N.V. Veenkoloniale Bank voor Hypotheek en Scheepsverband JU TE HOOGEZAND. Tweede Blad en behoorende bij het NIEUWS ADVERTENTIEBLAD. Uitgave Fa. J. G.Dijkhuis, Sappemeer Zaterdag 25 April 1936. No. 48 Brieven uit Den Haag Belangrijke opdrachten uit Ar gentinië en Mexico voor de Ne- derlandsche industrie. De Vrij zinnig-Democratische Bond laat zijn standpunt inzake eenzijdige ontwapening los. Wordt de automobilist nog zwaarder be last? Het is altijd een verheugend feit, indien het buitenland aan de Nederlandsche in dustrie een opdracht geeft. Niet alleen streelt dat de nationale trots.maar het geeft werk, en dat is een voorname fac tor, vooral in dezen tijd, waar Nederland ongeveer een half millioen werkloozen telt. Eenige dagen geleden kreeg de Neder landsche industrie een belangrijke op dracht van Argentinië, nu weer heeft Mexico haar waardig gekeurd met een bestelling, die vreugde in vele werklooze arbeidersgezinnen zal scheppen. Zondagmorgen is n.l. Dr. W. Kresin, di recteur van het Int. Handelsconsortium, uit Mexico naar Nederland teruggekeerd. Hij heeft twee maanden in Mexico ver toefd om te trachten, er bestellingen voor de Nederlandsche industrie te krijgen. Hij is in zijn pogingen ten volle geslaagd. Behalve den aanleg van 200 K.M. spoor weg, omvat de bestelling den bouw van 6 groote en een groot aantal kleine brug gen en van vele stationsemplacementen en andere constructies, onder andere van een aantal electrische centrales, welke kracht en licht zullen produceeren voor een landstreek van niet geringe opper vlakte. Ten einde het werk geheel in Ne derlandsche handen te stellen, zullen de volgende maand reeds een vijftiental in genieurs naar Mexico worden uitgezon den. Natuurlijk zeer tevreden met de op dracht, meende Dr. Kresin nog, dat het verkeer tusschen Nederland en de Ame- rikaansche staten uitgebreid moet wor den, opdat meer bestellingen komen. Om hiertoe te geraken, is het, volgens dr. Kresin, noodzakelijk, dat in de Ameri- kaansche Staten, waarin Nederland' tot nog toe slechts door consulaten vertegen woordigd wordt, gezantschappen komen, welke het politiek en commercieel verkeer vergrooten. In de statuten van den Vrijzinnig De- mocratischen Bond is een belangrijke wij ziging gekomen. Tot dus ver heeft de V.D. partij immer op het standpunt van ont wapening gestaan, maar onder de ge beurtenissen der laatste tijden heeft men dit standpunt principieel verlaten. Het bestuursvoorstel, dat deze veran dering inhoudt, luidt als volgt: Reorga nisatie van land- en zeemacht tot orga nen, bestemd voor de handhaving van binnenlandsche orde en rust, zoomede tot verdediging ter medewerking aan inter nationale rechtshandhaving tegen een oorlogsaanval. Uit dit voorstel blijkt reeds onmiddel lijk, dat de omzwaaiïng heeft plaats ge vonden op essentieele gronden. Zij, die dit durven ontkennen, moeten eens een blik achterwaarts werpen. De ontwape ningsconferenties zijn mislukt, tal van landen bewapenen zich tot het uiterste. Evenals vóór den oorlog geldt weer: Wilt gij den vrede, bereidt U dan voor op den oorlog! In het kader der tegenwoordige politieke stelsels is een vreedzame samen leving der volkeren slechts mogelijk, langs den weg der collectieve beveili ging. Maar hiervoor is noodig een krach tige nationale weermacht. Zeker, er zijn andere mogelijkheden, b.v. de vorming van een internationaal strafleger, maar tot zoover ^is men nog lang niet gena derd. De tegenstellingen tusschen de ver schillende landen zijn nog van dien aard, dat een overbrugging onmogelijk is. Onder deze omstandigheden is het be sluit van den V. D. Bond volkomen be grijpelijk en niet aanvechtbaar. Het gaat er slechts om of door dit besluit de een heid in de partij bewaard blijft. Natuur lijk is het niet met algemeene instem ming ontvangen, maar uit een en ander is toch wel gebleken, dat het meerendeel der partij achter het bestuur staat. Het voorloopig verslag van de Eerste Kamer voor de financiering van den ver snelden bruggenbouw, is een dezer dagen verschenen. Zooals bekend, zal de finan ciering plaats vinden door een verhoo ging van de tijdelijke heffing van het bijzondere invoerrecht op benzine. Volgens het voorloopig verslag zou het ontwerp met betrekkelijk groote instem ming zijn ontvangen, ondanks de vele bezwaren, welke het aankleven. Een stemmig wordt gewezen op het bezwaar, dat de regeling wederom een verzwaring van de op den automobilist reeds druk kende lasten inhoudt. Maar, overweegt het grootste deel der Kamerleden, de versnelde bruggenbouw is van zoodanig belang voor ons volk, dat ieder bezwaar, hoe groot dit ook zij, terzijde moet wor den gesteld. Het ziet er dus wel naar uit, dat het ontwerp er door zal komen, alle auto mobilisten ten spijt. Maar vergissen wij ons niet, dan zal het niet gaan zonder vele en gerechtvaardigde protesten van deze categorie onzer bevolking. Want inderdaad is de automobilist al zoo zwaar belast, dat er maar heel weinig meer bij kan. Zeker, het gaat hier om een bestrij ding van de enorme werkloosheid, maar mag deze ten koste gaan van een groep der bevolking? Laten we toch niet vergeten, dat auto mobilist niet meer identiek is met kapi talist. Dat talrijke kleine expediteurs van den vroegen morgen tot den laten avond bezig zijn een schamel stuk brood te ver dienen. Deze menschen nóg zwaarder be lasten zou gelijk staan met hun het laat ste stuk brood uit den mond halen. Wel is waar heeft de automobilist ook voordeel van een grooter aantal bruggen, maar die voordeelen zinken bij de nadee- len in het niet. Het niet meer behoeven wachten op een pont, is een relatief voor deel, daar het pontgeld vervangen zaï worden door een bruggengeld. Bovendien is er nog een ander bezwaar, dat dient te worden aangestipt. Juist in verband met de verbetering der wegen, heeft de binnenscheepvaart een niet on- aanzienlijken knak gekregen, waardoor zij, mede door den nood der tijden, in een allesbehalve gunstigen toestand ver keert. Zou door het bouwen van nieuwe bruggen de binnenscheepvaart nog niet harder terugloopen? Alvorens het ontwerp tot wet wordt, moet deze kwestie nog eens onder oogen worden gezien. Schoons, dat verdwijnt.... De stedelingenze genieten zoo weinig van natuurschoon. Ja, ze hebben hun parken, oases temidden van de steenwoestijn der gebouwen-complexen, ze hebben hun groote straten, die hier en daar nog omzoomd zijn door fraaie, hooge boomen, ze hebben een plein, waarop soms een zware, oude kastanje verdwaald is, ze hebben hun tuintjes, ar moedige lapjes grond, dien ze met zorg en liefde beplanten en een eenigszins kleurrijk aanzien trachten te verschaf fen, waarin ze het wonder, dat Leven heet, ook bij Flora kunnen bestudeeren Doch dan komt daar op zekeren dag een groote wagen met arbeiders, dan dreunen zware bijlen, knarsen zagen, spannen zich touwen en één voor één vallen de reuzen, die zoo prachtig de breede straten en kaden sierden en om zoomden, tegen den grond, stuk voor stuk een kerf makend in ons gemoed, 'n diepe kerf, die niet spoedig heelt! En als men het goed met ons voor heeft, ko men er dunne stammetjes voor in de plaats, die een halven menschenleeftijd noodig hebben om den wasdom te berei ken van hun voorgangers, waarna ook zij onbarmhartig geveld zullen worden! Waaróm die prachtige, wuivende boomen ons ontnomen! Heusch niet altijd tenge volge van een boomziekte, zooals men vaak beweert. Nu eens is het de klacht van een rij huisbewoners, die het thuis „zoo donker" vinden tengevolge van het dichte bladerdak voor hun vensters, ten gevolge van de groote natuurweelde, waarvoor zij dankbaar, uiterst dankbaar hadden moeten zijn, inplaats van te klagen! Dan weer is 't het uitzicht op een standbeeld, een gedenkteeken, dat onvoldoende is door het lommer der boo men. Men hakt en zaagten over blijft slechts een kaal, mistroostig plein, een steenvlakte, een vale, grauwe straat, een steenen geulen het aanzicht van de straat is voor eeuwig bedorven, het uitzicht op het standbeeld ongenietbaar geworden door de koude, kille omgeving ervan. En de nieuwe aanplanting, de dun ne, beverige stammetjes met hun enkele sprieterige takjes, die in de lucht prik ken, lijken wel een bespotting: fraaie reuzen, wier kruinen zich welfden naar elkaar, vormend hoog in de lucht een kathedraal van natuurlijk groenver vangen door bottige stammetjes, dwaas en onbeholpen, verlegen haast om wor tel te schieten in dienzelfden grond, waar eens hun knoestige voorgangers ston den. Dan weer is het een park, een plantsoen, een fraaie tuin, die slachtof fer moet worden van het verkeer, die de snelheid der voortrazende motormonsters belemmert. Doch niet alleen in de steden wordt er aanslag op aanslag gepleegd op de na tuur en haar monumenten, ook op het platteland is de strijd hevig. Nu is het weer een molen, die weggevaagd wordt, om een breeden verkeersweg te kunnen doortrekken, dan weer is het een schaaps kooi, die misschien geen nut als kooi meer opleverde, die wordt gesloopt, al kreeg de natuur daardoor een doodelij- ken steek! De schaapskooi bij de Kreel afgebrokenDe oude kooi, omgeven door een aantal fantastisch-scheefge- waaide dennen, die daar zoo eenzaam stond op de stille Edesche hei, een goe den kilometer van den grooten verkeers weg naar Arnhem. Hoeveel toeristen en vacantiegangers hebben er niet een paar vuile schoenen aan gewaagd om door het mulle heidezand, door kuilen en over stoppels heen, den houtrand te bereiken, vanwaar men zoo'n heerlijk-mooi uit zicht had op de romantische kooi waarbij men in verbeelding de dartele schapen en den ouden scheper met zijn trouwen hond zagzooals zij elders nog over de heide dwalen, werkend aan een breikous, weinig geneigd tot praten, het korte pijpje tusschen de bruine tan den geklemdzwijgende natuurvrien den, kinderen Gods in den meest-verhe- ven zin. Hoe dikwijls is deze oude kooi niet ge schilderd of gefotografeerd! Bijna ieder, die Ede bezocht of er logeerde en dat waren er jaarlijks heel wat! heeft er een plaatje van gemaakt of een kaart gevestigd te SAPPEMEER. Aan het verslag van de Directie over het boekjaar 1935 ontleenen wij het vol gende: De binnenscheepvaart in Nederland was in 1935 nog minder loonend dan in het vorige boekjaar, hetgeen wij meenen te moeten toeschrijven eenerzijds aan de evenredige vrachtver deeling, anderzijds aan het toenemend goederenvervoer per auto. De moeilijkheden in het betalingsver keer met Duitschland bleven aanhouden. De nadeelige gevolgen van een en ander deden zich ook voor onze vennootschap steeds meer gevoelen, waardoor een ster ke reserveering voor de risico's, in de be trokken leeningen besloten, noodzakelijk blijft. De resultaten van de kustvaart waren bevredigend en de renten en aflossingen op de desbetreffende leeningen kwamen vrij regelmatig binnen. De aanbouw van schepen voor de kust vaart ging geleidelijk voort, zoodat in 1935 meer gelegenheid bestond voor be legging dan in 1934. In hoofdzaak wer den de beschikbare kasmiddelen belegd onder eerste verband van dit soort sche pen, die als onderpanden voor de beleg ging ook de aandacht hadden van par ticulieren en andere scheepshypotheek- banken. Gelet op de ongunstige tijdsomstan digheden stellen de uitkomsten van het jaar 1935 zeker niet teleur. Uit onderstaand overzicht blijkt, dat in 1935 de scheepshypotheken in Neder land zijn gestegen, doch de overige lee ningen terugliepen. Hierna volgt een opgave naar de groot te, waarna de uitstaande leeningen zijn Scheepshypotheken in Nederland gesloten in guldens idem in Duitschland gesloten in guldens idem in marken idem ingevolge de Valorisatie wetten Hypotheken op onroerende goederen, in Nederland gesloten in guldens Hypotheken op onroerende goederen, in Duitschland gesloten In marken gegroepeerd. Evenals vorige jaren werden de mar kenvorderingen opgenomen tegen de om rekeningskoers van wissels, per 30 De cember 1935 bedragende 59.25. Van de zeven op 1 Januari 1935 in het bezit onzer Vennootschap zijnde vaar tuigen werden twee verkocht, een met verlies en een met eenige winst op de boekwaarde. In een vijftal gevallen werd in het afgeloopen jaar bij executie of ingevolge getroffen regeling tot inkoop van het verbonden vaartuig besloten. Vier dezer schepen werden inmiddels met verlies verkocht. Op bovenbedoelde trans acties en enkele afgewikkelde leeningen is per saldo een verlies geleden van f 21.484.93, hetwelk uit de bedrijfsreserve werd bestreden. De achterstallige hypotheekrente per ultimo 1935 beliep f 4.5G3.58, tegen f 4.024.12 per ultimo 1934. De achterstal lige en loopende renten op Duitsche lee ningen zijn thans berekend a 3.5 pet. (vorig jaar 4.5 pet.). Het totaal bedrag der niet op de balans opgenomen rente over 1931 t. e. m. 1935 beliep per 31 De- sember 1935 f 25.375.81. Van de in 1935 vervallen renten van de in Nederland ge sloten leeningen, ten bedrage van f 137.434.85, kwam tot heden binnen een bedrag van f 131.239.20, van de in dat jaar vervallen aflossingen tot een totaal van f 339.606, werd betaald f 268.822. Alle 5.5 pet. pandbrieven werden in 1935 aflosbaar gesteld. Het bedrag der in omloop zijnde niet afgestempelde pandbrieven beliep per ultimo 1935 nog slechts f 11.800. De bedrijf sreserve bedroeg voor de winst- uitdeeling over 1934 f 94.213.26,5. Per uit. 1934 Per uit. 1935 f 2.127.844.03 f 2.146.350.64 337.764.03 143.507.03 309.204.77 139.603.67 27.319.50 f 18.140.33 f 168.888.— f 166.738.— 5.520.97 f 4.945.64 Uit de winst over 1934 werd hieraan toegevoegd f 64.493.81,5, totaal dus f 158.707.08 Het saldo der bij- en afschrijvingen be draagt f 35.960.16, zoodat het saldo per ultimo 1935 bedraagt f 122.746.92. Met het oog op de vermoedelijk te lijden verliezen op diverse activa komt ons verdere versterking dezer reserve noodzakelijk voor. De koersreserve op Effecten liep, door afboeking van een koersverlies ad f 9.697.53 terug tot f 45.671.77. Ongerekend de hiervoren bedoelde ver dere afschrijving op het markenbezit, de ten laste der Bedrijfsreserve afgeboekte verliezen op vaartuigen en leeningen en de hierop te reserveeren bedragen voor vermoedelijke te lij de; verliezen, is over 1935 een winst behaald van f 103.675.75,5 tegen een voordeelig saldo over 1934 van f 92.279.55,5. Commissarissen en directie stellen voor van bovengenoemd winstsaldo ad f 103.675.75,5, uit te keeren 4 pet. divi dend, waarvoor benoodigd f 45.776, en f 2.810.843.56 f 2.784.983.05 het restant ad f 57.899.75,5 te voegen bij de Bedrijfsreserve. D e Balans per 31 December 1935 ver meldt de volgende cijfers: Debetzijde: Scheepshypotheken en Hypotheken f 2.784.983.05, vorderingen f 52.264.33, kas middelen f 250.005.79, te innen wissels f 2.296.67, effecten f 223.614.03, inge kochte vaartuigen f 5.500 en idem in huurkoop afgestaan f 67.030.50, gebouw f 1 en meubilair f 1. Creditzijde: Aandeelenkapitaal f 1.144.400, pandbrie ven f 1.296.430, diverse schulden f 47.771.92, reservefonds f 500.000, reser ve voor koersverlies op effecten f 45.671.77, bedrijfsreserve f 122.746.92 en Marken- koersreserve f 125.000. De bruto-winst over 1935 bedraagt f 187.036.98, rente van pandbrieven f 62.849.47, onkosten inclusief salarissen f 15.578.18 en koersverschil op marken f 4.933.58, zoodat de netto-winst be draagt f 103.675.75. van gekocht. De vele felgekleurde heide- kaarten, waarop de oude schaapskooi in volle statie pronkt, zullen nog lang ge tuigen van oude glorie. Het is welhaast de meest-gefotografeerde streek van ons land. De schaapskooi een prachtige re presentant van de oud-Geldersche schu ren was ook zonder schapen aanlok kelijkgrappig gluurden de zonne straaltjes door de kieren der planken en de geurige lucht van versch hooi hing daarbinnen, als een herinnering aan de vroegre bestemming van dit verlaten na tuurmonument. De Kool, de Kreel en de Put zij zullen nog lang in onze herin nering blijven voortlevenal zal er dan weldra niets meer van over zijn (Nadruk verboden). De hooge Bieraccijns. Verlaging dringend geboden in het belang der betrokken bedrij ven. In kringen van alle betrokkenen bij den bierverkoop, de café-houders zooowel als de bierbrouwerijen, wordt de roep om verlaging van den hoogen bieraccijns steeds dringender, teneinde te kunnen komen tot verlaging van den prijs van 't bier per glas en per flesch, in welke ver laging het eenige middel wordt gezien den afzet van bier in dezen tijd van ver minderde koopkracht te stimuleeren. De bieraccijns bedraagt op het oogen- blik 13.5 maal zooveel als vóór 1907 en is 2.5 maal zoo hoog als vóór 1924. Deze hooge accijns bedreigt het bestaan der bedrijven in niet geringe mate. Een voor beeld daarvan gaf het verslag van de Van Vollenhoven's Bierbrouwerij, waar dit er op wees, dat de opbrengst in 1935 30 pet. bij die in 1930 ten achter bleef. De achteruitgang van het verbruik be droeg 37 pet. De Bond van Nederlandsche Brouwe rijen heeft in Januari van dit jaar den Minister van Financiën verzocht den bieraccijns minstens terug te brengen tot het niveau, dat vóór de laatste verhoo ging in 1924 gold. De Minister verklaar de onlangs in een redevoering in de Eer ste Kamer, dat hij de verlaging van den bieraccijns zeer gewenscht achtte, doch dat daarvan nu niet kon komen, omdat deze een in het loopende jaar niet te dra gen offer van de schatkist zou vragen. De Minister raamde de opbrengst van den bieraccijns in 1936 op 83 pet. van die in 1935. Intusschen bleef de opbrengst van den bier-accijns in de eerste drie maanden van dit jaar belangrijk bene den 3/12 van de raming. Deze raming was f 1.780.000, de opbrengst was echter f 1.389.000, tegen f 1.713.000 in de zelfde periode van 1935. De Bond van Nederlandsche Brouwe rijen heeft op grond daarvan op 28 Fe bruari j.l. de Regeering het volgende voorstel gedaan: „Aan een met ingang van 1 Mei a.s. in te voeren bier accijns verlaging tot het niveau als vóór de laatste verhooging gold, hetgeen neerkomt op een verlaging van 60 pet. van den tegenwoordigen bier accijns, wordt de voorwaarde verbonden, dat iedere brouwerij van dien datum tot en met 31 December 1936 boven den door haar in die periode verschuldigden, ver laagden bieraccijns een zoodanig bedrag zal bijpassen, dat het totaal (verlaagde bieraccijns vermeerderd met het bijge paste bedrag) gelijk zal zijn aan 83 pet. van hetgeen zij in dezelfde periode van 1935 aan bieraccijns heeft betaald. De brouwerijen zullen dan per 1 Mei a.s. de noodzakelijke bierprijsverlaging invoeren, door den bierprijs te verminderen met een grooter bedrag dan de accijnsverla ging reeds toelaat. De totaal-prijsverla ging wordt dan grooter dan overeenkomt met de bieraccijnsverlaging. De omzet zal daardoor geleidelijk op een zoodanig peil komen, dat de accijns-opbrengst in 1937 op een reëele en stabiele basis zal kunnen steunen. De fiscus krijgt de ga rantie, dat de opbrengst in 1936 overeen zal stemmen met de raming, voorkomen de op de begrooting van dat jaar. De brouwerijen wilden dus door deze opbrengstgarantie een offer brengen evenals zij tot Juni '34 deden, toen zij 1.5 jaar lang 20 pet. accijnsverhooging voor haar rekening hadden genomen in het belang van het instandhouden van haar bedrijven zonder overheids steun, in het belang ook van het café- en restaurantbedrijf. De Bond had den Minster er op gewe zen, dat het mogelijk zou zijn die brou werijen, die het offer niet zouden wil len brengen, te ontlasten door voor haar de verlaging eerst 1 Januari a.s. te'la ten ingaan. De Minster van Financiën heeft den Bond op dit aanbod tot het brengen van een offer geantwoord, dat hij geen aan leiding kan vinden om de totstandkoming van de voorgestelde regeling te bevorde ren. Waarmee de hoop op een spoedige ver laging van den bieraccijns in de betrok ken kringen is verdwenen en de bedrei ging van een belangrijk stuk bedrijfsle ven grooter is geworden. Bedrijfsleven, dat door de voorgestelde regeling, waar bij de schatkist zeker zou hebben gewon nen, in een aanmerkelijk betere condi- te dan thans zou zijn gekomen. GEMENGD NIEUWS. De Officier van Justitie te Haarlem, heeft Donderdag tegen den 23-jar. B. en den 21-jar. H. uit Amsterdam, die op 15 Maart te Westzaan in de woning van den 88-jarigen emeritus-predikant C. R. van Dokkum een roofoverval hebben gepleegd op de 27-jarige huishoudster, vier jaar gevangenisstraf geëischt, met aftrek van de preventieve hechtenis. Op den bewusten Zondagmorgen meen den de beide verdachten, dat het huis verlaten was, omdat de dominee gewend was te zamen met het meisje naar de kerk te gaan. Toen zij bemerkten, dat de huishoudster toch thuis was gebleven, overvielen zij haar, doch de buit, dien zij veroverden, was zeer gering. De vader van het meisje was gewaarschuwd, dat zijn dochter om hulp schreeuwde en om dat zij aan toevallen leed, begaf hij zich naar de woning van den predikant. Hij slaagde er te zamen met enkele anderen in de mannen aan de politie aan te wij zen. De emeritus-predikant, de 88-jarige ds. C. R. van Dokkum uit Westzaan, ver klaarde als getuige, dat hij zich omstreeks halftien had begeven naar de Zuider- kerk te Westzaan. Toen hij terugkwam hoorde hij, dat er een roofoverval was gepleegd en tevens bemerkte hij, dat er een gouden horloge uit een trommel in de geopende brandkast was gestolen. Veel dingen van waarde zaten er verder niet in de kast, alleen wat incourante fond sen en waardelooze Russen. In huis was alles overhoop gehaald. De huishoudster zag er erg toegetakeld uit en was zeer overstuur. Huishoudster gehoord. De huishoudster, de 27-jarige Trijntje Staal, werd vervolgens als getuige ge hoord. Zij vertelde dien Zondag alleen in de woning te zijn achtergebleven. Om streeks tien uur werd er aangebeld door twee mannen, die den dominee wilden spreken voor bankzaken. Zij liet hen binnen en gaf hun een kop koffie en 'n sigaar, De bezoekers waren echter ze nuwachtig en B. zeide: „Wij moeten op schieten". Hij greep in zijn zak en deed alsof hij een revolver in de hand had. Hij riep: „Handen omhoog, je geld of je leven". Getuige vluchtte naar de gang en kreeg daar een hevigen slag van H„ zoodat zij bewusteloos neerviel. Toen zij weer bij kwam, riep zij om hulp, maar B. hield haar vast en zeide: „Wees maar stil, dan zullen we je niks doen". Verdachte H. ging daarna het huis doorzoeken, op aanwijzing van de in doodsangst verkee- rende huishoudster. Hij kon echter niets vinden, werd kwaad en stompte het meis je in het gezicht. De indringers bonden haar een laken voor den mond en sleep ten haar ten slotte naar het bed van den dominee, waarop het meisje op hard handige wijze werd vastgesnoerd, uit wraak over het feit, dat er hoegenaamd niets van waarde in het huis te vinden was. Een gouden horloge en een porte- monnaie met acht gulden was de heele buit. Verdachte H. gaf toe, dat hij het meis je had geslagen. Een revolver had hij niet gehad; hij deed slechts alsof doof met zijn hand dreigende bewegingen te maken. Verdachte B. deed een omstandig ver haal van de goede behandeling, die hij de juffrouw had toegedacht, als zij wil de zeggen, waar het geld was. Ze hadden n.l. vernomen, dat er f 30.000 in de wo ning aanwezig zou zijn. „Ik zal goed voor je zijn", had hij haar toegevoegd. „Dat heeft zeker wel indruk op u ge maakt", zeide de president tot de huis houdster, die stil op haar stoel bij het getuigenhekje zat te luisteren. Uit het strafblad bleek, dat de jong ste verdachte reeds tweemaal wegens diefstal is veroordeeld, de laatste maal voorwaardelijk, welke straf nog niet voor bij is. Verdachte B. is reeds zevenmaal veroordeeld. Op een vraag van den officier bleek nog, dat B. een tip gekregen had van iemand, dat er f 30.000 te halen viel. Hij was toen samen met H. eerst eens pools hoogte gaan nemen en had een plan ge maakt om tijdens de afwezigheid van de bewoners in te breken. Spr. noemde het een gelukkig toeval, dat de verdachten zijn betrapt, nadat 'n kind buiten op straat de huishoudster had hooren gillen. De activiteit van de achtervolgers roemde de officier zeer. Het ernstige feit blijft hetzelfde, ook al is de buit achteraf gering gebleken. Het gedrag van verdachten is slechts te kwa- lificeeren als schandalig. De officier vroeg tegen beiden een gevangenisstraf van vier jaar met aftrek. Verdachten toonden hoegenaamd geen berouw en vroegen zelfs een voorwaar delijke straf. p op Woensdag 29 April

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, Sappemeer nl | 1936 | | pagina 1