i GESCHAAKT. 52e Jaarg&ng WOENSDAU 18 JANUARI 1922 No. 5 Drukker-ïïitgrever T. K. KESMER Yoetbal. f Klein Feuilleton, Gemengd Ifieuws, MM wordt galazan te HOOSEZÂiO Kiel-WIndeweer, Krepwofde. Wester&raek, Foxàoi, SAPPEMEER, SIOCHTERE^, Siddabums, HaSiurar, Soh'ldwoSda, Kelhans Faxbaia, Sebarmar NfsrRstsds, Laialand, Ovarscfclld, 1W BOERt M0ORDDSJK, NOOR0BRQEK, ZUSOBROEK, MUNTENDAM, ZUSDLABEi, ROORBLAREN, HARES mt m ORECHT Dit BLÂD verscbijnt iederen WQENSDAG en ZATERDAG. ÂBONNEMBNTSPRIJS per drie msanden 60 cent bij voor- «it&etaling. Franc® per post 75 cent. v.h., BORGEBIUS ZOON. SAPPEMEER. Tel. 413= ÂD¥ ESTENT! EN van 15 régala 50 cent, ieder sregcl meer 10 cent. Inzending van advertenties Dinsdagsmiddags en Vrîjdagg. middags voor 12 uur. Yaer bef pluatsen van Advertentlën betreffende Handel en Nyverheid la voor de stad Gronmges alleen gereehtigd liât gigemeen Adveïtentiebureaii van H. WESTENBOBG, MTanaekeholm 9roaL*gea, Tel. 772. T**r AdvectenifCn ea Beulames hvittm de previncie Groaingen is alleen gereohtigd hel Advertentiebnreau «HOLLANDIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614. Ook nu wecr trad het weer aïs spel- breker op geen enkele Noordelijke le klasae wadatrijd ging door. Ook H. S. C. kon ruatig thuis blijven daar op het Isatste moment hst Attilaterrein afgo- keurd werd. Zoo werd in ons district alleen maar in Hoogezand en Sappemeer van voetbal «genoten". In de 3a klasse N. V. B. behaalde Sappemeer I, thuisspelend een 3—Oover- winning op de Attila-reserve's die onvol- tallig opkwamsn. De stand in deze gfdeeling is gesp. gew. gel. verl. p Waiffum G.V.A.V. Alerte Sappemeer H. S. C. II Attila II 6 5 2 2 1 1 1 1 2 4 8 5 12 11 4 5 3 3 tkans v.—t. 15- 7 22- 4 8- 6 10-16 6-11 8-25 Noeh Sappemeer, noch H. S. C. II zijn hier buiten geva&r, De kra&ien hebben pas 5 wedstrijden gespeald, zoodat er nog heel wst veranderen kan, maar dat moet ook I Voor den G. V. B. werd slechts 1 wedstrijd gespeeld, n.l. te Hoogezand, waar Bato in een aardigen, .xioch door de gladheid weinig fraaien wedstrijd met 4—1 won. In het eerste kwartier wist H. S. C, III zich te handhaven, doch vry plotseling ma&kte Bato dat al geruimen tijd sisrker was, uit twee goede aanvallen evan zoovele doelpunten (0—2). De zwart- hemden vaîîen dsn vinnig aan en eenige goode schotsn van Wever c.3. verdienen vermelding. Voorshands blijfi; succès echter uit. Aan de andere zyde leveren eenige corners ciets op en moet de Jonge, die als back wel voldesd, eenige malen rsddend optreden. De wainige ballen die op doel komen, weet Nijboer met eenig geiuk onsehadelrjk te maken. Dan is 't rusten. Na de pauz9 tredsn de gsstheeren eerat fiink op en niet lang duurt het of Tauben weet met een goed schot den stand op 12 te brengen. Viak daarop profiteert de Winschoter yoorhoede van esn wijfsîen van de geheele H. S. C.-verdediging en 't is 1—3. Eveu biijft Bsto voor 't kraaiecdoel zwermen, maar Knip werkt weg. Bij een der weinige H. S. C. uitvallen begaat een Batospeler een overtreding binnen de beruchte lijnen. Wever raakt bij den strafschop het îeder echter verkeerd eu de bal rolt naast. Gedureude geruimen tijd nu wsgen partijen tegen elkaar op het spel bîrift in 't midden en er wordt veelal maar raak getrspt, daar de spelers door de gladheid geen macht over den bal hebben. Tegen het eind varslapt H. S. C. en vergroot Bato den voorsprong tat 14. Bij Bato blonk het spel der middellinie, vooral dat van den spil uit. Ook de rechtervleugel goed. Bij H. S. C. de rechtshalf Blom en de backs. In de Y Oordeelt niet te hard wie zyn be- zweken onder hun last want gy weet niet hoeveel zy te dragen hadden. Y Nadruk verboden. 4) Stom zaten de beideongelukkigen byesn, de laatste woorden van den kommandant hadden hun de laatste hoop ontnomen. Was hun misdaad dan inderdaad zoo gtooi, dat het zôô moest eindigen. In Armgart ontwaakte nog iénmaal de zucht tôt het leven. Haar jong hart wilde aan dit vreeselyk lot niet gelooven, doch een blik op Barringten doode dezen twijfel bij had geen hoop meer, dat zag ze. Reeda dikwijls was de gedachte in hem opgekomen, dat men hem eenvoudig sou willen laten „verdwijnen", om Armgart te dwingen. En was nu zyn liefde niet haar ongeluk geworden Hij gevoelde hsden het verkeerde, van haar tôt de vlueht te hebben overgehaald en meende, slechts door zyn daad dit onrecht ta kunnen verzoanen en haar het leven terug te geven. Hij wilde wel lijden, als zy nog maar gelukkig werd. Hij wierp zich aan haar voeten, drukte zijn lippen op haar handen en bezwoer ti: »r, zieh na zijn dood naar haar moeders wil te voegen. ,Ik aterf ruatig, zoo ik ik je goed ver- zorgd en gelukkig weet," sprak hy. „Ik sou gelukkig zijn gelukkig zjjn zonder myn Paul, na hem in den dood te hebben gedreven riep ze met voorhoede was Teuben de beste. H. S. C.'s keeper masr zwakjes. Zuidbroek—Pekeîa. Pekela speelt met wind en son in den rug op het iets te gladde veld en is voortdurend in de meerderheid. Een mooi schot van den spil vliegt rakelings over de lat en even later volgt aene sohermutaeling voor het Zuidbroekster dosl en springt een voor den doslver- dediger onhoudbaar trapje van de doellat terug. De Zuidbro«kster rechtsbuiten breekt daarna vliegenavlug door en een ver schot achsort de vrjandelijka paal. Vervelgens weer een «aelle sanval van Pekela en als de linksachterspeler even aarzeît, zit de bal tuaschen de Zuid broekster païen. Z. V. V. geeft den moed niet verloren een mooi schot van den middonvoor belandt in de handen van den Pekelder doslman en een praehtachot van den linksbinnen heeft evenmin succès. Met dï»n stand 0—1 wordt gedraaid. Nu is Z. V. V. beduidend in de meerderheid en slechts zeïden gelukt het Peksla over de helft te komen. Herhaaldelijk ont- staan gevaarîijke oogenblikken voor het Pekelder doel, vaak troden achterspeler en doelverdediger reddend op, maar Z. V. V. komfc telkens met. vernieuwde woeda opzetlen en ware het geluk wat mesr op de hand van Zuidbroek geweest, dan had de doélman van Pskela herbaaîde maien raoaten vieschen. Pekeia verdedigt hardnekkig on hoe Zuidbroek ook werkt, succès biijft uit. Einde komt met 1 0 voor Pekela. Het moet gezegd, dat Pekela seer goed epeside, toch had esn gelijk spel of eene kleine overwinning voor Z. V. V. de krschtsverhouding beter weergsgeven. Houdt moed Z. V. V. Naar wij in het „N. v. d. D. van Nsd. Indië" lszen, liaeft zich kort voor St. Nicolaas aan boord van het s.s. aSitoebondo" op da uitreis, in den Indi- schen Oceaan een vreeselijke historié afgespeeîd. Esn meisja van zes jaar had na den maaityd om een kopje gepreparasrd ys gevraagd en zou met de sndare kinderen daarna onder leiding van den len officier op hat dek St. Nicolaasversjes gaan iustudeeren, Terwijl de kleine van het gekregen ijs smulde, is de le officier even voor een kleinigheid naar zijn hut geweest. By zijn terugkomst, hoogetens vijf minuten daarna, was het meisje weg. Onmiddellijk werd zij over het geheele schip gezocht de 3toomfluit loeide om indien de kleine ergens in een verborgen hoekje zat haar aandaeht te trekkon en het ontzetting uit, wat hem evenzeer ten hoogste gelukkig maakte als ten zeerste bedroefde. Steeds weer bad hij haar, het scheiden niet zoo moailijk te maken en zoo ver- streek de bepaalde tijd sneî. Was het werkelijk reeds zoo laat Daar verscheen de kommandant weer, in jgroot tenue, met pas gepoederde lokken, ailes fonkel- nieuw, alsof het een parade voor den koning gold. En het bstrof ook een ern- stige, de ernstigste stonde des levens, dat toonde zijn geheele houding en gel&at, toen hij op het jonge paar toetrad. Nog eenmsal hield hij comtesse Arm gart het verkeerde van haar daad voor, en vroeg haar, of zij zich naar den wensoh van haar moeder dacht te gchikken. „Badsr>k cens, comtesse, hoeveel heer- lyks het leven u nog schenken kan," sprak hij. Von Barringten vereenigde zyn he.len met de woorden van dan ouden officier, die hem daarvoor met een welwillendon blik beloonde. „U hoort," sprak de generaal, „dat de graaf zelf het ook wenscht. Het verdient wel ernstige overweging." De oogen van het meieje sc'hitterden, ze legde de handen gevouwen op haar borst en sprak: „in zijn laatste oogen blikken mag men de waarheid wal be- kennen, niet waar Zie, ook mijn uur heeft geslagen, en daarom zal ik u ailes zeggen. Ik ben moeder ongehoorzaam geweest, 'k hsb mijn ouderlyk huis ver- laten om mijnen Paul te volgen, omdat hy mij dierbaarder is dan ailes. Kon ik hem nu waer verlaten, dan behoorde ik in waarheid tôt haar, die het licht moeten schuwen en aan ieders verachting zijn, prijsgegeven. Ik heb hem willen volgen en bij hem willen blijven, zoolang God ons samen iiet zou ik nu anders denken, omdat jde mensehen ons willen seheiden. Hij moet voor mij zijn leveu opoferen, en ik zou hem niet dien trouw schip keerde terug naar de plaats waar het zich bevond op het oogenblik dst het kind het laatst gezien was. Aile zoeken was echter vruehteloos en na eenigen tijd was het schip verplicht de reis naar Indië voort te zstten zonder het vermiete kind. Dat zal verd6F een droeve reis zijn geweest en niet het minst voor do zwaar getroffen ouders. In Friesland begint ook de griep te heerschen. Eigenaardig is het, dat zij tôt nog toe niet veel op het plattsland, maar wel in de steden voorkomt. Vooraî in Leeuwarden, Sneek en Franeker komen vele gsvsllen voor; in laatsigenoemda stad zijn de scholen gedeeltelijk ontvolkt. Ta Enschede treedt de griep zoo- danig op, dat ia verschillende texiielfa- brieken hee! wat getouwen stil stsan wegens ziekte van arbeidera. Ook op kantoren eu in verschillende andere be- dryven ontbrekon telkens personen, die door de ziekto worden aangetsst. In de seholen is het aantal verzuimen abnor- maa! hoog. De ziekte is niet kwaadaardig en met eenige dagen zyn de paiiënten gewoonliik weer genszen. Een brutaal hserschap heeft zich dezer dagen toegang weten te verschaffeti in de kszerne van het 99s régiment nfanterîe, het fort Lamothe bij Lyon, waar hij zich uitgsf als smbtensar van de recherche, belast met het onderzoek naar een diefstal, waar /an Eizasser sol- daten het slschtoffer zouden zijn geworden, in den sneîtrein naar Lyon. Op het bureau van een der eempsgniën stelden zeven verlofgangars dan recherchsur 800 fr. aan fcankpapier ter hand. Da&rop vertrok de man, teneinde naar hij zcide de num mers te vergelijken. Pas den volgenden morgen hoorde de kolonel van dit staallje van brutftliteit, wa&rna hy de justitie waarschuwde. In den îoop van de vorigs woek waren bij een bouwwerk in de Buik- sloterham te Amsterdam eenige werk- loozen in dionst genomen voor het ver- richten van grondwerk. De mannen biakan evenwel niet voor hun t&ak berekend ©n werden daarom ontslagen. Zij waren dsarover dermate ontsticht, dat zij Zaterdagmiddag met wraakzuehtigS bedoelingcn naar het wsrk trokken. Een machinist van een zandtreintje moest het ontgelden. Hij werd van zijn machine gehttald en afgeroat. De mannen hebben verder vernialingen aangericht in één van de keeten, waar o.a. een telefoon is atuk geslf.gen. De politie heeft aan het op treden spoedig een einde gemaskt. De machinist bleek er nogal goed afgekomen. Zaterdagnaeht is voor de vierde maal ingebroken in het gebouw van de Vereenigdo blikfabrieken te Weeap. De brandka3t werd geopsnd. Zij bevatte slechts eenig kasgeld en zegels. Voor een waarde van pl.m. 200 wordt er vermist. Van de daders geen spoor. De Haagsche politie heeft aange- houden een 27-jarigen en een 51-jsrigen man, die in het b8zit werden gevonden vân een hoeveelheid tafelziîver, waarvan zij de herkomat niet nauwkeurig konden opgeven. Uit een onderzoek is gebleken, naar de „Res.bode" meldt, dat het tafel ziîver afkomsiig was vau inbraak, gepleegd in den nacht van Maandag op Dinsdag verleden week in een villa onder Was- senaar, waarvan de bewoeers afwezig waren. Na een herhaaid verhoor bekende esn der aangehoudenen, dat hij zich aan deze inbraak had sehuldig gemaakt en de overige gestolan voorwerpen had verkocht aan den opkooper, woneude Nieuwa Haven in Den Haag, waar werkelyk de recherche het verder gestolene in beslag heeft genomen. Toea dezer dagen mej. Baîlossier na eenige dagen afwezigheid in haar woning in de rue de Seines, waar zij met hsar moeder woonde terugkeerde, vond zij deze in een der vertrekken dood op den grond liggen. Het gelaat van de plotseling overledeue was gedeeltelijk door ratten weggevreten. Maandagmorgen ontstond op den hoek Kassmarkt-Mient te Alkmaar door onbekende oorzaak een felle brand in de lunchroom van d«n heer P. Kuyk. Het huis brandde byna geheel uit. De op den zolder gobergea meubelen van een buurman werden mede een prooi der vlammen. De beide fraaie middeloeuwsche geveltjes van dit hoekhuiB ble'ven gelukkig nog staan en zullen van gemeentewege onderetennd worden in de hoop, deze te kunnen behouden. E«n bekend Londensch geneeshesr, dr. Norman Gilchrist, heeft een zonder- lingen val ge'daan. Na een vermoeienden dsg werd hij Vrijdagavond bij oan ernstigen zieko te Esst Britoa ontboden. Hij ging aan Victoria Station in den trein en viol in slaap. Op eens schrikte hij wakker toen het station Briton bereikt was en de trein dat station reeds weder verliet. Do dokter dacht dat de trein het station binnenliep en sprong er uit, maar deed dat juist toerr zijn waggon over een viaduct rsed. Door den vsart van den trein viel de dokter over den rand van het viaduct en kwam terecht op den kap van een beneden in een open ruimte stasnde vrachtwagen. Dat was zijn geluk want door hat vallen op dien kap werd hij slechts gewond, maar hij moeBt toch in een nabijzynd ziekenhuis worden opgenomen. De „DsiIy Chron." meldt dat de vorige week te Londen vijftig personen aan de griep zijn overleden. In 24 uur tijd hadden de ambulancewagens 45 malen personen, die op straat door de ziekte waren aangetaat, vervoerd. De tram- dienst lydt zeer doordat ta! van conduc teurs en wagenbestuurders ziek liggen. Aan de politiebureaux zijn hoeveelheden quinine-pillsn ter beschikking der politio- msnnen gestsld. Te Bargercompascum is de houten school bestaands uit drie lokslen, afge- brand. Met groote moeite wist men de woning van het hoefd der school te behouden. In de herberg „Der Gtttns Baum" in de buurt van het elsgveid van Jena van 1806, vorschenen dezer dagen twee zoogenaamda Fransehe officieren in een auto. Zjj eischten de sofa, waarop Na poléon voor den slag heeft geslapen, en beriepen zich op het vredesverdrag. De sofa werd inderdaad op de auto gsladen. W&arschijnlyk heoft men hier met op- lichters te dosn. Voor den Hoogen Rasd is Maandag behandeld een cassatie-beroep van een dokter in de geneeskunde te Laren tegen een arrest van het gerechtshof te Am sterdam, waarbij hij is veroordeeld tôt een voorwaardelyke gevangenisstraf van veertien dagen, ter z»,ke van eenvoudige beleediging. Ta zijnen laste was bewezan verklaard, dat hij te Amsterdam in Februari 1921 opzottolyk in het openbaar G. Posthuiaus Meyes, predikant te Zsnd- voort, had beleedigd door in het in druk vsrschenen blad, getiteîd „De Dageraad" van Donderdag 10 Fabr. 1921 te doen opneman een atuk getiteîd „De Zsnd- voortsehe affaire, iemand die Post-hnum zyn offer bespuwt", waarin voorkwamen een aantal voor den predikant beleedi- genda woorden. Aanleiding tôt dit stuk was beklaagde's overtuiging, dat genoemde predikant de bewerker zou zijn geweest vsn den dood van beklaagde's vriend, den kunstenaar Karel Sehmidt, door de Zandvoortsche bevolking tegen dezen parsooa op te hitsen, hetgeeu een mishandeling van bedoelden Sehmidt ten gevolge zou hebben gehad, waardoor longîyden sou sijn ont- staan, waaraan genoemde Sehmidt was overleden. In deze zaak werd gepleit door mr. J. B. Belinfante, die de volgende cassatia- middelen ontwikkelde lo. echending van de artikolen 211, 221, 239, 247 van het Wetboek van Strafvordering, in verb&nd met art. 47 van het Wetboek van Straf- recht, door niet re onderzoeken of te boslissen, dat en waarom de getuige Van Loo, die, zoo&ls feitelijk vaatst&at, het artikel ter zake van het doen opnemen, waarvan de requirant is veroordeeld, heeft opgenoman, doon drukken en verapreiden en een exemplair daarvan aan den daar, betoonen, waarop hy recht heeft. Het laven heeft vccr mij geen waarde meer, sis ik van hem moet seheiden, en ik wil duizend ma ai liever sterven, dan leven aan de zij de van een man dien ik niet bemin. Ik bid u, laat ons ih de laatste oogenblikken bijeen. Breng uw vrouw nog mijnen dank voor haar goedheid wellicht zal het u zelf nog eens verheu- gen, te weten, dat ik zonder wrak jegens u afeeheid van dit leven neem", met deze woorden reikte ze don gauer&sl de hand. „Van dit leven," herhaalde deze met een ontrooring, die hij tevergeefa trachtte te verbergen. „U ia een goed, moedig kind," vervolgde hy, „de koning zelf zou er behagan in scheppen. Och, wars u toe een gelukkigor lot te bsurt gevallen doch, er geschiedt niets zondor Goda wil." Hij streek zich met de hand langs het gelaat en vroeg toen Bzijn de comtesse en de graaf op allas voorbareid Zijn blik drukte den diepsten ornât uit. Bleek, doch vastberaden vareekerden de geliefden, baraid te zijn. Von Barring ten knielde voor Armgart naar en smeekte haar, hem te vergsven, dat zijn liefde haar zoo onge'ukkig had gamaakt, doch snal hief het meisje hem op. Mat ten hemel geslagen oogen verklaarde ze luid, gaarne mat hem te starven, met wien ze in dit leven niet vereenigd mocht zijn. „Dat houdt de d niet langer uit riep de kommandant, trad tusschen beiden in en greep Armgarts hand, die hij door zijn arm atak. „Maak het kort," smeekte za met eon blik op den gsliefde, wsnkle hem nog éénmaaî toe en wendde besloten den blik af. ffZoo kort als mogelijk is," antwoordde de oude houwdegen, gaf den jongen man een wenk hem te volgen, en ging met sneile schredan naar de vesting terug. Eerat voor de kapel bleef hij staan en liet von Barringten met de beide grena diers nader komen. Daarna kuchte hij iuide. De deur der kapel werd geopend. Do gemalin van den kommandant trad naar buiten, nam den arm van von Barringten en plaatste zieh met hem aohter haar gemaal en de comtesse. De gener&al ver- hinderde ieder gesprek, daar hij kort zeide «volgt ons, je zult hier nog ééa- msal bidden, bereidt je daarop voor." De beide jongeliedsn werden reeds door den geestelyke, die voor het altaar stond, verwacht. Zij aan zy knielden ze neer en hun handen zochten elkaar tôt weder- zijdsehen troost. De geestelyke verhief zijn stem. Doch zonderling, hoe wonderlijk sprak hij. De knielenden blikten verward op. Hoorden ze Diet goed Droomden ze Zou dat een voorbsreiding tôt den daad zyn Of verstonden ze hun moadertaal niet meer „Wilt gy Paul von Barringten en grj Armgart von Schurchart altijd vereenigd zijn Ja, ja, of zij wiiden Zij wilden, zij het dan niet in dit leven, dan toch in den dasd vereenigd blijven. Heden kon hen immers niets meer scheiden, hen, die God zelf hier vereends Doch kon het zijn, dat men hun in'nig- aten wenach vervulde, alleen om ze to bespotten, om hun ta toonen, hoe dier- baar het leven was Bood men hun werkelijk den vollen beker slechts, om hem tegelijk aan de smaehtende lippen te ontnemen Was zulk een gruwel mogelijk, denkbaar I Tusschea hoop on vrees geslingerd, verloor Armgart bijua haar bezinning. Ook von Barringtens handen waren ijs- koud, ook hy sidderde en blikte dan geestalijke aan, als om zijn lot van diens gelaat te iezen. Plotseling wsrd in het donker der pi- laren een licht geruisoh vernomeu- Toen de geestelyke tôt slot den zegen over het jonge paar uitsprak, kwam er iemand uit de sehaduw naar voren aan den arm vsn hsar neef verscheen gravin Schwic- hard. Graaf von Trosche trad op Armgart toe, br&cht haar zijn oprechte gelukwen- schen met hsar huwelijk en verheugde zich ten {zserste getuige geweest te zijn van het heerlijke, verhevsn slot van der* gelijken, zonderlingen tor-stand. Daarna vatte hij de handen vau het jonge paar, voerde ze naar de gravin en toen Armgart luid weenend voor haar moeder near- knielde en om vergeving bad, trad hy laeh-md terug tôt hy tuaschen den kom mandant en den geestelyke stond. Op- merkzaam beschouwde hij de gravin, die op 's konings bevel ook hier tegenwoordig moest zijn. De oogen der moeder foukelden onheil- spellond en 't viel haar zwaar zieh te behserschen, de toorn jegena den onge- wenschten sohoonzooff liet zich ook nu nog moeilijk bedwingen. Doch eindelijk hief zij haar kinderen op en liet zich door hen kussen. «Wie den dood niet schuwt, om haar liefde trouw te blyven, verdient wel het voorrecht, met haren gsliefde vereenigd te worden", zeide zy luid. «Hebt ge ook eigendunkelyk ge- handeld, ik ben er tcoh van overtuigd, dat vrouwe von Barringten te Sohwichards geen schande za! aandoen. Er voor te zorgen, dat het my nooit zal berouwen, myn toestemming tôt het huwelijk ga ge ven te hebben, is de plickt van u, mya zoon." «En wie beweren durft, dat de «Oude Frits" niet met weerspannige jonge dames weet om te gaan, ze weet te straffen en te beloonen, dien daBg ik voor my n degen riep de kommandant vergenoegd tôt zyn vrouw, terwyl hy het rijtuig nakeek. dat de gravin benevens haar neef en het jonge paar naar de ouderlyke woning voerde. EINDE.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1922 | | pagina 1