B Sigare G. DE SU Pijpen H. TEUBEN Volledige opleiding Machineschrijven I Steenhouwerij MASSINK S KIASTEI n Advertenfle's en Drnkwerken nn nufl KWALITEIT SIBAREN SigarenmagazijntH. TEUBEN, Sappemeer Tel. 264 KJikta^lK „STRDVi - Sappemeer Dans- en Stemmingband.JHÉ BLACK DEUILS" VAN DIJKEN'sl INMAAKGLAS tegen zeer lage piijzen en onder voile garantie Bruine Inmaakpotten, In den llzerhandel van P. v. DIJKEN DE SUD ONDER DE 6D0KD Gedipl. Leeraar - Hoogezand. inlichtingen. Electr. Courant- en Handelsdrukkerij T. K. KREMER GRAFWERKEN Mej. Gr. BRAAM - Kolham is beter! Te vanaf 15 cent. geeft de SAPPEMEER Had Uw Advertentie hier gestaan, ze was door dui- zenden gelezen FOXHOL, Meerweg 28, (Gem. Hoogezand) h Kopje 4 uur The Dansant 8 uur Soirée Dansante DE MIS1EIENING. de Jo..--dat h we/Aom. Mi Nu beat Geop L Dit J Entn Vh Men kings is da CHA Vrij vertaald Ht| herh, „Moeilijk i vrouwen t ik wil h ,,U zult seling toeç vertwijfelii den adem lijke inspa om het ge „V66r a u zweren, blank of g sp/eken. L dood bete< vrouwen I* „Als ik i ren, dat i teruggeven „Ik zal s „Dat is zijn, ik wii gelijk bevrj brengen zelf. Jacqu< „Alleen t met Charlii ken Lever terugbrengt ,Hoe gï u meeneme slotte. „U zorgmaatrei voor deze „lk zal Mnrgen vei werk voorl „Neen, r de Chinees te bladerei in aile modellen en prijzen Noorderstraat 56 SAPPEMEER TELEFOON 213 VLUGGE LEVERING LAGE PRIJZEN HET AANGEWEZEN ADRES VOOR UW Wg leveren aile voorkomende In Hardsteen, Granieto en Béton, zoowel in eenvoudige als in moderne uitvoering HET GOEDKOOPSTE AORES IN HET NOORDEN TELEFOON 183x Agentschap v. „Qost-Gioorecht" en .Slochter Courant" worden zonder prysverhooging aangenomen. UIJ UI1U voor 3 of 4 cent. (K. BEEREBOOM). Morgen ZONDAG 1/« SU 1 Vj 2 L. 13 14 15 16 17 et. COMPLEET MET RING. GROOTE VOORRAAD Ook In spoclals VLEESCHGLAZEN. KEULSCHE POTTEN, SNIJBOONMOLENS. FRANCO LEVERING. HOOGEZAND 103 door JAMES WH1TE. Op een avond in November kwam het verleden binnen in de vredige woning van Clara Athel. Een verleden, waarmee ze al zoo volkomen had afge- rekend. Ze was vijf en veertig, een frisch, knap, levendig vrouwtje, dat zich met buiten gewone energie uit de ar- moede had opgewerkt, en dat nu sinds acht jaren een pen sion bezat. Ze hoorde tôt de zeldzame pensionhoudsters. die van haar vak houden. Ze vond het prettig telkens andere menschen om zich heen te hebben, ze vond het prettig, zich allerlei épisodes uit de levens van anderen, soms grapplg, soms tragisch, soms beide tegelijkertijd, zich te zien afspelen. En doordat ze veel had meegemaakt, veel leed, armoede, strijd, was ze soms in staat, goeden raad te geveç of troost en steun op het juiste moment. Men hielc van haar, er waren gasten, die sinds jaren bij haar woonden en anderen, die elken zomer terugkeerden. Doch dien herfst kwam het noodlot en belde aan. Het was een man, zoo sjofel en ongunstig eruitzien- de, dat het dienstmeisje hem de deur weer voor den neus dicht wilde slaan. Maar hi zette zijn voet ertusschen en verlangde Mevrouw zelf te spreken. Toen ze kwam, stond ze even heel stil, starend naar hem, terwijl al het bloed uit haargezichtwegtrok. Hij grijns- de en zei „Uw meisje wilde niet gelooven, dat ik hier een kamer besteld heb 1" Clara haalde diep adem, beheerschte zich met groote wilsinspannig en zei „Ze wist het nog niet. Wilt U even meekomen En van dien dag af begon- nen de dienstboden en andere gasten zich te verbazen. De sjovele, ongemanierde en naar spoedig bleek, aan den drank verslaafden gast, kreeg de mooiste suite, verscheen na een dag in nieuwe kleeren en had weldra het hoogste woord. Hij sloeg een toon aan, alsof het pension hem toebe- hoorde. En Clara Athel, die met al haar vriendelijkheid niet een doetje placht te zijn, liet zich ailes welgevallen. Maar 's nachts lag zij slape- oos in bed en wrong de han- den. Wat moest ze doen Hij was haar man. Die verloopen dronkenlap en schurk had haar getrouwd, negen jaar geleden. Ze had in hem - destijds een vroolijke, knappe, lichtzinnige Don Juan - een ideaal gezien. ïn toen hij haar verliet onder allerlei voorwendsels, eerst van Zaken in het buitenland", had ze getreurd met gebroken hart. Jarenlang had hij niets meer van zich laten hooren en zij, dwaas als ze was, hoopte op zijn terugkeer. Nu was hij teruggekomen. Leefde op haar kosten en maakte zich alleen niet bekend, omdat hij sluw genoeg was om te beseffen, dat de keurige gasten van het pension elders een goed heenkomen zouden zoeken, als ze hoorden, dat hij de eigenaar van het huis was volgens de wet. Hij, die zijn vrouw in ellende achter- liet, bezat aile rechten op wat zij veroverd had door moei- zamen arbeid en hij eischte die rechten op. Doch hij deed het in oogenblikken, dat ze onder vier oogen waren, hij bleef den gast spelen, een ongemanierden, lastigen, drank- zuchtigen gast. Clara voorzag, wat zou ge- beuren. Een voor een zouden de andere gasten er genoeg van krijgen en weggaan, nieuwe zouden komen, doch het spel zou zich herhalen en wat ze gespaard had, zou verdwijnen.. En ze was machteloos. Twee weken lang al tyranniseerde de man, die zich John Smith noemde, het geheele huis, toen een nieuwe gast kwam, een vrouw van omstreeks veertig jaar, met een scherpe stem en verbitterd hard gezicht. Ze verscheen als laatste aan de table d'hOte en nauwelijks had „Smith" haar gezien, of hij onderbrak een luidruchtig ver- haal, dat hij tegen een ijzigen buurman hield, staarde met uitpuilende oogen naar de nieuwaangekomene en scheen op het punt weg te loopen, doch ze had hem gezien. Een oogenblik staarde ook zij, tôt algemeene verbazing, rende ze op hem af, greep hem bij de armen en riep Zoo waarde vriend, ben jij hier? Waaris mijn spaargeld? Wat moet het beteekenen, dat je bent verdwenen, vier- en-twintig uurnaons huwelijk? Clara sprong op. Huwelijk Wilt U zeggen, dat U getrouwd bent met met Ja, zoo gek ben ik geweest, zei de energieke dame. En toen hij mijn spaarpot te pak- ken had, verdween hij. Ik durf wedden, dat hij daar zijn beroep van maakt. Maar nu ontkom je me niet, mannetje. Laat iemand de politie opbel- len Smith deed een sprong naar de deur, doch hij was te laat. Een der gasten, die een bijzon- deren hekel aan hem had, plaatste zich ervoor en een andere belde de politie op. John Smith, bigamist en hu- welijkszwendelaar, had zich misrekend. (Nadruk verboden.) FEUILLETON ROMAN door CHARLES FOWLEY Vrij vertaald an bawerkt door Mr. W. d'Obéron Nadat hij de deur van het vertrek weer achter zich gesloten had, gaf hij de twee vrouwen een teekeu, dat zij hem moesten volgen. Vlug ging hij naar de deur, liet Janine en Eve lyne in den draagstoel stappen en gaf zijn bevelen aan de dragers. In de „wandeiende kamer" legde hij zijn plan uit: langs de trap van de be- graafplaats zouden zij probeeren te vluchten I „Als de Chineezen ons op het spoor komen, zullen zij ons daar niet durven achtervolgen. Voordat Tao ontwaakt, hebben wij zeker nog twee ot drie uur voor ons I Ik heb de eerste maal slechts eenige uren noodig gehad om in Kowa af te dalen en Tao maakte nog omwegen. Waar- schijnlijk is deze weg, die voor de dooden bestemd is, veel korter en ge- makkelijker! Langs deze trap zullen wij misschien in een steengroeve ko men en in een of twee uur zijn wij vrij Evelyne en Ninette vonden zijn plan zeer goed. Ailes scheen hun beter dan in voortdurenden angst in het Ya-men te moeten biijven. De draag stoel stond plotseling sti). Dlchtbij het Ya-men was het ge- schreeuw nu veel heviger geworden. Jacques vreesde dat de dragers hen ergens in het centrum aan hun lot bad- den oveigelaten om zich bijdeoproe- rige menigte te voegen. maar toen hij het gordijn terzijde duwde, zag hij, dat zij zich reeds aan het begin van de straat bevonden, die naar de be- graafplaats leidde. Onmiddelijk sprong hij op den grond en hielp de twee vrouwen bij het uitstappen. Vervol- gens beval hij de dragers weer naar het Ya-men terug te keeren. Voordat zij verder gingen, wachte jacques tôt de Chineezen verdwenen waren De catastrophe. Toen zij er zeker van waren, dat zij niet bespied werden, gingen zij naar het einde van de straat en drongen de duistere begraafplaats binnen. Daar hoorden zij het rumoer van de oproerige massa, eerst nog slechts heel vaagen tenslotte drong geen enkel geluid meer tôt hen door, Hoewel er van tijd tôt tijd op hun weg kleine lampen hingen, stak Jac ques toch zijn lantaarn aan en blies één voor èén achter hen uit, om een eventueele achtervolging te bemoei- lijken. Hun tocht langs al die kisten was een ware nachtmerrie. Een voch- tige warmte en een onaangename damp stegen uit dezen enormen graf- kelder op en werden bfjna onver- draaglijk. Evelyne en Ninette liepen angstig dicht bij elkander, hun oogen strak op het kringetje licht gevestigd, dat de dansende lantaarn fa itastisch over al die kisten wierp. De zachte stappen der vluchtelingen verstoorden de stilte van de begraafplaats niet. Dikwijls bleven Evelyne en Janine echter bevend staan bij het geritsel van ratten, die voor hun voeten weg- stoven. Ook werden zij soms plotse ling opgeschrikt door een vleugeislag, afkomstig van een haan, welke stevig aan een kist was vastgemaakt om de booze geesten te verdrijven. „Welk een groot contrast is er tusschen de wreedheden en de kwelingen voor de levenden en de vereering voor de dooden I" dacht Bermond. Hoe verder zij doordrongen, hoe dichterde duis- ternis werd, de stilte was angstwek- kend en benauwend. Jacques meende een oogenblik, dat hij zich vergist had en reeds voorblj de trap was ge- gaan, doch op hetzelfde moment werd deze voor hen zichtbaar. Ter wijl, mevrouw Stone even uitrustte, gaf Bermond de lantaarn aan Janine en verplaatste verscheidene kisten, die hun den doorgang beletten. Daar- na nam Bermond de lantaarn weer over en ging de twee vrouwen voor, de trap op. De treden waren in de rotsen gehouwen en bleken zeer vochtig en glibberig te zijn, waardoor het sttjgen zeer vermoeiend was. Een ijzeren ketting was echter langs den muur vastgeklonken om het loopen eenigszins makkelijker te maken. Na eenigen tijd kwamen zij aan een por- taal, dat door een kijkgat uitzicht gaf over de Chineesche stad. Hoewel zij nog niet zeer hoog geklommen waren, kon Jacques toch de lage huizen en de blauwe daken der tempels overzien. Het gezicht op deze dichtbevolkte grot was zôô wonderlijk, dat Jacques ondanks het gevaar stilstond en toe- keek. Het schreeuwende volk wemel- de om het paleis heen en uit aile straten stroomden nog steeds Chinee zen naar het Ya-men toe. De zonen van het Hemelsche Rijk moesten wel zeer woedend zijn om zoo te keer te gaan. De soldaten stonden nu voor het gebouw, hun verschrikkelijke wa- pens klaar voor den aanval, maar zij schenen hun moed te verliezen op het zien van zooveel dreigende armen, waarbij nog steeds in sterkte toenam, geleek nu op het loeien van een storm- achtige zee en boven ailes uit kon Jacques soms een kreet onderscheiden „Yang Kouei- Tze I Yang Kouei- Tze (Duivelsche vreemdelingen Uit de woedende kreten maakte Bermond op, dat de, Chineezen bang waren voor de Yankee spionnen, die zich in hun stad verborgen. Het ge- heim van hun aanwezigheid was nu tôt het volk doorgedrongen. De op roerige massa omringde het paleis, om te verhoeden, dat de blanken hun konden ontsnappen en op woedenden toon riepen allen om den gouverneur en sommeerden hem, de blanken uit te leveren. „Tao zal wel niet in staat aijn, te verschijnen," dacht Jacques, „en het volk durft de deuren van het Ya-men niet te forceeren I Dat zal ons nog wel wat tijd laten, maar toch moeten wij zoo gauw mogelijk in een steen groeve zien te komen jacques keek zoo ongerust, dat Evelyne en Ninette hem niet durfden te vragen wat hij gezien had en verder gingen zij maar weer, de trap op. Evelyne werd zeer snel moe. Zoodra zij aan een tweede portaal kwamen, moesten zij opnieuw rusten on haar in staat te stellen, verder te gaan. Van daaruit was het gezicht op het geheimzinnige onder- aardsche Kowa nog aangrijpender en fantastischer. Bermond zag onder een damp van stof en rook een roodach- tigen afgrond. vol lantaarnlicbten, bont gekleurde uithangborden en via nmen van fakkels. De menigte krioelde door- een. "Allen snelden nu naar het Ya- men. De soldaten waren waarschijn- lijk gevlucht of gedood en een hagel van steenen viel tegen de muren en op het huis. Eenige groepen waren reeds op de binnenplaats doorgedron gen en hadden de deuren geopend met de wapens, die zij waarschijnlijk uit de handen van de soldaten hadden gerukt. Een woeste bende kwam uit het paleis en sleepte Tao achter zich aan. Op dat gezicht verdubbelde het gejouw en geschreeuw, de oproer- lingen beschuldigde hem van verraad Met een geweldige kreet schenen aile Chineezen, die voor het paleis ston den, zich op Tao te werpen, maar Bermond had den tijd niet om te zien wat er met hem gebeurde. Op het zelfde oogenblik klonk er een dof gerommel in den grafkelder. Zouden die beesten ons reeds op het spoor zijn vroeg Jacques zich angstig af. „Zouden zij met wapens in den graf kelder durven dringen Onder de blikkea van Evelyne en Janine deed hij een poging om zijn kalmte te be- waren en zei „Er is geen oogen- blikkelijk gevaar, laten wij verder gaan Evelyne en Ninette klommen eerst naar boven. Bermond trok zijn revol ver en verborg die in zijn mouw, voordat hij de vrouwen volgde. Plot seling voelde hij den grond onder zijn voeten bewegen. Instinctmatig trachtte hij zich aan den muur vast te grijpen. Hij had het gevoel, dat ook de muur heen en weer bewoog 1 Een vreeselijk rumoer steeg op uit de onderaardsche stad, onmiddelijk gevoigd door het geweldig lawaai van een instorting. Zouden zij een mijn hebben laten springen om ons den terugtocht te beletten vroeg Jacques zich af, terwijl hij weer naar het kijkgat sprong om te zien wat er gebeurt was. Door een dikke ver- stikkende wolk van stof zag hij eerst niets. Toen dit stof weer eenigszins gedaald was, zag Jacques, dat een deei van de grot was ingestort en menschen en huizen had verpletterd. Het volk, dat koortsachtig opgewon- den en rumoerig was geweest, werd plotseling stil en stond onbeweeglijk van den schrik. Ninette en Evelyne riepen Jacques zachtjes. Hij voegde zich bij hen en vond hen gezeten op de treden van de trap. Bevend vroe- gen zij „Wat gebeurt er Wat was dat voor een geluid De trap scheen onder onze voeten te bewegen 1" „Dat gevoel had ik ook, het schijnt nu af- geloopen te zijn. Ik denk, dat zij een mijn hebben laten springen om hun grot dieper te maken, of om een nieuwe gang te breken. Natuurlijk hebben zij geen voldoende voorzorgs- maatregeler. genomen en nu is een enorm stuk rots op hun huizen ge- storti Dit is een afleiding, die voor ons gunstig is!" Zij vervolgden hun weg zonder op te houden, maar vorderden steeds langzamer. Bermond zuchtte van ongeduld en keek steeds achter zich, om te zien of de Chi neezen hen niet volgden. Het was dringend noodig, dat zij nu een groe- ve bereikten op den vlakken grond zou mevrouw Stone vlugger vooruit komen, en dan hadden zij minder kans om ingehaald te worden. Wordt vervolgd S eu 18 Hoogezandster TYPESCHDOL W. PODTSMÀ H andels-Or ukwerken. 30 (Nadruk Varbodan.)

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


(Volksblad) Oost-Goorecht en Omstreken nl | 1937 | | pagina 4