DE VRIJE WOLDSTREEK
ZATERDAG 23 JUNI 1945
No. 8
CHRISTELIJK VOLKSBLAD VOOR DE GEMEENTE SLOCHTEREN
Voortzetting van de „WEEK-OVERZICHTEN", verschenen in bezettingstijd
Redactie- en administratie-adresDrukkerij J. Steenhuis - Schildwolde
Abonnementsprijs
90 cent per kwartaal
Advertenties
9 cent per mM.
Asdodisch spreken.
In Neh. 13 24 verhaalt de profeet, hoe
hij bij het volk van Israel stuitte op men-
schen, wier kinderen de Joodsche taal
niet eens goed konden spreken.
„Hun kinderen spraken half Asdodisch",
zoo lezen we. Asdod was een Filistijnsche
stad, waar een taal gesproken werd, die
in breeden omtrek in dat heidensche land
als omgangstaal werd gebruikt. Maar
waar de profeet Nehemia zoo van schrok,
en waarover hij zoo diep verontwaardigd
was, was, dat hij hoorde hoe Joodsche
kinderen een taaltje spraken.dat doorspekt
was met allerlei Asdodische woorden.
Er waren blijkbaar vreemde invloeden
aan het werk, dat die kinderen zoo half
en half de taal spraken van die heidensche
stad. En bij zijn onderzoek bleek hem,
wie die invloed uitoefende. Hun vaders
waren getrouwd met allerlei heidensche
vrouwen.
Natuurlijk was het niet de taal op zich
zelf, die Nehemia zulk een onrust inboe
zemde. Dat koeterwaals, dat die kinderen
spraken, wees er op, welk een invloed
die heidensche moeders hadden in de
gezinnen. Want met die taal leerden die
moeders hun natuurlijk ook de heidensche
zeden en gewoonten.
Dat half Asdodisch spreken van die
kinderen gaf veel te denken. Het waste
vreezen, dat die kinderen, die nu half
heidensch spraken, ook half of geheel
heidensch leerden denken, en straks grooi
geworden, den God des Verbonds en Zijn
dienst zouden vergeten.
De stad Asdod is reeds lang tot stof
vergaan. En de kennis der Asdodische
taal is reeds lang verloren geraakt.
Maar het verschijnsel deed zich voor
de oorlog menigmaal voor, dat menschen,
hoorende bij het volk van God, „in Je
ruzalem geboren" half Asdodisch spraken.
Hun denken en spreken was niet van
vreemde smetten vrij. Van christelijken
huize, lid van een christelijke kerk, zou
men verwachten, dat Gods Woord invloed
zou hebben op heel hun levenswandel.
En dat zij ook bij de beoordeeling van
de staatkundige en maatschappelijke
vraagstukken zich zouden laten leiden
door de vraagwat wil de Heere, dat
wij doen zullen
Maar juist op politiek en maatschap-
Wat vraagt Nationaal Herstel?
Doet aan de getroffenen wel
pelijk terrein zag men ze beginselen hul
digen, en praktijken in toepassing brengen
die lijnrecht ingingen tegen wat de Heere
in Zijn Woord van ons vraagt.
En in de beoordeeling van de dingen
van den dag spraken ze „half Asdodisch",
kwam uit dat ze puur wereldsch dachten.
Het was wel duidelijk, dat hier vreemde
invloeden aan het werk waren.
O neen, het was ditmaal niet de invloed
van heidensche, Asdodische of Moabieti-
sche vrouwen. Dat was alles wel in orde.
Maar het was de dagelijksche invloed
van het z.g. „neutrale" dagblad. Dat werd
van a tot z gespeld.
En was het nog maar neutraalMaar
neutraliteit is onmogelijk. Er is niemand,
die in zijn spreken en schrijven en be-
oordeelen van de dagelijksche dingen
niet van bepaalde beginselen uitgaat. En
zijn die beginselen niet die van de Heilige
Schrift, dan gaan ze daar tegen in.
Druppel voor druppel werd het vergif
ingegeven. Zoodat de slachtoffers het zelf
niet merkten. Nog luide riepen, dat zij
er best tegen konden, en de verderfelijke
sfeer op hen geen invloed had. Maar men
kon merken, dat ze op politiek en sociaal
terrein heelemaal geen beginsel hadden.
Of nog erger, van heel andere beginselen
uitgingen, dan men, krachtens hun chris
telijke naam, van hen mocht verwachten.
De oorlog heeft ons voor heel wat de
oogen geopend. De „neutraie" krant liet
zich maar al te gemakkelijk gelijkschakelen
De Duitscher kende de kracht van de
dagelijksche injectie met vergif. Gelukkig
was er in ons volk genoeg afkeer van
het nazi-beginsel, zoodat de afweer sterk
is geweest.
Maar elk beginsel, dat niet leeft uit
Gods Woord, dat in wezen daar tegen in
gaat, heeft dezelfde vergiftigende kracht.
Zullen we voortaan waakzaam zijn tegen
alles wat half of heel „Asdodisch" spreekt?
Zullen nu voortaan menschen, die God
willen dienen, ook gaan vragen christelijke
voorlichting op alle terrein des levens?
Zullen wij voortaan steunen en bestu-
deeren de christelijke pers
Opdat Gods volk Gods eere zoekt in
kerk en staat en maatschappij, en, in-
plaats van „half Asdodisch" spreekt de
tale Kanaans
Onze Jeugd.
Aan onze jeugd is de oorlog gedurende
de laatste 5 jaar allerminst zonder scha
delijke invloeden voorbijgegaan.
Vele waren de verderfelijke invloeden,
waaraan de jeugd dagelijks blootstond, en
waartegen wij als ouders en opvoeders
vaak niet streng genoeg zijn opgetreden.
Dit is gemakkelijk gezegd, maar de
taak was in oorlogsjaren ontzettend moei
lijk en zal thans in de komende jaren
nog zwaarder worden.
Immers, onze kinderen leefden in een
wereld, waarin het scheen, of ongerech
tigheid en misdaad geoorloofd waren. De
Wild-west verhalen waren vaak kinder
spel vergeleken bij hetgeen onze jeugd
in hun onmiddellijke omgeving meemaakte
Meermalen maakte zij mee, dat jeugdige
personen zonder noodzaak werden ver
moord. Dagelijks zag zij de landwacht
jagen op hun eigen broers, vaders of
kennissen. Zij zagen hun vaders gedwon
gen werken, ook saboteeren. Diefstal werd
een heel gewoon iets. Radio's, fietsen,
kleding, huishoudelijk goed, alles werd
straffeloos gestolen. Cultnurwaarden wer
den opzettelijk vernield.
Is het een wonder, dat onze jeugd, die
dit alles zag gebeuren, er door beinvloed
werd? School werd niet gehouden, dus
tijd genoeg om alles in oogenschouw te
nemen. Zonder opzicht van vader of
moeder, zonder de groote invloed die het
onderwijs op de jeugd kan uitoefenen,
zwierven de kinderen doelloos rond om
tenslotte ook hetgeen zij zagen in prak
tijk te brengen.
Dikwijls kwam de jeugd thuis met
brandhout, waaraan zoo groote behoefte
was, zoodat inplaats van straf voor de
misdaad, vaak een aanmoediging tot her
haling of voortzetting werd gegeven. Het
gestolene was immers ook door de Duit-
schers gestolen en daarom mocht men
het gerust terugnemen. Doch ook andere
goederen, die niet door de Duitschers
waren gestolen, doch van de gemeenschap
waren, werden niet gespaard.
Het begrip eerlijkheid, gemeenschapszin
en ridderlijkheid raakte volkomen zoek
en werd door ons vaak niet voldoende
aangekweekt.
De tijd van verschrikkingen is thans
voorbij, we hebben gejuicht, we hebben
ons vroolijk gemaakt, we hebben samen
feest gevierd. Ook de jeugd was blij, de
oorlog was afgeloopen. Veel wat anders
niet te krijgen was, zou nu weer voor't
grijpen liggen, er was weer een toekomst.
Doch alles heeft zijn bestemde tijd, ook
de opbouw van ons vaderland.
Nu openbaren zich bij menig kind din
gen, die wij niet gaarne bij volwassenen,
doch ook bij onze kinderen niet gaarne
zien. Zij zijn ongehoorzaam, oneerlijk, enz.
Nu komt voor vele ouders de moeilijkheid
aan om eigenschappen door henzelf min
of meer aangekweekt te helpen afleeren.
Ouders bespreekt alle moeilijkheden
open en klaar met uw kinderen. Indien
U zelf aan hun verkeerde daden mee
schuld hebt, zegt het hun dan en wijst
er hen op datgene dat in oorlogstijd oog
luikend werd toegestaan, verkeerd is ge
weest, ook uw toegeeflijkheid.
Leert Uw kinderen gehoorzamen, duldt
van hen geen halfheid en laat ze terug-
De Woldstreek bovenaan
Ook als we helpen gaan
brengen wat hen niet eerlijk toekomt.
Het onderwijs kan ook in deze van groot
nut zijn door telkens als dit maar eenigs-
zins kan te wijzen op het verkeerde van
bedoelde eigenschappen.
Geeft Uw kindeten echter in de aller
eerste plaats een Godsdienstige opvoe
ding, immers daarvan gaat de grootste
kracht uit.
Indien Uw kinderen onder het evan
gelie van Christus worden opgevoed,
zullen Uw gezin en de maatschappij er
de gezegende werking van ondervinden.
Uit een gezond Godsdienstig leven
vloeien voort: gebondenheid aan Gods
wetten, liefde tot de naaste, reinheid,
eerlijkheid. Welk ouderpaar of opvoeder
zou de hun toevertrouwde kinderen niet
gaarne zien opgroeien bij deze eigen
schappen
Schoolraad v.d. School m.d. Bijbel
Van de schoolraad voor de scholen met
den Bijbel kwam bericht binnen, dat hij
zijn taak heeft hervat. De 4 Moderamen
leden waren door de Duitsers gevangen
Eenomen en op 1 Maart 1942 hadden de
'uitsers verdere actie van de schoolraad
verboden. Thans begint ook voor de
schoolraad weer een nieuwe tijd.
Mr. J. J. Hangelbroek, die ook gevangen
heeft gezeten, heeft zijn arbeid als secr.-
pennm. hervat.
Moge de schoolraad in deze moeilijke
tijden, evenals voorheen, de schoolbe
sturen en het personeel met raad en daad
ter zijde staan tot heil van ons Christelijk
onderwijs.