog zoo zwaar geteisterde eiland zullen terug- kesren, maar waardoor toch de mogelijk- heid op een vredslievende oploasing grooter wordt dan ooit te voren. En verder is er de conferentie te Cannes, waarvan gezegd is (ofschoon dit niet de eerste is, waarvan zulks gepro- feteerd wordt), dat zij de belangrijkate worden zal van de reeks conferenties, die in de laatste jaren gehouden zijn. En dat zijn er vele. Wie de thans te Cannes gehouden wordende besprekingen nagaat en ook kennis nam van het vooroverleg, dat tusschen Lloyd George en Eriand plaats had, krijgt wel eenigermate don indruk, dat het besef begint door te breken, dat het vredesverdrag van Versailles een misgreep is geweest en stringente door- voering er van geljjk staat met de ruï- neering van Europa. Meer in het bijzonder tyn het de Engelsehe Staatslieden, wier oogen allengs opengegaan zijn voor de economische gevolgen van de aan Duitschland opge- legde vredesvoorwaarden, Het voorstel om de dit jaar door de Duitschers in goudmarken te betalen echadevergoeding aterk te verminderen, levert van het verbeterde inïieht bewijs en geeft uiting aan de hoop, om door een gemodereerde houding der algemeene economische verwording althans te beteu gelen en straks te verbeteren. Dat het gemakkelrjk zal zyn voor deze gezonde denkbeelden brj de betrokken landen algemeene instemming te doen vinden, is intussehen niet waarsehijnlijk. Het zyn meer in het bijzonder Frankrijk en België die heel wat tegenstand zullen bieden, als aan de Engelsehe inzichten de baan vry gelaten wordt, De finantieele toestand, met name ook van Frankryk, is hopeloos slecht. En conder de Duitsche schadevergoeding wanhoopt men er bijna aan om het land goede floanciën terug te geven. Daarbij komt dan nog de vrees, dat binnen afzienbaren tyd zal worden be- gonnen aan de reconatructie van Rusland, waarby Duitschland een onmisbare fac tor is. Intussehen is het te wenschen, dat de drang der feiten zoo sterk zal worden, dat de tegenstand opgegeven moet worden om het ailerergste te voorkomen. De manseh is hardleersch en sommige volken niet minder. Zij trachten niet zelden het onmogelijke zoo lang te hand- haven, dat zij achteraf moeten bekennen al te vasthoudend te zijn geweest. Indien Cannes ons op den weg der reconatructie ook maar één sshrede verder brengt, dan zal de daar gevoerd wordende strijd niet nutteloos zijn. Hat gaat om den eersten stap. Slechte finaneiën. 't Is wel eenigszins begrijpslijfc, dat de Fransche staatslieden krampachtig vasthouden aan wat van den Oostelyken buur te vorderen is. Het gaat om hun leven. 't Staat er in de Fransche repu- bliek in ônancieel opzicht niet al te best voor. De staatsschuld, die in 1914 op 27 milliard stond, was in het laatst van 1918 geategen tôt 171 milliard. Sinds kwam er nog meer dan 150 milliard brj en ging het zoo door, dan ware binnen 10 jaar het duizelingwekkende bedrag van 5 maal honderdduizend millioen bereikt. De schuld, thans ongeveer 880 milliard beloopende, valt te verminderen met de betrekkelijk bescheiden voorschotten, welke door Frankrijk aan enkele gealli- eerde landen zijn gedaan en met wat het van Duitschland te goed heeft. Fransche financiers hebben berekend, dat de staatsschuld van hun land in 1980 toch nog een dikke 400 milliard zal bedragen. De rente welke daarvoor beta&ld zou moeten worden, zou bijna het voile be- drag der tegenwoordigs Fransche inkom sten, zijnde 25 milliard, verslinden. Indien men nu in aanmerking neemt, dat thans aan rente betaald wordt 13 milliard en dat de militaire uitgaven niet minder dan 7 milliard bedragen, is het duidelijk, dat voor de burgerlijko uit gaven een bsdrag overblijft, dat verre beneden de behoeften is van het land, dat, in tegenstelling met aadere landen, tijdens den oorlog weinig gedaan heeft om voor zijn verhoogde uitgaven zooveel mogeiijk verhoogde inkomsten te vinden. Is 't nu nog wonder, dat Frankrijk zich blijft vastklemmen aan de vordering op Duitschland Toch zal het, om h6t leven te behouden afetand moeten doen van de tôt dus ver gevolgde politiek. Het balang van Europa en ook van dat land zelf sal daartoe nopen. Dêrrt, maar veeheggende cijfers. Duitschland, dat de delging van zijn eerste milliard goud der oorlogsschatting betsalde met een sterke daling van den markenkoers, is onmachtig om voor de tweede maal zulk een aderlaling te onder- gaan, De ontreddering zou volkomen worden. Hoa groot dit reeds is, zal duidelijk blijken uit enkele dorre, maar veelzeg- gende cyftsrs. Een jaar geleden had de Duitsche ryksbank 67 milliard mark aan papier iu omloop gebracht, la weerwi! van het feit, dat de goudvoorraad in het land afnam, stond echter de biljettenpers niet stil, terwijl juist het omgekeerde het geval had moeten zijn. De wanverhou- ding werd in sterke mate vergroot, zoodat thans de biljettenomloop gestegen is tôt 109 milliard. Daarbij dient nog gevoegd een vlot- tende schuld, die vroeg of laat door een leening zal moeten worden afgelost van 288 milliard. En last not least is er een begrooting voor het jaar, die een déficit aanwyst van 161 milliard mark. 't Zijn ontstellc-nde eijfera, die temeer nu het bedrijfsloven er ook telkenmala wordt geschokt de vrasg doen rijzen valt hier nog wat te repareeren is Duitschland te reddan Zooveel is intussehen uit dit ailes wel duidelyk, dat er niet aan te denken valt, om uit deze uitgeknepen citroen voor 15 Februari a.s. nog eens een milliard gouden marken te persen. Engeland bcgrijpt dat. Frankrijk wil het nog niet begrijpon omdat het dan onmiddellijk eigen deso- laten toestand krijgt te beredderen- Te Cannes zal er over gesproken wor- De oorvygen der levt nservaring 2 slaan ons menige dwaasheid uit X liet hoofd. Nadruk verboden. 8, Hy had syn bevelen ontvangen an voerde ze uit zelfs tegenover zyn eigan doohter zou brj niet zwak zijn geweest. Den jongen man werden de boeien a&ngelegd en niettegenstaande het klagend schreien van Armgart werd ieder naar een afzonderlyk vertrek gevoerd. Bij de pogiDgen van Paul, om zich tegen de overmachi te verietten, was Armgarts pels verschoven en had de geherpe blik der generaalsvrouw opgs- merkt, dat aan het toilet der jonge dame nog al iets ontbrak en noodig voorsieniug behoefde. „Daarvan staat niets in mjjn instructie," sprak de strenge bevelhebber der vesting als antwoord op de opmerking syner vrouw. B't Is eehter ook niet verboden," sprak deze en haastte zich om de gevangene te bezoeken, terwijl zy de noodzakelyke kleedingatukken meenam. De kommandant vergezdde haar, want hy vertrouwde de beide dames niet samen. y'k Zal zorgen, dat er geen plannen tôt ontvluchting worden gesmeed," her- cam hy. Als de comtesse zich had willen laten ontvoeren," sprak hy tôt Armgart, „dan had u ten minste voor de noodige kleeding moeten zorgen." Scikkend antwoordde het meieje, hoe se er toe gekomen was en de z&ken dezen keer hadden genomen, Het vaste besluit van haar meedor om haar neef te moeten huwen, haar liefde voor Paul, do noodzakelykheid van de diieete uitvoeriug nJa, ja. maar dat neemt ailes niet weg, blijft dersertie en insuhordinatie en zal streng gestraft wordon", antwoordde de generaal, doch niet op zijn gewoonlyk zoo barschen toon, ook had hy niets in te brengen tegen het verzoek zyner vrouw, de gevangene te mogen troosten in haar leed. Toch werden de beide gevangenen streng banandeld. Voor den comtesse wist de vrouw het modelijden van haar man op te wekken, desh den ontvoerder viel niet de minste gunst ten deel. Toch wilde B&rringten evenmin afstand doen van zyn geiiefde, als dat Armgarts wilde be- loven, haar neef te huwen. En\66r dien tyd zon Armgart niet uit da gavangenis ontslagen worden, dat was het Vaste be sluit der gravin, die zich rerwonderd afvroeg, van wie haar doehter toch die hsisstarrigheid had. yNooit vergeef ik het haar," sprak ze tôt haar neef, den graaf von Troache, „ze moat strenger hehzndeld worden, brood en water, dat is het rechte voor zulke eerveigeten meieje. Niet eerder zal ze my weder onder oogen komen, voordat ze beloofd heeft uw zoo a te willen huwen." Lachend zag de graaf de vertoernde moeder aan en boog diep voor haar. vZoo kan ik u eindelyk het doel van mijn bezoek mededeeien," sprak hy. Nu da omstandigheden zoo veranderd zyn, trekt mijn zoon zi«h terug, doch verzoekt onderdanig om de eer zyn lieve nieht Armgart, ais huwelijksgeschenk, een nieuwe équipage te mogen aanbieden. De hsre toch zal by haar overijlde vlucht wel zeer vcel geleden hebben. We heb ben het rjjtuig reeds besteld en het ver- eenigde wapen der von Schwinchards en von Bîsrriiigton er op laten schilderen. We moeten ons wel over onze dwaling bekiagen, doch merkte hij ietwat ssherp °P «'t 0Blte schuld niet en het ge zonde, scherpe oordeel onzer nicht zal, hopea we, wel den rtchten weg vinden uit de ongelukkige positie, waarin wij ons op dit oogenblik ailsn bevinden." Diep buigend vertrok de graaf en liet de gravin aan haar eigen gepeins over. nNeen, ik wil het niet," sprak ze beslist en in slechte luim. Tôt geruststelling voor haar zelf ontving ze van den kommandant een goede tyding. In sîijve, nauw leesbare letters bekiaagde hij zich over het bevei, een verliefd paar te moeten bewaken. Zulk gezuoht en gejammer hoorde niet in een vesting thuis, die toch waarlyk niât ingericht was voor de opvoeding van ontvluchte gravinnen. Om aan het gejammer een eind te maken, had hij besloten, de beide geliefden, onder streng militair toezicht, dsgelrjks twee uur samen te laten wan- delen. Spoedig to«h zouden er maatregelen worden gezonden, dat de geschiedenis voor goed een eind zou nemen. Hy had daartoe reeds een koninklyk bevel ont vangen en deelde daarom bovsnstaande aan de moeder mes. Was deze met het eer3te gedeelte van den btief niet ingenomen, het andere bevredigds haar des te meer. „Is von BarriDgten maar eerst dood» geschoten, dan zal Armgart hem wel spoedig veVgeten zyn", sprak ze, „en kan dan nog wel de beste partij uit heel het land doen. Wss het einde maar daar I" „Gslukkig had de generaai by 't den. Zij het voor Europa en de geteis terde volken met verheugend resullsat. Een nationaal gevaar. De nieuwjaarsverrassingen van de spoor heeft de bawoners der uithoeken van ons land op stelten gezet. En terecht. Het „gij zult mij elken kilometer ten voile betalen" heeft Zuid Limburg, Zeeuwsch- Vlaandereu en het Noorden, zoo ongeveer van 't sentrum van ons land afgesneden. Amsterdam ligt nu onbereikbaar ver. Den Hsag eveneens. En dit, terwijl het toch een nationaal belsng is, dat het verkaer der „raadge- westen" met „Holland", niet in de prak- tijk voor velen wordt onmogelijk gemaakt. Ieder voelt dit zelf. In Holland is de zetel der regeering. Daar moet men telkens zijn. Voor wetenschap en kunst, voor handel en zeeyaart, voor scbool en kerk. De eerste klachten brachten geen baat. De staatsspoor houdt streng vaat en de rsgeeriDg doit ook niets, krjkt zwijgend toe, hoe juist onze verste Noordelijke en Zuidelijke streken, door de nieuw-geno- men maatregelen deerlijk in de klem komen. Laat daarcm aandrang worden uitge- oefend op de volksvertegenwoordiging, opdat in de kamer een kraohtige stem opga om de toch al zoo vaak en zoo veel misdeelde uithoeken in gunstiger positie te brengen. S. Overzicht. Voor de zooveelste maal beginnen we maar weer met ons overzicht, in de hoop dat Zondag ons eindelijk eens de elementen gunstig mogen zyn. Na die wekenlange rust is dat ook zeer gewenacht. Verras- singen zyu na een lange rustperiode nooit uitgesloten en wedatrijden aïs die van Zondag a,s. AlcidesVeendam en Upright—Frisia geven daar t® meer aan- leiding toe. Toch houden we het bij beide wsdstrijden op de gasten. Bj.i Bs Quick—Achilles en G. V. V.—-W. V. V. zullen de no.'s 1 en 2 wel voor de zege zorgen, ofschoon we niet in sen bijzonder hooge Be Quick score gelooven. In IIA wint Leeuwarden thuis van de Forwardreserve's. Frisia II—Alcides II geeft meer onzekerheid. De geel-blauwen besehikksn dit jaar over een stevige ploeg die den stadgenooten Lieuwarden en Friesland het vuur reeds na aan de schenen legde maar ook de Meppe'ers mogen er zijn Een kleine overwinning lezen van 's konings bevel uitgeroepen, „zoo kan dan eindelgk de geschiedenia een eind nemen." Een uur daarna deelde het dienstmeisje Armgart de tijding mee. Wat het betee- kende, dat wist ze nist, maar de kom mandant had bevel gegeven, dat aan aile toegeeflijkheid een eind moest komen en ook de dagelijksche wandelingen moesten ophouden. Met beklemd gemoed hoorde Aimgart dit berieht aan als ook de dagelijksche ontmoetiugen niet meer werden toegestaan, dan wist ze zich immers van angst niet te bc-rgen. Drie lange dagen kwam ze niet huiten haar col, op den vierden verscheen de wacht met het bevel hem te volgan. „De comtesse zal hem nog éénmaal zien", sprak de soldant zacht en had daarbij een zoo'n medelijdenden trek op zijn gela&t, dat het Armgart bang om het hart werd. Nog éénmaal zien. Wat vreeselijk lot stond haar armen Paul te wachten Wat kon dat beteekenen nog âénma&l zien 1 Met knikkende knkën volgde ze haar gelaider. Op den wal, waar het groene gras en het gezang der vogela reeds de komst der lente aankandigden, wacht'e haar geiiefde, eveneens door een soldant bewaakt. Ook hy zag bleek en onsteld uit, boog echter beleefd, vatte haar hand, bracht die aan zyn lippen en vroeg naar haar gezondheid, drie dagen toch had hy het genot moeten missen haar te zien. Als stom staarde Armgart haar Paul aan, de angst benaut haar de spraak. De beide grenadiers hadden zich eenigszins verwijderd en snel deelde het meisje den geiiefde de woorden van den kommandant en den soldaat mede. „Dan is rngn meening juist, ik ver- wachtte zulke," sprak hij en deelde haar het bezoek van den geestelijke mede, die der tbuiscluh lykt ons het waarachynlijkst. In IIB trekt al dadelijk de „big-match" AttilaH. S. C, da aandacht niets meer of minder dan ongeveer het kampioen- schsp staat hier op het spel. Wint Attila dan zijn beide pretendenten even ver als toen het seizosn aanving. Wint H. S. C. dan is zij van een lastige tegen- stander ontslagen en dan zijn er nog slechts de kiippen Groningen en W. V. V. II, beiden uit, te ontzeilen en de zaak is gezond. Op papier lijkt de kwestie doodeenvoudig, maar H. S. C.'rs. die geroepen zult worden de kléuren van uw vereenigiDg in Assen te verdedigen, speel Zondag je beste spel werk, werk van de eerste tôt de laatste minuut en heb vertrouwen in je medespelers dan zal het resultaat gunstig zijn Ook in de 3e klasse een belangryke atrjjd SsppemeerAtilla II. Hier kunnen de Sappemeersters een plaatsje hooger atijgen in de competitie door de blauw- witten er onder te houden. Sappemeer en H. S. O. houdt Zondag de eer van HoogezandSappemeer tegen Assen hoog G. V. B. H. S. C. III ontvaDgt de leiders der competitie Bato. Een over- winning durven we niet voorspellen, laat de nederl&sg aervol zijn. Sappemeer II trekt naar Upright II en zou daar o. i. wel een punîje kunnen halen. In da 3e klasse slechts de wedstrijd Wilder- vank—H. S. C. IV. Da jongste kraaien hebben een overwinning broodnoodig, laat hun dit een aansporing zyn. De Haagsche rechtbank heeft de bedryvers van den bomaanslag tegen het huis van majoor Verspijck veroordeeld Van der Linde en Kooymac, ieder tôt aeht jaren en De Haas en Eekhof ieder tôt vyf jaren. (De eisch van het O. M. was tegen Van der Linde en Kooyman ieder vyf- tien jaar, tegen De Eass vijf en tegen Eekhof twee jaar). In haar vonnis heeft da reehtbank te 's-Grayenhaga sis wettig en overtuigend bewezen aangenomen in de eerste plaats het aan Kooyman als dader ten laste gelcgde en voorts ook behoudens een ondergeachikt gedeelte het aan Van der Linde, Eekhof en De Haas primair ten laste gelegda, dat zij als mededaders hebben gehandeld. Het aubsidiair aan laatstgenoemde drie beklaagden ten laste gelegde, volgens hetwelk zij als mede- plichtigen zouden zyn te besohouwen, verviel dus hiermede. Voor wat betrefd de uitwerking van de ontploffing en het daarvan te duchten gevaar, vereenigde de rechtbank zich met het oordeel der door haar gehoorde des- kundigen. Da bekisRgden Kooyman, Van der Linde en De Haas schenen het vonnis kalm hem over zijn familie, zijn jeugd had onderhouden. „Hy wilde mij voorbereidea, men zal my tôt den kogel veroordeelen", zei hj|. Met een kreet van schrik wierp Arm gart zich aan zijn borst. Ze daeht er niet aan, wat men daarvan zou zeggen, haar liefde alleen daed haar handelen, „Eerst moeten ze mij dooden," sprak ze, Meorst mij en dan u." Met hartstochtelijke betuigingen van wederzydsche liefde bleven ze nog eenigen tijd byeen, tôt de waoht kwam om ieder naar zyn feigen cel terug te voeren. Waarom nu reeds, gunt ons nog slechts korten tijd", bad von Barringten en drukte Armgarts gestalto aan zich. „Ik verlaat je niet, ik wil met je sterven, Paul, Ik ga niet, ik blijf hier", verklaarde Armgart en omklemde met beide armen hartstochtelijk haar geliefden Paul. Oogenschijnlyk waren de beide grena diers besiuiteioos, wat moesten ze hisr- tegen doen Emdelyk begaf er zieh één naar den kommandant, terwijl de ander by de geliefden bleef. Haastig kwam de generaal aanloopen, den steek verkeerd op, terwyl de sabel hem kletterend nasleepts, het gelaat hoogrood van toorn. Bg den aanblik der geliefden, die hem met de verklaring tegentraden, tezamen te willen sterven, niet te willen scheiden, brak hij in een spottend laohen uit. „Nu, mijnenthalve", sprak hij, „of ge dit laatste uur nog samen zjjt of niet, 't is my onverschiltig. Anderen onder- vinden er geen nadeei bg, het loopt toch ten einde." Hij gaf de wacht een wenk en ging. (Wordt vervolgd).

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1922 | | pagina 1