Edele
ifi
•f,
H ARTEN.
NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Officieel Orgaan voor Hoogezand en Sappemeer
S met
71e Jaargang
ZATERDAG 30 Augustus 1941
Oplaag 8000 exemplaren
No. 34
Drukker-Uitgever T. K. KREMER
SAPPEMEER v'b T V™SSZn' Telefoon 213.
Hoe men bij het koken
brandstof besparen kan.
Geef eens een stamppot met rauwe
groenten of een stoofschotel.
HET PRIJSBESLUIT.
De Vermogensbelasting
Sigaren en Sigaretten.
De vergiftigingsmoord te
Borgercompagnie
Particulière détectives,
HALLESAP.
Handel in bonnen.
Melk en sigaretten in beslag
genomen.
Zware straffen inzake
kettinghandel.
Weest zuinig
Gas en Electriciteit
VroC*r T.ÎT
FEUILLETON.
wordt huis aan huis gelezen te HOOGEZAND, Kiel-Windeweer, Kropswolde, Westerbroek, Foxhol, SAPPEMEER, Borgercompagnie, SLOCHTEREN, Siddeburen, Schildwolde,
Hélium, Kolham, Harkstede, Scharmer, Lageland, Overschild, NOORDBROEK, ZUIDBROEK enz.
Dit BLAD verschijnt ZATERDAGS
Franco per post f 1.20 per jaar.
Hoofdredacteur R. F. KREMER, Sappemeer.
Inzending van advertenties vôôr Vrijdagmiddag 12 uur.
Het Voorlichtingsbureau van den
Voedingsraad schrijft
Iedereen is er op het oogenblik op
gespitst zoo weinig mogelijk brandstof
te verbruiken.
Een groot deel van de ons ter be-
schikking staande brandstof wordt voor
kookdoeleinden gebruikt. Ook op dit
terrein is een besparing van brandstof
zeer goed mogelijk, wanneer men maar
de juiste manier van koken toepast
en de maaltijden met overleg samen-
stelt. In vele gevallen bereikt men er
tevens mee, dat voedingsstoften ge-
spaard worden.
Wil men op een zuinige wijze ko
ken, dan zal men de volgende punten
in acht moeten nemen
1. Zet de pan thidden op de vlam
of op de electrische kookplaat. Laat
geen vlammen om de pan spelen en
kies voor de electrische kookplaat
pannen, die precies op de plaat passen.
2. Zet de spijzen met zoo weinig
mogelijk, liefst kokend water op.
Wanneer men een gerecht met teveel
water opzet, wordt de brandstof, die
noodig is voor het verwarmen van het
water, nutteloos verbruikt. Zoo kan
men bladgroenten met aanhangende
water opzetten, I kg. aardappelen met
een bodempje water koken en visch
in weinig water stoven. De gerechten
zijn niet alleen smakelijkerdan wanneer
zij afgekookt worden, maar zij behou-
den ook hun voedingswaarde.
3. Breng de spijzen zoo vlug mogelijk
aan de kook.
4. Temper de vlammen, wanneer
de inhoud van de pan kookt. Schakel
bij de electrische kookplaat de schake-
laar bijtijds laag of uit.
Wanneer iets kookt blijft het even
goed op een lage als op een hooge
vlam of schakelstand aan de kook.
Wanneer de spijzen te hard koken,
bestaat er kans op aanbranden.
5. Kook altijd met de deksel op de
pan.
Uit een pan met slecht sluitend
deksel of zonder deksel verdwijnt de
warmte en ook smaak en geur doelloos
in de ruimte.
Bovendien ontstaat er kans op aan
branden, doordat er teveel vocht
verdampt.
6. Stapel zoo mogelijk twee pannen
op elkaar, nadat de inhoud van de
pannen aan de kook gebracht is. Op
deze manier kunnen twee gerechten
op één vlam of kookplaat gaar worden.
7. Verwarm de spijzen niet langer
dan noodig is.
Zijn de spijzen eenmaal gaar, dan
is het nutteloos ze nog langer te ver-
hitten. Men verspilt er brandstof mee
en ook voedingsstoften. Zoo gaat b.v.
vitamine C uit groenten bij langdurige
verhitting in waarde achteruit. Stoof
de groenten dus niet na en houdt bij
het opzetten der spijzen rekening met
den kooktijd en het moment, waarop
de gerechten klaar moeten zijn.
8. Maak voor de bereiding van
peulvruchten, rijst en gort in water en
voor het warm houden van water ge-
bruik van brandstofbespaarders, zooals
de hooimand, de hooikist en kranten.
9. Maak het kooktoestel geregeld
schoon.
Slecht onderhouden kooktoestellen
verbruiken niet alleen veel brandstof,
maar ook andere narigheden kunnen
erdoor ontstaan verstopte gasvlammen
slaan in en vuile petroleumpitten gaan
walmen.
10. Gebruik veel rauwe groenten.
In de toelichting, welke de gem.
voor de prijzen op het Prijsvormings-
besluit 1941 heeft gegeven is wel ge-
bleken, dat art. I van het nieuwe
besluit het meest belangrijk is omdat
daarin de verplichting wordt opgelegd
om „de prijzen en vergoedingen voor
goederen en diensten van elken aard
zoodanig te vormen, dat deze beant-
woorden aan de eischen welke het
algemeen belang in het bijzonder met
betrekking tôt de oorlogsomstandig-
heden stelt".
In de eerste plaats heeft deze be-
paling ten doel te groote winsten, welke
ondanks de getroffen prijsregelingen
hier en daar ontstaan, in de toekomst
te vermijden en de prijsverlagingen,
welke hieruit voortvloeien, ten goede
van den consument te doen komen.
Het belangrijkste element is, dat
voortaan iedere ondernemer, hetzij
groot of klein, zich heeft af te vragen
ofdeprijs, welken hij voor zijn goederen
of diensten vraagt, wel overeenkomt
met het belang, dat de door hem
verrichte prestatie voor de gemeen-
schap heeft. Ook koppelverkoopen zijn
nu verboden.
Het belastingjaar van de verdedi-
gings- en vermogensbelasting dat tôt
dusver van Mei tôt Mei liep is nu
vastgesteld over Jan. tôt Jan. Er is
een overgangstermijn van acht maan-
den. Bovendien is het verschil in
opcenten vervallen. Er is nu één tarief
zonder opcenten over het geheele land.
De belasting bedraagt nu vijf gulden
voor elk geheel bedrag van duizend
gulden, dat als zuiver vermogen kan
worden opgevat.
Het zuiver vermogen wordt bij
ongehuwde personen verminderd met
f 7500.voor gehuwde personen
met f 15.OOO.en voor ieder kind,
waarvan kinderaftrek wordt verleend
f 7500.
Dank zij de Nederlandsche uitvin-
ding van een nieuw, zij het dan
kunstmatig dekblad voor sigaren zullen
onze fabrieken nog dit heele jaar kun
nen doorwerken op basis van ongeveer
80 pet. van 1939. Dit dekblad bestaat
niet uit papier, maar uit tabaksstof en
tabaksvezels, die vroeger niet werden
gebruikt. Wat de sigaretten-productie
betreft, deze zal zeker nog tôt April
1942 gewaarborgd zijn als gevolg van
den invoer van Europeesche tabakken
uit loego-Slavië, Italie, Griekenland
enz. De „Telegraaf" meent te weten,
dat er van verdere accijnsverhooging
voorloopig geen sprake zal zijn.
Thans ook het lijk van den
heer Drenth opgegraven.
Omtrent den afschuwelijken vergif
tigingsmoord in Borgercompagnie op
de echtgenoote van den heer A.Molema
vernemen wij nader, dat er. thans
ernstige vermoedens zijn gerezen, dat
ook de echtgenoot van baker Dr., die
acht maanden geleden in Zuidwending
is overleden, geen natuurlijke dood
moet zijn gestorven.
In verband hiermede heeft de justitie
uit Groningen zich naar Veendam
begeven, om een nader onderzoek in
te stellen. Het lijk van den heer Dr.,
die op de begraafplaats te Ommelan-
derwijk was begraven, is op last van
de justitie opgegraven en naar Veen
dam overgebracht, waar de justitie
sectie op het lijk heeft doen verrichten.
Steeds meer rijwielen worden in Den
Haag ontvreemd, zoodat de politie
hieraan de handen vol heeft. Thans
heeft een viertal Hagenaars besloten
de politie een handje te helpen.
Woensdag hadden ze zich bij een
gebouw, waar veel rijwielen worden
gestolen opgesteld. Hun moeite werd
beloond, toen ze na eenige tijd gewaakt
te hebben, een man met een rijwiel
aan de hand het gebouw verliet. Het
bleek dat de fiets aan een der waak-
zatrï^ burgers toebehoorde, waarop hij
direct gegrepen werd aan de politie
overgeleverd.
Aangemoedigd door het eerste succès
blijven de vier burgers hun poging
voortzetten en verwachten nieuwe
successen.
Naar aanleiding van het verhaaltje
van den met de „h" sukkelenden
melkboer, die op een distributiekaart
als zijn beroep „hondemelkslijter" had
ingevuld, vertelt iemand in het Gronin-
ger Dagblad als tegenhanger, zich
afspelend in Groningen, het volgende
Zoo ook dezer dagen op de markt.
Bij een der fruitstalletjes. We zien er
peren, pruimen, tomaten enz. En op
een kartonnen bordje, statig tusschen
de perenhoop gepoot, lezen we in
koeienletters Hallesap.
Nu zijn er peren en peren. U kent
de verschillende benamingen misschien
beter dan ik.
De peren, die hier uitgestald lagen,
waren echter van een heel gewoon
soort. Dat kon ieder direct consta-
teeren. Toch was er een juftrouw, die
deze peren blijkbaar niet kende.
Na het fruit aandachtig te hebben
betast en bekeken, vroeg ze den koop-
man eenigszins àchterdochtig wij-
zende op het bordje Hallesap „is
dat een nieuw merk, koopman
„Welnee, mensch", was zijn weder-
woord, en hij keek van de juftrouw
naar het kartonnen bordje en van het
bordje naar de juftrouw.
„Ie ken toch wel lezen en handers
mot je ze maar proeven. Mien peren
ben niks dan sap, (h(allessap, dat eb
'k toch ook op 't bord schreven. 1er
eb ie 'n pond en heet ze thuus maar
lekker hop. Hallesap
Bij een onderzoek welke de politie
instelde, inzake het aanbieden van
300 kolenbons bij een kolenhandelaar
te Edam leidde het spoor naar Hil-
versum. Hier bleek de handel in bon
nen zich tôt boter- en vetbonnen uit
te strekken, welke uit Noord-Brabant
atkomstig waren.
Door een veertigtal personen uit
het Gooi en Noord-Brabant zijn meer
dan 13000 bonnen onder het publiek
gebracht. In deze handel traden vooral
melkhandelaren als bemiddelaars op.
Nadat van de geheele zaak processen-
verbaal waren opgemaakt zijn de aan-
vankelijk in arrest gestelde personen
weer op vrije voeten gesteld en is het
onderzoek doorgegeven aan de crisis-
contrôlediensten te Oss en omstreken.
Aan het Paul Krugerplein te Den
Haag werd door de ambtenaren van
de Haagsche Distributicdienst en de
Haagsche politie een goede slag ge-
slagen, toen zij 25000 blikjes gecon-
denseerde melk in beslag nam. De
blikjes stonden op het punt verhan-
deld te worden, zoodat de recherche
juist op het goede oogenblik verscheen.
Met een kraanwagen en twee groote
vrachtauto's werd de voorraad, be-
staande uit 480 kisten naar het hoofd-
bureau van politie overgebracht. De
personen die bij deze transactie be-
trokken waren werden in verzekerde
bewaring gesteld.
Met het achterhalen van 50.000
sigaretten brachten de ambtenaren hun
tweede succès. In de Paets van Troost-
wijkstraat, waar men wist, dat de partij
verhandeld zou worden, stelden eenige
rechercheurs zich verdekt op. Met een
aantal kisten hoog op een bakfiets
geladen naderde een jongen, terwijl
ook de kooper en verkooper verschenen.
Op het moment dat de koop door een
handklap bekrachtigd zou worden
werden de beide mannen, wegens
overtreding van het prijsbehearsings-
besluit, gearresteerd. De beide aange-
houdenen waren de 33-jarige Rotter-
dammer L. M. H. en de 46-jarige
J. H. uit Den Haag. De sigaretten
bleken van vooroorlogsche kwaliteit
te zijn. Deze sigaretten welke destijds
voor 18V2 et. per doosje werden ver-
kocht zouden thans voor f 1.per
doosje worden verhandeld.
De loopjongen met de bakfiets bleek
van de hele transactie niets af te weten.
De economische rechter te Gro
ningen mr. J. Feitsma kreeg dezer
dagen een bijzonder geval uit de
kettinghandel te behandelen. Uit de
zaak tegen den losarbeider J. V. te
Nieuweschans en den 29-jarigen
koopman L. V. te Assen bleek, dat
de betrokkenen bij dezen handel er
niet tegen opzien elkaar te bedriegen.
Van een Groninger koopman had
den verdachten vijf-en-twintig coupons
heerenstoffen gekocht voor f 800.
Inplaats van met gangbaar Neder-
landsch geld, betaalden zij den koop
man met een waardeloos bankbiljet
van 20.000 mark. Terwijl de koopman
naar de waarde van het biljet infor-
meerde verdwenen de beide verdachten
met de stoften. De stoften werden later
door iemand in Nieuwe-Schans gekocht
voor f 325.met de bedoeling deze
over de grens te smokkelen.
Tegen ieder der verdachten die be-
kende smokkelaars zijn, werd door den
Officier van lustitie acht maanden
gevangenisstraf geëischt, waarbij reke-
werd gehouden, dat de verkoper be-
drogen was.
Door de Economische rechter werd
de eerste overeenkomstig de eisch ver-
oordeeld, terwijl de tweede er met
zes maanden atkwam.
Eveneens werd door de economische
rechter een uitgebreide smokkel- en
kettinghandel in koffie en thee be-
handeld. Deze handel werd sinds eenige
maanden in het Groninger Wester-
kwartier gedreven, het eindpunt was
een levensmiddelen bedrijf in de stad
Groningen. Door verschillende winke-
liers in de gemeenten Haren en Groote-
gast werden buiten de distribuée om
koffie en thee geleverd aan de 59-jarige
koopman T. B. te Doezum, onder de
gemeente Grootegast. De koffie werd
verkocht tegen prijzen varieerende van
f 5 tôt f 7 per pond en de thee van
f 9.tôt f 15.per pond. Door de
koopman B. werden deze koffie en
thee aan de 45-jarige houder van een
levensmiddelen bedrijf J. S. te Gronin
gen verkocht. Deze op zijn beurt
geriefde er zijn klanten en vrienden
mede zonder, naar hij verklaarde,
abnormale winst er mede te maken.
250 pond koffie en 75 pond thee zijn
in totaal op die manier verhandeld.
De officier van lustitie, welke de
feiten, vooral op de groote hoeveelheid
koffie en thee gelet, wel ernstig achte,
eischte tegen de eerste, die als cen-
trum van deze smokkelhandel werd
beschouwd, acht maanden en tegen
de tweede, de centrale figuur buiten
de stad Groningen, zes maanden.
Beide verdachten werden door de
economische rechter tôt zes maanden
gevangenisstraf veroordeeld.
A tX9
•p
Want er mee trouwen dat nooit,
zei Van Speijk Och, arme Kuno
Je zou onverstandig zijn uit vrees voor
de meening van die menschen, welke
bij je dood zouden zeggen baron Van
Forren is dood Jammer, zoo'n knappe,
flinke jongen En na zes weken
spreken ze nog terloops een over je
en na zes maanden is de gefêteerde
luitenant vergeten. Neen, Kuno, wat
mij betreft, van mij zullen ze misschien
kunnen zeggen 't is 'n gekke vent,
maar zij zullen er moeten bijvoegen
doch 't is een gelukkige vent Amen
„Waar haalt die grijsaard z'n levens-
wijsheid en zijn menschenkennis van-
daan hekelde de luitenant.
„Laten wij maar zwijgen, Mignon.
Wij zijn het eens en hij is uit z'n
humeur en wat de rest betreft
och iedere goede raad is aan hem
toch verspild."
Floris haalde de schouders eens op
en de luitenant zweeg dat was de
eenige manier om broertje ook het
zwijgen op te leggen hij wist het uit
langdurige ervaring.
Floris stapte naast Mignon voort,
nu en dan fluisterend en plagend, tôt
zij villa Mignon hadden bereikt. Daar
stelden zij den luitenant voor aan den
dokter en zijn vrouw.
Mignon voelde zich onbehaaglijk
en toch wist zij niet waarom. Zij
hoorde een ietwat gedtvongen toon in
het onderhoud en het w. s haar alsof
er iets vreemds was, iets ouitengewoons,
in ieder, die haar omr.f,
Marna en papa keken haa-r geheel
anders aan dan toen zij heenging met
de oude freule. Niet onvriendelijker,
in tegendeel zelfs. Vooral marna scheen
in haar blik een uitdrukking te leggen
van innige verstaridhouding.
Toen zij eindelijk haar mandoline
ging halen, volgde mevrouw haar naar
boven.
En nauwelijks was zij in haar eigen
kamer of mevrouw sloeg haar de armen
om den hais en kuste haar teeder op
het voorhoofd.
Het ging haar voorbij als een droom,
toen die goede pleegmoeder haar wel-
kom heette in heur woning en in heur
hart als haar eigen dochtertje en haar
vertelde, dat zij zoo gelukkig was door
Alberts keuze. O, zij moest niet blozen
en niet het kopje afwenden. Marna
mocht toch wel zien, hoeveel haar lieve
kind van haar eenigen jongen hield.
Zij had het immers al lang zien aan-
komen en zij had dit bespieden van
een ontluikend gevoel in de harten van
haar beide lievelingen het heerlijkst
van ailes gevonden. En Albert was
zoo gelukkig het was niet uit te
spreken, maar zij zag wel hoe het geluk
hem uit de oogen schitterde en zong
in zijn stem. Nu, haar verstandig, ge-
voelvol meisje, wist ook wel welk een
warm, edel hart haar vroolijke, blonde
reus bezat het hart van zijn vader.
Zoo liefkoosde marna en in haar
stem beefde vreugde en trots.
Met groote vragende oogen staarde
het meisje haar aan. Zij voelde zich
zoo vreemd, zoo wonderlijk. Zij voelde
zich niet ongelukkig, maar evenmin tôt
juichen gestemd, werktuiglijk liet zij
het ailes over zich heen gaan en gaf
zich geen rekenschap meer.
Zij wist alleen maar duidelijk en
helder, dat zij Alberts verloofde was
Alberts verloofde men had haar
niets gevraagd en zij had ook niets
gezegd.
En toch was zij nu verlootd, verloofd
met Albert.
Maar toen papa met uitgestrekte
handen haar naderde om haar geluk
te wenschen en toen Albert juist thuis
kwam en, geheel tegen zijn gewoonte,
bijna stil en ernstig van aandoening
zijn bruidje begroette toen vergat
Mignon al het andere en dacht er
alleen nog aan hoe heerlijk het was
iets te zijn, een deel van het geluk
van deze drie voortreffelijke menschen.
En toen werd het haarcerstwèl te
moede.
Floris van Forren liep door het veld,
in diepe gepeinzen verloren, en sloeg
zelfs geen acht op de pogingen, die
zes honden deden om hem tôt een
vroolijk spelletje te lokken.
„Ik weet 't niet," zuchtte de jonker,
die nog maar enkele maandemgeleden
zoo zelfbewust verklaard had ailes te
weten. „De wereld moet stelligaan het
einde van haar tijd zijn, want de
vreemde dingen zien we al gebeuren
„Daar heb je tante Fee Feeks noem
ik haar niet meer, want ze is tegen-
woordig zoo weinig strijdlustig als een
lam. En ik heb toch ailes gedaan wat
redelijkerwijs te verlangen was In
't zweet mijns aanschijns heb ik levende
muizen gevangen en in haar kamer
gejaagd. Ik heb spinnen in haar servet
gestopt en kikkers in haar werkdoos.
En al kreeg zij kippenvel van angst
en al vleide zij van „lieve Floris" voor
en na om het ongedierte uit den wçg
te krijgen nijdig, nijdig, zoo als zij
vroeger nijdig kon worden ailes
voorbij. Die schoone oude tijd komt
nooit weerom Er hapert wat aan
„Alex kniest Ik wed, dat ik weet
waarom. Toen zij de lieve Mignon en
Albert geluk moest wenschen, werd
zij bleek en nu plaagt zij mij nooit
meer. Soms heeft zij dikke tranen in
de oogen en voor tante lijkt zij wel
een liefdezuster hm Arme Lex
Zij wordt er bleek en saai van. Dat
is een heel andere ziekte dan die van
tante
„Mignon treurt als een» duif, die 't
heimwee heeft, en neuriet liedjes, dat
je de tranen over je gezicht rollen.
IJselijk mooi
Steeds dieper boog de jonker het
hoofd en zijn beweeglijk, schrander
gezicht stond ernstig Sekommerd.
„Mijnheer Albert is ook al raar. Hij
loopt Mignon onophoudelijk na met
attenties en verrassingen, maar recht
vroolijk is hij niet. En de duivel zelf
mag uit onzen hoogwelgeboren luite
nant wijs worden
Ik zie 'm nog, zooals hij opeens
voor tante stond om afscheid te nemen.
Recht als 'n kaars en trotsch als Caesar.
„Ik vertrek, waarde tante."
„Zoo waarheen, neef
„Naar huis en vandaar naar
Indië."
„Je bent krankzinnig
„Ik wil 't tegendeel hopen."
„Hoe kom je daartoe
„Ik ik heb hier niet genoeg te
doen en ik wil wat meer en als 't
mogelijk is wat beters."
„Maar ik wil het niet
„Mag ik u opmerken, tante, dat ik
niet onder uw voogdij sta en mijn
eigen heer en meester ben."
„Zoo Ben je dat Nu, wij zullen
eens zien, als tante haar beurs sluit,
of wij dat trotsche zelfbewustzijn niet
wat kunnen verminderen."
„Gelukkig heb ik nooit iets aan u
te danken gehad en ik ben daar ook
heel weinig op gesteld in de toekomst.
Er zijn weldaden, die drukken als een
straf en toegereikt worden als een
belcediging. Dat is niets voor mij
„Als je vertrekt dan vertrek je
meteen uit mijn testament
„Vaarwel, tante Ik kan niet anders,
zelfs niet om uw ongenade te ontgaan.
Intusschen blijf ik u dankbaar voor
de goede voornemens te mijnen be-
hoeve, al behooren ze tôt het ver-
leden
Ja, zoo was er gesproken door tante
en neef, en Kuno was heengegaan,
ernstig en bleek, alsof hij een groot
verdriet met zich medenam op reis.
Tôt Mignon had hij nauwelijks meer
gesproken, alleen bij het afscheid en
dat had zoo zonderling geklonken,
alsof Kuno iets in zijn keel had gehad,
wat hem het spreken bemoeilijkte.
Maar Floris had wel gezien hoe dikwijls
de luitenant het jonge meisje had aan-
gestaard, wanneer hij meende, dat
niemand het opmerkte.
Och 't was ailes zoo akelig en
Kuno was weg
Waarom waren aile menschen dan
ook zoo dwaas om een verkeerden weg
op te willen Floris was zeer onte-
vredèn en begreep er niets meer van.
Zou het een kwaal zijn Dan was
het er toch stellig eene, welke niet te
verhelpen was met de medicijn zijner
vroolijke zotternijen.
De arme Floris ging onder zorgen
gebukt en er was heel wat wilskracht
toe noodig, vond hij, om nu zijn beetje
levenslust bijeen te houden. Of hij de
honden al nachtmutsjes opzette "en
tante uit de geschiedenissen van Tobias
en Abraham al bewees, dat men een
beestje mocht dooden, als het noodig
was, er werd nauwelijks om gelachen.
En tante werd niet eens meer nijdig.
Wanhopig was het, ronduit wan-
hopig.
„Een ellendige kwaal," mompelde
Floris en nam een Jsloot, die gevaarlijk
breed was.
Met natte voeten krabbelde hij tegen
den oever op en hervatte wandel/ng
en bespiegeling.
Maar toen hij een uur geloopen had
en de laan van het kasteel voor zich
(Vervolg op pag. 4).