Vulpenhouders.
T. K. KBEMER
Handelshuis - J. Pool Zonen
Sappemeer. - Martenshoek.
„Atlanta" Pudding
Electrische Meubelmakerij
Stoff eerderi j
Eigengemaakte Eiken Aitieublementen.
Tevens reparatie-inrichting.
A. ELZINGA,
Ziiiderstraat 104, Sappemeer.
bij iederen winkelier
verkrijgbaar.
Coop. Middenstands-Credietbark
Kermis -Hoogezand.
De DraaieÉ Kaiaer of Hekseithuis.
P. S. YAN DIJK, Siddeburen.
met 25 L. glazen, merk Monopol,
slechts 11.75.
Groningen. - Hooge der A 13.
KOOPT
Overal verkrijgbaar.
Verricht aile Bankzaken.
Het geheitn van den Vinlist
Gratis Kieuws- en Advertentieblad.
Sappemeer.
Speciaal adres voor
de fijnste kwaliteït
SIDDEB UFtEN.
Aan- en verkoop van vreemde valuta.
Effecten. Coupons. - Incasso's.
Chèques op binnen- en buitenland.
Rekening-Courant. - Deposito's.
De nieuwste attractie van den tegenwnordigsn tijd.
Publieke verkooping van onroerende en
roerende goederen.
Opmaking van koop- en huurcontracten,
inventarissen, boedelscheidingen, successie-
memoriën enz.
Het plaatsen en bezorgen van gelden
op hypotheek.
A. J. P.'s ROMA-PUDDING
smaakt als Room.
&2e Jaarsraiis:
ZATERDAG 8 JUL1 1922
Oplaag 8000 exemplaren.
Mo. 42
Brakker-Uîtgever T. K. EKEMER
Hôtel- Café Restaurant
„BELLEVUE",
Veemarktstr. 101, Groningen.
FIJNSTE KW1LITEIX.
mmA
Voor de eerste maal op liet Kermisterrein
JBelast zich met:
wordt huis aan huis goiazen te HQ06EZAÏIC', Kiel-Windeweer, Xropswolue, Wesîerfercek, Foxbol, SAPPEMEER, SLdSHTEiftENSiddeburenHélium, Sonîldwolde, Kalham, fwximm, Sohacner,
Harkstede, Laeelanë, Oversahild, NOORDBROEK, ZUIDBROEK, MUNTENDAM, a»z
Dit BLAD versehijnt iederen ZATERDAG.
Franco per post 1.20 per jaar.
SAPPEMEER. Tel. 41».
ADVERTENTIËN van 18 regela 60 cent, ieder regel
meer 10 cent.
Inzending van advertenties Vrgdagsmiddags voor 12 uur.
Yoor het plaatsen van Advertentiën betreffenda Handel en Nflverheid Is voer de stad Grenin^en alleen gerechtigd het algemeen Adv«rtentlebnire«u v»n H. WKSTENBORG, MnnnekehelJB 8, Groningen, Tel. 772.
Voor Advertentiën en Reclames buiten de provincie Groningen is alleen gerechtigd het Advertentiebureau „HOLLANOIA" 's Gravenhage, Tel. H 7614.
FEUILLETON.
GOORECHT
Orgaan vaor MÛfiEZAM, SAPPEMEER en SLBCITESER.
Tel. 1500.
liOgles vanaf f 2 50.
Bergplaata voor Kijwlclen.
Beleefd aanbevelend,
W. TUINBMA.
Complété Weckstellen
r .y-*
f. F 1
Benes' verpal
ite Meelsoorten
clEELFABRIEK
WedJ.GB
HOO6E2AN0
"rtLl ABRIEIi
WtpJ.O.BEMES
H006E2AND
OVERAL GROOT SUCCES.
Beleefd tôt een bezoek uitnoodigend.
DE ONDERNEMER.
uwiiiwuuum M
J Argwaan is dikwjjls (le weer- T
J spiegeling van eigen waar-
deloosheid.
IS. a. a A A A. J£k. JÊà. A.
Nadruk verboden.
41).
Dat was een leugen en Marga-
retha wilde antwoordden, maar daar
ontmoette zijn blik, zijn fonkelende
rootdier blik den haren en er scheen
een bijzondere maeht van uit te
gaan. Zij, de anders zoo moedige,
onverschrokkene, ondervond op dit
oogenblik vreea voor dien man en
die vrees was grooter dan haar
waarheidsliefde.
Terwijl haar liet gezichtje als
Inet bloed overgoten werd, sprak
ae met neergeslagen oogen
„Mijnheer de Baron heeft
gelijk. Ik vergat, dat ik met hem
al afgesproken had."
Reinack liet haar arm uit den
zijne glijden, verwaardigde den Baron
met geen oog, doch boogmet koele hof-
felijkheid voor Margaretha, met de
woorden
„Dan vraag ik excuus."
Toen liep hij tusschen de anderen
heen.
Margaretha had groote neiging
tôt schreien en schaamde zich over
zichzelf. Boos op ziehzelf dacht ze
„Zonder twijfel, hij voelt wel, dat
ik hem voorgelogen heb en waarom,
waarom eigenljjk moest ik liegen
Het allerliefst was zij Reinack
gevolgd om hem de waarheid te
bekennen, maar daar voelde zij reeda,
dat de Baron zijn arm om haar heen
legde. 't Was alsof die man toover-
macht op haar uiioefende. Daar
was ze nu zoo van plan geweest
hem zijn onbehoorlijk gedrag onder
het oog te brengen en nu was ze
niet in staat een woord uit te bren-
gen.
Zij voelcft» zich niet opgewassen
tegen zijn sterkeren wil en liet zich
met half gesloten oogen maar weer
door hem meevoeren onder de dan-
senden.
Doch, door dit kleine voorval,
was het genoegen om te dansen er
heelemaal af. Stellig had ze niets
anders gedaan dan 't geen honder-
den malen voorkomt op een bal en
toch gevoelde zij zich onbehaaglijk,
alsof zij iemand een groot onrecht
had aangedaan. Zij luisterde nau»
welijks naar de woorden van den
Baron en haar oogen zochten den
man, wiens mooie oogen en goedig
gezicht zij maar niet vergeten kon.
Eindelijk ontdekte ze hem, hij stond
met de armen over de borst ge-
kruist, geleund tegen een zuil.
„Hij danst niet meer," dacht zij.
„Door mijn gedrag heb ik al zijn
vreugde bedorven. Wat zal hij
slecht van mij denken!"
Een vroolijke beweging ging door
de zaal, toen er sprake was een
cotillon te dansen.
Daarbij werd niet alleen gedacht
aan de vele mooie dansbewegingen,
doch ook aan de verrassingen, aan
praohtige geschenken, bloemruikers
enz. Margaretha ladite weer, want
plotseling was de gedachte bij haar
opgekomen nu kan ik het gedane
onrecht weer goed maken. Toen
de beurt aan haar kwam, zocbt ze
een prachtig lintje uit en naderde
daarmee de plaats, waar Reinack
stond. Hij had, naar het seheen,
haar komen bemerkt en toen ze
nog maar enkele passen van hem
verwijderd was, wendde hij zich om
en verliet zijn plaats. Donkerrood
van schaamte bleef Margarétha
staan. Hoe graag had ze het lintje
weggeworpen en was zij weggevlucht
de feestzaal uit
Een lichte stoot tegen haar elle-
boog deed (haar opkijken. Wederom
was het Van Rhoden, die haar als
een schaduw volgde. Zij meende
een ironisch lachje op zijn gezicht
te ontwaren.
Heeft u mij dit teeken uwer
vriendschap toegedacht, juffrouw
Margaretha vroeg hij, zacht.
Zonder een woord te antwoorden,
maakte zij het gekleurde lintje vast
op zijn jas.
Van heel in de vroegte af had
Elfriede er naar gesnakt, eens een
oogenblikje alleen te zijn. Hoe erg
ze ook had opgezien tegen dezen
dag, hoe zeker ze was geweest aile
kracht noodig té hebben voor den
huweljjksdag, het verloop ervan was
zoo kwellend geweest, erger dan ze
zich ooit had voorgesteld. Met de
grootste inspanning slechts hield ze
zich staande en haar lachje was
slechts gelijk aan dat op het leven-
looze gezicht van een standbeeld.
Hardenegg was nau welijks van haar
zjjde geweken, den ganschen dag
nu echter, onder het dansen, vond
ze de gelegenheid om even, door de
openstaande deuren, op 't balcon te
vluchten.
De zon was allaog ondergegaan
en over 't landschap kwamen de
schaduwen van een naamlooze nacht.
Elfriede huiverde, doch de zuivere,
koele avondlucht deed haar weida-
dig aan en ze leunde met haar voor-
hoofd tegen een marmerer vaas op
de steenen balustrade. De sluier
en de bloemen had zij allang afge-
legd doch het witzijden trouwkleed
hing nog in aile pracht om haar
sierlijke gestalte. 't Welk haar
tôt 'n mijsteriën hulde Eerst had-
den haar oogen, verblind door het
felle licht in de feestzaal, buiten
niets anders kunnen ontdekken dan
duisternis, rondom.
Allengs echter begonnen de voor-
werpen in haar omgeving duidelijker
vormen aan te nemen en zij zag,
niet ver van haar verwijderd, tus
schen hoogopgewassen planten, dui-
deljjk, den omtrek van een hooge,
mannelijke gestalte.
Of ze, bij die verrassing, mis-
schien een lichte kreet geslaakt had.
zij wist het zelf niet, doch, op de
een of andere manier moest ze de
aandacht van den man getrokken
hebben, want hij deed een pas naar
haar toe en ze herkenden elkander
op hetzelfde oogenblik.
„Werner u kwam het over
de bevende lippen der jonge vrouw
en ze strekte haar handen uit. Ook
de jonge predikant was op 't eerste
Wat na 't eten Geen prakkezatie,
Roma-pudding is Uw tractatie.
moment ten zeerste verrast, doch
al spoedig wendde hij zich rustig
tôt haar, met de woorden
Vergeef me, mevrouw Van Har
denegg, 't was niet mijn beloeling
u te storen."
Hij wilde 't balcon verlaten maar
Elfriede hield hem terug.
„Waarom wilt ge weg Schijnt
u dat misschien een gebod der
vriendschap
Aile bitterheid, die haar den hee-
len dag had vervuld, lag thans in
die eene vraag Werner bleef staan
en 't was meer verrassing dan een
zich gekrenkt gevoelen, 't geen in
zijn antwoord lag
MNiet een gebod der vriendschap,
maar eerder een gebod van plicht,
want 't was toeh zeker uw bedoe*
ling, evenals de mij ne, om eens een
oogenblik alleen te willen zijn
„Ja, maar ik dank nu toch het
toeval, u hier te ontmoeten want
ik moet een vraag tôt u richen, een
vraag, die me al den hselen dag
op 't hart drukt.
Moet ik gelooven, Werner, dat
u met opzet. uit mijn nabijheid
weggevlucht zijt?"
„Wanneer heb ik reden gegeven
om zoo klein van mij te moeten
denken
„Och, ik weet niet meer, wat ik
van^ de mensclien moet denken, ik
die met toom en verachting tegen
mijzelf rondloop
Zij was niet sterk genoeg geweest
die woorden terug te dringen, ze
moest zich uiten. Haar boezem ging
gejaagd op en neer en plotseling
verborg ze haar gezicht in beide
handen.
Werner was dichter bij haar ge-
komen.
„Elfriede," zei hij met dien milden
ernstigen klank in zijn stem, die
maakte, dat 't den toehoorder in de
ziel drong.
„Het doet mij bitter leed thans
kleinmoedirçheid in uw hart te moe
ten bespeuren."
Wel kwam er iets als een gevoel
van besehaming bij haar op, maar
zij had de laatste uren te bitter ge-
leden en nu was zijn buitengewone
kalmte haar opnieuw een steek in
het hart.
„0, ik weet wel, dat kleinmoe-
digheid u vreemd en onbegrijpelijk
is," sprak ze, droevig.
„Uw houding dezen voormiddag
is me daar het bewijs voor. Ja,
dat was 't, wat ik vragen wou
Was er dan absoluut geen ande
ren weg in dezen Moest u juist
u het zijn, die mijn kerkelijk huwe-
lijk inzegende
„Niet ik heb gezegend, Elfriede,
maar God Dat ik in dezen zijn
werktuig moest wezen, laten we
maar zeggen, dat was een toeval,
een schikking waaraan ik mij niet
onttrekken kon. En zou het dan
beter geweest zijn als ik geweigerd
had Moeten we niet veel eer de
goddelijke wijsheid dankbaar zijn,
dat ze ons in staat stelde juist bij
deze heilige plechtigheid gevoelens
te bekampen, die we reeds met ern-
stige harten bekampt hadden God
alleen weet, wat er in ons innerlijk
omging, en ik denk Hij heeft ons
dit ailes opgelegd. opdat uit 't graf
van onze dwaze verwachtingen, de
bloem des vredes reiner en schooner
zal opkomon."
(Wordt vervolgd.)