voor Landbouw, Handel en Nijverheid
'"15*"
Verschijnt Maandags, Woensdags en Zaterdags
ZIJ
GRATIS
EVA's LIEFDE.
48e jaargang.
Woensdag 15 Jan. 1936.
No. 6
Firma J. Q. DIJKHUIS, Sappemeer.
tan*
die zich met 1 Februari op
dit blad abonneeren, ontvangen
de nog vóór dien datum verschij
nende nummers
Buitenlandsch Overzicht.
De Fransche vloot stoomt naar de
Middellandsche Zee op. De kan
sen op een embargo op olie stij
gen. Italië in een precaire situ
atie. De Vlootconferentie voor
de mislukking.
In de Middellandsche Zee zal dezer dagen
een deel van de Fransche vloot verschij
nen, dat in deze wateren tot nog toe nim
mer gezien is. Het tweede eskader, gele
gen in Brest, zal 14 Januari zijn ligplaats
verlaten en naar de zóne van Marokko en
Algiers opstoomen. Het betreft hier, zoo
als officieel werd verklaard, manoeuvres,
die steeds in dit jaargetijde plaats vinden.
Ook wordt er aan toegevoegd, dat deze
manoeuvres eind Februari geëindigd zullen
zijn en dat het eskader dan weer naar
Brest zal terugkeeren. Intusschen is de
waarheid, dat dit deel van de Fransche
vloot nog nooit sinds het einde van den
wereldoorlog in de Middellandsche Zee
verschenen is. Het verband tusschen deze
manoeuvres en de Engelsch-Fransche mari
ne-besprekingen behoeft dan ook wel geen
commentaar. Reeds verschillende malen
hebben wij er in ons overzicht op gewezen,
dat Londen den eisch had gesteld, dat de
Fransche vloot in een toestand van pre
ventieve gereedheid tot den oorlog moest
worden gebracht en wel nog voor het be
gin van de eventueele beraadslagingen over
het embargo op petroleum. De oliekwestie
zal nu waarschijnlijk 20 Januari te Genève
op het tapijt worden gebracht en men con
stateert, dat van 14 januari af het aantal
Fransche oorlogsschepen in de Middelland
sche Zee bijna verdubbeld zal zijn. Dat
beteekent tegelijkertijd een verdubbeling
van het aantal in de Middellandsche Zee
parate Fransche marine-vliegtuigen.
De besprekingen tusschen de Engelsche
en Fransche generale staven hebben tot
nog toe echter geen zichtbaar resultaat te
zien gegeven en wellicht is men ook nog
niet geheel tot overeenstemming gekomen.
In de Duitsche couranten kan men intus
schen reeds lezen, dat een principieele
overeenstemming reeds is bereikt, n.l. in
dien zin, dat het ter beschikking stellen
van Fransche land- en luchtstrijdkrachten
aan de Alpengrens door een dienovereen
komstige assistentie van de Engelschen aan
de Rijngrens gecompenseerd moet worden.
Sommige Duitsche bladen beweren zelfs,
dat er onderhandelingen tusschen Engeland,
Frankrijk, België en Nederland over
een luchtpact zouden worden gevoerd. Voor
zoover wij kunnen nagaan is deze bewe
ring echter niet juist.
Hoe dit alles intusschen ook zij, de kan
sen op een succesvolle tenuitvoerlegging
van een embargo op petroleum zijn geste
gen, temeer nu dezer dagen het Ameri-
kaansche congres over de nieuwe neutra-
liteitswet van Roosevelt te beslissen krijgt.
Wordt de wet aangenomen, dan zal Italië
uit Amërika nog slechts het „normale"
quantum kunnen invoeren. Italië zou daar
mede slechts een zeer klein gedeelte van
zijn behoefte kunnen dekken, zoodat de
Amerikaansche wet met een deelname van
de Vereenigde Staten aan de oliesancties
gelijk zou staan.
Ook in militair opzicht heeft zich de
situatie in Oost-Afrika voor Italië nauwelijks
verbeterd. In de afgeloopen week vielen
zware regens in Abessynië en de mogelijk
heid is niet uitgesloten, dat met dezen
regenval, de kleine regens zijn begonnen.
De kleine regens vallen niet zooals de
echte regens op een nauwkeurig te be
palen tijd. Dit jaar vallen zij echter
vroeger dan vorige jaren het geval is ge
weest. Door deze regens is een goed deel
van het terrein in het Noorden zoo goed
als onbegaanbaar geworden en zulks be
lemmert de actie van de Italianen wel
sterk, en voor de Abessijnen stijgen met
den dag de kansen, dat de Italianen op
October moeten wachten, alvorens tot een
nieuw groot offensief te kunnen overgaan.
De Abessijnen maken thans reeds van
de gelegenheid gebruik om Makalle weer
in hun bezit te krijgen en wanneer niet
alle voorteekenen bedriegen zullen zij deze
stad wel aan de Italianen weten te ont
nemen.
Het stond van te voren reeds vast, dat
de vlootconferentie te Londen een misluk
king zou worden, en thans is men inder
daad zoo ver gekomen. Deze week zullen
de deelnemers moeten beslissen over het
japansche voorstel van een gemeenschap
pelijke maximum-vlootgrens, behalve Japan,
zal natuurlijk geen enkel land voorstemmen
Het gevolg daarvan zal dan zijn, dat de
Japanners de conferentie verlaten met in
het gunstigste geval de achterlating van
eenige waarnemers. Dit zou practisch het
einde van de vlootconferentie en het begin
van den bewapeningsstrijd ter zee betee-
kenen. Mocht Japan zich terugtrekken,
dan zullen Engeland, Amerika, Italië en
Frankrijk de conferentie zeker nog wel
voortzetten en wellicht noodigt men dan
ook Duitschland en Rusland uit. Het zal
echter onmogelijk zijn, zonder Japan tot
reëeie resultaten te komen.
Brieven uit Den Haag
Een verdienstelijk Tweede Kamer
lid van 70 jaar. Een verlies voor
Nederland: Aug. Falise. Een
geval, waarbij ,,'f niet boterde".
Eindelijk anti-cumnlatie-maatregelen.
Onvoordeelige Hema-klanken.
In de Hel van het Vreemdelingen
legioen... De stroomlijn-locomotief.
Het Lid van de Tweede Kamer, Dr. H.
J. Lovink, is in de afgeloopen week 70jaar
geworden. De heer Lovink, die via de
leiding van den Zutphenschen gemeente
lijken plantsoendienst adjunct-directeur,
later directeur van de Nederlandsche Hei
demaatschappij was geworden, is een der
figuren geweest, welke 4e maatschappij tot
dien bloei heeft gebracht, die zij tegen
woordig geniet. In 1899 werd hij belast
met de leiding van het Staatsboschbeheer.
Toen in 1901 een nieuwe directeur-gene
raal van Landbouw moest worden genoemd,
viel de keus al dadelijk op hein. In 1909
volgde zijn benoeming tot directeur van
het departement van Landbouw in Ned.
Indië, waar hij tot 1918 bleef. Teruggekeerd
naar het vaderland, werd hij in 1922 tot
lid van de Kamer gekozen. Zijn vakkundig
woord heeft gezag v^or de leden, zoowel
als voor de regeeri „renlang is hij ook
burgemeester van Aigeweest. Bij zijn
verjaardag ontving hij van vele zijden, van
de regeeringscommissies van het college
van curatoren der lanübouwhoogeschool
en den voorzitter van de raad van toe
zicht op de landbouwongevallenwet, eer
bewijzen. De senaat van de Groningsche
universiteit verleende hem, die in Thürin-
gen den ingenieurstitel behaalde, een eere
doctoraat, de Koningin benoemde hem tot
ridder in de Orde van den Nederlandschen
Leeuw en Commandeur in de Oranje-
Nassau-orde en de Huisorde van Oranje.
Ook tal van buitenlandsche onderschei
dingen vielen hem ten deel. Ondanks zijn
hoogen leeftijd, dien men hem echter niet
zou aanzien, hoopt h<! nog lange jaren
land en volk te kunnen ojlienen.
De dood heeft deze week een verdien
stelijk Nederlander opgeëischt. Aug. F. H.
Falise, de bekende beeldhouwer, is op
60-jarigen leeftijd te Wageningen plotseling
overleden. Zijn talrijke monumenten, o.a.
het fraaie standbeeld van kardinaal van
Rossum te 's-Hertogenbosch, het borst
beeld van Prins Hendrik, enz. vormen een
sieraad voor Nederland.
In het Rijksmuseum te Amsterdam, het
museum te Haarlem, het Rijkspenning
kabinet, enz. bevinden zich nog tal van
werken van zijn kundige handen. In de
prijsvraag voor een gedenkteeken van de
Koningin-moeder behaalde hij den tweeden
prijs verleden jaar; het eerste prijs-ont-
werp, van L. Zijl werd door het comité
niet aanvaard en inplaats van Falise's werk
werd toen het ontwerp van Toon Dupuis
uitgevoerd. Hij had tal van orders, o.a.
van den Paus, van den koning van België
en het eereteeken van het Roode Kruis.
De grappenmakers, die in de opslag
plaatsen van Unilever, Pletterijstraat, Den
Haag, in den nacht van 3 op 4 Jan., eens
hadden rondgekeken, of het daar wel
„botertje tot den boom was"zijn ge
grepen. Zij hadden „een proefje" mee naar
huis genomen1745 K.ü. margarine. Op
een 100 Kilo na werd de partij terugge
vonden, tenminste.... men vermoedt dat het
de bewuste partij is. Bij een onderzoek in
een pakhuis aan de Eleonorastraat te Rot
terdam, waarheen een der sporen leidde,
viel de politie „met den neus in de boter...."
De Tweede Kamer heeft een belangrijke
stap gedaan naar verbetering in de cumu
latie-wantoestanden, door een desbetreffen
de aanvulling en wijziging van de pen
sioenwet van 1922, het zoogenaamde
„anti-cumulatie-ontwerp", met 40 tegen
2 stemmen aan te nemen. Tegenstemden
de beide N.S.B.-ers, de Marchant d'Ansen-
bourg en van Vessen. De eerste achtte
het ontwerp te zwak in zijn uitwerking.
„De waan van het volk, dat het met de
cumulatie nog niet in orde is, wordt er
niet mee weggenomen", meende hij. Daar
om heeft de N.S.B.-fractie tegengestemd.
De Minister sprak daarover zijn verbazing
uit. Immers, dit was tenminste reeds een
stap in de goede richting; men wachtte
eerst de uitwerking van de wijziging af
We helpen het hopen.
Een paar onvoordeelige klanten van de
Amsterdamsche eenheidswinkel, de „Hema"
zijn door de Mokumsche politie eens ern
stig aan de tand gevoeld. Het bleek, dat
zij tè voordeelig wilden inkoopen". Wie
het onderste uit de kan wil hebben
enfin, de politie was van oordeel, dat ze
zelfs voor een uitverkoops-tijd een beetje
tè goedkoop wilden uit zijn en sloot het
drietal, twee vrouwen en een man wegens
winkeldiefstalletjes in het hoofdbureau op.
Daar ze „geen onbekenden van de politie"
waren, zullen ze daar wel op hun gemak
zitten.
De „Msb." publiceerde dezer dagen het
relaas van een Alkmaarschen jongen, die
met zijn broer het ouderlijk huis ontvluchtte
en bij het Vreemdelingenlegioen dienst
nam. In de brieven aan zijn moeder be
schrijft de 18-jarige jongste zoon het ver
schrikkelijke leven tusschen de legioenairs,
allen menschen van verdacht allooi, dieven,
moordenaars en moreel-laagstaande per
sonen. Hij smeekte haar hem uit die Hel
te verlossen. Inmiddels worden op ver
zoek van zijn moeder diplomatieke stappen
gedaan, om den minderjarige uit het
vreemdelingenlegioen te bevrijden, maar
dit kost indien het lukt veel moeite
en tijdEen waarschuwing, voor ande
ren, die avonturen zoeken, zoekt die in
géén geval in het legioen
De stroomlijn, die bij de Nederlandsche
Spoorwegen het eerst werd ingevoerd bij
de Dieseltreinen, heeft thans ook de eerste
stoomlocomotief veroverd. Een der oude,
zware types van de serie 3700 is thans
gepantserd met een stalen stroomlijn be
plating, die behalve de buffers en lan
taarns alle uitstekende deelen omhult.
In tegenstelling met de origineele stroom-
lijn-types, die laag op de rails liggen, is
dit gedrocht natuurlijk onnatuurlijk hoog,
waardoor het nuttig effect ongunstig beïn
vloed wordt. Desalniettemin zal de kolen
rekening van de spoorwegen, wanneer de
proeven, die op verschillende baanvakken
met die streamline-huid gedaan worden,
het gewenschte resultaat opleveren, belang
rijk omlaaggedrukt worden! Tender en
locomotief zijn één geworden onder het
pantser. Enkele luiken in de staal-huid
laten de mogelijkheid open controle op de
vitale deelen van de machine uit te oefe
nen. Het machinistenhuis, is op de zij-
en voorraampjes na, geheel gesloten, het
geen de hitte op de stookplaat haast
ondragelijk maakt. De vorm van de om-
manteling is gekozen na tal van proeven
met een houten model in den windtunnel
van den rijksstudiedienst voor luchtvaart
te Amsterdam. Volgens de berekeningen
wordt, bij een jaarlijksche route van 120.0C0
Kilometer, voor ruim 800 gulden aan kolen
bespaard, maar daar blijft het niet bij,
want de stroomlijn maakt het mogelijk op
sommige lijnen de snelheid aanmerkelijk
te verhoogen.
GEMENGD NIEUWS.
Een eindweegs buiten Eindhoven heeft
Zondagmorgen in de vroegte een 23-jarige
Duitsche vrouw haar 21-jarigen man met
een revolverschot gedood. De vrouw is
in den loop van den dag door de Eind-
hovensche politie gearresteerd, evenals haar
minnaar, een 19-jarige jongeman, die ver
moedelijk de aanleiding tot deze tragedie
is geweest en die van medeplichtigheid
wordt verdacht. Beiden zijn in arrest ge
steld en worden ter beschikking gehouden
van den officier van Justitie. De vrouw
heeft een volledige bekentenis afgelegd,
doch men vermoedt, dat haar verklaringen
niet volledig zijn.
In de nabijheid van het Eindhovensche
kanaal, een eindweegs buiten de stad, von
den voorbijgangers Zondagmorgen het
lichaam van een man liggen. De man bleek
dood te zijn en spoedig werd de politie
van Eindhoven gewaarschuwd, die het lijk
naar het politiebureau liet overbrengen en
direct een uitgebreid onderzoek instelde.
Het bleek, dat het lichaam dat van den
21-jarigen K. van Baar was, die in het Eindje
te Eindhoven woont.
De Geneeskundige Dienst werd gewaar
schuwd en kort nadat de man gevonden
was, onderzocht de directeur, dr. Spooren-
berg, wat de doodsoorzaak kon zijn ge
weest. Bij dit onderzoek ontdekte dr.
Spoorenberg een kleine wonde in de borst,
die door een revolverschot moest zijn ver
oorzaakt. De kogel was van links het
lichaam binnengedrongen en had vermoe
delijk het hart geraakt, zoodat de man op
slag moet zijn gedood.
Direct heeft de politie daarop een uit
gebreid onderzoek ingesteld op de plaats,
waar men het lijk had gevonden. Dit was
op een afstand van circa drie kwartier
wandelen buiten Eindhoven ter hoogte van
de tweede brug bij de Poeierschestraat. In
den weeken grond vond de politie hier een
aantal voetafdrukken van damesschoenen.
Deze omstandigheid was voor de politie
aanleiding de 23-jarige vrouw van het
slachtoffer, de Duitsche A. Szabo, afkom
stig uit Essen, aan te houden.
Het was nl. algemeen bekend, dat Van
Baar met zijn vrouw in onmin leefde. Zij
leefden reeds eenigen tijd gescheiden, ter
wijl beiden een verhouding met een ander
hadden. De vrouw werd in haar woning
aangehouden en aan een langdurig verhoor
onderworpen. Aanvankelijk ontkende zij
FEUILLETON.
(38) (Nadruk verboden).
Zij woonde in het eerwaardige huis van
Römers, waarin reeds eenige generaties van
deze oude koopmansfamilie gewoond had
den en waarin ook Eva Maria Wendlands
moeder haar jeugd doorgebracht had. Dit
huis was weelderig en degelijk ingericht
volgens den smaak van een vorige eeuw.
Toen Margit eenmaal het ergste over
wonnen had, vond zij het toch heel aan
genaam om de rol van meesteres in dit
mooie, oude huis te spelen; zich door
oplettende dienstboden te laten bedienen
een ouue iiu'iontfvro.vcl«7'VL.vUvrtfcniuE>ftIiei:nt,
twee dienstboden en een keukenmeid in
dienst en dit personeel hield Margit ook
op aanraden van haar verloofde.
Natuurlijk was Margit ook aan al het
personeel van de firma Römer als de nieuwe
meesteres voorgesteld, die eveneens hun
dienstwilligheid betuigden. Maar zij was
blij, dat zij met de zaken niets te maken
had.
Dat nam von Bergen onmiddellijk van
haar over. Hij trad tegenover het perso
neel van de firma als chef op en verklaarde
hen zeer beslist, dat zij alles met hem
zouden moeten bespreken. Zijneenigszins
bruusk optreden had op de oude getrou
wen dezelfde uitwerking als op George
Halmar hij maakte zich weinig bemind.
Zij zouden veel liever met de mooie en
jonge erfgename te doen gehad hebben,
die met haar onzekerheid en verlegenheid
een bijna meelijwekkenden indruk maakte.
Von Bergen liet zich door George Halmar
nauwkeurig op de hoogte brengen van de
door Christian Römer nagelaten contanten.
Ook in deze kwestie trad Margit eigenlijk
alleen als figurant op. Toen George Hal
mar verklaarde, dat het kapitaal alleen in
vaste fondsen belegd was, dus in voor-
loopig onverkoopbare aandeelen en stukken,
waarvoor alleen ieder kwartaal de rente
werd uitbetaald, fronste von Bergen zijn
voorhoofd. Hij had zich voorgenomen,
om het kapitaal zoo spoedig mogelijk los
te maken, zoodat het hem ten alle tijde
ten dienste zou staan. Hij was een voor
zichtig iemand en wilde zelfs voor het
geval, dat zijn bedrog zou uitkomen binnen
zijn. Na George Halmars uiteenzetting
begreep hij dat het geld zoo belegd was,
dat het pas na een langen opzegtermijn
beschikbaar zou zijn. Maar hij stelde zich
gerust - eeiL.qnt^Wr Wg en Ted 0*0 dl
iri den afgrond zou niet meer verrijzen.
Eenige dagen later reisde Ceorge Halmar
met het paar naar het landgoed, dat ook
tot de erfenis behoorde. Het was een
prachtige bezitting, met een idyllisch woon
huis, dat omgeven werd door een fraai
park en uitgestrekte boomgaarden. Margit
was verrukt. Over dit landgoed was zij
meer verheugd, dan over de geheele ver
dere erfenis.
„Hier zullen wij onze wittebroodsweken
doorbrengen, Eva Maria", zei von Bergen
lachend tegen haar, waar George Halmar
bij was.
Zij vlijde zich tegen zijn arm. Haar
wangen kleurden en haar oogen straalden.
„Zooals je wilt, Turry", zei zij lachend.
En George Halmar verwonderde zich nog
maals over de volledig willooze overgave
van dit mooie meisje.
Hij vond von Bergen, die deze overgave
opnam alsof hij er recht op had, onuit
staanbaar. In ieder geval vond hij het een
opluchting, toen hij zich geheel gekweten
had van zijn taak als executeur-testamen
tair. Von Bergen trof ook op het land
goed alle maatregelen, alsof hij het alleen
voor 't zeggen had en George Halmar
stond verstomd over de vanzelfsprekende
manier, waarop hij zijn meisje aan zijn
wil onderwierp. Hij gaf onder anderen
aan den rentmeester opbracht om een rij
paard voor hem aan te schaffen, zonder
met zijn verloofde overleg te plegen. En
zij scheen zelfs dat geheel in orde te vin
den. De kerel bezit een merkwaardige
dosis brutaliteit, dacht (Beorge Halmar ge
ërgerd. Met dergelijke pingen kon hij fat
soenshalve ten minste wachten tot na hun
huwelijk. Ik ben benieuwd, wat Christian
Römer er van zeggen zóu. In ieder geval
heeft hij niet kunnen danken, dat een vol-
vreemde kerel' hier als heer en
meester zou optreden. Maar dit hield hij
voor zich en beschouwde Margit alleen
met eenig geringschattend medelijden.
Niemand had het in zijn hoofd gekregen,
om aan Margits identiteit met de erfgename
te twijfelen. Toen alles afgehandeld was,
nam George Halmar met de volgende
woorden afscheid„Ik heb nu alles ge
daan, wat ik Christian Römer beloofd heb
en beschouw nu mijn taak van bewind
voerder als afgeloopen. Ik hoop dat u te
vreden over mij is, juffrouw Wendland
Voordat Margit kon antwoorden, nam
von Bergen weer het woord. „Zeker, me
neer Haimar, u hebt ons zeer aan u ver
plicht".
George Halmar ergerde zich hierover
zoo, dat hij zich niet weerhouden kon om
te zeggen „Ik vroeg aan juffrouw Wend
land, of zij tevreden is".
Von Bergen beet zich op zijn lippen en
hij keek met een giftig gezicht naar Halmar.
Maar Margit was hem voor met haar
antwoord en zei eindelijk beminnelijk„U
heeft u heel veel moeite gegeven, meneer
Halmar ik dank u hartelijk".
Met deze woorden gaf zij hem een hand,
die hij galant naar zijn lippen bracht. Maar
met haar was hij ook niet bijzonder inge
nomen. Zij maakte op hem den indruk
van heel indolent te zijn en bovendien zoo
bedeesd en onzelfstandig, dat hij er zich
over ergerde. Zij mishaagde hem door
haar besluiteloosheid en wekte toch ook
zijn medelijden op. „U behoeft mij niette
bedanken, juffrouw Wendland. Wat ik in
deze aangelegenheid gedaan heb, geschiedde
alleen, omdat ik het Christian Römer be
loofd had", zei hij tamelijk koel.
„Ja maar ik heb zooveel diensten van
u moeten aannemen en nu weet ik niet
hoe ik u dat vergelden moet. Ik hoop,
dat wij in de toekomst heel dikwijls van
uw gezelschap mogen profiteeren, ook
wanneer er geen zakelijke redenen zijn",
antwoordde Margit met een beetje meer
zelfvertrouwen.
George boog. „Zoolang mijn vrouw af
wezig is, kan ik geen bezoeken afleggen.
Maar wanneer zij weer thuis is, hoop
ik, dat er een aangename verstandhouding
tusschen ons zal blijven bestaan".
„Is u getrouwd, meneer Halmar? Dat
wist ik niet".
„Al meer dan vier jaren. Ik ben ook al
vader van een driejarig zoontje. Mijn vrouw
bezoekt een familielid in Montevideo, of
juister gezegd, heeft zij al drie weken ge
leden de terugreis ondernomen".
Toen werd von Bergen ook aandachtiger.
„Dan maakt uw vrouw dezelfde zeereis als
wij achter ons hebben".
„Juist, zij heeft de volgende boot genomen".
„Natuurlijk ook naar Amsterdam
„Precies".
„Dan was het heel goed mogelijk ge
weest, dat wij met uw vrouw samèn ge
reisd hadden. Ik zou dan misschien de
eer en het genoegen gehad hebben, om
haar onder mijn hoede te nemen, en u zoo
bij voorbaat een wederdienst kunnen be-
wijzén".
Ik kan dien vent niet uitstaan, dacht
George Halmar en schudde met een eigen
aardig lachje zijn hoofd. „Mijn vrouw
reist niet alleen. Mijn broer is overge
stoken om haar af te halen, omdat ik niet
weg kon gaan. Hij deed daarginds allerlei
zaken af".
„Heeft u daar zakenrelaties?"
„Vroeger zelfs zeer vele, en ik hoop die
relaties nu weer aan te knoopen".
„Ook met Chili vroeg von Bergen, en
er kwam een onrustige blik in zijn oogen.
Met Chili alleen indirect direct met
Brazilië en Argentinië".
Von Bergen haalde in stilte verlicht adem.
„Nu, het is te hopen, dat /de Duitsche
handel weer spoedig opbloeit. Indien ik
u met een uf andere raadgeving van dienst
kan zijn, zal ik het gaarne doen. Ik ken
de toestanden vrij nauwkeurig, omdat ik
behalve in Chili, ook jarenlang in Brazilië
en Argentinië gewoond heb", zei hij, ver
waand lachend.
George Halmar kreeg het gevoel, dat hij
van dien meneer von Bergen in geen ge
val verplichtingen mocht aannemen. „Ik
dank u, maar mijn broer heeft veel in die
landen gereisd en hij is daar tamelijk goed
thuis. Maar aangezien de firma Römer
daar ook werkt, zullen uw ervaringen on
getwijfeld te pas komen".
Daarna nam George Halmar vormelijk,
beleefd afscheid van het verloofde paar en
verwijderde zich.
Von Bergen keek George nijdig na. „Een
ondragelijke kerel" zei hij, terwijl hij in
een stoel neerplofte.
Margit keek hem verbaasd aan. „Maar
Turry hij is toch heel aardig en voor
komend geweest en hij heeft ons groote
diensten bewezen".
(Wordt vervolgd).
Nieuws- en Advertentieblad
ADVERTENTIËN In het WoenwUg»
en Zaterdags verschijnend nummer i Van
1—5 regelt 50 cent, elke regel meer 10 rt.
Rnbrleki Vraag en Aennod'40 cent,
h het Maandagochtendblad worden, voor
xoover de ruimte dit toelaat. Ingexoodcn
aededeelingen en advertentie! toMchca
de tekjt opgenomen. Tarieven en na
dere Inlichtingen worden dienaangaande
gaarne aan ons Bureau verstrekt.
ADVERTENTIËN voor
ochtendnummer moeten
het Maandag-
uiterlijk VriJ-
dagsmiddaas 12 nor In ont bezit zQn.
k het Wocaadngi *a Zaterdags
UITGAVE
TELEFOON 214. POSTREK. 171219.
vooruitbetaling)
i'