te leeren, we zijn er echter van overtuigd,
dat ze één twee drie de schade zullen
inhalen.
Na het zingen van het laatste lied sprak
de waarn. Burgemeester, de Heer Garrelts
de kinderen als tfolgt toe
.KINDEREN,
Door jullie samenzang wiiien jullie
blijk geven, dat ook jullie verheugd zijt
over de bevrijding van geheel Europa.
Want juist vooral deze algeheele be
vrijding stemt ons tot groote en innige
dankbaarheid. Eerst waren wij blij dat
Slochteren bevrijd was op den bewusten
Zaterdag, 14 April. Nog grootere blijd
schap trad in met de bevrijding vart
Delfzijl. En dat was geen wonder ook
als wij aan de droeve gebeurtenissen te
Siddeburen terugdenken. Want wij zullen
toch nimmer vergeten dat aldaar voor
onze vrijheid een tweetal flinke leden
van de N.B.S.ers, Oranjewachts, voor de
goede zaak zijn gevallen.
Na Delfzijl's bevrijding gingen «pze
gedachten ais vanzelf weer uit naar het
Westen van ons land, waar de bevolking
honger leed. Onze blijdschap toch was
niet compleet voordat geheel Nederland
vrij zou zijn. Hoe verheugd waren wij
dan ook toen wij door de radio het be
richt vernamen, dat de bevolking van
het Westen van ons land vrij word
zonder dat er een schot behoefde te
vallen.
Weten jullie je uit de geschiedenis
boekjes nog wel te herinneren dat een
deel van de Hollandsche bevolking reeds
vroeger honger heeft moeten lijden door
de oorlog? Ja 'k zie het aan jullie ge
zichten, jullie wilt het wel uitroepen,
het was in 1572 bij het beleg van Leiden.
Men moest toen leven van koolstron
ken e.d. 0
Gelukkig kunnen we nuweer ruimer'
ademhalen, geheel Nederlandsch bevol
king kan nu weer vrij haar gevoelens
naar voren brengen. Men wordt nu niet
meer bedreigd met den kogel. Dood en
verderf zijn voorbij. Er zullen er zijn
onder jullie die nog verlangend naar
Vader, broeder of wellicht naar zuster
uitzien die naar elders weggevoerd is,
naar het z.g.n. Groot Duitschland.
Op .dezen dag nu, vandaag, een mi
nuut na middernacht, is de mogelijkheid
ingetreden, dat allen die daar vastge
houden worden, kunnen terugkeeren,
omdat Duitschland de wapens heeft
moeten neerleggen. Deze groote gebeur
tenis nu willen jullie herdenken door
jullie samenkomst op deze plek en door
het zingen van Vaderlandsche liederen.
Vaak hebben jullie de thans gezongen
verzen op school gezongen. Echter zul
len de woorden van die verzen op dit
moment des te beter tot jullie door
dringen. Ze hebben voor jullie een die
pere beteekenis gekregen, b.v. de woorden
van het lied Wij willen Holland houen,
ons Holland fier maar klein.
Fier is ons land, dat is wel gebleken
uit de houding van de overgroote meer
derheid van Neerlandsch bevolking. Ze
liet zich niet voor het karretje van
Duitschlandsch politiek spannen. Ze wou
zich zelf blijven. Er zou, daar werd niet
aan getwijfeld, vroeg of laat uitkomst
komen.
En zoo is deze vaste overtuiging na
vijf jaar onderdrukking bewaarheid ge
worden. Vele leden-van de ondergrond-
sche organisatie hebben dit niet mogen
beleven. Dezen hebben door hunondergr.
werk om Nederland mee helpen te be
houden den dood gevonden. Wij
zijn deze mannen en vrouwen grooten
dank verschuldigd, kinderen, dat zullen
jullie op rijperen leeftijd gekomen, meer
volkomen begrijpen.
Hbuen willen we Holland
Willen wij óns de eer geven dat dit
werkelijkheid is geworden? Neen, we
weten het, God zij de eerHij is te
hulp gekomen. Hij heeft het zoo geleid,
dat de onderdrukte volkeren wederom
in vrijheid mogen leven.
Als bevrijders heeft Hij de gëailieerde
legers willen zenden. Het is gebleken,
toen Duitschland den oorlog begon, dat
de landen die de geallieerden vordmen
vredelievend walener waren immers
geen legers welke op een oorlog voor
bereid waren. Toch konden ze niet
toelaten, dat zij zonder meer onder den
voet werden geloopen. Ze hebben de
strijdbijl opgevat. Er moest veel oorlogs
materiaal vervaardigd worden om den
onderdrukker het hoofd te kunnen bieden.
Het leek >,ons bijna schier onmogelijk
dat het nog eens zoover mocht komen,
want Duitschland leek toch -ook zoo
enorm sterk, als 't ware, onverslaanbaar!
Doch wij hebben het gezien wat sa
menwerking vermag. Een ieder in cle
geallieerde landen heeft de handen aan
den ploeg geslagen en heeft een defensie
apparaat opgebouwd, hetwelk zijn weerga
niet vindt.
Met de gevierde tanks werd Duitsch
land op de knieën gebracht.
In deze streken hebben de Canadeezen
dit materiaal bediend. Vrijwillig hebben
ze zich gemeld om de wereld weer vrij
te doen ademhalen. Het was voor hun
een z.g. militaire wandeling welke zij
door ons land maakten. Door de mach
tige wapenen hebben zij de vrees welke
in onze harten had post gevat overge
heveld op de strijdende Duitschers. Mei
eigen oogen hebben wij deze vrees ge
zien. Bij het' vluchten voor het machtige
staal lazen wij deze vrees duidelijk op
hun gezichten af.
Dus weest de Canadeesche strijders
dankbaar uit het diepst van jullie hart.
Zij hebben jullie er voor behoed, dat
jullie later ongelukkige schepselen, wer
den, machines, in de hand van macht
hebbers, wellustelingen. Dit zullen jullie
later beter begrijpen. Dus de samenwer
king heeft dit tot stand gebracht.
Nu hebben wij vrede. En daarmede is
de tijd gekomen, dat wij weer moeten
opbouwen. Hoe moet dit opbouwen nu
geschieden. Zeker, ieder voor zich moet
zijn of haar aandeel daarin bijdragen.
Doch als wij allen niet gezamenlijk
daaraan medewerken wordt een juiste
opbouw niet verkregen. Verdraagzaam
heid is een eerste vereischte. Deze ver
draagzaamheid kan behaald worden door
te geven en te nemen, te leven en te
laten leven.
Moeten wij den knoet gebruiken, nu
al weer? Nee, zoover mag het niet
komen. Wij hopen dan ook van ganscher
harte, dat na verloop van tijd mag blij
ken, dat wij onze taak hebben begrepen,
en dat Nederland zijn deel in de goede
samenleving heeft laten blijken, onder de
hoede van ons zoo geliefd Vorstenhuis.
Dan zal alle^goed komen.
Kinderen, wij danken jullie zeer harte
lijk voor de bijdrage welke jullie hebt
willen geven voor een gepaste viering
van de vrede in geheel Europa.
Wij wensehen jullie vooral verder een
genoegelijken dag toe.
Uit ieders hart welt als vanzelf den
wensch op om hulde te brengen aan
onze geëerbiedigde Koningin die weer
in ons midden is, waarom wij verzoeken
een driewerf hoera aan te heffen voor
Hare Majesteit.
Hoera, leve de Koningin
DANKSTONDEN.
Na de kinderzang werden in alle ker
ken dankstonden gehóuden. Moge het
feit, dat alle kerken stampvol waren,
een sghoone belofte inhouden voor de
toekomst. Moge ook de bevolking van
onze Woldstreek vóór alle dingen zoeken
den Almachtigen God, zonder Wien ook
ons Vaderland geen toekomst heeft.
HULDEBETOON AAN -DE
CANADEEZEN.
Tegen half 3 verzamelde zich een
dichte menigte voor „the Main"' het
hoofdkwartier der Canadeezen in Sloch
teren om getuigen te zijn van een hulde
betoon aan' de Canadeesche legergroep
in Slochteren. Nadat een afdeeling Bin-
nenlandsche Strijdkrachten uit de Wold
streek zich voor het hoofdkwartier had
opgesteld, betraden de Canadeesche
Commandant en Mr. v. d. Hoop van
Slochteren het bordes, terwijl Ds. van
Dijk als tolk fungeerde.
Onder doodsche stilte nam Mr. v. d.
Hoop het woord en sprak den Canadee-
schen Commandant in het Engelsch toe.
Van deze rede geven wij hieronder de
volledige vertaling
Hoe is het mogelijk in dit oogenblik
uit te spreken de gemoedsbewegingen
die de harten vervullen der inwoners
dezer gemeente?
Na vijf lange jaren onder de hiel van
eenen vijand wien noch recht noch in
ternationale wet heilig was, die regeerde
door brutaliteit en geweld, terwijl het
leven van ieder onzer voortdurend in
gevaar was, kunnen wij bijna niet ver
staan, wat het beteekent weder vrij te
zijn. De vreugde over de bevrijding kan
daarom niet worden uitgedrukt.
Als een Christennatie weten wij, even
als gij, dat het lot van volken en indivi
duen is in de hand van den Almachtigen
God. Maar wij weten evenzeer, dat Hij,