BIOSCOOP - H00&EZ4HD. in JACK DE WERVELWIND Deze Zaterdag en Zondag 3e deel, i is VERA GORDON in de film MER. SCHOENEN. SCHOENEN. JUitverkoop!!!!! I H. DE VRÏES SCHOENEN. SCHOENEN. HEDEN ZATERDAG 23 SEPT. Expositie van Daines- en Kinderhoeden. Gaz. UNEKEN, Noardbroek. Lopster Loten. 2 JONGE PAARDEN. n iteren 1 n IS. JS,\ m Niet aileei kinderen CHARLES HUTCHISON, de motorduivel 5 ZUIDERSTR. 64 SAPPEMEER. .9 A UP/NGt JU^ 4 ►♦♦f Hebt ge iets te verkoopen of te koop, probeert het met een advertentie in dit blad, 't welk in 8000 huisgezinnen gelezen wordt. Hij, Zij en hun Foxie. Billy als Reddende Engel. Kijkjes bij Hagenbeck (Wet) Een nieuw ontdekte ster Bioscoop Hoogezand. TOTALE Extra goedkoope Kinderkoedjes. Ook atelier voor 't veranderen van Bonten. HOOFDPKIJ si oc H DAMES fljae ALE i klas a in g ^SEN, ikte eer- l ■D »(I Officieele Publicatiën. vleeschkeubingover wordt ook hier het gesprek van den dag. g» tegen ongekend tage prijzen wegens verbouwing. ZONDAGS GEOPEND. Verder PAARDEN, SCHAPEN, RIJWIELEN, HUISHOUDELIJKE- en LUXE ARTIKELEN. Trekking 6 Ootober. Prijs per LOT f 1.- c bc d LU «3 LU (D rt mX CO (D s 0 aan- ,tmet .arom egmnen r is en e n. rkmana- )nze be- dk i n uit- zware r wollen Jurken, en Fia- a e kwali- W S De Burgeineester en Wethou- ders van Sloehteren doen te weten, d*t door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van 2 Auguatus 1922 is vastge- ateld de volgende vererdening ORDENING voor de ge- raconte Sloehteren. No. 41. De Raad der gemeente Sloch teren Gezien de voordracbt van Bur gemeester en Wethouders van 26 Juli 1922, no. 124 en het ter- zake uitgebracht advies van de Gezondheids Commïssie, gezeteld te Hoogezand vau 1 Aug. 1922 Gelet op de bepalingen der Vleeschkeuringawel (8t. bl. 1919, no. 654) B E S L UIT onder goedkeuring van Heeren Gedeputeerde 8taten der provin- cie Groningen vaet te atellen de volgende VERORDENING op den keuringsdienst van vee en vleeach in de gemeente Sloehteren. Art. 1. Deze verodening verataat onder „81achtdieren", ..Vleeach" Dooden in nood", en „Keurings- veearts", wat daaronder wordt verstaan in en krachtena de Vleeschkeuringswet, Staatblad 1119, no. 524; onder „Keuringadienat", den gemeentelgken keuringsdienst van vee en vleesch; onder Vleeach keuringawet", de Vleeechkeuringawet, Stasts- blad 1919, no. 624. Art. 2. Het bureel of de bureelen van den keuringsdienst zijn gevestigd in de nader door Burgemeeeter en Wethouders aan te wyzen perceel of perceelen. Art. 3. De kenniageving van het voor- nemen een alachtdier te slachten of te doen alachten geschiedt overeenkomstig de voorachiften van artikel 2 van het Koninklgk Besluit van 5 Juni 1920, staats- blad no. 285, gewgzigd bg Konin klijk Besluit van 5 Januari 1922 Staatblad no. 2, ten bureelevan den keuringadienat, tusschen de uren door Burgeineester en Wethouders vast te atellen. De kenniageving van het voor- nemen, een alachtdier, met be- trekking waartoe de in het eerate lid van artikel 6a der Vleeach* keuringawet bedoelde ontheffing is verleend, te slachten of te doen slachten geachied overeen komstig de bg Koninklgk Besluit gegeven of te geven voorschrif- ten. Dekennisgeving, dat een alacht dier geatorven of in nood gedood is, gechiedt overeenkomstig de voorachriften van artikel 3 van het Koninklgk Besluit vvn 5 Juni 1920, Staatablad no 286, gewij- cigd bg Koninklgk Bealuit van 5 Januari 1922, Staatablad no. 2 bureele van den keuringsdienst tusschen de uren door Burge- meester en Wethouders vaat te atellen, of buiten deze uren ter plaatae, nader door Burgeineester en Wethouders aan te wgzen. Art. 4. De keuring voor het slachten geBchiedt op de plaats, waar het vee zich ter keuring bevindt, ver- meldt in dekennisgeving bedoeld in artikel 2 van het Koninklgk Besluit van 5 Juni 1920 (Staats- blad no. 285). Art. 5. De keuring na het slachten geschiedt ter plaatae van slachting ver- meld In kenniageving, bedoeld in artikel 2 van het Koninklgk Besluit van 5 Juni 1920, Staata blad no. 285, gewijzigd brj Konin- lgk Besluit van 5 Januari 1922, Staatablad no. 2. Van geatorven en in nood ge- doode slachtdieren geschiedt de keuring in de in artikel 9 van deze verodening bedoelde inrich- ting of inrichtingen. In het belang van het regel- matig verloop der keuringen, be doeld by dit en hg het voorgaande artikel, kunnen Burgeineester en Wethouders voor bepaalde, door hen aan te wijten dorpen en buurtschappen bepaalde dagen vastellen, waarop het verboden is slachtdieren te slachten. De bepaling. bedoelb in vorige lid, is niet van loepassing op bet dooden in nood in dun tin van artikel 3 der Vleeschkeuriogs- wet op het afslachten van geator ven slachtdieren. Art. 6 Op Zondag, benevens de door Burgemeester en Wethouders aan te wgzen dagen, wordt niet ge- keurd. Op andere dagen ge schiedt de keuring: a. voor het slachten op nader door Burgemeester en Wethou ders te bepalen uren b. na het slachten op nader door Burgemeester en Werhoud ders te bepalen uren. Art. 7. Het in artikel 8. eerste lid. der Vleesohkeuringswet bedoeld en- derzoek van vleesch.of sedert de keuring in de gemeente van uit- voer veranderingen zgn opge- treden, waardoor het voor waar- delgk goedgekeurd of afgekeurd moet worden. heeft niet plaats. Art. 8. Ieder, die vleeach vervoert' in zijn beiit of onder zijn beheer heeft, is verplicht dit ep de eerste vordering van de amtbe naren, geuoemd in artikal 44 vleeschkeuringswet, te vertoonen en, zoo dit verlangd wordt, over te brengen of te doen overbren- gen naar de in artikel 9 van deze ▼erordering bedoelde inrichting of inrichtingen. Brj wnigeriug zal deovecbren- giog op zijn koaten geachieden onverminderd destrafvervolging ter zake van de weigering. Art. 9. De eigeuaar, houder ofhoeder van een geatorven of in nood gedood dier is verplicht van het sterven of afmaken zoo spoedig mogelijk, althans binnen 6 uren dsarna, kennis te geven en het alachtdier, met inachtneming der bepalingen vandeVeewet, uiter- lijk twaalf uren na den dood te vervoeren of te doen vervoeren langs den korsten weg naar de nader door Burgemeester en Wethouders aan te wgzen in richtingen, om daar te worden afgeslacht. tenzg de keurings- veearts hoofd van dienst hier- van schriftelijk ontheffing ver- leent. Deze ontheffing mag alleen worden gegeven voor de gevsl- len a. bedoeld in artikel 3 letters a en c van de Vleeschkeurings wet b. bedoeld in artikel 3 letter b van de vleeachkeuringawet, wanneer de keuringsveearts het slachtdier ter plaatae waar het zich bevindt, zonder nader on- derzoek (terstond) kan afkeuren - c. van geatorven slachtdieren wanneer de keuringsveearts het slachtdier ter plaatse waar het zich bevindt zondnr nader onder- zoek (terstond) kan afkeuren; d. van dood geboren en gestor- van slachtdieren, genoemd in, artikel 4, derde lid, van de Vleecschkeuringswet. Tôt de kennisgeving, bedoeld in het eerste lid van dit artikel is ook verplicht de eigenaar, houder of hoeder van dood ge boren of geatorven slachtdieren genoemd in artikel 4, derde lid van de Vleeschkeuringswet. Art. 10. Tôt de aankomst in de in het vorig artikel bedoelde inrichtin gen, moet het slachtdier onge- deeld worden gelaten en mag daaraan geen enkele handeling zijn verricht, uitgezonderd het openen van buik en borstholte en het uitnemen van maag en dar- men welke orgnanen echter brj het slachtdier in ongeschonden toestand aanwezig moeten blg- ven. Art. 11. De keuring voor het slachten heeft zoo spoedig mogelijk althans binnen twaalf uren na de inlevering van de kennesge- ving bedoeld in artikel 2 van het Koninklgk Besluit van 5 Juni 1920, Staatblad no. 285, gewgzigd bg Koninklgk Besluit van 5 Januari 1922, Staatablad no. 2, plaats, en de keuring van het geslachte dier met inachtneming van de uren in artikel 6 vastgesteld, uiterlgk binnen 12 uren na de slachting tenzg het daglicht of het aange- bracht kunstlicht, naar het oor- deel van de keuringsveearts, on- voldoende is voor de keuring in welk geval gekeurd moet worden zoo spoedig mogelgk na het ge- vallen van dit bezwaar. Art. 12. Wanneer de keuriigsveearts dit voor een juiste keuring noodig acht, mag hij zgn uitspraak op- Bchorten, maar niet langer dan 48 uren na het eerste onderzoek. Art. 13. De te slachten slachtdieren worden in geen grooteren getale in de slachterg toegelaten en geslacht, dan door den keurings veearts zal worden bepaald. Art. 14. Met de keuring zgn belast de keuringsveeartsen en de hulp- keurmeester bedoeld in artikel 25 van de Vleesohkeuringswet de laatsten met inachtneming van hun te dezer zake wettelgk verleende bevoegdheid. Zijn meer dan een keurings veearts aangesteld dan is een van hen met de leiding van den dienst belast en en draagt hg den titel van Directeur van den gemeentelgken Vee en Vleesch- keurioggdienst verder genoemd „Direoteur". Art. 15. gSgMet de herkeuring wordt be last een keuringsveearts, die aan de eerste keuring niet magheb ben deelgenomen en die de vee- artsengkundige practijk niet uit- oefent, te benoemen door Burge meester en Wethouders. Diens uitsraak is beslissend. Art. 16. Bg de aanvraagomherkeuring wordt door belanghebbenden ter gemeeutesecretarie een doar Bur gemeester en Wethouders te be palen somgetort welke na afloop van de herkeuring zoo spoedig mogelgk wordt teruggegeven ten *jj de aanvrager van de her keuring in het ongelijk wordt gesteld, in welk geval het ge- storte bedrag wordt teruggegeven na aftrek van de aan de her keuring voor de gemeente ver- bonden kosten. Hy, die de herkeuring heeft aangevraagd, wordt geaoht in het ongelijk te zijn gesteld, in dien de eerste uitspraak wordt gehandhaafd. Art. 17. De afloop van de herkeuring wordt den belanghebbende zoo spoedig mogelgk schriftelijk door den Burgemeester of nnmens dezer door den Directeur mede gedeeld. De gemeente is in geenerlei opzicht aansprakelijk voor na- deelige veranderingen, welke bg het vleesch mochten intreden in den tijd, welke verloopt tusschen de aanvraag der herkeuring en de eindbeslissing. Art. 18. De herkeuring wordt schrifte lijk aangevraagd bg de Burge meester of bg een Directeur. Art. 19. Hg, die slacht of doet slaoh- ten en hg die vleesch of vee ter keuring aanbiedt is verplicht den met de keuring belasten amb tenaren ten behoeve van de kea- ring de noodige hulp te verlee- nen, zoo dit van hem verlangd wordt en toe te laten dat door of vanwege deze ambtenaren ten behoeve van de keuring vleesch organsn en deeien worden inge- sneden uitgesneden, medegeno- men of aan andere handelingen onderworpsa. Art. 20 Tenzg de amtenaar met de keuring belast voor oft(jdens de slachiing anders bepaalt moeten maag en darmen van hun in- houd worden ontdaan. Indien het slachtdier geatorven of in nood gedood is, mogen maag en dar men niet worden ingesneden of van hun inhoud ontdaan, tenzg de in dit artikel bedoelde amte naar dit noodig oordeelt. Art. 21. t Op verzoek van hem die he slttchdier of het vleesch ter keu ring aanbiedt geeft dekeuring- veearts dezen een schriftelgk bewijs van voorwaardelijke goed keuring of van afdaurin, waarin vermMd wordt de datum en het uur der keuring. Art. 22. Ingeval van voorwaardelgke goedkeuring of afkeuring wordt het vleesch slechts op de plaat- sen genoemd in art. 50 van het Koninklgk Besl. van 5 Juni 1920 8taatsblad no. 285, gewgzigd 'bg Koninklgk Besluit van 6 Januari 1922, Staatablad no. 2, voorzien van de stempelmerken, in af- wachting van het verstrijken van den termijn, binnen welken de herkeuring kan worden aange vraagd, tenzij de eigenaar van het geslachte dier voor dien tyd verklaart met den uitslag der eerste keuring genoegen te nemen. In hat geval, of nadatde voor waardelijke goedkeuring of af keuring onherroepelgk is, wordt het vleeach voorzien van stem pelmerken op de plaatsen bedoel d in artikel 25. Art. 28, Het merken geschiedt onmid- delyk nadat de keuring en de herkeuring heeft plaats gehad. Art. 24. Het is ean ieder verboden, uitgezonderd den met de keuring belasten amtenaar, de aangebracht stempelmerken, bedoeld in het Kouinklijk Besluit van 5 Juni 1920, Staatablad no285, gewgzigd bg Koninklgk Besluit van 6 Januari 1922 .Staatablad no. 2, te verminken of te verwgderen, onverminderd het bepaalde bij artikel 219 van het Wetboek van Strafrecht. Art. 25. Met inachtnemijg van het bepaalde in artikel 50 van het Koninklgk Besluit vai_ 5 Juni 1920, Staatablad no. 286, gewijzigd bg Koninklgk Besl. van 5 Januari 1922, Staatablad no. 2, worden bg de slachtdieren merken aange bracht als volgt Op iedere lichaamshelft Bij runderen, uitgezond erdkal- veren, en bg éénhoevige dieren uitgezonderd veulens Harst (staartstuk), muis van de platte bil (spierstuk), achter- schenkel, duimstuk, vang, lenden ribbenspieren (2 afdrukken), in- wendige ribbenwand (2 afdrukken voorschenkel, hais en schoft. Bij gras en nuehtere kalveren en veulens Harst( staartstuk), achterschen- kel, duimstuk, lenden, ribben (2 afdrukken), borst en hais. Bij vette kalveren Achterschenkel, lenden, borst en hais. Bg schapeu en geiten met uit- zondering van lammeren Aehterschenkel, lenden, nbben (2 afdrukken), en hais. Bg varkens met uitzondering van speenvarkens Harl (staatstuk), achterschen kel, lenden, zgden (2 afdrukken) buik (2 afdrukken), inwendige ribbenwand (3 afdrukken), en voorsohenkel. Bovendien bg aile slachtdieren op de navolgende organen en deelen Kop, (kaakvlakte), tong, longen, hart, lever, milt, nieren, en voor zoover in voldoende ontwikke- ling aanwezig, niervet (reuzel) darmscheil, groote en kleine net en uierhelften, benevens bg runderen, gras en vette kalveren de ondervoeten. Art. 26. De n»am der gemeente wordt ten behoeve der stempelmerken bedoeld in de artikelen 44, 46, 46, en 47, van het Koninklijk Besluit van 5 Juni 1920, Staata blad no. 285,|gewijzigd bij Konink lgk Besluit van 5 Januari 1922 Staats blad no. 2. zoo noodig. af gekort als volgt Si. teren. Art. 27. Hg, die overeenkomstig artikel 9 van de Vleeschkeuringswet vleesch invoert, moet voorzien zgn van een schiftelgke, duide- lijke aanduiding van de personen voor wie het vleesch bestemd is en van den persoon of de par- Honen door wie het is afgezon- den, en deze aanduiding op de eerste aanvrage der art. 44 der Vleeschkeuringswet genoemde ambtenaren vertoonen. Art. 28. Het is verboden vleesch of vleeschwaren met inachtneming van artikel 47 der Vleeschkeurings wet a voor de huizen of op den openbare weg ten toon te stel- len of ten verkoop in voorraad te hebben b. ten verkoop voorhanden te hsbben in andere lokaloo dan die, welke voldoen aan de eischen krachtens artikel 19 der Vleesch- kouringswet gesteld. Art. 29. Het vleesch, bedoeld in artikel 64 le! ter b van het Koninklijk Besluit van 6 Juni 1920, Staata blad no.285. gewijzigd bg Kanink- lijk Besluit vsn 5 Januari 1922 Staatsblad no. 2. wordt verkocht in de plaatsen en inrichtingen. welke Burgemeester eu Wet houders daarvoor aaawijzen. Art 30. Bij het vetvoer van vleesch in de gemeente gelden dezelfde be- paliDgen als voorgeschreven in de artikel 62 en 63 van het Konink- Besluit van 6 Juni 1920. St&atsblud no. 285. gewijzigd bg Koninklgk Besluit van 5 Janu ari 1922, Staatablad no. 2 Art 31. Vleesch mag slechts dan op hoofd en schouders worden ge dragen, wanneer deze met reine doeken voldoende bedekt worden. Art. 32. Hg, die handelt in strgd met het bepaalde iu de artikelen 6 derde lid, 8, 9, 10. 18, 19, 20, 24, 27, 28, 80, en 31, wordt ge- straft met hechtenis vati ten hôogste zes dagen of geldboete vtn vijf en twintig guîden. Art. 83. Deze verordening kan worden aangehaald als Vleeschkeurings- verordening voor de gemeente Sloehteren. Art. 34. Deze verordening troedt in werking op een nader door Bur gemeester en Wethouders te be palen datum. Gedaan ter openbare vergade- ring van 2 Augustus 1922. De Voorzitter, (gei) H. BROEKEMA. De Secretaris, (get) H. SNATER. Zgnde deze verordening door de Gedeputeerde Staten Van Groningen bg besluit van 31 Augustus 1922, no. 61 le »f- deeling, goedgekeurd. En is hiervan afkondiging ge achied waar het behoort den 9 September 1922. De Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. BROEKEMA Ds Secretans. H. 8NATER. maar iedereen eet graag rgst- of meelspijzen met A. J. P.'g Frauiliozeu-Nass er over. Eeu halve liter saus van een pakje 7l/2 cent. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Sloehteren brengen ter open bare kennis, dat door hen bg hun besluit van heden ingevolge de Hinderwet vergunning is ver leend aan 1 o. Cornelis Luurt Eenkema Bakker te Scharmer, voor het oprichten van eene Brood-,Koek enBankethakkerg en het plaatsen van een oven op het perceel te Soharmer. kadestruial hekend ge meente Harkatede.SectieL nol49; 2o. Lzmmert Vos, Smid te Schar mer, voor het uitbreiden zijner Smederij door plaatsing van een electromotor van 3 P. K., op het perceel te Scharmer, kada straal bekend gemeenteHarkstede Sectie K. no 912. Sloehteren, den 18 Sept. 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd H. BROEKEMA. De Secretaris H. SNATER. „Het wordt ateeds apaunender." W« hebben het U lui niera voornlt gexegd. met een verkorte Inhoud der voorgaande deelen, zoodat U het geheel nog kunt volgen. B(j deze buitengewone hoofdfllm brengen wii weer een gel(jkwaardig b\jprogramma. Biscotkomedîe in 2 aeten. Weer een van die komische 2aeters, waarbU zelfs de grootste iezegrim niet ernstfg kan blyven. aan het firmament der bioscoopindustrie 0 .En omdat het nu eeumaal onze gewooute is, steads het nieuwste en beste te brengen, konden we, ondanka d# bai- tengewone kosten, de verleiding niet weerstaan en hebben dit filmwerk 5 dagen voor Hoogezand afgesloten. Zie nadere aankondiging. Beleefd aanbevelend, LOTEN alom verkrggbaar bij de bekende wederverkoopers en bij grootere getallen, als 11 stuks voor f 10.enz. bij den Administra teur den heer J. JONKER te Loppersum. rH -M U1.I +3 •iH uitge MatIOJSIMQEJS 1er regel 12 uur. I i in| jlaats- jrijzen irtnlgen ift geen ,en ik veronder- le droeve erva- j in Frauensee, iet bespaard zul- i bevolking van loral die der om is hoofdzakelijk jonden troepje.'' igen van Werner verwijtende uit het tro sche ge- dame.

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1922 | | pagina 5