Sportterrein - Sappemeer.
bij het Paviljoen „DE BLOEMERT"
Bijz. H. B. S. HOOGEZAND.
HENSEN - Martenshoek.
I
Chinamatten
H. J. BODËWES, Martenshoek
Huurboekjts en Huurcontracten
Nu een ninuwn Lamp.
Kronen en Kappen
A. J. BONTING
PUBL1C1TEIT
H. S. C l-Overmaas I
in aile maten en goedkoop
KREMER's BoekhanSappemeer
Verhuizing en Schoonmaak.
Officieële Publicatie.
Opening Zeilseizoen
Pracht Heeren Petten
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van HOOOEZAND
doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne ver-
gadering van 25 Juli 1921 is vastgesteld de volgende verorde-
ning:
VERORDENING op de KEURING van WAREN
in de gemeente HOOGEZAND.
De Raad der gemeente Hoogezand
Gelet op het advies van de Gezondsheidcommissie te Hooge
zand, d. d. 1 Juli 1921
Heeft besloten
vast te stellen de volgende verordening
VERORDENING op de keuring van waren in
de gemeente HOOGEZAND.
Art. 1
Deze verordening verstaat onder waren" hetzelfde wat art. 1
van deWarenwet (Staatsblad 1919, no 581) daaronder verstaat.
Met verkoopen wordt in deze verordening gelijk gesteld
a. het ten verkoop of ter aflevering in voorraad hebben
b. het afleveren
c. het uitstallen
d. het vervoeren
e. het te koop of in ruil aanbieden
f. het uitdeelen
g. het aanwezig hebben op markten
h. het aanwezig hebben in winkels, woningen, bergplaatsen,
werkplaatsen, fabrieken, stallen, voer-of vaartuigen of op erven
bij fabrikanten, kooplieden, melkveehouders, winkeliers, slijters
of venters in gebruik.
Het aanwezig hebben van waren in woningen of stallen wordt
met verkoopen niet gelijk gesteld voorzoover de onder letter h.
genoemde personen aannemelijk kunnen maken, |dat de aanwe-
zige waren uitsluitend bestemd zijn voor eigen gebruik.
Art. 2
Het is verboden waren te verkoopen, die ondeugdelijk van sa-
menstelling zijn of in ondeugdelijken toestand verkeeren.
Art. 3
Het is verboden waren te verkoopen, die bij gebruik over-
eenkomstig de bestemming voor het leven of de gezondheid
schadelijk zijn of kunnen zijn.
Art. 4
Het is verboden waren te verkoopen. die niet voldoen aan de
eischen, of ten aanzien waarvan niet voldaan is of wordt aan
de eischen, gesteld krachtens de Warenwet (Staatsblad 1919 no.
581) met uitzondering van art. 16 dier wet.
Het is verboden met betrekking tôt waren iets te doen of.
na te laten in strijd met de voorschriften krachtens de Waren
wet (Stsbl. 1919 no 581), met uitzondering van art. 16 dezer wet
Art. 5
Hij, die waren verkoopt of die voor het bereiden van waren
grondstoffen bewerkt of verwerkt, is verplicht aan de ambtena-
ren bedoeld in art. 7 op aanvrage onmiddellijk die waren en die
grondstoffen, alsmede de zelfstandigheden, voorwerpen of ge-
reedschappen, die bij den verkoop. de bereiding, de vervaardi-
ging, de samenstelling, verpakking, bewerking, behandeling of
het vervoer van waren gebruikt worden, te vertoonen en des-
verlangd ter hand stellen.
Art. 6
Overtreding van eenige bepaling van deze verordening wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste 6 maanden of geldboete
van ten hoogste f 2000 De waren met betrekking waartoe de
overtreding is begaan, kunnen worden verbeurd verklaard.
Art. 7
Met het opsporen van overtredingen bij deze verordening
strafbaar gesteld zijn belast de ambtenaren, bedoeld in art. 18
der Warenwet (Stsbl. 1919 no. 581). behoudens de wijziging,
welke in de aanwijzing dier ambtenaren krachtens art. 34, 2e lid
dier wet, bij Koninklijk besluit zal worden gebracht.
Art. 8
Deze verordening kan worden aangehaald als Keuringsver-
oderning voor de gemeente Hoogezand.
Art. 9.
Deze verordening treedt in werking op een nader door Burge-
meester en Wethouders te bepalen dag, met ingang van welken
dag zal zijn ingetrokken de verordening van 8 Maart 1917.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Hoogezand in
de openbare vergadering van den 25 Juli 1921, gewijzigd 1 Fe-
bruari 1929.
De Voorzitter:
(get.) H. E. Buurma, 1. B.
De Secretaris.
(get.) G. Zwiers.
Zijnde deze verordening door Gedeputeerde Staten van Gro-
ningen bij besluit van 19 Maart 1936 goedgekeurd.
En is hiervan afkondiging geschied, waar het behoort, den
11 April 1936.
Burgemeester en Wethouders voorn.
D. Bartels.
De Secretaris.
G. Zwiers.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Hoogezand verkla-
ren dat bovenstaande verordening en de wijziging daarvan
respectievelijk in werking zijn getreden op 1 Maart 1922 en 26
Februari 1929.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
D. Bartels.
De Secretaris,
G. Zwiers.
MORGEN (la Paaschdag) Aanvang 21 s uur.
Voor den K. N. V. B. Beker
Entrée als gewoon.
(Rotterdam).
Maandag 2de Paaschdag
ZEILWEDSTRIJDEN.
Aanvang 2.30 uur. Daslname Vrlj.
LEERLINGEN, die de zesde klasse der lagere school met
vrucht doorlopen hebben, kunnen met 1 MEI in de voorbe-
reidende klasse plaats nemen.
Voor goede leerlingen bestaat dm in het laatst van Juli
gelegenheid om toelatingsexamen te doen voor onze eerste
klasse H. B. S.
Aangifte en inlichtingen bij den Directeur:
R. MARRINQ.
Nisuw ontvangan
49 et98 et. f 1.10
Gestreepte Heeren PANTALONS modem gesfreept.
Zyden Heeren Zelfbinders 19, 29, 39, 69 et
Heeren Bretels 25, 49, 55, 75 etf 1
Voor DAMES modem getinte KOUSEN 49, 79 et.,
moderne Gameerknoopen, moderne Clips, Bustehou-
ders, Corsetten.
Dames JARRETELLES met nieuw gepatenteerde s'ui-
ting om uitscheuren van kousen te voorkomen.
West U dat wij verkoopen een 3deelige WOLMA-
TRAS met vetvrije wolvlokken met pracht bleu
damastpatroon, dubbel afgerand voor f 9.90.
Waat U dat wij zelf KLEERMAKERIJ nahouden, dat
wij pracht Hasran Maatcostuums afleveren,
dat U dan bij ons beter terecht is, dat wij niet
anders afleveren of het moet U volledig aanstaan,
dat onze prijzen hiervoor bljzonder concurreerend
zijn.
KLEINE MATEN 7 cent,
COCOSMATTEN 23 cent.
KACHELZE1LEN 15 cent.
Het adres voor de Huishouding.
Bij ons vindt U ruime keuze in
zoowel voor Cas als Electrisch.
STEIJKIJZERS en WANDVERLICHTINGEN.
Kielsterstraat 15 Tel. 73
Denk aan onze COBO STOFZUIGERS.
CHARLES DELAMBRES.
Hij was een kleine, bescheiden
man. Te bescheiden. Sinds twintig
jaar schreef hij van ailes en nog
wat voor een tweederangskrant, die
hem een derderangssalaris daarvoor
betaalde. Die brave Chariot, noem-
den ze hem, allemaal, van den
hoofdredacteur tôt den volontair en
allemaal op een toon van licht min-
achtende genegenheid. Hij was een
onaanzienlijk, stil mannetje, hij
schreef over kunst en stadstafereel-
tjes en rechtszaken en soms ook
over andere dingen. al naar het uit-
kwam. En hij was zonder twijfel de
eenigste criticus ter wereld, die
geen vijanden had. Zijn critieken
waren zoo zachtmoedig, dat geen
mensch er meer waarde aan hechtte.
Dat kwam, omdat Charlin zelf
schreef. Heel veel. Wat niet wil
zeggen, dat de wereld daar veel van
merkte. Er was eens een bundel
gedichten van hem verschenen,
doch daar hij nooit tôt een bepaald
kringetje had behoord en verder
geen enkele eigenschap bezat om
het publiek op te vallen, bleven zijn
gedichten onopgemerkt. In de laden
van zijn schrijftafel thuis lagen twee
manuscripten van tooneelwerken.
nog ongeveer vijftig gedichten en
een half voltooide roman. Hij maakte
zich niet de minste illusie meer,
dat ooit iemand zich daarvoor zou
interesseeren.
Charlin leefde op kamers, bij een
goedmoedige, lichtelijk tyrannieke
doch welmeenende jnffrouw, die
hem „Die goeie Mijnheer" noemde
op precies den zelfden toon waar-
mee men op de krant over hem
sprak. Op een morgen in November
kwam juffrouw Alard bij hem bin-
nen met het ontbijt, en begon voor
de zooveelste maal over „die boe-
kenrommel".
Charlins eenige bezit waren zijn
boeken. Hij had er vele. Sinds ja-
ren stuurden uitgevers hem boeken
en bundels ter recensie en zoo had-
den ze zich opgestapeld en hij kon
er nooit recht toe komen, ze te
verkoopen.
Zelf kunstenaar al werd hij als
zoodanig niet erkend voelde hij mee
met iederen anderen kunstenaar en
de gedachte, dat misschien eens een
geesteskind van hem in handen van
een lompenkoopman zou vallen,
deed hem huiveren.
Juffrouw Alard kon dat niet mee-
voelen en ze ergerde zich aan stof
en spinrag, dat volgens haar door
de vele boeken veroorzaakt werd
en ze kreeg hem zoover, een stapel
uit te zoeken, die hij wel wilde
wegdoen.
Maar aangezien een opkooper hem
zoo tegenstond, zei ze boos
„Doe wat U wilt, gooi ze in de
rivier voor mijn part, maar ze tnoe-
ten nu weg meneer
Ze sloeg de deur achter zich dicht,
en vermoedde niet, dat haar woor-
den ernstig door Charlin werden
overwogen. De rivier. Breed, snel
stroomend water, in den winter
soms woest en gevaarlijk om te
bevaren. Als zijn werk moest wor
den verniétigd, zou hij het dan niet
liefst willen begraven in dien trot-
schen stroom
Hij peinsde daarover langen tijd
en toen de avond viel, een mistige
avond was het, koud en triest, ver-
liet hij zijn woning, zwoegend met
een zak vol boeken. Het was maar
enkele meters naar de rivier, wier
bruisen hem dikwijls in slaapwiegde.
Juffrouw Alard was Uit, bijna niemand
liep op straat, met dit koude mistige
weer. Hij kwam bij de rivier en
wierp den zwaren zak erin. Toen
hij zich omkeerde schrok hij, Aan
den overkant van de straat stond
een man en keek naar hem. Charlin
voelde zich zoo onrustig en schul-
dig, alsof hij geen geesteskinderen
doch allemaal kinderen van vleesch
en bloed in zijn zak had gehad en
rende bijna naar huis.
Hij droomde dien nacht huive-
ringwekkende dingen oververmoorde
kinderen en oogen, die uit een mist
naar hem loerden en op de redactie
vroeg men, wat hem scheelde.
Niets Nonsens, hij zag er ziek en
overstuur uit, hij moest maar eens
een paar dagen rust nemen.
Toen hij 's middags thuis kwam,
vond hij iemand op zich wachten.
Mijnheer was net gekomen, vertelde
zijn hospita nieuwsgierig en hij
dacht Een uitgever Het bleek
echter een inspecteur van politie te
zijn. iemand was vanmorgen bij de
politie gekomen en had medege-
deeld, dat hij laat in den avond
iemand, die zich verdacht gedroeg,
een zwaren zak in de rivier had
zien werpen. Charlin lachtte zenuw-
achtig en legde uit. Hij moest
toestemmen, dat de inspecteur niet
ten onrechte verbaasd keek. Het
klonk allemaal wat vreemd en de
inspecteur ging weg met de over-
tuiging, die hij niet onder stoelen
of banken stak, dat deze goede,
kleine man met molentjes liep.
Een normaal mensch verkoopt
boeken, die hij kwijt wil of geeft
ze cadeau. Hoe kon iemand zoo
onpractisch zijn En dan nog wel
iemand die schreef
Charlin zag nu ook wel in, dat
er iets beters te verzinnen zou zijn
geweest. Hospitalen en gevangenis-
sen krijgen ook wel graag boeken
ten geôehenke. Natuurlijk, dat was
de juiste weg geweest Hij had nog
vele menschen gelukkig ermee kun
nen maken en in plaats daarvan...
och, hij was nu eenmaal een dwaas.
Tôt zoover leek het geval niet
meer dan dat. Doch een week later
werd in de rivier gedregd, omdat
een der inwoonsters van het stadje
verdwenen v/as. Men haalde het
in een dichtgebonden zak verstopte
lichaam te voorschijn van een klaar-
blijkelijkvermoorde vrouw. Vier-en-
twintig uur later werd Charlin, na
een verward onderhoud, op het bu
reau, gearresteerd. De zaak veroor-
zaakte enorme sensatie, eerst in de
stad zelf, waar bijna iedereen Char
lin van gezicht of persoonlijk kende
dan ook daarbuiten.
Er vormde zich al spoedig een
groote groep van personen, die voor
hem opkwam. Al zijn zachtmoedige
critieken begonnen opeens vruchten
j af te werpen, om een stoute beeld-
I spraak te gebruiken Zijn collega's
vonden de aanklacht bçlachelijk, zijn
vrienden wonden zich op. Daaren-
tegen waren er ook velen, en er
kwamen er steeds meer, die zijn
heele gedrag verdacht vonden en die
voorbeelden aanhaalden van gruwe-
lijke moordenaars, die ook zoo
zachtmoedig en eenvoudig leken.
Tenslotte wekte de zaak Charlin
zelfs de belangstelling buiten de
grenzen.
Tegen Charlin voor de rechtbank
verscheen, had hij al vijftien liefdes-
betuigingen en sacht huwelijksaan-
zoeken gehad van allerlei dames,
van goeden stand en de rechtbank
zelf kookte van opgewondenheid.
De scenes, de uitbarstingen van ad-
vokaten, de zenuw-aanvallen van ge-
tuigen, waren niet van delucht. Ca-
ricaturen en foto's van Charlin ston-
den in aile bladen, wie hem gekend
had, werd uitgehoord, en de ver-
klaringen spraken elkander zoo te
gen, dat de eenvoudige, goedmoe
dige Charlin allang vergeten was
voor een mynisterieus wezen, mis
schien martelaar, misschien misda-
diger, doch in elk geval intéressant.
Charlin. vertwijfeld dat men hem
maar niet wilde gelooven, had de
partij gekozen van te zwijgen en dat
maakte hem nog mysterieuzer. Het
werd een heftig gevecht tusschen
aanklager en verdediger, de jury
bleef tweemaal vier-en-twintig uur
in beraad, en krabde elkander bijna
de oogen uit, en tenslotte werd Char
lin vrijgesproken. Niemand geloofde
toen het zoover was, dat hij on-
schuldig was, doch hij kreeg een
ovatie van een enorme volksmenigte
aanbiedingen van uitgevers en kran-
ten en uitnoodigingen van de voor-
naamste kunstbeschermers.
Charlin woont nu in een luxueuze
flat in Parijs. Hij heeft een eigen
kring, bewonderaars en bewonde-
raarsters, vooral de laatsten, hij
verdient een hoop geld met een
tiende te doen van wat hij jarenlang
gedaan heeft en dwepende vrouwen
leeren zijn gedichten uit het hoofd.
De eenige, die hem nog altijd
even nuchter beschouwt, is juffrouw
Alard. Zij herhaalt tegen iedereen
die het wil hooren, dat die goeie
mijnheer Charlin nooit zooiets zou
hebben gedaan en dat het hââr
schuld was, haar schuld alleen, dat
hij van zooiets gruwelijks verdacht
werd. Dat hij haar desniettemin ge-
regeld met Nieuwjaar een geschenk
stuurt, bewijst, wat een engel van
een man het is.
Voor hen, die de zaak objectief
beschouwen, bewijst het alleen, dat
Charlin het belang van deze enorme
publiciteit heeft ingezien en zich
dankbaar toont dat juffrouw Alard
hem niet aanried, zijn overtollige
recensie-exemplaren aan ziekenhui-
z'en te zenden.
DOOR