Engelse Zorgen
DEMORALïSATIE.
LadyL,
i
£Ltî.T<5^S23£' NIEUWS- en ADVERTENTIEBLAD
Gorrespondentie met Sint Nicolaas
SPHin '/fa
f
Waarin opgenomen de „SLOCHTER COURANT
Umcieel (Jrgaan voor rioogezand en Sappemeer Brukkery t. k. kremer zn.
Buitenlands Ovcrzicht
over de verhouding tôt Rusland en de
gebeurtenissen in Frankrijk.
a *A*/f
Jfe UcîHsh ûrv, d<2 \d
i"ij
Waar het Leven bruist.
Wie wordt
f ADY J—/ETGHFORD
WOENSDACJ 19 DErr.MRri» m-
74ste Jaargang
ZATERDAG 24 NOVEMBER 1945
No. 62
OOST-GOORECHT
ABONNEMENTSPRIJS
f 1.25 p. kwart., fr. p. post f 1.50
PRIJS DER ADVERTENTIES
Verschflnt Woensdag en Zaterdag
Uitg. T. K. KREMER, Sappemeer
i r\ tt Adminiatratie- en Redactieadres:
Noorderstr. 54, Sappemeer, Tel 213
De zorgen der Engelsen nemen toe.
Volgens Franse berichten zouden le
Russen nu 75 eisen van de fabrieks-
installaties in West-Duitsland, welke
overbodig zjin- Volgens Potsdam zouden
de Russen 25 procent ontvangen, om-
dat zij uit hun eigen zônes onbelem-
merd voor zich kunnen weghalen, wat
zij willen, en dat ook royaal doen. De
Engelsen beweren evenwel, dat West-
Duitsland vrijwel niets missen kan, en
zeker veel minder dan de Russen me-
nen. Londen wil een chaos voorkomen
in West-Duitsland en zo spoedig rpoge-
lijk een orde scheppen, waarop net
enigszins steunen kan.
Nu zijn ook de berichten uit Perzie
steeds dreigender geworden. In het
Noorden, waar Perzisch Azerbeidsjan
grenat aan Russisch Azerbeidsjan, is
een opstand ontstaan tegen de Perzi-
sche regering. De rebellen willen een
bij Rusland aangesloten Republiek, en
de twee divisies Russische bezettings-
troepen schijnen hen ,.e steunen. Aile
verbmdingen zijn verbroken, alleen is
het zeker, dat de Perzische regering er
niets meer heeft te vertellen. Uit de
hoofdstad Téhéran zouden de Russen
reeds lang' hun troepen hebben terug-
getrokken, maar tegenover 80 Engelsen
zijn er nog 20.000 Russen. Geen won-
der, dat de Engelsen zich ongerust
maken.
Tenslotte zijn het in China de Ame-
rikanen, die zich als belanghebbenden
geroepen achten, de erkende Cninese
regenng te steunen tegen de zoge-
naamde communisten, en regerings-
troepen te vervoeren, mijnen en enkele
spoorwegen te bewaken. Er is namelijk
in de randgebieden (waarvan Buiten-
Mongolië reeds verloren is en onder
Russische protectie staat) een afschei-
digsbeweging gaande, welke hen alleen
in de Russische invloedssfeer kan bren-
gen. Het betreft Binnen-Mongolië in het
Noorden, Mantsjoeiije in het Noord-
Oosten en Singkiàng in het Westen.
Naar aile drie heeft de Chinese rege
ring troepen gezonden, maar het ziet
er niet naar uit, dat zij daarmee succès
zal hebben. 'n v erdere versplintering v.
China zou voor dit land, na een acht-
jarige oorlog rampzalig zijn, en in de
toekomst Japan een sterkere positie ge-
ven, afgezien van het feit, dat Rusland
natuurlijk er het meest van zou pro-
fiteren.
Wat overigens de Japanners betreft,
zij willen kennelijk een plaats innemen
in het door Amerika geleide blok. Voor-
zover zij nog troepen hebben in Chipa,
die niet zijn ontwanena, steunen deze de
Chinese regering, omdat zij verplicht
zijn, de orde te handhaven, zolang er
geen regerinstroepen zijn aangekomen.
In Indo-China vechten zij tegen een na-
tionalistische beweging, die zij zelf het
meest begunstigd hebben, die der An-
nam'ieten. Daarblj steunen zij de Fran-
sen, die er hun gezag willen herstellen.
De Engelsen, die de Japanners moeten
ontwapenen, moeten wachten, en zelfs
toezien, dat de Japanners versterktnpen
krijgen om zich tegen de Annamieten
te handhavenEen situatie, die wel
hun nederzetting behouden.
De criais in Frankryk.
De crisis in Frankrijk was niet slechts
een nationale aangelegenheid, doch een
kwestie van het grootste internationale
belang. Het aspect der zaak was als
volgt: de communisten hadden na een
bewogen en zelfs stormachtig onder-
houd met De Gaulle deze hun vertrou-
wen onthouden. Dit onderhoud liep
over de buitenandse politiek en kon al
leen betrekking hebben op de vraag, of
Frankrijk zou deelnemen aan het vor-
men van een Westers pact of dat het
zich op Rusland zou oriënteren. Indien
dit laatste het geval zou zijn geweest
zou Engeland vrijwel aile steun op het
vasteland verloren hébben en zou het
niet anders meer geweest zjjn dan een
Axnerikaans bruggenhoofd In Europa.De
Fransen zouden niets nalaten, om Rus
land te betrekken in het internationale
beheer van Ruhr- en Rjjngebied en bij
conflicten in andere werelddelen zouden
de Franse koloniën wederom, zoals tij-
dens het Vichy-regiem, broeinesten van
anti-Engelse agitatie geworden zijn. Men
ziet wat er op het spel stond.
De ontwikkeling op Java.
Door het optreden van de nieuwe re-
gering-Sjahrir, die bestaat Uit Indone-
sische intellectuelen, die bijna allen in
Nederland hebben gestudeerd, scheen
er weer hoop te worden gewekt op een
accoord, omdat de verklaringen van
Sjahrir tegen de extremlsten en de
jeugd vertrouwen wekten, dat zijn
koera gematigd zou zfln, vooral omdat
zijn regering toch geen kans heeft, er-
kend te worden en dus een overeen-
stemming op basis van gelijkberech-
tigdheid met Nederland tôt de voor de
hand llggende oplossingen moet worden
ferekend. Ditmaal waren Zaterdag de
ingelsen aanwezig, en had generaal
Christison de leiding der besprekingen.
Ze duurden lang genoeg, namelijk drie
uur, en daarop trokken zich de Indo-
nesiërs terug om na drie kwartier met
de teleurstellende meâedeling te komen,
dat ze geen beslissing konden nemen.
Eerst moest een voltallige kabinetsraad
zich uitspreken, dan, over een dag of
vijf zouden nieuwe besprekingen be
houden kunnen worden. Achteraf blijkt,
dat Sjahrir zich heeft beklaagd, dat de
Nederlanders zo weinig hadden aange-
boden. De Indonesiërs schijnen de be
sprekingen te rekken, in de hoop, dat de
tyd voor hen zal werken en zij in staat
zullen zijn, heel Java vast te beheersen.
In dit verband moet men de verklaring
van Sjahrir lezen, dat er geen hongers-
nood dreigt op Java, en een andere me-
dedeling, dat in Djokjakarta een muni-
tiefabriek op voile kracht werkt.
Merkwaardig ls in dit verband een
commentaar van de Britse legatie, dat
Japanse machtnaties de uedoeling had
den gehad, om na de Japanse nederlaag
een reeks zwakke inheemse staten te
doen ontstaan, opdat in de toekomst
Japan gemakkeljjk daaraan zijn wil zou
kunnen opleggen. Het is echter niet te
loochenen, dat de nationalistische bewe
ging Qok zonder Japanse inspiratie
sterker zou zijn geworden. Europa heeft
nu eenmaal door een oorlog, die het
verscheurde, veel van zijn prestige in-
geboet.
weihigen hadden kunnen dromen, al
heeft het zwenken van Italie, Roeme-
nië en Boelgarije ons wel aan veel ver-
rassingen gewend.
De atoombom.
In deze sfeer van «panningen bljjft
de atoombom steeds zyn schaduw wer-
pen. Attlee en Truman hebben besloten,
dat ailes bij het oude blijft. Het geheim
zal niet worden onthuld. Pas als de
Verenigde Naties in staat zullen zijn,
de internationale veillgheid te waar-
borgen bijv. door een intemationaal
leger zal het geheim aan de Ver
enigde Volkeren worden overgedragen.
Die internationale velligheidsorganisatie
wordt echter door het onderling wan-
trouwen verijdeld, en zo draaien we
rond in de beruchte vicieuze cirkel.
Bevtn en Truman hebben een verkla
ring afgelegd over Palestina, die hierop
neerkomt, dat de Engelsen niet bereid
zijn, 100.000 Joden in Palestina toe te
laten, en dat zij met de Amerikanen
zullen overleggen, hoeveel Joden er in
Europa kunnen blijven, hoeveel naar
andere werelddelen en hoeveel naar Pa
lestina kunnen emigreren. Het gevolg
is, dat zowel de Arabieren als de Joden
zeer ontevreden zijn, de eersten, omdat
hun in 1939 een onafhankelijk Arabisch
Palestina is beloofd. Toch komen de
Joden er het slechts af, in dien zin, dat
er geen sprake van zal zijn, dat een
Joodse staat zal worden opgebouwd. Zij
zullen reeds biy mogen zijn, indien zij
November 1943, de wereld vlamt, het
geschut buldert. In Noord-Afrika is
Montgomery bezig de pijl te construe-
ren, die het Hitlérisme in het hart zou
treffen; over Europa ronken de gealli-
eerde vliegtuigen. Er worden versper-
ringen gemaakt, versterkingen aange-
legd, mijnen gelegd. Wy volwassenen,
die immer verVolgt werden door het
fantoom van angst, realiseerden bij
ieder vliegtuig dat over ons heen glng,
dat ons dat weer een stapje dichter
bracht naar de vrede, naar het einde van
de tyrannie. Maar de jeugd had andere
zorgen. Ginds in het verre Spanje woon-
de Sint Nicolaas, en tussen ons en den
Bisschop strekten mijnenvelden en prik-
keldraadversperringen zich uit. Zou de
bejaarde Sint het wagen dat jaar de
zware tocht naar Nederland te maken?
De kinderen van de Borgwegschooï sta-
ken de hoofden bij elkander en flansten
de volgende brief in elkaar:
Borgweg, 15 Nov. 1943.
Beste Sinterklaas,
Wij komen U vriendelijk vragen, of
U onze school dit jaar met een bezoek
wilt vereren.
Dag Sinterklaas, groetend
De Kinderen van de
Borgwegeterschool.
De postkantoorhouder.aan wien ver-
zocht was de brief achter te houden,
zond hem bij abuis door, en zo kwam
bij bij den Keulsen Censor terecht. Wat
moet deze gedacht hebben, toen ht) de
brief las? Misschien had hy zelf kin
deren, en besefte hy het kinderverlan-
gen. Hoe dan ook, hij tekende het blau-
we kruis, en zond het schrijven per
luchtpost door naar Madrid. Toen kwa-
men de Madrileense posterijen met een
moeilijkheid te zitten. Wie was St. Ni
colaas Toen bedacht een scherpzinnige
postbode, dat de brief uit Nederland
kwam, en dat het daarom het beste was,
het stuk aan het Nederlandse gezant-
schap te bezorgen. Dank zij die scherp
zinnige postbode ontving de Borgweg-
school het volgende antwoord:
Madrid, 2 December 1943.
Beste Kinderen!
Ik heb jullie mooie brief ontvangen
op 1 Decemlber, hy had er precies 15
dagen over gedaan om mij te bereiken.
Ik zelf zit hier nog in de kou; mijn
brave Zwarte Piet ziet erult als een
doek van boosheld, dat wij nog niet op
weg naar Holland zijn. Mijn mijter was
mooi opgepoetst en mijn schimmel had
een extra portie ha ver gekregen; doch
mnn visum liet op zich wachten. En ik
heb geen benzine voor zijn motorrjjwiel.
Ik gebruikte dit laatste voertuig wel
eens in het geniep om vlugger in Neder
land te zijn zijn. Piet zat dan achter mij
als duo rjjder!
Ik zal mijn best doen, beste kinderen,
om nog te komen, misschien wel wat
later, maar dan krijgen jullie dubbel
snoep. Ik wens jullie allemaal een
goede ,,mijn avond
Sint Nicolaas.
Door de bemiddeling van ons Spaans
gezantschap arriveerde de kinderbrief
in Londen, en het kerstnummer 1943
van het in Londen verschijnende ,,Vrij
Nederland" nam een foto ervan op, en
wijdde er een redactioneel artikel aan.
Zelfs werd de brief besproken, in een
uitzending van Radio Oranje.
,,Vrij Nederland" verspreidde de brief
over de wereld. En kort geleden kwam
er een brief van >een Zuid-Afrikaanse
Sinterklaas, die als volgt luidde:
Zuid Afrika, 15 Juni 1945.
Kantoor van Sinterklaas.
gedicteerd door: Sinterklaas.
getikt door: Zwarte Piet.
Beste kinderen van de Borgwegschool,
Iedereen van jullie weet natuurlijk
nog wel, dat jullie op 15 Nov. 1943 een
briefje aan Sinterklaas geschreven hebt.
Dat is alweer haast twee jaar geleden
en jullie zullen wel gedacht hebben, dat
Sinterklaas jullie helemaal vergeten
was, omdat er maar geen antwoord op
jullie brief kwam.
Ja kinderen, vergeten. heb ik jullie
niet, maar de laatste jaren was het niet
mogelijk om te schrijven en om zelf te
komen ging helemaal niet. Sinterklaas
wordt oud en de schimmel ook en met
al die mensen met geweren en kanon-
nen in Holland was het onmogelijk zelf
te komen. Bovendien waren de winkels
overal leeg en wat zouden jullie nu ge
dacht hebben van een Sinterklaas, die
met lege handen aangekomen was?.
Nu weten jullie het dus. Ik zou erg
graag weer gekomen zijn maar het ging
werkelyk niet, maar ik beloof jullie,
dat dit jaar ik zelf weer komen zal, sa-
men met zwarte Piet en met handenvol
jepernoten; en speculaas, en met mooie
cadeautjes. Maar denk erom, Zwarte
Piet die komt ook mee en je weet, dat
die de zak en de roe op zjjn rug heeft.
Busje best doen op school en net-
jes leren, van aap, noot, Mies, en netjes
op het lijntje schrijven want anders
je weet wat er gebeurd nietwaar?
Ik stuur jullie deze brief helemaal
vanuit Zuid-Afrika met de vliegmachine.
Weet je waar Zuid-Afrika ligt? Vraag
maar eens aan de juffrouw of aan den
meester. Die weet het wel. Als jullie in
Holland zomer hebben, dan is het hier
winter. En dan breng ik de kinderen
hier maar wat cadeautjes. Maar op 6
December, mijn verjaardag, dan kom ik
bij jullie en dan zien wij elkaar einde-
lijk weer. Ik ben erg qieuwsgierig of
jullie goede vorderingen hebt gemaakt.
Vergeten jullie het hooi en de wortel
voor het paard niet?
Allemaal hartelijke groeten, ook van
Zwarte Piet.
Jullie eigen en echte
SINTERKLAAS.
Dat is de geschiedenis van een briefje
aan Sint Nicolaas. Kleine oorzaken kun
nen somtijds grote en onverwachte ge-
volgen hebben.
Bij dengene, die zich niet alleen inte-
resseert voor de huidige politieke en
financiële problemen, die hetzij nu
reeds zijn of in de naaste toekomst drei-
gen te worden bronnen van nieuwe
conflicten, maar die zich buitendien be-
zint op de machten die een volslagen
ineenstorting en chaotisering van een
cultuur, van een beschaving, van ge-
heel een volksbestaan, op moreel zowel
als op lichamelijk gebied zouden kunnen
veroorzaken, bij hem dringt zich het pro-
bleem der demoralisatie als een der
meest urgente op. Immers, deze de
moralisatie, dit losslaan van aile rem-
men, vooral op sexueel gebied, heeft
dusdanlge vormen aangenomen, is zo
doorgedrongen in aile geledingen der sa-
menleving, dat er niet voldoende en niet
dikwtjls genoeg op gewezen kan wor
den. Congressen en bijeenkomsten, al
of niet in kerkelijk verband, hier te
lande zowel als in het buitenland, hou
den zich bezig met het zoeken naar
middelen om te geraken uit deze im
passe: want slaagt men hierin niet,
krijgt dit kankergezwel nog langer ge-
legenheid zich in te vreten in de maat-
scnappij, dan is het einde nog niet te
overzien.
Wanneer men deze dagen op de voet
zal kunnen volgen het monsterproces,
dat Dinsdag J.l. te Neurenberg is aan-
gevangen en waarbij de aanstichters
van aile ellende en rampen, die de laat
ste jaren over ons land en geheel Euro
pa gekomen zijn, voor het wereldge-
recht zullen verschijnen om berecht te
worden, dan zal er meer dan ooit te-
ruggedacht worden aan de gruwelda-
den, aan de beestachtige verschrikkin-
gen van de Duitse concentratiekampen:
wanneer men de acte van beschuldi-
ging, tegen deze mensen uitgebracht,
naleest, zal men huiveren van de ont-
zettende getallen, van hen die de dood
ingejaagd zijn, meestal na de meest ver-
schrikkelijke folteringen: én onwille-
keurig zal men zich afvragen hoe het
mogelijk is geweest, dat een mens af-
gezakt is tôt een peil, dat nog verder
beneden dat van een dier ligt. Zou net
antwoord hierop niet gebracht moeten
worden in de richting, waarin een Me-
thodistische Conferentie in Engeland
het zocht. die tôt de conclusie kwam,
dat ,,de diepste oorzaak van de ver-
schrikkingen der concentratiekampen
moet worden gezocht in de zedenver-
wildering, die na de eerste wereldoorlog
in Duitsland intrad."
Toen werd door honger, door ontbin-
ding der gezinnen, door de nederlaag,
de voedende bodem gelegd, waarop de
zedelijk ontaarde principes van het
nationaal-socialistische Duitslana met
zijn dwaze, hoogtij vierende cultus van
het lichaam en zijn verafgoding van den
sterken man, wien ailes geoorloofd was,
welig zouden tieren. En nu eenmaal de
remmen, vooral op zedelijk gebied wa
ren losgeslagen, zakte die Duitse mens
steeds rneer en meer weg in het moe-
ras, verwilderden de generaties, met
als eindresultaat het beestmens van de
Duitse concentratiekampen. „Immers,
de onmiddellijke gevolgen der zedeloos-
heid," schrijft het ,,Friesch Dagblad",,
,,kan men op gerafrineerde wijze voor
komen. maar op den langen duur ko
men er gevolgen, die niemand keren
kan. Een volk, dat gruwt over de beest-
achtigheid van z'n eigen kinderen.
In dit licht bezien moge het procès
van Neurenberg een waarchuwend teken
zijn om ook hen, die menen, dat het
nog zo erg niet gesteld is met de de
moralisatie, ook in ons land, wakker te
schudden en aan te zeuen om de strijd
tegen dit kankergezwel aan te binden.
Want ook in ons land zakt het morele
peil op schrikbarende wijze. Gedurende
de oorlogsjaren waren daar de verschil-
lende omstandigheden die een demora
lisatie in de hand werkten: onderdui-
ken, een gedwongen niets doen, de
zwarte han.del om maar enkele der ver-
schillende factoren te noemen. Daarbij
kwamen de verhoudingen, die er ont-
stonden tussen de bezettende machten
en de Nederlandse meisjes en vrouwen.
De gezinsbanden werden verbroken: de
arbeid werd geschuwd: de jeugd raakte
verslaafd aan golcpartijen: de contrôle
der ouders verslapte.
De nieuwe jeugd heeft zich, volgens
den Fransen schrijver André Gide weten
vrij te maken van „aile remmingen,
schaamten en voorbehoudinven der dé-
centie en van die vreesachtige aarze-
lingen, die de wellust angstig maken
en het gemoed stemmen tôt wroeging
en zondebesef na de val van het vlees.
En de gevolgen? Men leze er slechts
het verslag op na van het onlangs te
Groningen gehouden. Congres voor Mo
reel herstel: men neme slechts kenni3
van de simpele cijfers, die wijzen on de
schrikbarende toename van het aantal
lijders aan geslachtsziekten: men neme
slechts nota van de eenvoudige mede-
deling, dat de criminaliteit hier in het
Noorden groter is dan in het Westen
van ons land, terwijl deze over het land
een aanzienlijke stijging vertoont: men
leze slechts de woorden, die Burgemees-
ter Tuin van Hoogezand daar sprak,
toen. h\j verklaarde, dat de arbeid niet
(Van onzen Amsterdamsen
correspondent.
Amsterdam, November.
Er is een even groot verschil tussen
het Amsterdamse uitgaande leven, en
dat van Parijs, als tussen de degelijke
Nederlander en de ietwat lichtzinnige
Fransman. Wanneer de Amsterdammer
op Zaterdag- of Zondagavond uitgaat,
dan wringt hij zich door de compacte
mensenmassa, die de Kalverstraat vult
en die beschenen wordt door de talrijke
etalagelampen hij kijkt naar de f risse
gezichten van de Mokumse meisjes; en
pikt maar lang niet altijd een
bioscoopje. In café's en restaurants
brandt volop licht, er speelt muziek;
maar vooral in de betere gelegenheden
is weinig publiek.
Toch is er voor de degelijke Amster
dammer genoeg gelegenheid uit te gaan.
Er draaien uitstekende films; proml
nente gezelschappen geven in de
schouwburgen toneeluitvoeringen er is
goede muziek te horen en voor de lief-
hebbers ook Jazz, met gelegenheid
over de dansvloer te zweven.
Het nachtleven wil hier niet bloeien,
omdat het met in de aard van de men
sen ligt. Wij hebben ons ThorbecKeplein,
waar ieder huis een bar en iedere oar
een cabaret is, waar geilniformde por
tiers de voorbjjgangers tôt binnentre-
den uitnodigen, omdat iedereen er wel-
kom is, behalve dronken studenten. Dit
laatste om eventuele schade aan het
inventaris te voorkomen. Maar m
van de Amsterdammers kijkt naar het
felle, gekleurde licht der neonreclames,
dat reflexen tekent aan de hemel en in
het grauw-groene grachtwater, en loopt
door. Is het toeval dat het standbeeld
van Thorbecke met de rug gekeerd is
naar het wuftste van aile Amsterdamse
pleinen, naar het leven, dat hij nooit
zou hebben goedgekeurd? Zijn strakxe
blik is eericht op de oude, beboomde
gracht, die nog getuigt van een eeuw
van voorspoed en glorie, naar een pit-
toreske brug, die de automobilist un de
moderne tijd met een zucht „neemt".
Geen 300 meter verder is het plein
genoemd naar Rembrandt. In een don-
ker tuintje, in het midden staat het
standbeeld van onzen beroemden schil-
der. Ook zijn blik is afgewend van het
plein, en is gericht op de massieve mu-
ren van een geldpaleis. Rondom is een
krans van café's met terrassen. Een
schier eindeloze verkeersstroom tre^i.
voor bij. En in de schaduw van het
standbeeld staan de laatste der Amster
damse aapjeskoetsiers. Deze laatste
der Mohikanen zullen liever sterven dan
zich overgeven aan het ijlende leven
van de moderne tijd.
In deze buurt zijn vele bioscopen, en
steeds meer in zwang komende auto-
matieks, waar men staande en met als
enig werktuig de hand voor een luttel
bedrag een lekker hapje kan veror-
beren.
Hier kan men zijn vrienden uit Pur-
merènd, Utrecht of Groningen aan tref
fen, hier vond men in vooroorlogse tijd
de buitenlanders die Amsterdam be-
zochten alsmede de gedienstige Erna's
en Gràtchen, die bij honderdtallen
evenzovele tevreden hoofdstedelijke me-
vrouwen dienden.
Amsterdam heeft geen echt nachtle
ven en heeft het nooit gehad. Men heeft
er een poging toe gedaan en nu vindt
men er de kvvijnende resten van en dan
in niet een van de mooiste wijken.
Kent U de Zeedijk, de Warmoesstraat,
de Nés? Zo neen, dan is het beter dat
U er geen kennis mede maakt. Lugu-
bere kroegjes, uit welker deuren een
cacaphonie van harmonicamuziek en
stemmengeroezemoes naar buiten klinkt
Huizen met opgeprikte vrouwen, wier
taak het is den argelozen voorbijganger
te lokken. Maar in dit donkere deel van
Amsterdam wint de handel steeds meer
terrein. Kroegen en bouwvallige huis-
jes verdwijnen. En de gaten die zo in
duister Amsterdam geslagen worden,
worden gevuld met grote kantoorgebou-
wen. Het Amsterdamse nachtleven
kwijnt. Heel langzaam sterft het.
FEUILLETON
door CHARLES GARVICE.
2)
Ze maakte een gebaar met beide ar-
men. Weten! Ik weet helemaal niets.
Ik heb gelezen, dat Papa sheriff van
het dorp geworden was, en toen ze me
aan het station .kwamen afhalen en me
zeiden, dat die geweldige équipage voor
my bedoeld was, dacht ik, dat 't het
sheriff-rytuig was, of dat Papa en jy
hier misschien by iemand logeerden.
Maar ja, jy kunt onmogelijk vertellen
terwyi ik zit te ratelen. Begin maar,
schat."
,,0, wat moet je je dan toch raar ge-
voeld hebben!" riep Carrie uit. ,,Geen
wonder, dat je je ogen zo opensperde
en zo uit het veld geslagen leek. Hemel,
May, als mij zoiets overkomen was, zou
ik 't hebben uitgegild gewoonweg
uitgegild."
,JJaar twijfel ik niet aan; maar be
gin nu in elk geval maar niet te gillen,
want dan krygen we dadeiyk die twee
oudgetreste jongelieden op ons dak,
Tu, hoe is 't nu eigenlijk allemas
eigenlijk allemaal ge>
komen? Heeft Papa de kunst ontdekt
om goud te maken, of is er achter in
de tuin van Boszicht een schat opge-
graven? Arm oud Boszicht!"
,,,Sst!" zei Carrie, om zich heen kij-
kend. Schreeuw niet zo. Papa papa
heeft niet graag, dat iemand iets te we
ten komt van van Boszicht en zo."
«Arma Papa! De oude tijden moeten
dus vergeten worden afgedankt, net
als de lelijke oude mantels en hoeden
die we plachten te dragen. Ailes moet
worden uitgewist en wy moeten precies
meer gewaardeerd werd, dat zij, als le-
vensvervulling, voor duizenden een on-
bekend ding was geworden, een last,
een noodzakelijk kwaad.
Talloos velen zqn er onder onze Hol-
landse jeugd, die dreigen ten onder te
faan met aile funeste gevolgen van-
ien, niet alleen voor hen, maar voor
ons gehele volk. Hier moet geholpen,
hier moet ingegrepen worden. Hier ligt
een taak voor ieder, die het wel meent
met z'n land, zo moeiliik als er nooit
wellicht een geweest is, maar 66k zo
groots als wellicht nooit vervuld werd,
omdat, met het morele herstel van onze
jeugd, cultuur, beschaving en volk be
houden blijven op religieus, moreel en
lichameiyk gebied.
doen, of we niet weten, waar Highbury
ligt en of we altijd een équipage hebben
gehad met een wapen op het portier en
twee reusachtige llvreiknechts om vlie-
gen te vangen in de gang de hall
bedoel ik. Pardon! Carrie, je zult een
lystje moeten maken van aile verboden
woorden en namen, en dat zal ik dan
van buiten leren; gang, mooie kamer,
washok, droogzolder hoe is het mi-
rakel nu eigeniyk in z'n werk gegaan?"
„Dat begryp ik zelf nou ôôk niet pre
cies", zei Carrie, haar hoofd schuddend,
zodat haar gouden haar sprankelende
vonken schoot. ,,A1 wat ik weet is, dat
zowat zes maanden nadat jy was weg-
gegaan als onderwyzeres..."
,,Als assistente aan mevrouw Brown's
kostschool voor jongedames in Clap-
ton," verbeterde May plechtig. ,,Ja,
liefje."
Zowat zes maanden nadat je was
weggegaan, begon ik te merken, dat er
met Pa Papa bedoel ik iets aan
de hand was, Elke avond als hy thuis-
kwam, zag hy er bleek en bezorgd uit,
alsof hij over iets tobde. Maar hij was
toch weer heel anders dan een in-
dertijd met..."
,,Ja ja," viel May haar met ge-
dempte stem in de rede. ,,Ik weet wat
je bedoelt. Maar ditmaal was 't iets
anders?"
,,0 ja, heel anders. Hij zag er juist
uit of hij elke dag slecht nieuws ver-
wachtte, en hij kon uren in het vuur
zitten staren zonder iets te zeggen."
,,Arme Carrie!"
,,Ja, 't was nogal taai, May, en ik
werd tenslotte bang en er was niemand
om eens mee te prafen. Jij was weg,
en Sidney
,,Stil," zei May, terwyi ze wat ble-
ker werd. ,,Nu, en toen?"
,,Nu, op een goede dag kwam hy thuis
o, heel vroeg in de middag en hy
liep de kamer door en bekeek aile din-
gen, aandachtig stuk voor stuk en toen
gooide hij zijn hoed op tafel en begon
te schateren van 't lachen.May, ik dacht
dat hy gek geworden was, en ik sprong
op om de kamer uit te vliegen maar hij
kreeg met te pakken en hield me op
armslengte van zich af en maakte een
buiging voor me juist alsof ik een prin-
ses was en toen zei hy met een heel
vreemde stem en met 'n rood gezicht
en trillende lippen.
Juffrouw Dalton.uw équipage wacht.
Sta me toe, u erheen te geleiden." Toen
begon ik te huilen en hy duwde me op
een stoel en ging v66r me staan met zy'n
handen in zijn zakken en zyn hoofd in
de nek. „Carrie," zei hij, „eindeiyk heb
1 17" ri rt4" irln n ir r—V-1—1 n J t TT_ 1 -i 1 •-
ik het klaargespeeld! Ik geloof, dat ik
op het ogenblik een van de rhl
sen in de stad Londen ben! O, May! Ik
dacht werkeiyk, dat hy niet helemaal
in orde was. Maar het duurde niet lang
of ik begreep, dat het allemaal waar
was, want de volgende avond kwam hij
thuis in een rytuig en hij liet me een
geweldig pak bankpapier zien! Hij
haalde aile rekeningen te voorsehyn en
we gingen samen uit om ze te betalen,
en hy gaf me een briefje van tien pond
om kleren te kopen en we hadden een
souper met Champagne.
Dag aan dag ging dat toen maar zo
door. Er scheen geen eind aan te ko
men; en op een goede keer vertelde hij
me, dat hij een buiten in Berkshire had
gekocht en nam me mee hierheen. En,
o May! Ik had nog nooit van m'n leven
een echt landgoed gezien! Jij hebt 't
ook nog niet goed bekeken natuurlijk
je hebt er geen flauw' idee van, hoe
groot en prachtig het is! Er stond een
oud huis op, zo alleraardigst vond ik
dat! Maar de heer die met ons mee was
gegaan, een architect, die schudde
zqn hoofd en zei dat 't niets voor ons
was en dat 't moest worden afgebro-
ken. Dat gebeurde dan ook en toen
bouwden ze dit; en dit heb je 66k nog
niet goed gezien. Het was zô schitte-
rend, dat ik gewoon niet durfde rond-
lopen toen we het pas betrokken had
den; maar nu ben ik er aan gewend."
,,Dat zie ik," zei May, terwijl ze ge-
amuseerd in het opgewonden gezichtje
keek.
„Papa leek een heel ander mens ge
worden heel, heel anders dan vroe-
ger, toen hij elke morgen naar zijn kan
toor in de binnenstad ging. En op 'n
goeie dag wilde hij 'n gouvernante voor
my nemen en toen huilde ik en zei, dat
ik van niemand iets leren wilde dan
van jou, en hij keek boos en snoot zqn
neus
„0, snuit hij nog steeds zyn neus?"
mompelde May sarcastisch. ,,Is dat niet
beneden zijn stand.?"
,jlk durfde er toen niet meer op door
te gaan; maar, 0, May, ik verlangde
toch zo naar je, en ik heb helemaal ner-
Eens echt plezier in kunnen hebben zo
ing jy er niet by was."
,,Arme kleine Carrie!"
,,En toen begonnen de mensen visites
bij ons te maken; en, o, dat was gewoon
miserabel, want ze staarden maar rond
met ogen als theekopjes en één oude
dame hield zo'n bril op een steeltje bij
haar ogen en bekeek Papa van onder
tôt boven alsof hij een wonderdier was.
Toen begonnen ze van ailes te vragen.
Was ik de enjge doch ter? En Papa zei
van niet, en dat jij er nog was. Ze vroe-
gen waar je dan zat en hij zei: op het
vasteland! Maar hij kikte nooit over
dien armen Sidney?."
Haar stem trilde.
,,Ga door, liefje," zei May rustig, hoe-
wel er een blos op haar gezicht was ge
komen. ,,'t Is een kostelijke comedie. Ga
door." j>
Comedie? Wat bedoel je, May? Nu,
ze bleven maar vragen wanneer je dan
toch wel thuiskwam, ik kon zien, dat
Papa zich niet op zijn gemak voelde.
En op een keer had ik zû erp- het land
en verlangde z6 naar je, dat ik zei, dat
ik hier met langer zou bliiven als jij
niet terugkwam; en na een ogenblikje
nadenken zei hij, dat je terug kon ko
men als je er lust in had en beloven
wilde, dat je nooit Sidney's naam zou
noemen, en toen schreef ik je en hij
schreef en dat is ailes."
,,Hier eindigt de eerste acte," zei May,
terwql ze achterover in haar stoel leun-
de; ,,en een erg opwindende acte op de
koop toe, Carrie! Ik zal tenminste de
hele nacht nodig hebben om ze te ver-
werken!"
„En morgen," zei Carrie gretig, „zal
ik je ailes en ailes laten zien; 't is alle
maal toch zô prachtig! Mevrouw Tur-
ner zegt, dat er maar één mooier land
goed in het hele graafschap is, en dat is
't buiten van Sir Héron Letchford."
,,En wie is die Sir Letchford, en waar
heeft hy ergens z'n onvergelijkeiyk
landgoed?"
,,Sir Héron O, May, je moet 'm zien!
Heel groot en slank, en zo knap! Pre
cies een van de portretten in de hall."
Bedoel je de portretten van onze
voorouders?" vroeg May met een boos-
aardig lachje.
,,Arme Papa! Maar hij zegt, dat aile
mensen dat doen als ze rijk worden. Als
ze geen familieportretten hebben, dan
laten, ze die schilderen, en niemand weet
dan, dat 't niet echt hun overgrootva-
ders en -grootmoeders zijn."
May keek grimmig; maar plotseling
trof haar 't bespottelijke van het geval
en ze liet zich achterover in haar stoel
vallen en lachte.
,,Zeg, jij herinnert je grootvader
niet, wel, Carrie?" vroeg zij, terwijl ze
naar lucht hapte en haar ogen afdroog-
de. ,,Hij was zo'n beste, goeie, grappige
oude baas, met een vuurrode neus, die
altijd glom, of hij "hem met rode boen-
was bewerkte. Ik kan me nog herinne-
ren, hoe hij op de bank achter het huis
zat, met z'n potje bier en z'n aarden
pijp. Hangt zijn purtret hier in de hall?
Nee hè ik zou 't niet denken. Ga
door kindlief. En is die Sir Héron een
oude heer?"
,,Och nee, niet wat je nou precies oud
kunt noemen. Hij is zowat zowat
nou, dertig! Maar dat is toch wel ta-
melijk oud, niet?"
Geweldig arttiek," stemde May glim-
lachend toe.
,,Nee, May, nu zit je me weer uit te
lachen. Je verdient niet, dat ik je no<'
iets vertel. Nou, maar als Sir Héron
dan niet oud is, z'n moeder is 't in elk
geval wel. O, May, dat is toch zo'n af-
schuwejijk oud mens zo lang en, zo
dun en zo kaarsrecht of ze een ston
heeft ingeslikt, en dan heeft ze van die
verrimpelde oogleden! En ze kijkt over
je hoofd heen of je lucht bent en ze
is zo trots als als Lucifer."
„,En hoe denkt haar Ladyschap wel
over Papa?"
„Papa? Oh!" zei Carrie lachend, „ik
weet 't niet. Ik veronderstel, dat ze
Papa wel gezien moet hebben; maar ze
hebben geen visite gemaakt en ze pra-
ten nooit tegen ons en kyken ook met
naar ons, hoewel we in de kerk vlak
bij hen zitten en de grond van ,,De Eik-
hof" vlak aan de onze grenst."
..Charmante buren!" merkte May op,
schijnbaar onverschillig maar met een
trilling in haar stem. ,,Dus ze hebben
géén visite gemaakt en hoewel jullie al
twee jaar vlak naast hen woont, hebben
ze jullie nog niet „gezien". En wat zegt
Papa daarvan?"
„Papa zegt helemaal niets," ant-
woordde Carrie.
(Wordt vervolgd.)