IWAARDOQR
ENTË-PMJZEN (pla
Rieten Reismanden - P. v. DIJKEN, Hoogez.
-DEWEDDENSCHÂP-
O
O
O
S
R*
O
p?
H
90
90
i
25-30
Hf i 'wâ'Vw i w t
/Imi "wl
TENTOONSTEL
FEESTTENT
SPORTPARK TE
SCHAAKRUBBIEK.
fS 'Mr
f® Vl.
rAA-n m
1
ii I
^eemt
Hat Bestuur
gende ter algemeei
Dînsdag 25 Juni 1935
Woensdag 26 Juni 19:
Donderdag 27 Juni 191
Vrijdag 28 Juni 1935
Zaterdag 29 Juni 1935
Zondag 30 Juni 1935
De Standsgebouwen i
Dinsdag en Zondag v
Woensdag, Donderdag
en van 2 tôt 10 uur.
Leerlingen van onder
genuren voor 10 cent to
onder geleide van de betr<
Toegangskaarten hieri
vraagl bij den Penningmeesi
Doorloopende Kaarten
en voorzien van pasfoto
gevraagd aan het loket bij
ling op Zaterdag 22 Juni e
6 uur des namiddags,
Deze kaarten geven g
voorstelling in de feesttent.
Dinsdag 25 Juni 1935,
Woensdag 26 Juni 1935,
Donderdag 27 Juni 1935,
Vrijdag 28 Juni 1935,
Zaterdag 29 Juni 1935,
Zondag 30 Juni 1935,
Entreekaarten voc
tentoonstelling, op Dinsdag
toegang tôt de tentoonstelling
verkrijgbaar.
Entréekaarten voor het
geven recht op bezoek van
zijn aan de loketten verkrijgt
Vôôrverkoop van kaarten
bjjwoning van de officiëele o
lingen in de feesttent, op aile
aan het vdbrverkooploket b
streng de hand gehouden.
Dinsdag 25 Juni 1935,
Woensdag 26 Juni 1935
Vrijdag 28 Juni 1935 i
1
Zaterdag 29 Juni 1935 i
1
Zondag 30 Juni 1935 D
S
li
h
v
d
a;
1
ZITPLAATSEN OP 1
Parkearterrainan Hoog
Bergloon van
Algemeene bepaling:
Sorties worden
Zaterdag 8 Juni 1935.
BURGERLIJKEN STAND.
SAPPEMEER, 31 Mei—
6 Juni. Geboren Gerritdina,
d. v. Sietsko Bos en Joséphine
Rieks Elisabeth Clara, d. v.
Jacobus Wilhelmus Koeneman
en Elizabeth Susanna Nagen-
gast Geert, z. v. Heiko Kuur
en Martje Scheper Jan, z. v.
Johan Bontjer en Meintje Boit
Heino, z. v. Geert Buiten-
kamp en Johanna Maria Louise
Vrieling.
Ondertrouwd Jan Veentjer,
26 j., Sappemeer, en Poppegina
Snip, 19 j., Hoogezand.
Gehuwd Geerard Hummel,
O.-Pekela, en Cornelia Meiring,
Sappemeer.
Overleden Jan Sijtsema, 15
j., ongeh. Jan Jongman, 71 j.,
echtg. v. Neeltje Wieringa.
HOOGEZAND 31 Mei—
6 Juni. Geboren JakobBerend,
z. v. Albert Roelf Flik, en Kaatje
Weites, Windeweer; Henderika,
d. v. Hendrik Bos en Willem-
tje Broekema, Westerbroek;
Barteld, z. v. Emo Klunder en
Johanna M. Bos, Foxhol; Imka
Catharina, d. v. Johannes Frans
en Christina H. Bontjer, Mar-
tensh. Grietje Eissina, d. v.
Rieks Fledderman, en Jantje
Tonkens, Kalkwijk; Gerardus
Sikke, z. v. Freerk Bodewes,
en Godeleva Cath. Loonstra,
Martensh. Dirk Harmannus,
z. v. Engbertus Bouwman, en
Sietske Landkroon, Hoogezand;
Jeltje, d. v. Warnder Broekema
en Tijtje Damhoff, Martenshoek
Ondertrouwd Harm Rozingh
Doesburg en Henderika Brou-
wer, beide Kropswolde.
Gehuwd Grieto Kruize en
Tjaakje Bakker Hendrik Frey
en Harmke de jonge.
Overl. Albertus Siekmans,
83 j., wedn. v. Fokje Klein
Jan Abbring, 69 j., echtg. v.
Roelfje Wolters Jantina Jo
hanna Wubbeling, 53 j., echtg.
van Melle Heerlien.
SLOCHTEREN, 31 Mei—
6 Juni. Geboren Anje, d. v.
H. W. A. Rath enj. Leegstra,
Borgweg Lamberdina Frouke,
d. v. P. Tulp en S. Greven,
Kolham Frouwke, d. v. R.
Menzinga en A. van Bruggen,
Foxham Berend, z. v. J. Ruben
en M. M. Kok, Borgweg
Fokje Klaziena, d. v. T. Ven-
nema en B. H. Hoving, Sloch-
teren Trijntje, d. v. B. Knol-
lema en F. Kostwinder, Hark-
stede.
Ondertrouwd H. C. van der
Ark, Slochteren, en G. Folker-
sma, Schildwolde.
Gehuwd J. Kamminga,
Bedum, en M. Wolthof, Sid-
deburen B. H. Hartog en P.
Noordman, beide Slochteren
H. J. Lintjer, Slochteren, en
T. L. v. d. Veen, Noordlaren,
gem. Haren A. Broekema en
H. Wiegman, beide Kolham
G. Boer, Overschild, gem.
Loppersum, en F. Kort, Over
schild, gem. Slochteren.
Overl. Harmke Woldinga,
78 j,, wed. v. D. Dikkema,
Schildwolde; Roza, 7 mnd.,
d. v. M. Levie en B. Jacobson,
Slochteren, overl. te Groningen;
Wessel Entjes, 68 j., wedn. v.
G. Wiltjer, Slochteren, overl.
te Groningen.
Officielle Publication.
Gevonden voorwerpen.
Een paar gymnastiekschoenen.
Een paar sandalen.
Een auto reservewiel.
Inlichtingen op werkdagen
des voormiddags tusschen 9 en
11 uur, politiebureau achter het
gemeentehuis te Hoogezand.
STEKMING GEMEENTERAAQ.
Burgemeester en Wethouders
der gemeente Hoogezand bren-
gen ter openbare kennis, dat
op Maandag 17 Juni 1935 van
des morgens acht tôt des na
middags vijf uur zal geschieden
de stemming ter verkiezing van
de leden van den Raad dier
gemeente.
Zij herinneren aan de ver-
plichting, opgelegd bij artikel
72, tweede lid, der Kieswet.
Ieder, die volgens de kiezers-
lijst bevoegd is tôt de keuze
mede te werken, is verplicht
zich binnen den voor de
stemming bepaalden tijd ter
uitoefening van zijn kiesrecht
aan te melden bij het stem-
bureau van het voor hem op
de kiezerslijst aangewezen
stemdistrict.
Artikel 150a der Kieswet
luidt Hij, die bij eene ver
kiezing als gemachtigde stemt
voor een persoon, wetende,
dat deze overleden is, wordt
gestraft met hechtenis van ten
hoogste een maand of een
geldboete van ten hoogste
duizend gulden.
Artikel 128 van het Wetboek
van Strafrecht luidt Hij, die
opzettelijk zich voor een ander
uitgevende, aan een krachtens
wettelijk voorschrift uitge-
schreven verkiezing deelneemt,
wordt gestraft met gevangenis-
straf van ten hoogste één jaar.
Hoogezand, 8 Juni 1935.
Burgemeester en Wethouders
voornoemd
D. BARTELS.
De Secretaris
G. ZWIERS.
Sappemeer. Zondag a.s.
groote harddraverij op 800 M.
Aangegeven paarden zijn
Afstanden A en B
en Heerrijderscourse.
1 Frits 700 M.
2 Whyte Darling 700
3 Weidekind 700
4 Roodkapje G 700
5 X-B 710
6 Xantaine 710
7 Willy D 720
8 Wilco 720
9 Wilfrieda 720
10 Ursela V 730
11 Peter Stanly K 730
12 Windekind 730
13 Vassal 730
14 Théo Duffy 730
15 Frank
750
27 Druy
16 Wladimir
750
28 Willy A
17 Louize B
750
29 Frances May
18 Qui Vive
750
30 Trumpfkôning
19 Quick Boy
750
31 Chilene
20 Remulus
760
32 Ellie
21 Maya Toddington
760
33 Rentinus
22 St. Bernhard
760
34 W. Petrosia
23 Kapt. de Bruane
770
35 Sir Kerrigan
24 Don Juan
770
36 Rolls Royd
25 Robert E.Lee
770
37 Daria
26 Anlezy
770
38 Peter Ingomar
770
770
770
770
780
780
780
780
790
790
790
790
Nogmaals een super-snelpartij van 8 zetten met een grandioos
offer. Zwart bijt toe en wordt in twee zetten mat gezet.
Een partijtje om van te smullen.
Opg 9 Wit, Dr. Hardloop. Zwart. Dr. Indeval.
1. e2—e4 e7—e5 4. Pbl—c3 Pg8—f6
2. Lflc4 d7-d6 5. 0—0 Pf6Xe4
3. Pgl—f3 Lc8-g4 6. Pf3Xe5 Lg4Xdl en wit
kondigt in twee zetten mat aan.
De stand, waarin wit mat aankondigt, luidt
Wit:
8
m
-■ma m
mm. a
PIPI
bL
f
Kgl, Tal, Tfl, Lcl,
Lc4, Pc3, Pe5, a2, b2
c2, d2, f2, g2 en h2.
Zwart
Ke8, Dd8, Ta8, Th8,
LdlLf8, Pb8, Pe4,
a7, b7, c7, d6; f7, g7
en h7.
Oplossingen in te
zenden voor a.s. Don
derdag aan „Raads-
heer" Bureau Oost-
Goorecht, Sappemeer.
Goede oplossingen van No. 7 van A. K., H. G. K., D, W. en
voor de opmerking van H. Kr n.l. het paard d4 wordt één
punt toegekend. Overigens wordt No. 7 dubbel geteld.
Alzo luidt de opl. van opg. 7 P van zwart naar d4, waardoor
niet alleen de aanval van wit wordt gebroken, maar wit ook
in de verdediging gedrongen en in zijn ontwikkeling belem-
merd wordt.
Goede oplossingen van no. 8 A. Kl., H. Kr., H. G. Kr., D. O. W.
Het eind verloopt als volgt
Zwart: Dh4hlf Wit: Khi:
Pg3ff Kgl
Thlf und gekeilt in drangvoll fiirchterliche Enge,
stirbt der weisze Kônig den Erstickungstod.
door
JAN MOLTEN.
Het was wel een ietwat zonderlin-
ge weddenschap die Sir Sweetenham
en de beroemde Hamletvertolker
Ernest Gilban met elkaar aangingen.
Er was overeengekomen, dat Gilban
zich op een Zondagmorgen van ne-
gen tôt twaalf uur als het stand
beeld van Hamlet op een grasveld
in Hydepark zou poseeren. Als het
standbeeld ook maar de minste of
geringste beweging maakte in dien
tijd, dan had Gilban de wedden
schap verloren.
's Morgens om acht uur al, op
den afgesproken Zondag, ging Gil
ban, op weg naar Hydepark, even
bij Sir Sweetenham aan, die juist
aan z'n ontbijt zat. Sweetenman liet
een kreet van verrassing hooren:
voor hem stond een man van gips,
alleen tricot, schoenen en hand-
schoenen waren van witte zijde.
Zelfs de baret was van gips ver-
vaardigd; gips was er door de wit
te pruik gemengd, opdat het haar
niet in den wind zou kunnen flad-
deren. Zijn gezicht ging geheel on
der een witte verflaag schuil.
Na aldus acte de présence te
hebben gegeven, reed Gilban in zijn
limousine achter gesloten gordijnen
rechtstreeks naar Hydepark, waar
hij voor een der ruime grasvelden
uitstapte. Achter hem aan kwamen
een paar mannen met een reusach-
tigen witten sokkel, die ze op het
grasveld sleepten. Het park was nog
als uitgestorven. Met zijn shagpijp
in den mond hielp Gilban mee, den
sokkel op te stellen. Daar kwam in
de verte een politie-agent aange-
drenteld; Gilban had nog juist den
tijd om zich met een forschen zwaai
op den sokkel te werken en zich
in de houding te stellen, of de agent
kwam voorbij, zonder te bemerken,
dat hier in den nacht een hoogst
merkwaardig tabakrookend stand
beeld uit den grond was opgeko-
men.
Precies om negen uur kwam Sir
Sweetenman aanrijden. Hij stapte
uit zijn wagen en wierp een blik op
het standbeeld, dat in effectvolle
pose de rechterhand om den gordel
geklemd hield. "Hallo, ouwejongen!,,
riep hij, terwijl hij diep zijn hoed
afnam, doch het standbeeld dacht er
niet aan zijn groet te beantwoorden.
Even later hield Sweetenham een
voorbijganger aan en vroeg:"Watis
dat voor een standbeeld?" Zijn oogen
trilden van ingehouden prêt. De
wandelaar keek even op. „Och,"
antwoorde hij, „dat staat er al zoo-
veel jaar!" Het begon nu levendi-
ger te worden in het park. Op de
rijwegen werd het een drukte van
belang. Aile menschen, die voorbij
kwamen, namen het als een vanzelf-
sprekend feit aan, dat hier een stand
beeld van Hamlet stond envermoe-
delijk ook al jaren gestaan had.
Hamlets standbeeld werd nauwe-
lijks met een blik verwaardigd.
Maar Sir Sweetenham had een
serie verrassingen uitgedacht, die
geschikt waren om het standbeeld
in letterlijken en figuurlijken zin
van zijn stuk te brengen. Alseerste
beproeving verscheen tegen half
tien Mabel Went op het tooneel,
een slanke, blonde vrouw, die door
Gilban aanbeden werd. Sweetenham
trok haar naast zich op een bank
onder de oogen van het standbeeld
en begon met haar te fluisteren;
toen de weg vrij van menschen was,
omhelsden en kusten ze elkaar!
Doch door zoo'n lompe truc liet
Gilban zich niet van de wijs bren
gen, met versteende melancholie
keek hij van zijn voetstuk op het
verliefde paar neer en verroerde
zich niet.
Een vrijwat gevaarlijker proef
kreeg het standbeeld te doorstaan,
toen er eensklaps een merkwaardig
gezelschap kwam aanzetten, dat
onder schetterende kopermuziek
zich in een halven cirkel om het
gedenkteeken opstelde. Het waren
allemaal oude heeren in gekleede
jassen, die groote kransen droegen,
vele voorbijgangers sloten zich bij
den kring aan en keken verbaasd
toe, hoe onder het spelen van een
plechtstatige mélodie een krans aan
den voet van het standbeeld werd
neergelègd.
Het mocht waarlijk een prestatie
van den eersten rang genoemd wor
den, dat Gilban zonder een spier
te vertrekken deze waanzinnige ver-
tooning aan zich voorbij liet gaan.
Toen de deputatie goed en wel
afgetrokken was, ging Sir Sweeten
ham als in de grootste opwinding
voor het gedenkteeken op en neer
loopen, scheldend en vloekend op
de autoriteiten, die het in hun hoofd
haalden, hier in Hydepark het stand
beeld van een Deen te plaatsen.
Hij hitste het volk tegen het stand
beeld op. Als het niet al zoo wit
was geweest; had het zeker bij het
hooren van zooveel vervloekingen
van schrik moeten verbleeken. Er
vormden zich opgewonden groepjes,
die deels vôôr deeis tegen het stand
beeld van den Deen waren, totdat
een oude vrouw de gemoederen
wist te kalmeeren met de opmer
king: „Maar wat willen jullie dan
eigenlijk? Dit standbeeld is toch op-
gericht ter eere van den grooten
tooneelspeler Gilban".
Daarbij kwam, dat op dit oogen-
blik aller aandacht in beslag geno-
men werd door een nieuwe gebeur-
tenis. Blijkbaar speelde zich hier
opeens een tragédie af. Een jonge
vrouw, achtervolgd door een woest
uitzienden man, kwam uit een zijweg
hollen. Viak voor het standbeeld
haalde de man haar in, trok een
revolver en richtte haar op de vluch-
tende vrouw. Met één sprong ver-
school deze zich achter den grooten
witten sokkel. Kreten van ontzetting
weerklonken, mannen wierpen zich
op de woesteling, doch hij rukte
zich los en zwaaide dreigend met
zijn revolver. Zonder twijfel zou
de kogel het standbeeld getroffen
hebben, als de man had afgeschoten.
Bijna vijf minuten was Hamlet in
levensgevaar de loop van de re
volver was, terwijl de man als een
bezetene brulde, vlak op hem ge-
richt en toch bewoog hij zich niet.
De agent van daareven kwam er
weer aan en de man met de revol
ver pakte zijn biezen.
Ook deze poging om het stand
beeld uit zijn onverstoorbaar even-
wicht te brengen was dus mislukt.
Maar Sir Sweetenham had nog meer
pijlen op zijn boog. Heel toevallig
ontmoette hij vlak voor het standbeeld
een ongelooflijk dikke kerel, die
meteen van wal stak en Schotsche
moppen begon te veriellen, zoo ont-
zaglijk komisch, dat Sweetenham en
Mabel Went in een daverend gelach
uitbarsten. Ze schudden en kron-
kelden zich, ze sloegen dubbel van
den lach en onder de hand zorgde
Sweetenham er wel voor, af en toe
eens steelsgewijs naar omhoog te
gluren, om te zien of hij het stand
beeld niet op een glimlach betrap-
pen kon. Hun gelach werkte zoo
aanstekelijk, dat zelfs de voorbij-
gangers bleven staan en mee gingen
lachen en zoo stonden er tenslotte
wel een vijftig menschen te gieren
van de prêt, alleen het standbeeld
lachte niet en keek, zoo mogelijk
nog strakker dan tevoren. Het was
wel een bijzonder ernstig standbeeld.
„En toch krijg ik 'm wel", be-
weerde Sir Sweetenham, en ging,
zeker van zijn zaak, weer op de
bank zitten. Met emmers en boen-
ders gewapend, verscheen er nu een
troep schoonmaaksters, die opdracht
hadden het standbeeld eens een
flinke beurt te geven. Ze plendens
Hamlet om te beginnen een paar
emmers water over het hoofd,
bewerkten hem daarop met lappen
en doeken en borstels, spoten hem
met de tuinslang grondig af, doch
Hamlet hield stand, knipperde niet
eenmaal met de oogen, terwijl het
water langs hem heen droop.
„Wel, de drommel die Gilban is
zoo taai als een nijlpaard riep
Sir Sweetenham woedend uit, want
hij begon in te zien, dat hij de wed
denschap verliezen zou. Ailes wat
hij bedacht had, stuitte af op Gilbans
stalen wilskracht. Hij was inderdaad
de grootste tooneelspeler ter wereld,
nooit had iemand zoo voortreffelijk
voor standbeeld gespeeld, Sweeten
ham bukte zich en raapte een steenje
van de grond. Hij keilde het naar
den Prins der Denen. Zijn voorbeeld
vond navolging, in minder dan geen
tijd kwam er een regen van kiesel-
steentjes op het standbeeld neer,
doch ook deze laatste poging bleef
zonder uitwerking. Sweetenham
wischte zich het zweet van het voor-
hoofd. „Ik geef het op", zei hij te
gen Mabel. „Maar al heeft Gilban
de weddenschap dan gewonnen,
een koopje bezorgd heb ik hem
tôch Want hij kan toch niet op
kiaarlichten dag ten aanschouwe van
aile menschen, die hier voorbij ko-
men, van zijn voetstuk stijgen en
naar huis gaan Hahaha De stakker
zal hier tôt vanavond laat moeten
blijven staan
Doch ook hierin had Sweetenham
buiten den waard gerekend klok-
slag twaalf uur kwam er een vracht-
auto voor, een paar werklui stapten
eruit, ze tilden het standbeeld van
het voetstuk en droegen het naar den
wagen het voetstuk lieten ze staan.
In een oogwenk was het gebeurd
en de auto reed weg met Hamlets
standbeeld.
„lk ben verslagen steunde
Sweetenham, greepMabel bij den arm
en trok haar mee naar zijn auto. Ze
reden naar Gilban nog onder de rit
schreef Sweetenham de chèque uit.
Lachend ontving Gilban hen. Hij leek
in 't minst niet meer op een stand
beeld. Elégant gekleed en pas ge-
schoren stond hij daar en lachte hen
toe.
Met een wijdsch, theatraal gebaar
reikte Sweetenham de chèque over.
Gilban lachte nog steeds.
„Als je met aile geweld je geld
kwijt wilt", riep hij overmoedig uit,
„geef het dan maar aan het Leger
des Heils".
„Wat bedoel je Je hebt 't toch
gewonnen stameldeS weetenham
en staarde op hetzelfde oogenblik
naar de deur die opengetrokken werd.
Met glazige oogen zag hij, hoe de
arbeiders, die met de vrachtauto in
Hydepark waren gekomen om het
standbeeld weg te halen, een groote
gipsfiguur de kamer binnendroegen
Gilban sloeg'zijn beeltenisvertrouwe-
lijk op den schouder en kon maar
niet ophouden met lachen
,,'t Scheelde maar een haar", riep
hij, „of het was ailes mis gegaan
Juist toen ik bezig was het stand
beeld op te stellen, kwam er een
agent voorbij, zoodat ik genoodzaakt
was, een minuut lang persoonlijk
als Hamlets standbeeld te posee
ren
(Nadruk verboden)
nnTP
H
F
Tweeds bled
M
n
M
n
n
n
n
w
n
h
n
3
n