De feesten over de blijde gebeurtenis. Bnitenlandsch Overzicht. T we e o e ei® 21e jaargaag. WOENSDAG 19 Mei 1909, Mo, 40. Grootste publiciteit. Verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS Laagste tarief. Oplaag SOOÖ eienpL Uitgeverf» EIEIN. De raad der gemggHtg Muntendam in openbare zitting bijeen, zich verheugende over de geboorte van prinses Juliana, biedt Uv/e Majesteit en Prins Hendrik zijne beste gelukwenschen aan. voor ABONNEMENTSPRIJS »p»r 3 maanden, 28 cent, franco per post uitsluitend bi] vooruitbetaling, 35 cent. 3 A Vt EER. De laatste feestelijkheden over de ge boorte der prinses loopen nu ten einde: Allerwege zijn de feestelijkheden met buitengewoon veel geestdrift gevierd. Te Rotterdam waren Vrijdag alle kan toren en winkels gesloten, en vierde de geheele slad den feestdag als een Zondag Eerepoorten waren in lal van straten op gericht en des avonds waren de stadsge- bouwen, groote winkelhuizen en kantoren schitterend verlicht. Vooral in de tuinen voor de rljkelui's huizen waren prachtige versieringen aangebracht. De illuminaties op de schepen der Maas moet een schitterend effect gemaakt heb ben. Ook te Enschedé is de geboortedag van prinses Juliana luisterrijk gevierd. Des morgens schoolfeest, op alle bijzon dere en openbare scholen, en daarna sa menkomst van de plm. 6000 leerlingen op de markt, waar zij onder begeleiding van een muziekkorps vaderlandsche liederen zongen. Om 12 uur werden 51 saluutschoten van den torentrans gelost. Des midaags had onder groote belang stelling een historische optocht plaats, voorstellende den tijd vanaf de Batavieren tot 1830. Des avonds bioscopevoorstelling in de openlucht en in alle groote zalen, welke voor ieder toegankelijk waren, muziek en bal. Ook de verpleegden in de ziekenhuizen en in het oude mannen- en vrouwenhuis zijn door de feestcommissie niet vergeten. De stad had met de talrijke ontplooide vlaggen en versierde straten een recht feestelijk aanzien. Grootsch moest het feest Zaterdag ook te Nijmegen geweest zijn. De geheele be volking nam er aan deel. De Prinsessedag werd aangekondigd met vreugdeschoten en het luiden van de klokken, waarna de mu ziekkorpsen der infanterie en koloniale re serve reveille hielden door de stad, die vooral in de rechte stemming kwam, toen PRIJS der ADVERTENT1ËNYen 1 tot I regels 20 cent, elke regel meer 5 cent. Dezelfde advertentie, voor 3 maal opgegeven wordt 2 maal berekend. Rubriek.' Vraag en Aanbod 15 cent. de gansche schooljeugd hulde bracht aan prinses Juliana met een optocht door de mooi versierde straten. Verschillende mu ziekkorpsen droegen den zang van de spes patriae. Meer stemmig was het ook wel geslaagd orgelconcert in de Groote Kerk, dat gegeven werd door den heer De Vries, organist, met een dameskoor en solisten. Toen bij den aanvang het Wien Neerlandsch Bloed en aan het einde het Wilhelmus door het grootsche kerkgebouw klonk, zongen allen een 5 h. 6000 menschen mee, een indrukwekkend oogenblik Een bloemenhulde. Eenige dames van gep. ambtenaren en officieren uit Nederl. Oost-lndië hebben het plan opgevat, H. M. de Koningin een bloe menhulde aan te bieden ter gelegenheid van Hr. Ms. volkomen genezing. Aanvankelijk was het plan, deze te doen bestaan in een versiering aan de trap en de vestibule van het paleis, wanneer de Koningin weer voor de eerste maal zou uitgaan. Dit plan stuitte echter op bezwa ren en daarom is thans voor de hulde ge kozen de aanbieding van een fraaie bloe menmand met begeleidend schrijven. FRANKRIJK. De stoking der Post- en Telear-afbe ambten. Voor de tweede maal hebben de iansche Post- en Telegraaf beambten het gewaagd, een staking op touw te zetten tegen de Regeering. Doch deze staking schijnt te mislukken. Naar uit Parijs gemeld wordt, neemt het aantal stakers voortdurend af, alleen de bestellers van drukwerk en de reizende beambten blijven in vrij grooten getale van de kantoren weg, terwijl het personeel van de andere afdeelingen vrijwel voltallig is. De regeering beweert, dat het aantal stakers 2000 bedraagt, de stakers houden vol, dat 8000 personen het werk hebben neergelegd. Blijkens de verschillende berichten uit Parijs, slaan de leiders der bewegingthans ook een geheel anderen toon aan dan in het begin. Toen verklaarden zij zich zeker van de zege, thans putten zij zich uit in smaadredenen en bedreigingen tegen die genen, die aan 'twerk gebleven zijn. De (alrijke ontslagen beambten dringen sterk bij het staklr ;scomité aan, om een beroep te doen co den revolutionairen Arbeidsbond en te trachten de mislukkende poststaking te redde: door een groote re volutionaire staking van alle arbeiders en beamblen, die mer er toe zou kunnen krijgen. Eenige asb .dersgroepen schijnen hier wel ooren naar re hebben. Destakende postbeambten doerf groote moeite het spoorwegpersoneel mee te krijgen. Dere- geering en het publiek ijn zeer op hun hoede. DUITSC1LAND. Een spoorwegramp In 't laatst der vo rige week heeft in ien Elzas een spoor wegramp plaats gekad met den mailüein Basel-Amsterdam. Een Haagsch ingezetene, de heer S. van Straaten, die bij ce spoorwegramp bij Heil sheim aanwezig was, doch gelukkig ongedeerd bleef, heeft daaromtrent aan het „Vaderland" nog het volgende gemeld: Da trein bestond nit tien wagens, een bagagewagen, die aa een tender was ge koppeld, en vervolges een bagagewagen, twee slaapwagens r- gewone personen rijtuigen. De heer Vim Siraaten, die zich in het rljtu'g onmidd^lijk achter den twee den slaapwagen bevvnd, werd ongeveer half-elf plotseling uiP zijn halfslaap opge- schokf, en bevond zich, hoe weet hij niet te verklaren, op din tegenoverliggende bank en zich vasthr fidende aan het net. Hi] hoe Jt. Cd»* u ;:nu en giös- scherven vlogen rond als hagelsteenen. Nog half onbewust trok de heer Van Straaten zijn jas over het hoofd en haastte zich zijn compartement te ver laten. In de conloir, vond hij eenige dames en men slaagde er spoedig en Vrij gemak te verlaten, vreeselijken aanblik, stonden inbranden kelijk in om het rijtuig De trein bood een De beide slaapwagens men hooide het gekerin en het hulpgeroep van de passagiers, die levend verbrandden. Aan redding viel niet te denken, hoewel passagiers en personeel het onmogelijke probeerden. Spoedig jantploften de gasre- seivoirs en in ongelooflijken korten tijd stond de geheele teem in brand, evenals de aangereden goederentrein, die met kolen geladen was. Het mjichinepersoneel van beide treinen werd op slag gedood, het aantal gewonden was legio, bijna niemand was ongedeerd. Wat was de oorzaik van deze ontzet tende ramp Het treinpersoneel zegt, dat op het oogenblik dat de beide treinen elkaar pas seerden, de ketel van den goederentrein explodeerde en zoodoende het ongeluk ver oorzaakte. Anderen beweren, dat de goe derentrein ontspoord was en gedeeltelijk op de rails van de sneltrein lag. De verwarring was ontzettendde meeste reizigers, half gekleed en bijna zon der uitzondering gewond, trachtten in de eerste plaats te redden waar het mogelijk was, en deden vervolgens pogingen om de handbagage te vinden, hetgeen ook velen gelukte. Het duurde echter een uur of drie kwartier eer medische hulp ter plaatse was; de telegraaflijnen waren door de ont zettende hitte van den brand gedeeltelijk vernield. Het was slechts mogelijk naar het op 10 K.M. afstands gelegen Colmar te seinen. De gewonden werden per spoor naar Colmar vervoerd, sommigen moesten loopen. De heer Van Straaten meent, dat er meer dan 8 dooden waren, omdat bijna alle passagiers uit de slaapwagens levend ver brand waren. Er bevonden zich verschillende landge- nooten in den trein, die, voor zoover we kunnen nagaan, allen het leven konden redden, o. a. de heeren G. van Heek, oud lid van de Eerste Kamer en zijn schoon zoon, G. jannink, lid der Tweede Kamer. i üRKije. Doodvonnissen. De nieuwe Turksche regeering treedt streng op. Van Konstantinopel zijn !0 bataljons van het tweede en het derde legerkorps naar Adana gedirigeerd, waar, zooals de „Times" weet mede te deelen, de krijgsraad order heeft gekregen, alle personen tot den dood te veroordeelen, die schuldig bevonden worden aan moord of het veroorzaken van troebelen. Het voortduren der gruwelen inTurksch Klein-Azië heeft in breede bringen weerzin gewekt. Dat er een eind aan moet komen,schijnt thans ook tot den nieuwen sultan te zijn doorgedrongen. Naar uit Konstantinopel gemeld wordt, heeft de sultan beloofd be velen te zuilen uitvaardigen, opdat de orde in de provincies hersteld worde en een iradé te zullen uitgeven, waarbij be paald wordt, dat iedere muselman, die een christen doodt, opgehangen zal worden. Volgens de bij het Armenisch patriar- telegrammen zijn in Armeniërs door Koerden ver- chaat ingikomen Marasi 20 moord. In een fort van de Dardanellen zijn 60 reactionaire artilleristen en geniesoldaten, die in het bezit waren van bommen en revolvers, in hechtenis genomen. VENEZUELA. Betere tijden. In een telegram, door president Comez aan de „New-York-He- rald" gezonden, wordt gezegd, dat Vene zuela, bevrijd van zelfzucht en bederf, op v/eg is tot bloei te komen. De belegging van buitcnlandsch geld wordt aangemoe digd. Alle partijtwisten zijn uit den weg geruimd. Overal heerscht vrede. Allen zijn gelukkig. De zaken gaan vooruit. Venezuela zal spoedig weer behooren tot de eerste der Zuid-Amerikaansche repu blieken en geëerbiedigd worden door alle mogendheden. Castro leeft nog slechts in herinnering en wordt genegeerd door ieder, die instemt met het nieuw ingetreden tijdperk en geleid heeft door de lessen uit het verleden. FEUILLETON. EMILE RICHEBOURCi. 76. Wat scheelt er aan, Octave vroeg hij hem op hartelijken toon. De heer De Sïsterne keerde zich tot hem, zag hem flink in de oogen en ant woordde Kom aan, gij zijt mijn beste vriend, ik gevoel heden behoefte om mijn hart uit te storten. Wilt gij mijn vertrouwde zijn Ik wil voor u alles zijn wat gij wilt. Laten wij dan naar het park terug- keeren. Wel, zelde Eugène eensklaps, ik heb mijn bouquet bij het water laten liggen. Dat doet er niet toe, mijn vriend, antwoordde de vader, glimlachend gij behoeft u slechts te bukken, om een ander te maken. ja, ja, riep Eugène verheugd uit ik zal een zeergroot maken, veel grooter en schooner dan het eerste, en het dan aan mama geven. En hij ging opnieuw aan het zoeken van bloemen. Nu kunnen wij praten, zeide de markies. Ik zou wel eerst van u willen weten, Eduard, wie die jonge bleeke vrouw is, die voor uw zoontje zulk een groote genegen heid heeft opgevat. Mijn waarde Octave, ik heb haar heden voor het eerst gezienik ken haar dus niet; niettemin wil ik u gaarne zeggen wat ik van haar weet. In weinige woorden vertelde de markies aan zijn vriend alles, wat de gouvernante van zijn zoon hem verteld had betreffende de bleeke vrouw in den tuin der Tuille- riën, die door de kinderen: „Wassen beeld" werd genoemd. De graaf had oplettend geluisterd zonder in de rede te vallen en vroeg: Dus heet zij Louise Ja- En houdt men het er over 't al gemeen voor dat zij een arme krankzin nige is? Ja. Hebt gij ook niet, even als ik, opgemerkt hoe vreemd en verwilderd zij er uitziet Neen, ik heb slechts naar haar oogen en haar bleeke kleur gezien. Welnu, ik heb haar aandachtiger ga degeslagen en ik ben overtuigd, dat wij zoa al geen volkomen krankzinnige vrouw voor ons hadden, dan toch een ongeluk kige, die niet haar volle verstand heeft. Arme vrouw, aime vrouw 1 mom pelde de heer De Sisterr.e somber. In ieder geval, hernam de markies is zij wel zoo als men haar mij heeft beschrevenzij is zacht en in zichzelve haar manier heeft haar onweerstaanbaar tot de kinderen. Over 't geheel is haar verstandsverbijstering dus volstrekt niet te duchten. Die woorden weiden gevolgd door een oogenblik zwljgens. Eduard, hernam daarop de graaf De Sisterne gij hebt mij zoo even hooren zuchten en gij waart ve wonderd dat gij mij zoo bedroefd, zoo ontroerd, zaagt. Dat is zoo, zeide de markies. Welnu, 't is die bleeke vrouw die mij zoo ontroerd heeft; ik zou u niet kunnen zeggen, welk een vreemden indruk een blik van haar op mij heeft gemaakt; zij heeft mij letterlijk tot in de ziel getroffen. Gij Vergadering van den Raad der gemeente MUNTENDAM, gehouden op Mandag 17 Mei. De raad vergaderdè'hedenavond met 10 leden. Afwezig de heer ten Kate. De voörz. bracht de blijde gebeurtenis ten Hove in herinnering en zeide, dat met de geboorte van prinses Juliana de questie van de troonopvolging was opgelost, voor het land van veel belang, hij hoopte, dat het Koninkl. kind tot heil van het vader land en ons volk moge opgroeien en dat de Koninkl. ouders zich mogen verheugen in den groei van het Koningskind. Da voorz. stelde voor een telegram van gelukwensch te zenden van dezen inhoud Alzoo besloten. Van den h. H. Nomden, concierge in het gemeeentehuis was een dankbetuiging in gekomen voor zijn benoeming. Voorken- nisg. aangenomen. De voorz. bracht in het midden, dat vol gens ingewonnen informaties de N. O. Courant hier 78 abonné's heeft, n.l. 48 te Muntendam en 31 te Tripscompagnie en Borgercompagnie en dat dit aantal niet groot genoeg is, om de publicaties ook in dit blad te plaatsen. Dan zijn er wel an dere bladen, als „N. v. h. N.", „Nieuws- en zult dat begrijpen alsj ik u zeg, dat de trekken, de vorm vali dat gelaat, haar haar, haar gestalte, dq manier waarop zli haar oog opslaat en haar hoofd draagt kortom, dat alles in die vrouw mij het jonge schoone, kuissche meisje, herinnerd heefr, dat ik heb lief gehad, dat ik nog liefheb, dat ik altijd zjal liefhebben, want tot aan mijn laatsten ademtocht zal haar dierbare herinnering in mijn hart en in mijn gedachte gegrift blijven. Maar, mijn vriend, zeide de mar kies, zichtbaar geroerd ik vraag u uw geheim niet 1 Zeg mij niets meer, het mocht u soms berouwen, gesproken te hebben De graaf schudde sofnber het hoofd en hernam Neen, het zal mij niet berouwen, mijn hart voor u te hebben geopend. Voor een vriend, voor een broeder, gelijk gij, zal ik geen geheim peer hebben. Dit geheim, hetwelk ik overal meesleep, op land en te water, drukt en doodt mij. Het komt mij voor, dat ik, na het u te hebben toevertrouwd, verligt zal zijn. Indien in mijn gedachte slechts het bevallig beeld van een beminde vroujy en in mijn hart slechts de spijt van eén verleden geluk ware, zou ik in zoete ^herinnering leven, maar mijn geweten heeft zich veel le vér- wijten, Eduard, en de wloeging heeft mijn hart aar getast. Vriend, vervolde hij, een hand van den markies vattend ik wil u niet a leen een vertrouwelijk^ medeeling doen, maar gij zult ook een biecht hooren I Spreek dan, zeide de markies ik begin u te beklagenen als het kan zal ik u troosten. Gij zult mij niet troosten, maar gij kunt mij beklagen, want ik ben inderdaad zeer ongelukkig. Ik zeide u dan dat de bleeke vrouw, die de kinderen Wassen Beeld noemen, mij eensklaps een droevig tijdperk van mijn leven heeft herinnerd Een oogenblik meende ik in die vrouw te herkennen Gabrielie, Gabrielle is die herinnering. Ik vergiste mij. 'tWas niet Gabrielle die vóór mij stond. Nu vraag ik mlj-zelven af of die gelijkenis inderdaad bestaat. Heb ik niet aan gezichtsbedrog of aan een tijdelijke zinsbegoocheling geleden. Ik geloof inderdaad op die vraag be vestigend te moeten antwoordden. Hoe het zij hernam de heer De Sisterne ik ben nog verbijsterd van den schok, dien ik heb ontvangen, en die arme vrouw heeft er mij toe gebracht om u het geheim mijns levens te vertellen. Gij moet dan weten, dat ik, bij gelegenheid van het huwelijk mijner zuster, in Augustus 1852, een verlof van zes maanden gevraagd en verkregen had. Men kon mij dat trouwens moeilijk weigeren, want ik had zes jaar achtereen gevaren Een paar dagen na het huwelijk, dat te Santes werd gevierd, vergezelde ik het jonge echtpaar, dat zich te Parijs ging installeeren. <Mijn schoon broeder was destijds, gelijk hij trouwens nog is een goede en vroolijke jongen, die alles deed wat in zijn vermogen was, om mij te Parijs te houden en te zorgen, dat ik mij niet verveelde. Hij had een be trekking bij het ministerie van Marine en als hij niet aan zijn bureau was, nam zijn vrouw hem in beslag, iets wat zeer na tuurlijk was en waarin ik mij bijzonder verheugde, want anderen gelukkig te zien heeft mij altijd genoegen gedaan. Dit nam niet weg, dat ik mij bij hen eenigzlns verlaten en eenzelvig gevoelde temeer wijl ik begreep, dat ik hen hinder de en hun plezier deed, doo mij te ver wijderen. Daar ik niemand buiten u, te Parijs ken de, kon ik ook moeilijk aan vrienden vragen om mij afleiding te bezorgen. Gij waart destijds zwaar ziek en dan vragen om mij afleiding te bezorgen, nadat ik mij op last van den geneesheer, niet meer bij u durfde aanmelden. Kortom, ik verveelde mij en mijn bestaan van nietsdoener begon mij zwaar te vallen. Er was nog slechts een maand van mijn verlof, dat ik met zooveel aandrang ge vraagd had, verloopen, toen ik reeds op zag tegen zijn duur. Wat zou ik uitvoeren met die vijf maanden van volkomen vrij held, welke ik nog voor mij had. Eindelijk besloot ik Parijs te verlaten en een reisje te maken door Duitschland en Engeland. Reeds had ik den dag van mijn vertrek bepaald, toen ik op zekeren avond door de straat St. Honoré loopend, den zonder lingen inval kreeg, om eens de zaal Valen- tina in te gaan, waar groot publiek bal was. Gij weet, welk een drukte en een gewoel daar alsdan heerschen. Dien avond was het er bijzonder vol. Ik baande mij een weg tot het midden der zaal en vond op een bank nog juist een leege plaats, die ik innam. Een oogenblik later, toen ik wat bekomen was van het verblindende licht en het ge drang, keek ik om mij heen en zag, dat het toeval mij geplaatst had naast een jong meisje van zeldzame schoonheid. Ik nam haar eerst van ter zijde, op, en voelde mij door bewondering aangegrepen. Om haar glimlachende lippen zweefde een onbeschrijfelijke bekoorlijkheid en op haar rein voorhoofd lag de kalmte der onschuld. (Wordt vervolgd), Nieuws- en Advertentieblad Landbouw, Handel en Nijverheid DOOR

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, Sappemeer nl | 1909 | | pagina 1