Nieras- en Advertentieblad voor HOOGEZAND, SAPPEMEER en Omstreken.
SEIZOEN OPRUIMING
Snte partij OVEIHEMDEN
BIOSCOOP- HOOGEZAND
Polo lemden
Onze Opruiming is
inderdaad Opruiming.
m ïMM
HEliSEN - Martenshoek.
Àlp. Vergadering
OnderLHuurwaarborgMij.
.Eendracht maakt Macht'
Prima Cahiers
Gonfectiereiziger tegen wil en dank.
Met vacantie op reis
H.v
ïi il
A. J. BONTING,
67e Jaargang
ZATERDAG 31 Juli 1937
Seizoen-Opruiming
Woensdag 4 Aug.
de Seizoen Opruiming
De Qogen van lalimati
No. 30
Drukker-Uitgeyer T. K. KREMER, Sappemeer.
naast het Gemeentehufs Hoogezand. Tel. 97
Voor de Reis.
Hoeden, Petten, Sokken.
Dames Onderjurken.
Directoirs, Corsetten enz.
ongeëvenaard goedkoop
jZONDAG twee aparté voorstellingen
Hôtel ..GROENEVELD" Sappemeer,
FRITZ SCHULZ en MARIA PAUDLER
Prima STOFZUIGER
JAN BODEWES Tel. 130 Martenshoek
naar
-
TELEFOON 52
VRIJDAG
ZATERDAG
ZONDAG
WOENSDAG
30 Juli
1 Aug.
2 Aug.
4 Aug.
nu 1.15, 95, 79 en 69 cent.
Bypassende ZOMERDASSEN
nu 89, 69, 49, 39 en 29 cent.
uitsluitend de betere kwaliteiten
nu 110, 95, 69 en 59 cent.
„MODEHUIS" kwaliteit.
Nu 1 95, 1.75, 1 39, 1.10 en 95 cent.
Prima Hemd met gevoerd tront,
2 boorden met balijnen, moderne
dessins nu 1.39.
Verder koopjes In
I ni 1IÇ TPFMl^FP als ^gisseur en hoofdrolvertolker in een
10 1 IVL1 r\Ll\ filmweik van bijzondere waarde
Een Louis Trenkerfilm van groot allure, geheel onder leiding van dezen
grooten acteur, régisseur en draaiboekschriiver. Opgenomen in Spanje,
Mexico en Californie.
39 et. Petten.
Wij bieden op 't oogenblik schitterende collectie Heeren
Petten nu 39. 59, 79 et.
49 et. Mans Boezeroens
Mans Boezeroens 49, 69, 98. 110 et.
f 5.95 tweed Regenjassen.
Nog enkele lichte Regenjassen m. 46, 56 f 2.95
Nog enkele zwarte Lakjassen m. 54 f 3.95
Nog enkele zwarte Kinder Lakjassen f 2 48
Meisjes Onderjurken lang 80, 75 cm. 39 et.
Nog enkele groote Handweeftafelklteden 98 et.
139 et. Jongens Boezeroens van 14-15 jaar.
Qraslinnen Lakens 89 et.
Duitsche Lakens 79 et.
Etamine voor Qlasgordijnen 8, 14, 22 et.
Pracht Dames Zomer Handschoenen 9, 19, 29 et.
Schitterende Dames Mutsen 29, 39 et.
Moderne Dames gummi Câpes 50 et.
Nog enkele Linnen Damesjurken f 1.45, f 2 25
Nog enkele Wollen Dekens f 5.00
Nog enkele schitterende Gesbkte Dekens f 5.50
Ziet étalage's.
Overalls ook 3 dubbel genaaid.
Kurkvulling voor hygiénische vulling van kussens en
bedden.
Nog serie's Kinderpakjts tôt de leeftijd 12jaarjas-en
blousemodel.
Vraagt nu de stalen collectie voor Heeren Costumes
naar maat. Wij leveren het beste. Eigen Kleermakerij.
Wat wij verkoopen is geed. Wij garandeeren het.
der
gevestigd te
HOOQEZAND- SAPPEMEER,
oi»
des avonds 8 uur,
in het
bij het Veilingsgebouw.
Namens het Bestuur:
JOH. LUBBERS.
J NIJBOER.
Johan Sutter moest vluchten voor de politie, have en goed achterla-
tend in het onzekere of hg ze wel ooit zal terugzien. Een moeilijk en
zwaar leven wacht hem, wanneer hij als trapper door Far-West trekt.
Na ontelbare avonturen, uitgeplunderd door zijn „vrienden", ontdekt
htj vanaf het hooggebergte het heeriijke paradtjs op aarde Californië.
Door dag en nacht te werken herschept hij dit land in een weelde
van vruchtbaarheid. Op het toppunt van zijn macht ontdekt men
ectater goud in de Sacramento en in luttele maanden gaat het werk
van jaren teloor. De goudkoorts heeft de menschen te pakken en
ailes trekt weg; velden en akkers worden weer woestenij.
De film sluit met een ontroerend beeld een oude vermoeide man
bestljgt Je hooge trap van het Capitool te Washington, en zet zich
op de hoogste trede neer. Stil glimlachend ziet hij de beelden uit
het verleden verschijnende rljkdom die hij den menschen dacht
te geven als een zegen, is sleehts een fatamorgana. Zonder bezit
komt de mensch ter wereld... dan een aaneenschakeling van gevech-
ten om macht en rijkdom... en weer even arm als hij gekomen is.
verlaat hij dit aardrijk.
De Zwitser Johan Sutter werd in 1803 geboren. Zooals bij aile groote
mannen, zijn vele legenden om zijn werk en leven geweven, doch de
herinnering aan dezen pionier en kolonisator zal niet licht uitgewischt
worden en nauw verbonden blijven met Californiës ontwikkelingsee-
8chiedenis
Deze film met haar prachtige moraal werd op de Biennale 1936 te
Venetië, bekroond met de eerste prtjs.
ALS TWEEDE HOOFDNUMMER
in een komisch filmverhaal
eerste voorstelling begint HALF VIJF, zaalopen 4 uur.
(tweede voorstelling begint ACHT UUR, zaalopen half acht.
AvondvoorstelHngen toegang 18 jaar.
Zondagmiddagvoorstelling toegang aile leeftljden.
Doch eerst even naar
in het schoenenmagazyn van
Er zgn nu nog koopjes.
voor 75 cent per week.
Voor sterke en goedkoope
KIELSTERSTR. 15
TEL. 73.
Erik Torser is een Noor, een slanke,
blonde athieet, vervaarlijk sterk en
zoo overmoedip, dat hij de eenige is
in het curcus Romano, die wel eens
afwijkt van zijn gewone, ingestudeerde
trapeze nummer. Ook het publiek ziet
en voelt iets bijzonders, als degespierde
man omhoog klimt naar de glanzende
metalen rekken, hoog in den tentnok
opgehangen als met twee, drie zwaaien
vaart zit in zijn body en hij glimlacht
om een angstkreet.
Dan soms, op zoo'n avond is er
iets, wat andere artisten, die altijd
toezien bij elkaars nummers doet
huiveren om de dwaze vermetelheid,
waarmede hij zijn prachtig lichaam op
het spel zet.
Rustig wentelt en draait Torser in
het telle licht van den schijnwerper,
onder hem de duisternis en duizenden
oogen, ailes stil, behalve de paukenist,
die een salto accentueert met een dof-
fen sidderenden trommeislag. Plotse-
ling fantaseert Torser, bewust van
kracht en onfeilbaar van greep. Zwaai-
end in soepele bogen slingert hij door
de ruimte, duikt in de diepte, grijpt
een neerhangend touw, werkt zich op,
tôt hoog in den nok, laat los en suist
in toomelooze vaart weer omlaag,
n aakt salto's twee, driemaal en dan
zit hij lachend en veilig op een der
rekken, om daarna hijgend en bezweet
in de arena te springen en weg te
rennen, naar zijn wagen, zonder terug
te komen voor het applaus, datdave-
rend de muziek overstemt. Zoo is
Torser, bescheiden, eerlijk, moedig en
handelend.
In het circus Romano zijn veel men
schen en hun woonwagens staan er
achter, vlak bij elkaar als om den
gierenden wind en de regen tesamen
te trotseeren. Vele merschen wonen
er, bijvoorbeeld Lima, de man met het
olifantennummer, Corrick, de levende
granaat en een schat van een meisje,
Lola, dat avond aan avond danst, op
den soepelen draad, gespannen boven
den kooi, waar gapende leeuwenmui-
len zich woedend rekken naar het ijle
zwevende figuurtje. Verder wonen er
Malimah en zijn vrouw en bij den
Britsch-Indiër wil ik stoppe n met de
opsomming van de vele menschen;
bij hem, een mageren, uitgedroogden
kerel met eigenlijk niets anders dan
oogen, omdat zij belangrijk zijn in dit
verhaal.
Het schijnen twee starre punten in
een vaag, nietszeggend gelaat, oogen,
die meestal langs de menschen heen
zien en, kijken zij soms, dan komt er
een duizeling in het hoofd van hem
of haar, alsof er een diepte in was,
die gretig loktc.
De vrouw was klein en tenger en
vloog voor de zacht sissende stem
van den man, die een nummer had,
dat iets te maken had met slangen en
dansen op glasscherven.
Wat Erick Torser alleen nog van
hem wist, was omdat zijn wagen
naast dien van Malimah stond, dat
heel dikwijls 's avonds en 'snachts
zachte snikken klonken en soms een
scherpe kreet, alsof de Indiër de vrouw
sloeg. Dat het waar was, bevestigden
de striemen op haar gelaat en handen,
die Erick Torser eens op een avond
met het kleine hoofdje in zijn groote
sterke hander, zachtjf s bette met ver-
koelende, verzachtende olie.
Toch was het verkeerd, dat, toen
Erick een half uur later kalm de deur
van Malimah's wagen dichtsloeg, er
een klein hoopje verkreukeid mensch
in een hoek achter het kleine kachel-
tje en haastgewrongcn tusschen kisten
en koffers achterbleef. Dat was Mali
mah, berstend van nijd en wraakge-
voelens.
Twee dagen ontbrak hij op het
programma, toen verscheen hij weer,
koud en gevoelloos als anders, aiieen
zijn oogen vol haat om en bij den
Noor.
Het seizoen is voor het circus Ro
mano bijna ten einde. De kleurige
voorstellingen hebben veel publiek
getrokken en er isgoed verdiend. Nog
een week scheidt de artisten van de
afscheidsvocrstelling en in den vrijen
tijd krijgen de wagens een extra beurt
om in de andere streken fleurig voor
den dag te komen. De menschen
trainen 'smorgens in de verlaten arena
en werken 's avonds, als altijd.
En wie valt het op, dat Malimah,
na zijn nummer, dat een der eersten
is, in een hoekje van de groote
koningsloge, die bijna altijd leeg en
verlaten is, zit en blijft tôt Erick Tor
ser lenig in het zand van de arena
springt, even buigt vcor het applaus
en wegrr nt naar zijn wagen. Dan sluipt
ook Malimah wrg, hoewel er nog
twee nummers volgen. Ik denk, dat
hij verwacht, dat er een ongeluk met
Erick zal gebeuren. Dat was ook
begrijpelijk geweest, want iemand als
Malimah vergeet niet Het noodlot,
misschien geluk voor een ander, be-
schikt wel eens anders en eerst nadat
Erick mij iets wonderlijks vertelt, zie
ik verband tusschen twee dingen, die,
op zichzelf tamelijk onbelangrijk, voor-
bij gingen en vergeten werden.
Het eerste was, dat op den afscheids-
avend Erick dwazer was dan ooit en
haast roekeloos zijn toeren uitvoerde,
tôt wij hem piotseling zagen aarzelen
bij een sprong, zoo zelfs dat wij, die
achter het gordijn, dat de arena afsloot,
toekeken, met elkaar fluisterden en
opgewonden schreeuwden bij een
tweeden, absolu ut mislukten sprong.
En nooit zag ik iets zoo grandioos
vervaarlijks, als toen hij daar stond
star en stug voor zich uitstarend, steeds
naar de groote loge, in wilde slinge-
ringen van links naar rechts en zijn
sprong uitbleefterwijl hij zijn han
den van de touwen losliet en één
lange angstige seconde scheen het,
alsof hij voorover zou vallen in de
gapende diepte. Maar even piotseling
glimlachte hij als veilost van iets en
toen zijn lichaam vallend langs de
trapèze schoot, sloeg zijn eene arm
om den metalen buis. Ik wist, dat die
arm brak, want er knapte iets in de
stilte, die star is van angstige verwach-
ting; ik zeide reeds, dat Erick impro
visée) de, want impulsief was reeds
die andere, veilige sterke hand aan
het rek en met een grootsche zwaai
belandde hij in de koningsloge en
verontschuldigde zich tegenover het
hooge gezelschap dat zich daar bevond.
In den wagen ligt Erick en rustig
glimlacht hij om mijn bezorgdbeid.
Waar is Malimah? vraagt hij alleen.
Vertrokken, direct na zijn nummer,
zeg ik verwonderd om wat die Indiër
in zijn gedachten doet.
Er waren oogen, zegt hij fluisterend,
zoo groot en zco sterk. Voor mij,
achter mij, en in mij en die dwongen
mij omlaag tôt ik zou vallen
ja, ja, zegt hij heesch, vallen morst
hé Malimah vallen ik moest,
en even piotseling was het weg.
Hij wuift met zijn gezonde hand het
beeld weg en maakt een gebaar alsof
hij zeggen wil ik begrijp het niet
Den volgenden dag schudden onze
wagens langzaam achter elkaar over
den weg, weer naar een ander ootd.
En als na een half uur de voorsle
wagen stopt, stappen wij uit om te
zien, wat er aan de hand is.
Links van den weg, langs een diepe
helling ligt een wagen opzij, de wie-
len hulpeloos omhoog, het dak ver-
pletterd. Malimah's wagen
En ik stel me voor, hoe op den
du'sferen weg de smerige karvanden
Indiër voortholste, de man verzonken
in kwade gedachten. Voor op de kar
het kleine vrouwtje, het paard leidt nd
naar den dood, want alleen zij kon
misschien weten, hoe groot de macht
van Malimah's oogen was.
Erik legt wat bloemen bij het kleine,
witte gezichtje van de vrouw, dat
glimlacht als heeft zij iets groots vol-
bracht. En hfl draait het lijk van den
man den rug toe. Vreemd g;enoeg, dat
alleen het gezicht groote, diepe won-
den vertoont, die geen herkennirg
meer mogelijk maken. Misschien is
het toch een ongefuk, maar ik beef,
aïs ik de teugels weer opneem en de
wagens verder schudden op den zon
nigen weg, die zoo kaal en wit voor
mij ligt.
OOST-KOOIECHT
Si
''--H-
MODEHIFIS
De Keizer
DOOR
J. HOGETOORN
(Nadruk Verbodea)