Edele
Maatregelen in de
Grensgebieden
H ARTEN.
1NIEUWS- en ADVERTENTIEliLAD
Officieel Orgaan voor Hoogezand en Sappemeer
Het Handelsavondonderwijs en de
opleiding voor het Middenstandsdiploma
71e Jaargang
ZATERDAG 23 Augustus 194]
Oplaag 8000 exemplaren No. 33
Drukker-Uitgever T. K. KREMER
SAPPEMEER v'h- T' Jo2ï Zn" Telefoon 213.
Frauduleus banden
vervaardigd.
VROUW VERGIFT1GD
Hij won vijfhonderd
gulden.
Weest zuinig
met
Gas en Electriciteit
FEUILLETON.
00ST-G00RECHT
wordt huis aan huis gelezen te HOOGEZAND, Kiel-Windeweer, Kropswolde, Westerbroek, Foxhol, SAPPEMEER, Borgercompagnie, SLOCHTEREN, Siddeburen, Schildwolde
Hélium, Kolham, Harkstede, Scharmer, Lageland, Overschild, NOORDBROEK, ZUIDBROEK enz.
Dit BLAD verschijnt ZATERDAGS
Franco per post f 1.20 per jaar.
Hoofdredacteur R. F. KREMER, Sappemeer.
Inzending van advertenties vôôr Vrijdagmiddag 12 uur.
Tegen de smokkelarij.
Om te voorkomen dat, nadat veel
tijd, moeite en kosten aan onze bodem-
opbrengst zijn besteed, een min ofmcer
belangrijk deel dezer voor ons volk
noodige productie clandestien over onze
grenzen zou worden gebracht, heeft
de overheid den desbetreffenden boeren
met betrekking tôt het dorschen van
graan, peulvruchten en tôt de aflevering
er van aan de provinciale inkoop-
centrales voor akkerbouwproducten
(„P.I.C.A.") bepaalde verplichtingen
opgelegd. Dit geldt dus voor de grens
gebieden.
De getroflen maatregelen hebben ten
doel ten eerste, het dorschen te be-
spoedigen ten tweede, het toezicht op
het dorschen te verscherpen en ten
derde, de telers te verplichten hun
graan eij peulvruchten aanstonds nadat
die zijn gedorscht ter beschikking van
de Pica in hun gewest te stellen.
Wat het dorschen betreft, verdient
vermelding, dat de opbrengst van de
kleine bedrijven aan graan en peul
vruchten aanstonds in haar geheel zal
worden gedorscht. Op deze manier
worden deze boerderijen zoo spoedig
mogelijk „leeggedorscht". Den oogst
van de grootere bedrijven zal men
dorschen volgens een bepaald systeem,
waarbij de Pica vaststelt, hoevele malen
een dorschmachine naar elke boerderij
mas worden vervoerd om daar telkens
een deel van den oogst te bewerken.
Opdat men de productie gedurende
het dorschen genoegzaam scherp zal
kunnen controleeren zal de Pica dus
aan het dorschen de leiding geven. De
teler kan bovendien worden verplicht
zijn graan en peulvruchten, wanneer
die van het land zijn gehaald, te
deponeeren op bepaalde zetplaatsen,
welke de Pica aan wijst. Deze maatregel,
welke vooral voor de kleine bedrijven
van belang kan zijn, dient om naast
een bespoediging van de dorschcam-
pagne, tevens een zoo economisch
mogelijk gebruik van de dorschcapaciteit
te bewerkstelligen.
Voorts zal de teler niet steeds geheel
vrij kunnen worden gelaten in de
keuze van een loondorscher (d.i. een
dorscher, die tegen loon voor anderen
dorscht).
Wat de bespoediging van het dor
schen aangaat, dit zal vooreerst ten
goede komen aan het streven der over
heid om voor i December a.s. twee-
derden van den oogst door de telers
te doen aanbieden bij de Pica's. Spe-
ciaal in de grensstreken is het versnel-
de dorschen een uitstekend middel om
smokkelen te voorkomen.
Den smokkelaars zal voor hun
euveldaden als het ware geen tijd wor
den gelaten. Zoo heeft bijvoorbeeld
één der Pica's een regeling getroffen,
volgens welke de boerderijen, naar
gelang van hun grootte, voor een be-
paalden datum met dorschen gereed
moeten zijn. Bedrijven tôt een opper-
vlakte van een hectare moeten hun
graan en peulvruchten voor 15 Sep-
tember, bedrijven van één tôt drie
hectaren voor 15 October en bedrijven
van drie tôt vijf hectaren voor 1 Dec.
aanstaande hebben gedorscht.
De Centrale Crisis-contrôledienst
heeit een goede vangst gedaan door
de opsporing van een clandestiene
bandenfabriek in Amsterdam-Noord.
Het betreft een uniek geval van ont-
duiking der distributievoorschriften.
Het is al heel wat keeren gebeurd, dat
het spoor leidde naar handelaren, die
zich aan clandestienen handel schuldig
maakten, doch dat een fabriek zich
toelegtop hetvervaardigen van artikelen,
die buiten het distributiesysteem worden
gehouden, is zeker een ernstig feit.
Te Putten is het eerste spoor ont-
dekt. Hier vond men bij een bewoner
rijwielbanden die in den zwarten han
del thuis hehoorden. Al zoekende bleek
den contrôleurs, dat de banden uit de
hoofdstad gekomen waren en toen
begon men te Amsterdam een onder-
zoek dat dagen lang duurde en ten
slotte tôt resultaat had dat ernstige
vermoedens rezen tegen een fabrikant
in Amsterdam Noord.
Een halven dag lang moesten recher
cheurs van den Crisis Contrôledienst
in de gebouwen van de fabriek zoeken,
voor zij tusschen stapels andere goede-
ren, die tôt aan het plafond reikten,
een groote partij rijwielbanden en voor
de productie benoodigde materialen
verborgen vonden.
De geheele partij is toen onmiddellijk
in beslag genomen proces-verbaal
werd opgemaakt. Het was voorts nog
een heel werk de banden op te sporen
die den laatsten tijd de fabriek hebben
verlaten.
Tôt nu toe zijn reeds duizend van
deze clandestien vervaardigde rijwiel
banden opgespoord. Ook zijn rijwielen
in beslag genomen, die van deze banden
waren voorzien.
Een arrestatie gelast.
Begin Juli is in Borgercompagnie,
gemeente Veendam, overleden mevr.
M., die in Mei het leven had geschon-
ken aan een kind. Zij had daarbij de
hulp gehad van een baker, daar ter
plaatse woonachtig, mej. D., wier hulp
in Juli, toen mevrouw M. zich niet
goed gevoelde, wederom werd inge-
roepen. Kort daarna is mevrouw M.
overleden. Zeer spoedig deden hard-
nekkige geruchten de ronde, dat
mevrouw M. geen natuurlijken dood
zou zijn gestorven. Op grond hiervan
heeft de Justifie een onderzoek inge-
steld met als voorloopig resultaat, dat
mej. D. is aangehouden op vermoeden
van vergiftiging.
Bewijsstuk in verkeerde handen.
Het gebeurde in de Van Baerle-
straat, dat een Amsterdammer, die
met zijn dochtertje van anderhalf jaar
een wandeling maakte, een colpor
teur met „Winterhulp"-loten ont-
moette. De loten met hooge prijzen
lokten en de vader, die veel vertrou-
wen had in het geluk van zijn kind,
liet zijn dochtertje een greep doen in
de kist met enveloppen. Min of meer
nerveus werd het couvert geopend en
zie, het kind bleek inderdaad geluk
aan te brengen, want in plaats van
de mededeeling die minder gelukkigen
plegen te ontvangen en die luidt „dit
stamlot heeft niets gewonnen" las de
kooper „het stamlot heeft f 500.
gewonnen".
Vijfhonderd gulden is geen peule-
schilletje en het is begrijpelijk, dat er
in de Van Baerlestraat vreugde heersch-
te. Het lot werd in twee stukken ver-
deeld. Het eene bleef bij den colpor
teur en het andere verhuisde naar den
gelukkige winnaar.
Nu zou een dergelijke verdeeling
volkomen correct zijn geweest, als het
een prijsje van f 10.of lager had
bctrofJen. De colporteur had dan 11.1.
den prijs kunnen uitbetalen en als be
wijsstuk het halve lot moeten behou-
den. Maar nu de prijs hoog was, moest
de winnaar met het geheele lot naar
Den Haag.
Het stuk, dat hij nog over had, was
echter waardeloos, zooals hij al spoedig
ondervond. De colporteur had het
goede deel behouden, om er, zooals
hij zeide, reclame mee te maken. Maar
er kwam een mijnheer, die veel meer
van reclame wist en die het papiertje
graag koopen wou voor een gulden.
De colporteur stond het lot af voor
dien prijs. Onmiddellijk toog de on-
bekende naar den Haag, waar hij
f 500.incasseerde.
De eerlijke winnaar, die achterhet
net vischte, waarschuwde de politie en
ten slotte werd de zaak zoo geregeld,
dat de man nog f 250.kreeg uit-
betaald van „Winterhulp-Nederland",
welke instelling reeds f 500.had
uitgekeerd aan den verkeerde.
De 64-jarige colporteur, die de beste
helft van het lot voor een gulden had
verkocht, werd ingerekend en stond nu
terecht voor de vacantiekamer van de
rechtbank, gepresideerd door mr. Meij-
link.
De man gaf toe het lot te hebben
verkocht, maar hij zeide dit in ver-
bouwereerdheid te hebben gedaan. Hij
had het alleen willen houden, om er
reclame mee te maken, maar toen hij
er een gulden voor kon krijgen, had
hij het maar weg gedaan. Den gulden
had hij bovendien aan „Winterhulp"
geschonken, zoodat hij er niets aan
verdiend had.
Het was een vreemd geval, maar de
officier van Justifie, mr. dr. P. Kleene,
vond het ernstig genoeg om er zes
maanden gevangenisstraf voor te
eischen.
De verdediger, mr. W. C. I. A. van
Sinds de inwerkingtreding der Ves-
tigingswet Kleinbedrijf 1937 zijn thans
zeven examens afgenomen voor het
Middenstandsdiploma Algemene Han-
delskennis. Tôt heden behoorde het
bezit van dat diploma tôt de eisen
van vestiging in die branches, welke
na aanvraag onder de bepalingen der
wet gekomen zijn. Het ligt intussen
in de bedoeling van de Overheid, om
zeer waarschijnlijk reeds op korte ter-
mijn, te beslissen, dat voortaan geen
enkele nieuwe vestiging van een mid-
denstandszaak wordt toegelaten, wan
neer de ondernemer niet tenminste
voldoet aan de eisen van handelsken-
nis en credietwaardigheid. Het doet
er dan niet toe, of in de betreftende
branche vakeisen gesteld zijn.
Dit is dus een reden te meer voor
allen, die in de toekomst een eigen zaak
hopen te beginnen, om de studie voor
het Middenstandsdiploma aan te vatten.
Het Département van Handel,
Nijverheid en Scheepvaart wil, dat het
examen, meer dan tôt heden nog ge-
schiedde, gericht wordt op de practijk.
Studerenden zullen daarorn goed doen,
een opleiding te bezoeken, waarvan
zij vertrouwen kunnen, dat de leraren
op de hoogte zijn en blijven van
hetgeen gevraagd wordt. Dat zijn de
cursussen, die officieel erkend zijn door
een der onderwijsinstellingen van een
der drie Middenstandsbonden. Deze
instellingen toch staan in voortdurend
contact van het Département en haar
Bureaux geven aile voorschriften en
wenschen terstond aan de aangesloten
cursussen door.
De eerste drie leerjaren van onze
Handelsavondschool vormen zo'n er-
kende cursus. (Zie advertentie in dit
blad).
De moeilijkheden, waarmee de cursus
het vorig winter te kampen had, zijn
helaas nog steeds aanwezig. Er liggen
nog steeds de verduisteringsvoorschrif-
ten, zodat een groot deel van de les-
sen weer gegeven wordt op Woensdag-
en Zaterdagmiddag. Zo lang zulks
dit jaar nog mogelijk is, zullen de
lessen gegeven worden op de avonden,
terwijl in 't voorjaer zo spoedig mo
gelijk weer met avondlessen wordt
begonnen. De cursus begint 8 Sept,
a.s. en eindigt op 24 April 1942.
Door een andere indeling van de
lesrooster is het mogelijk gebleken het
aantal voorgescheven lessen te hand-
haven, zodat het onderwijs beter tôt
z'n recht kan komen, dan het vorige
winter. We rekenen echter weer op
de medewerking van de werkgevers
om aan hun werknemers de gelegen-
heid te geven aile lessen te kunnen
Everdingen, zeide, den indruk te heb
ben, dat de man te goeder trouw is
geweest. Hij vroeg daarorn vrijspraak.
Een verzoek tôt onmiddellijke invrij-
heidsstelling werd door de rechtbank
afgewezen.
Op Dinsdag 2 September zal de
rechtbank uitspraak doen.
bezoeken. Vele van de afgewezen
candidaten hebben hun niet-slagen te
aan te veel verzuim.
Over het resultaat van de afgeloopen
examens het volgende. Van het
Département was een mededeeling in-
gekomen, dat nu gevoeglijk de tijd
gekomen kon worden geacht, om
clementie te laten varen. Het resultaat
was daardoor vanzelfsprekend minder
goed, wat het percentageder geslaagden
aangaat. In totaal werd aan 48,38%
der geëxamineerde candidaten het
diploma uitgereikt, terwijl aan 51,62%
dus meer dan de helft, het diploma
moest worden geweigerd.
Uit het officieel rapport lezen we
de volgende cijfers betreffende de
examenplaatsen Groningenen Veendam
Groningen Veendam
Geëxam. 452 184
Tôt. afgew. 264 (58,40/0) 85 (46.2%)
Geslaagd 188 (41,6%) 99 (53,8%)
Gelet op de beroepen geeft het
rapport het volgende beeld
Bakkersbedrijf 37% geslaagd.
Kappers 31o/0
Kruidemers 45%
Rijwielherstellers 450/0
Smeden 42o/0
Timmerlieden 64%
Meubelmakers 59%
Zooals bekend, werd door het
Département van Handel, Nijverheid
en Scheepvaart bepaald, dat aan 't
examen alleen deel kunnen nemen, die
de leefrijd van 17 jaar hebben bereikt.
Verschillende candidaten kregen
dispensatie. Over de resultaten van
deze jonge candidaten zegt het rapport
o.a.
Groningen 27 cand. met dispensatie
Geslaagd 8 (30%)
Afgewezen 12 (63%)
Daarna volgt in 't rapport een
bloemlezing van advertenties van op-
leiders, wier enig doel is winstbejag,
en die zich niet in 't minst storen aan
de bedoeling van de Vestigingswet
Kleinbedrijf n.l. van den aanstaanden
zelfstandigen ondernemer kennis te
vorderen, welke hem van blijvend nut
zal zijn en waardoor het algemeen
geestelijk en zakelijk peil van de Mid-
denstand wordt verhoogd. Inzonder-
heid de schriftelijke opleidingen moeten
afgekeurd worden. Verreweg de meeste
candidaten hebben het levende woord,
de directe mondelinge uitleg, brood-
nodig. Particulière opleiding Best
Maar dan ten voile in overeenstem-
ming met de bedoeling van de Vesti
gingswet Kleinbedrijf!
G. SIEMS.
„Hoor eens, juffrouw Mignon, ik
wou, dat u dien lastigen m'nheer de
officier eens onder uw commando kon
krijgen, dan zou hij 'n veel aardiger
broer voor ons worden."
Het jonkertje hing zich aan haar
arm en zag vertrouwelijk naar haar
op.
„Is de luitenant dan zoo lastig
vroeg zij schertsend.
Floris zuchtte zwaar.
„Onbeschrijflijk Eenvoudig nààr
En hij spreekt zoo door z'n neus, dat
decd hij vroeger niet. Vroeger, ja, toen
was hij 'n aardige broer, maar sinds
hij luitenant geworden is, kan niemand
meer wat met hem beginnen."
Die klacht werkte op de lachspieren
en de aangeklaagde lachte zelf mee.
„Wat heb je dan op me te vitten,
Floris vroeg hij.
„Een heele lijst vol aanmerkingen
maar het ergste is, dat jij je zelf voor
zoo'n gewichtig wezen houdt en zoo
erg aristocratisch van neiging bent. Jij
wilt nooit toestemmen, dat er ook in
de burgerstanden allerliefste menschen
zijn en heel brave menschen ook.
Want tusschen twee haakjes, in onze
adellijke kliek zitten 'n heele boel
prullen en vodden, die niets meer waard
zijn dan een bod van den antiquair,
wegens de oudheid van hun geslacht".
„Dat ontken ik ook niet, jonker
Van Forren."
„Poeh, jonker Daar geef ik nie-
mandal om. Als je geen dikken geld-
buil hebt, kun je treurig bij je ver-
kleurd wapenschild gaan zitten huilen.
Of je neemt een rijke, een heel rijke
vrouw, al is ze ook gebocheld, natuur-
lijk toch van adel. Een adellijke bult
Ha, ha, ha
„Waarom juist een adellijke," "vroeg
tante spits.
„Maar weet u dan niet, dat Kuno
„Zwijg", beet de luitenant hem toe
onder het spreken van zijn broertje
was de officier vuurrood geworden en
had van ter zijde snel Mignon aangezien.
„Je weet, dat het een vaste gewoonte
van me is, altijd uit te spreken. Tante
en juffrouw Mignon weten toch al
lang, dat je gezworen hebt, nooit een
burgerlijk meisje te trouwen. Ha, ha,
ik heb al je zonden en gebreken ver-
klapt ik had je immers wraak ge
zworen."
De luitenant werd bleek van toorn
en ergernis, hij stampvoette.
Toen trof hem de zachte, kinderlijke
blik van Mignon en de trotsche
officier voelde zich beschaamd en zijn
drift berouwde hem. Hoe had hij zoo
buiten de vormen kunnen gaan en de
tegenwoordigheid der dames vergeten
Zij bezichtigden ieder vertrek, tôt
de kelders, de onderaardsche gevan-
genis en de geheime gang toe.
Floris genoot, draafde rond en haalde
allerlei grappen uit. Soms verstopte
hij zich in een donkeren hoek en
kwamen de anderen voorbij, dan
begon hij te zuchten en te kermen,
dat het door merg en been drong.
Er was een gevangenis zonder licht
de officier ging er binnen en Floris
sprong toe en deed vlug de ijzeren
deur achter hem dicht.
„Wel te rusten, lief luitenantje
riep hij hem spottend toe.
„0 doe dat toch niet," zei Mig
non onwillekeurig en angstig.
Floris keek haar snaaks aan en boog
diep.
„De schoonste der vrouwen is het,
die gratie voor je vraagt, Kunootje
Daar kan niemand neen op zeggen."
„Het was zeer vriendelijk van u,
juffrouw Mignon, mijn voorspraak te
willen zijn, ik dank u daarvoor
Mignon lachte zacht, maar zoo
onbeschrijflijk welluidend, dat Kuno
haar aanstaarde met een blik, waarin
zich zijn verrukking afspiegelde.
Tante Fee en Alex vingen dien
blik op en glimlachten blij verrast.
Na het slot bezichtigd te hebben,
keerden zij naar de kamers der oude
freule terug*
Alex verzocht Mignon de liederen
te zingen, welke zij ook op den ver-
jaardag van haar moeder gezongen
had. Ook freule Fee drong er op aan
en Floris zette zich op een tabouretje
dicht naast haar en vouwde de handen
om de knie.
Mignon voldeed aan dit verlangen
en zong weer haar oude, zwaarmoedige
wijsjes.
Zij zat in de vensterbank en hield
haar gezichtje afgewend, zoodat men
haar en profiel zag. De zachte, fraaie
lijnen van het droomerige kopje met
de donkere lokkcnweelde, kwamen
bekoorlijk uit tusschen die oude,
sombere, maar trotsche lijst.
Ietwat ter zijde leunend, staarde zij
uit het venster over het slotplein, waar
de vogels dartelden die er hun nesten
hadden, en naar het donkere water van
de slotgracht, waarop hier en daar bleeke
bloemen lagen.
Zij kon nooit deze liedjes zingen of
zij voelde zichzelve weer Mignon, het
bedelkind, dat langs de huizen zong
om brood voor haar moeder. Dan
verloor ze zich al peinzend geheel in
het treurige verleden en zag zichzelve
terug op het trapje van den armelijken
woonwagen, turend naar de sterren.
Of zij hurkte op den vloer, naast de
kleine lamp, met haar oude boeken
op den schoot. Ook aan dien laatsten,
dien droevigen avond dacht zij dan,
toen moeder van haar was wegge-
gaan Innig, maar ach, zoo klagend
werden haar liederen. Zij was allen
om haar heen vergeten.
Freule Fee zat roerloos, de handen
in den schoot gevouwen. De hazewind
liep heen en weer, drukte nu eens z'n
kouden neus tegen de knie der „vrouw"
en naderde dan weer Alex of Mignon,
om haar de hand te likken en met
groote verstandige oogen naar haar
op te zien.
Geheel verloren in haar zwaarmoe
dige mijmerij, vergat Mignon te zingen
en staarde met gebogen hoofd naar
het vijverwater en de witte bloemen
Niemand stoorde haar; de luitenant
voelde zich wonderlijkgestemd en sloeg
haar aandachtig gade als een liefelijk
raadsel. Nimmerhadhij zooveel schoon-
heid vereenigd gezien met zoovgel
ongekunsteldebeminnelijkheiden talent.
Welk een meisje Z66 volmaakt
was hem zelfs nimmer in den droom
een beeld verschenen en zij, zij moest
nu juist behooren tôt een burgerlijke
familie. Hij, Kuno van Forren, had
zich nimmer met burgerlijke kringen
bemoeid, dat was te ver van hem af.
En nu onder lien dit sprookjeswezen
te ontdekken, deze schoonheid, een
schepseltje zôo keurig van manieren,
zoo natuurlijk talentvol en fijn be-
schaafd. Nu, ja zij was de dochter
van een geneesheer en behoorde dus
tôt de beste kringen van den midden-
stand. Ach, waarom had hij haar niet
met dat „freule" kunnen begroeten,
waaraan hij zoo gewoon was en ge-
hechr. Hoe anders zou dan ailes zijn
geweest.
Kuno van Forren en een burgerlijk
meisje het verschil was al te groot
Mignon was wel is waar anders dan
aile anderen maar het onderscheid
kon niet worden vergoed door aile
schoonheid en aile 1 ieftal 1 igheid der
wereld.
Waarom was er niet in zijn stand
zulk een Mignon Geen van al die
freules, welke hij kende en die hem
bewonderden, kon met haar wedijveren.
„Wees verstandig, Kuno Kijk niet
den verkeerden kant uit, daarvan kan
toch niets komen
Aldus wees luitenant baron Van
Forren zichzelven terecht en heldhaftig
dwong hij zich om een anderen kant
uit te zien.
„Waarom is zij niet van adel,
helaas Luitenant Van Forren
zuchtte diep en telkens weer waren
zijn veelbewonderde oogen hem onge-
hoorzaam en dwaalden naar de liefe-
lijke, die daar zoo stil-droomend in de
vensterbank zat.
Nu sprak de oude freule weer en
haar stem klonk zoo zacht en zoo
week bijna, aïs nog niemand harer
gasten ooit gehoord had.
„Het is jammer, dat je je mandoline
thuis hebt gelaten, juffrouw Mignon
„Wil ik ze gaan halen bood
Floris volijverig aan.
„Dan ga ik mee Ik heb vergeten
marna iets te vragen. Maar, lieve freule
wilt u mij 't plezier doen mij bij mijn
voornaam te noemen
„Ja, kind, het klinkt ook beter. Mara
heet je immers
Mignon lachte weer. „Wect u dat
nog Thuis hebt u mij nooit zoo
hooren noemen, niet waar Ik ben altijd
Mignon, slechts Mignon
„Is dat dan niet je naam vroeg
Floris verwonderd.
„Neen, ik heet Mara
Maar waarom zegt iedereen dan
Mignon tegen je
„Och dat past bij mijn geschie-
denis. De dokter en Albert noemden
mij al zoo, toen ik nog maar 'n klein
meisje was zij zijn aan dien bijnaam
gehecht. Ik weet niet hoe dikwijls ik
vroeger wel deze ®ude liedjes heb moeten
(Vervolg op pag. 4).