voor Landbouw, Handel en Nijverheid '"15*" Verschijnt Maandags, Woensdags en Zaterdags ZIJ GRATIS EVA's LIEFDE. 48e jaargang. Woensdag 15 Jan. 1936. No. 6 Firma J. Q. DIJKHUIS, Sappemeer. tan* die zich met 1 Februari op dit blad abonneeren, ontvangen de nog vóór dien datum verschij nende nummers Buitenlandsch Overzicht. De Fransche vloot stoomt naar de Middellandsche Zee op. De kan sen op een embargo op olie stij gen. Italië in een precaire situ atie. De Vlootconferentie voor de mislukking. In de Middellandsche Zee zal dezer dagen een deel van de Fransche vloot verschij nen, dat in deze wateren tot nog toe nim mer gezien is. Het tweede eskader, gele gen in Brest, zal 14 Januari zijn ligplaats verlaten en naar de zóne van Marokko en Algiers opstoomen. Het betreft hier, zoo als officieel werd verklaard, manoeuvres, die steeds in dit jaargetijde plaats vinden. Ook wordt er aan toegevoegd, dat deze manoeuvres eind Februari geëindigd zullen zijn en dat het eskader dan weer naar Brest zal terugkeeren. Intusschen is de waarheid, dat dit deel van de Fransche vloot nog nooit sinds het einde van den wereldoorlog in de Middellandsche Zee verschenen is. Het verband tusschen deze manoeuvres en de Engelsch-Fransche mari ne-besprekingen behoeft dan ook wel geen commentaar. Reeds verschillende malen hebben wij er in ons overzicht op gewezen, dat Londen den eisch had gesteld, dat de Fransche vloot in een toestand van pre ventieve gereedheid tot den oorlog moest worden gebracht en wel nog voor het be gin van de eventueele beraadslagingen over het embargo op petroleum. De oliekwestie zal nu waarschijnlijk 20 Januari te Genève op het tapijt worden gebracht en men con stateert, dat van 14 januari af het aantal Fransche oorlogsschepen in de Middelland sche Zee bijna verdubbeld zal zijn. Dat beteekent tegelijkertijd een verdubbeling van het aantal in de Middellandsche Zee parate Fransche marine-vliegtuigen. De besprekingen tusschen de Engelsche en Fransche generale staven hebben tot nog toe echter geen zichtbaar resultaat te zien gegeven en wellicht is men ook nog niet geheel tot overeenstemming gekomen. In de Duitsche couranten kan men intus schen reeds lezen, dat een principieele overeenstemming reeds is bereikt, n.l. in dien zin, dat het ter beschikking stellen van Fransche land- en luchtstrijdkrachten aan de Alpengrens door een dienovereen komstige assistentie van de Engelschen aan de Rijngrens gecompenseerd moet worden. Sommige Duitsche bladen beweren zelfs, dat er onderhandelingen tusschen Engeland, Frankrijk, België en Nederland over een luchtpact zouden worden gevoerd. Voor zoover wij kunnen nagaan is deze bewe ring echter niet juist. Hoe dit alles intusschen ook zij, de kan sen op een succesvolle tenuitvoerlegging van een embargo op petroleum zijn geste gen, temeer nu dezer dagen het Ameri- kaansche congres over de nieuwe neutra- liteitswet van Roosevelt te beslissen krijgt. Wordt de wet aangenomen, dan zal Italië uit Amërika nog slechts het „normale" quantum kunnen invoeren. Italië zou daar mede slechts een zeer klein gedeelte van zijn behoefte kunnen dekken, zoodat de Amerikaansche wet met een deelname van de Vereenigde Staten aan de oliesancties gelijk zou staan. Ook in militair opzicht heeft zich de situatie in Oost-Afrika voor Italië nauwelijks verbeterd. In de afgeloopen week vielen zware regens in Abessynië en de mogelijk heid is niet uitgesloten, dat met dezen regenval, de kleine regens zijn begonnen. De kleine regens vallen niet zooals de echte regens op een nauwkeurig te be palen tijd. Dit jaar vallen zij echter vroeger dan vorige jaren het geval is ge weest. Door deze regens is een goed deel van het terrein in het Noorden zoo goed als onbegaanbaar geworden en zulks be lemmert de actie van de Italianen wel sterk, en voor de Abessijnen stijgen met den dag de kansen, dat de Italianen op October moeten wachten, alvorens tot een nieuw groot offensief te kunnen overgaan. De Abessijnen maken thans reeds van de gelegenheid gebruik om Makalle weer in hun bezit te krijgen en wanneer niet alle voorteekenen bedriegen zullen zij deze stad wel aan de Italianen weten te ont nemen. Het stond van te voren reeds vast, dat de vlootconferentie te Londen een misluk king zou worden, en thans is men inder daad zoo ver gekomen. Deze week zullen de deelnemers moeten beslissen over het japansche voorstel van een gemeenschap pelijke maximum-vlootgrens, behalve Japan, zal natuurlijk geen enkel land voorstemmen Het gevolg daarvan zal dan zijn, dat de Japanners de conferentie verlaten met in het gunstigste geval de achterlating van eenige waarnemers. Dit zou practisch het einde van de vlootconferentie en het begin van den bewapeningsstrijd ter zee betee- kenen. Mocht Japan zich terugtrekken, dan zullen Engeland, Amerika, Italië en Frankrijk de conferentie zeker nog wel voortzetten en wellicht noodigt men dan ook Duitschland en Rusland uit. Het zal echter onmogelijk zijn, zonder Japan tot reëeie resultaten te komen. Brieven uit Den Haag Een verdienstelijk Tweede Kamer lid van 70 jaar. Een verlies voor Nederland: Aug. Falise. Een geval, waarbij ,,'f niet boterde". Eindelijk anti-cumnlatie-maatregelen. Onvoordeelige Hema-klanken. In de Hel van het Vreemdelingen legioen... De stroomlijn-locomotief. Het Lid van de Tweede Kamer, Dr. H. J. Lovink, is in de afgeloopen week 70jaar geworden. De heer Lovink, die via de leiding van den Zutphenschen gemeente lijken plantsoendienst adjunct-directeur, later directeur van de Nederlandsche Hei demaatschappij was geworden, is een der figuren geweest, welke 4e maatschappij tot dien bloei heeft gebracht, die zij tegen woordig geniet. In 1899 werd hij belast met de leiding van het Staatsboschbeheer. Toen in 1901 een nieuwe directeur-gene raal van Landbouw moest worden genoemd, viel de keus al dadelijk op hein. In 1909 volgde zijn benoeming tot directeur van het departement van Landbouw in Ned. Indië, waar hij tot 1918 bleef. Teruggekeerd naar het vaderland, werd hij in 1922 tot lid van de Kamer gekozen. Zijn vakkundig woord heeft gezag v^or de leden, zoowel als voor de regeeri „renlang is hij ook burgemeester van Aigeweest. Bij zijn verjaardag ontving hij van vele zijden, van de regeeringscommissies van het college van curatoren der lanübouwhoogeschool en den voorzitter van de raad van toe zicht op de landbouwongevallenwet, eer bewijzen. De senaat van de Groningsche universiteit verleende hem, die in Thürin- gen den ingenieurstitel behaalde, een eere doctoraat, de Koningin benoemde hem tot ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw en Commandeur in de Oranje- Nassau-orde en de Huisorde van Oranje. Ook tal van buitenlandsche onderschei dingen vielen hem ten deel. Ondanks zijn hoogen leeftijd, dien men hem echter niet zou aanzien, hoopt h<! nog lange jaren land en volk te kunnen ojlienen. De dood heeft deze week een verdien stelijk Nederlander opgeëischt. Aug. F. H. Falise, de bekende beeldhouwer, is op 60-jarigen leeftijd te Wageningen plotseling overleden. Zijn talrijke monumenten, o.a. het fraaie standbeeld van kardinaal van Rossum te 's-Hertogenbosch, het borst beeld van Prins Hendrik, enz. vormen een sieraad voor Nederland. In het Rijksmuseum te Amsterdam, het museum te Haarlem, het Rijkspenning kabinet, enz. bevinden zich nog tal van werken van zijn kundige handen. In de prijsvraag voor een gedenkteeken van de Koningin-moeder behaalde hij den tweeden prijs verleden jaar; het eerste prijs-ont- werp, van L. Zijl werd door het comité niet aanvaard en inplaats van Falise's werk werd toen het ontwerp van Toon Dupuis uitgevoerd. Hij had tal van orders, o.a. van den Paus, van den koning van België en het eereteeken van het Roode Kruis. De grappenmakers, die in de opslag plaatsen van Unilever, Pletterijstraat, Den Haag, in den nacht van 3 op 4 Jan., eens hadden rondgekeken, of het daar wel „botertje tot den boom was"zijn ge grepen. Zij hadden „een proefje" mee naar huis genomen1745 K.ü. margarine. Op een 100 Kilo na werd de partij terugge vonden, tenminste.... men vermoedt dat het de bewuste partij is. Bij een onderzoek in een pakhuis aan de Eleonorastraat te Rot terdam, waarheen een der sporen leidde, viel de politie „met den neus in de boter...." De Tweede Kamer heeft een belangrijke stap gedaan naar verbetering in de cumu latie-wantoestanden, door een desbetreffen de aanvulling en wijziging van de pen sioenwet van 1922, het zoogenaamde „anti-cumulatie-ontwerp", met 40 tegen 2 stemmen aan te nemen. Tegenstemden de beide N.S.B.-ers, de Marchant d'Ansen- bourg en van Vessen. De eerste achtte het ontwerp te zwak in zijn uitwerking. „De waan van het volk, dat het met de cumulatie nog niet in orde is, wordt er niet mee weggenomen", meende hij. Daar om heeft de N.S.B.-fractie tegengestemd. De Minister sprak daarover zijn verbazing uit. Immers, dit was tenminste reeds een stap in de goede richting; men wachtte eerst de uitwerking van de wijziging af We helpen het hopen. Een paar onvoordeelige klanten van de Amsterdamsche eenheidswinkel, de „Hema" zijn door de Mokumsche politie eens ern stig aan de tand gevoeld. Het bleek, dat zij tè voordeelig wilden inkoopen". Wie het onderste uit de kan wil hebben enfin, de politie was van oordeel, dat ze zelfs voor een uitverkoops-tijd een beetje tè goedkoop wilden uit zijn en sloot het drietal, twee vrouwen en een man wegens winkeldiefstalletjes in het hoofdbureau op. Daar ze „geen onbekenden van de politie" waren, zullen ze daar wel op hun gemak zitten. De „Msb." publiceerde dezer dagen het relaas van een Alkmaarschen jongen, die met zijn broer het ouderlijk huis ontvluchtte en bij het Vreemdelingenlegioen dienst nam. In de brieven aan zijn moeder be schrijft de 18-jarige jongste zoon het ver schrikkelijke leven tusschen de legioenairs, allen menschen van verdacht allooi, dieven, moordenaars en moreel-laagstaande per sonen. Hij smeekte haar hem uit die Hel te verlossen. Inmiddels worden op ver zoek van zijn moeder diplomatieke stappen gedaan, om den minderjarige uit het vreemdelingenlegioen te bevrijden, maar dit kost indien het lukt veel moeite en tijdEen waarschuwing, voor ande ren, die avonturen zoeken, zoekt die in géén geval in het legioen De stroomlijn, die bij de Nederlandsche Spoorwegen het eerst werd ingevoerd bij de Dieseltreinen, heeft thans ook de eerste stoomlocomotief veroverd. Een der oude, zware types van de serie 3700 is thans gepantserd met een stalen stroomlijn be plating, die behalve de buffers en lan taarns alle uitstekende deelen omhult. In tegenstelling met de origineele stroom- lijn-types, die laag op de rails liggen, is dit gedrocht natuurlijk onnatuurlijk hoog, waardoor het nuttig effect ongunstig beïn vloed wordt. Desalniettemin zal de kolen rekening van de spoorwegen, wanneer de proeven, die op verschillende baanvakken met die streamline-huid gedaan worden, het gewenschte resultaat opleveren, belang rijk omlaaggedrukt worden! Tender en locomotief zijn één geworden onder het pantser. Enkele luiken in de staal-huid laten de mogelijkheid open controle op de vitale deelen van de machine uit te oefe nen. Het machinistenhuis, is op de zij- en voorraampjes na, geheel gesloten, het geen de hitte op de stookplaat haast ondragelijk maakt. De vorm van de om- manteling is gekozen na tal van proeven met een houten model in den windtunnel van den rijksstudiedienst voor luchtvaart te Amsterdam. Volgens de berekeningen wordt, bij een jaarlijksche route van 120.0C0 Kilometer, voor ruim 800 gulden aan kolen bespaard, maar daar blijft het niet bij, want de stroomlijn maakt het mogelijk op sommige lijnen de snelheid aanmerkelijk te verhoogen. GEMENGD NIEUWS. Een eindweegs buiten Eindhoven heeft Zondagmorgen in de vroegte een 23-jarige Duitsche vrouw haar 21-jarigen man met een revolverschot gedood. De vrouw is in den loop van den dag door de Eind- hovensche politie gearresteerd, evenals haar minnaar, een 19-jarige jongeman, die ver moedelijk de aanleiding tot deze tragedie is geweest en die van medeplichtigheid wordt verdacht. Beiden zijn in arrest ge steld en worden ter beschikking gehouden van den officier van Justitie. De vrouw heeft een volledige bekentenis afgelegd, doch men vermoedt, dat haar verklaringen niet volledig zijn. In de nabijheid van het Eindhovensche kanaal, een eindweegs buiten de stad, von den voorbijgangers Zondagmorgen het lichaam van een man liggen. De man bleek dood te zijn en spoedig werd de politie van Eindhoven gewaarschuwd, die het lijk naar het politiebureau liet overbrengen en direct een uitgebreid onderzoek instelde. Het bleek, dat het lichaam dat van den 21-jarigen K. van Baar was, die in het Eindje te Eindhoven woont. De Geneeskundige Dienst werd gewaar schuwd en kort nadat de man gevonden was, onderzocht de directeur, dr. Spooren- berg, wat de doodsoorzaak kon zijn ge weest. Bij dit onderzoek ontdekte dr. Spoorenberg een kleine wonde in de borst, die door een revolverschot moest zijn ver oorzaakt. De kogel was van links het lichaam binnengedrongen en had vermoe delijk het hart geraakt, zoodat de man op slag moet zijn gedood. Direct heeft de politie daarop een uit gebreid onderzoek ingesteld op de plaats, waar men het lijk had gevonden. Dit was op een afstand van circa drie kwartier wandelen buiten Eindhoven ter hoogte van de tweede brug bij de Poeierschestraat. In den weeken grond vond de politie hier een aantal voetafdrukken van damesschoenen. Deze omstandigheid was voor de politie aanleiding de 23-jarige vrouw van het slachtoffer, de Duitsche A. Szabo, afkom stig uit Essen, aan te houden. Het was nl. algemeen bekend, dat Van Baar met zijn vrouw in onmin leefde. Zij leefden reeds eenigen tijd gescheiden, ter wijl beiden een verhouding met een ander hadden. De vrouw werd in haar woning aangehouden en aan een langdurig verhoor onderworpen. Aanvankelijk ontkende zij FEUILLETON. (38) (Nadruk verboden). Zij woonde in het eerwaardige huis van Römers, waarin reeds eenige generaties van deze oude koopmansfamilie gewoond had den en waarin ook Eva Maria Wendlands moeder haar jeugd doorgebracht had. Dit huis was weelderig en degelijk ingericht volgens den smaak van een vorige eeuw. Toen Margit eenmaal het ergste over wonnen had, vond zij het toch heel aan genaam om de rol van meesteres in dit mooie, oude huis te spelen; zich door oplettende dienstboden te laten bedienen een ouue iiu'iontfvro.vcl«7'VL.vUvrtfcniuE>ftIiei:nt, twee dienstboden en een keukenmeid in dienst en dit personeel hield Margit ook op aanraden van haar verloofde. Natuurlijk was Margit ook aan al het personeel van de firma Römer als de nieuwe meesteres voorgesteld, die eveneens hun dienstwilligheid betuigden. Maar zij was blij, dat zij met de zaken niets te maken had. Dat nam von Bergen onmiddellijk van haar over. Hij trad tegenover het perso neel van de firma als chef op en verklaarde hen zeer beslist, dat zij alles met hem zouden moeten bespreken. Zijneenigszins bruusk optreden had op de oude getrou wen dezelfde uitwerking als op George Halmar hij maakte zich weinig bemind. Zij zouden veel liever met de mooie en jonge erfgename te doen gehad hebben, die met haar onzekerheid en verlegenheid een bijna meelijwekkenden indruk maakte. Von Bergen liet zich door George Halmar nauwkeurig op de hoogte brengen van de door Christian Römer nagelaten contanten. Ook in deze kwestie trad Margit eigenlijk alleen als figurant op. Toen George Hal mar verklaarde, dat het kapitaal alleen in vaste fondsen belegd was, dus in voor- loopig onverkoopbare aandeelen en stukken, waarvoor alleen ieder kwartaal de rente werd uitbetaald, fronste von Bergen zijn voorhoofd. Hij had zich voorgenomen, om het kapitaal zoo spoedig mogelijk los te maken, zoodat het hem ten alle tijde ten dienste zou staan. Hij was een voor zichtig iemand en wilde zelfs voor het geval, dat zijn bedrog zou uitkomen binnen zijn. Na George Halmars uiteenzetting begreep hij dat het geld zoo belegd was, dat het pas na een langen opzegtermijn beschikbaar zou zijn. Maar hij stelde zich gerust - eeiL.qnt^Wr Wg en Ted 0*0 dl iri den afgrond zou niet meer verrijzen. Eenige dagen later reisde Ceorge Halmar met het paar naar het landgoed, dat ook tot de erfenis behoorde. Het was een prachtige bezitting, met een idyllisch woon huis, dat omgeven werd door een fraai park en uitgestrekte boomgaarden. Margit was verrukt. Over dit landgoed was zij meer verheugd, dan over de geheele ver dere erfenis. „Hier zullen wij onze wittebroodsweken doorbrengen, Eva Maria", zei von Bergen lachend tegen haar, waar George Halmar bij was. Zij vlijde zich tegen zijn arm. Haar wangen kleurden en haar oogen straalden. „Zooals je wilt, Turry", zei zij lachend. En George Halmar verwonderde zich nog maals over de volledig willooze overgave van dit mooie meisje. Hij vond von Bergen, die deze overgave opnam alsof hij er recht op had, onuit staanbaar. In ieder geval vond hij het een opluchting, toen hij zich geheel gekweten had van zijn taak als executeur-testamen tair. Von Bergen trof ook op het land goed alle maatregelen, alsof hij het alleen voor 't zeggen had en George Halmar stond verstomd over de vanzelfsprekende manier, waarop hij zijn meisje aan zijn wil onderwierp. Hij gaf onder anderen aan den rentmeester opbracht om een rij paard voor hem aan te schaffen, zonder met zijn verloofde overleg te plegen. En zij scheen zelfs dat geheel in orde te vin den. De kerel bezit een merkwaardige dosis brutaliteit, dacht (Beorge Halmar ge ërgerd. Met dergelijke pingen kon hij fat soenshalve ten minste wachten tot na hun huwelijk. Ik ben benieuwd, wat Christian Römer er van zeggen zóu. In ieder geval heeft hij niet kunnen danken, dat een vol- vreemde kerel' hier als heer en meester zou optreden. Maar dit hield hij voor zich en beschouwde Margit alleen met eenig geringschattend medelijden. Niemand had het in zijn hoofd gekregen, om aan Margits identiteit met de erfgename te twijfelen. Toen alles afgehandeld was, nam George Halmar met de volgende woorden afscheid„Ik heb nu alles ge daan, wat ik Christian Römer beloofd heb en beschouw nu mijn taak van bewind voerder als afgeloopen. Ik hoop dat u te vreden over mij is, juffrouw Wendland Voordat Margit kon antwoorden, nam von Bergen weer het woord. „Zeker, me neer Haimar, u hebt ons zeer aan u ver plicht". George Halmar ergerde zich hierover zoo, dat hij zich niet weerhouden kon om te zeggen „Ik vroeg aan juffrouw Wend land, of zij tevreden is". Von Bergen beet zich op zijn lippen en hij keek met een giftig gezicht naar Halmar. Maar Margit was hem voor met haar antwoord en zei eindelijk beminnelijk„U heeft u heel veel moeite gegeven, meneer Halmar ik dank u hartelijk". Met deze woorden gaf zij hem een hand, die hij galant naar zijn lippen bracht. Maar met haar was hij ook niet bijzonder inge nomen. Zij maakte op hem den indruk van heel indolent te zijn en bovendien zoo bedeesd en onzelfstandig, dat hij er zich over ergerde. Zij mishaagde hem door haar besluiteloosheid en wekte toch ook zijn medelijden op. „U behoeft mij niette bedanken, juffrouw Wendland. Wat ik in deze aangelegenheid gedaan heb, geschiedde alleen, omdat ik het Christian Römer be loofd had", zei hij tamelijk koel. „Ja maar ik heb zooveel diensten van u moeten aannemen en nu weet ik niet hoe ik u dat vergelden moet. Ik hoop, dat wij in de toekomst heel dikwijls van uw gezelschap mogen profiteeren, ook wanneer er geen zakelijke redenen zijn", antwoordde Margit met een beetje meer zelfvertrouwen. George boog. „Zoolang mijn vrouw af wezig is, kan ik geen bezoeken afleggen. Maar wanneer zij weer thuis is, hoop ik, dat er een aangename verstandhouding tusschen ons zal blijven bestaan". „Is u getrouwd, meneer Halmar? Dat wist ik niet". „Al meer dan vier jaren. Ik ben ook al vader van een driejarig zoontje. Mijn vrouw bezoekt een familielid in Montevideo, of juister gezegd, heeft zij al drie weken ge leden de terugreis ondernomen". Toen werd von Bergen ook aandachtiger. „Dan maakt uw vrouw dezelfde zeereis als wij achter ons hebben". „Juist, zij heeft de volgende boot genomen". „Natuurlijk ook naar Amsterdam „Precies". „Dan was het heel goed mogelijk ge weest, dat wij met uw vrouw samèn ge reisd hadden. Ik zou dan misschien de eer en het genoegen gehad hebben, om haar onder mijn hoede te nemen, en u zoo bij voorbaat een wederdienst kunnen be- wijzén". Ik kan dien vent niet uitstaan, dacht George Halmar en schudde met een eigen aardig lachje zijn hoofd. „Mijn vrouw reist niet alleen. Mijn broer is overge stoken om haar af te halen, omdat ik niet weg kon gaan. Hij deed daarginds allerlei zaken af". „Heeft u daar zakenrelaties?" „Vroeger zelfs zeer vele, en ik hoop die relaties nu weer aan te knoopen". „Ook met Chili vroeg von Bergen, en er kwam een onrustige blik in zijn oogen. Met Chili alleen indirect direct met Brazilië en Argentinië". Von Bergen haalde in stilte verlicht adem. „Nu, het is te hopen, dat /de Duitsche handel weer spoedig opbloeit. Indien ik u met een uf andere raadgeving van dienst kan zijn, zal ik het gaarne doen. Ik ken de toestanden vrij nauwkeurig, omdat ik behalve in Chili, ook jarenlang in Brazilië en Argentinië gewoond heb", zei hij, ver waand lachend. George Halmar kreeg het gevoel, dat hij van dien meneer von Bergen in geen ge val verplichtingen mocht aannemen. „Ik dank u, maar mijn broer heeft veel in die landen gereisd en hij is daar tamelijk goed thuis. Maar aangezien de firma Römer daar ook werkt, zullen uw ervaringen on getwijfeld te pas komen". Daarna nam George Halmar vormelijk, beleefd afscheid van het verloofde paar en verwijderde zich. Von Bergen keek George nijdig na. „Een ondragelijke kerel" zei hij, terwijl hij in een stoel neerplofte. Margit keek hem verbaasd aan. „Maar Turry hij is toch heel aardig en voor komend geweest en hij heeft ons groote diensten bewezen". (Wordt vervolgd). Nieuws- en Advertentieblad ADVERTENTIËN In het WoenwUg» en Zaterdags verschijnend nummer i Van 1—5 regelt 50 cent, elke regel meer 10 rt. Rnbrleki Vraag en Aennod'40 cent, h het Maandagochtendblad worden, voor xoover de ruimte dit toelaat. Ingexoodcn aededeelingen en advertentie! toMchca de tekjt opgenomen. Tarieven en na dere Inlichtingen worden dienaangaande gaarne aan ons Bureau verstrekt. ADVERTENTIËN voor ochtendnummer moeten het Maandag- uiterlijk VriJ- dagsmiddaas 12 nor In ont bezit zQn. k het Wocaadngi *a Zaterdags UITGAVE TELEFOON 214. POSTREK. 171219. vooruitbetaling) i'

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, Sappemeer nl | 1936 | | pagina 1