N.V. Veenkoloniale Bank voor Hypotheek en Scheepsverband
JU TE HOOGEZAND.
Tweede Blad
en
behoorende bij het NIEUWS
ADVERTENTIEBLAD.
Uitgave Fa. J. G.Dijkhuis, Sappemeer
Zaterdag 25 April 1936. No. 48
Brieven uit Den Haag
Belangrijke opdrachten uit Ar
gentinië en Mexico voor de Ne-
derlandsche industrie. De Vrij
zinnig-Democratische Bond laat
zijn standpunt inzake eenzijdige
ontwapening los. Wordt de
automobilist nog zwaarder be
last?
Het is altijd een verheugend feit, indien
het buitenland aan de Nederlandsche in
dustrie een opdracht geeft. Niet alleen
streelt dat de nationale trots.maar het
geeft werk, en dat is een voorname fac
tor, vooral in dezen tijd, waar Nederland
ongeveer een half millioen werkloozen
telt.
Eenige dagen geleden kreeg de Neder
landsche industrie een belangrijke op
dracht van Argentinië, nu weer heeft
Mexico haar waardig gekeurd met een
bestelling, die vreugde in vele werklooze
arbeidersgezinnen zal scheppen.
Zondagmorgen is n.l. Dr. W. Kresin, di
recteur van het Int. Handelsconsortium,
uit Mexico naar Nederland teruggekeerd.
Hij heeft twee maanden in Mexico ver
toefd om te trachten, er bestellingen voor
de Nederlandsche industrie te krijgen. Hij
is in zijn pogingen ten volle geslaagd.
Behalve den aanleg van 200 K.M. spoor
weg, omvat de bestelling den bouw van
6 groote en een groot aantal kleine brug
gen en van vele stationsemplacementen
en andere constructies, onder andere van
een aantal electrische centrales, welke
kracht en licht zullen produceeren voor
een landstreek van niet geringe opper
vlakte. Ten einde het werk geheel in Ne
derlandsche handen te stellen, zullen de
volgende maand reeds een vijftiental in
genieurs naar Mexico worden uitgezon
den.
Natuurlijk zeer tevreden met de op
dracht, meende Dr. Kresin nog, dat het
verkeer tusschen Nederland en de Ame-
rikaansche staten uitgebreid moet wor
den, opdat meer bestellingen komen. Om
hiertoe te geraken, is het, volgens dr.
Kresin, noodzakelijk, dat in de Ameri-
kaansche Staten, waarin Nederland' tot
nog toe slechts door consulaten vertegen
woordigd wordt, gezantschappen komen,
welke het politiek en commercieel verkeer
vergrooten.
In de statuten van den Vrijzinnig De-
mocratischen Bond is een belangrijke wij
ziging gekomen. Tot dus ver heeft de V.D.
partij immer op het standpunt van ont
wapening gestaan, maar onder de ge
beurtenissen der laatste tijden heeft men
dit standpunt principieel verlaten.
Het bestuursvoorstel, dat deze veran
dering inhoudt, luidt als volgt: Reorga
nisatie van land- en zeemacht tot orga
nen, bestemd voor de handhaving van
binnenlandsche orde en rust, zoomede tot
verdediging ter medewerking aan inter
nationale rechtshandhaving tegen een
oorlogsaanval.
Uit dit voorstel blijkt reeds onmiddel
lijk, dat de omzwaaiïng heeft plaats ge
vonden op essentieele gronden. Zij, die
dit durven ontkennen, moeten eens een
blik achterwaarts werpen. De ontwape
ningsconferenties zijn mislukt, tal van
landen bewapenen zich tot het uiterste.
Evenals vóór den oorlog geldt weer: Wilt
gij den vrede, bereidt U dan voor op den
oorlog! In het kader der tegenwoordige
politieke stelsels is een vreedzame samen
leving der volkeren slechts mogelijk,
langs den weg der collectieve beveili
ging. Maar hiervoor is noodig een krach
tige nationale weermacht. Zeker, er zijn
andere mogelijkheden, b.v. de vorming
van een internationaal strafleger, maar
tot zoover ^is men nog lang niet gena
derd. De tegenstellingen tusschen de ver
schillende landen zijn nog van dien aard,
dat een overbrugging onmogelijk is.
Onder deze omstandigheden is het be
sluit van den V. D. Bond volkomen be
grijpelijk en niet aanvechtbaar. Het gaat
er slechts om of door dit besluit de een
heid in de partij bewaard blijft. Natuur
lijk is het niet met algemeene instem
ming ontvangen, maar uit een en ander
is toch wel gebleken, dat het meerendeel
der partij achter het bestuur staat.
Het voorloopig verslag van de Eerste
Kamer voor de financiering van den ver
snelden bruggenbouw, is een dezer dagen
verschenen. Zooals bekend, zal de finan
ciering plaats vinden door een verhoo
ging van de tijdelijke heffing van het
bijzondere invoerrecht op benzine.
Volgens het voorloopig verslag zou het
ontwerp met betrekkelijk groote instem
ming zijn ontvangen, ondanks de vele
bezwaren, welke het aankleven. Een
stemmig wordt gewezen op het bezwaar,
dat de regeling wederom een verzwaring
van de op den automobilist reeds druk
kende lasten inhoudt. Maar, overweegt
het grootste deel der Kamerleden, de
versnelde bruggenbouw is van zoodanig
belang voor ons volk, dat ieder bezwaar,
hoe groot dit ook zij, terzijde moet wor
den gesteld.
Het ziet er dus wel naar uit, dat het
ontwerp er door zal komen, alle auto
mobilisten ten spijt. Maar vergissen wij
ons niet, dan zal het niet gaan zonder
vele en gerechtvaardigde protesten
van deze categorie onzer bevolking. Want
inderdaad is de automobilist al zoo zwaar
belast, dat er maar heel weinig meer bij
kan. Zeker, het gaat hier om een bestrij
ding van de enorme werkloosheid, maar
mag deze ten koste gaan van een groep
der bevolking?
Laten we toch niet vergeten, dat auto
mobilist niet meer identiek is met kapi
talist. Dat talrijke kleine expediteurs van
den vroegen morgen tot den laten avond
bezig zijn een schamel stuk brood te ver
dienen. Deze menschen nóg zwaarder be
lasten zou gelijk staan met hun het laat
ste stuk brood uit den mond halen.
Wel is waar heeft de automobilist ook
voordeel van een grooter aantal bruggen,
maar die voordeelen zinken bij de nadee-
len in het niet. Het niet meer behoeven
wachten op een pont, is een relatief voor
deel, daar het pontgeld vervangen zaï
worden door een bruggengeld.
Bovendien is er nog een ander bezwaar,
dat dient te worden aangestipt. Juist in
verband met de verbetering der wegen,
heeft de binnenscheepvaart een niet on-
aanzienlijken knak gekregen, waardoor
zij, mede door den nood der tijden, in
een allesbehalve gunstigen toestand ver
keert. Zou door het bouwen van nieuwe
bruggen de binnenscheepvaart nog niet
harder terugloopen?
Alvorens het ontwerp tot wet wordt,
moet deze kwestie nog eens onder oogen
worden gezien.
Schoons, dat verdwijnt....
De stedelingenze genieten zoo
weinig van natuurschoon. Ja, ze hebben
hun parken, oases temidden van de
steenwoestijn der gebouwen-complexen,
ze hebben hun groote straten, die hier
en daar nog omzoomd zijn door fraaie,
hooge boomen, ze hebben een plein,
waarop soms een zware, oude kastanje
verdwaald is, ze hebben hun tuintjes, ar
moedige lapjes grond, dien ze met zorg
en liefde beplanten en een eenigszins
kleurrijk aanzien trachten te verschaf
fen, waarin ze het wonder, dat Leven
heet, ook bij Flora kunnen bestudeeren
Doch dan komt daar op zekeren dag
een groote wagen met arbeiders, dan
dreunen zware bijlen, knarsen zagen,
spannen zich touwen en één voor één
vallen de reuzen, die zoo prachtig de
breede straten en kaden sierden en om
zoomden, tegen den grond, stuk voor
stuk een kerf makend in ons gemoed, 'n
diepe kerf, die niet spoedig heelt! En
als men het goed met ons voor heeft, ko
men er dunne stammetjes voor in de
plaats, die een halven menschenleeftijd
noodig hebben om den wasdom te berei
ken van hun voorgangers, waarna ook
zij onbarmhartig geveld zullen worden!
Waaróm die prachtige, wuivende boomen
ons ontnomen! Heusch niet altijd tenge
volge van een boomziekte, zooals men
vaak beweert. Nu eens is het de klacht
van een rij huisbewoners, die het thuis
„zoo donker" vinden tengevolge van het
dichte bladerdak voor hun vensters, ten
gevolge van de groote natuurweelde,
waarvoor zij dankbaar, uiterst dankbaar
hadden moeten zijn, inplaats van te
klagen! Dan weer is 't het uitzicht op
een standbeeld, een gedenkteeken, dat
onvoldoende is door het lommer der boo
men. Men hakt en zaagten over
blijft slechts een kaal, mistroostig plein,
een steenvlakte, een vale, grauwe straat,
een steenen geulen het aanzicht van
de straat is voor eeuwig bedorven, het
uitzicht op het standbeeld ongenietbaar
geworden door de koude, kille omgeving
ervan. En de nieuwe aanplanting, de dun
ne, beverige stammetjes met hun enkele
sprieterige takjes, die in de lucht prik
ken, lijken wel een bespotting: fraaie
reuzen, wier kruinen zich welfden naar
elkaar, vormend hoog in de lucht een
kathedraal van natuurlijk groenver
vangen door bottige stammetjes, dwaas
en onbeholpen, verlegen haast om wor
tel te schieten in dienzelfden grond, waar
eens hun knoestige voorgangers ston
den. Dan weer is het een park, een
plantsoen, een fraaie tuin, die slachtof
fer moet worden van het verkeer, die de
snelheid der voortrazende motormonsters
belemmert.
Doch niet alleen in de steden wordt er
aanslag op aanslag gepleegd op de na
tuur en haar monumenten, ook op het
platteland is de strijd hevig. Nu is het
weer een molen, die weggevaagd wordt,
om een breeden verkeersweg te kunnen
doortrekken, dan weer is het een schaaps
kooi, die misschien geen nut als kooi
meer opleverde, die wordt gesloopt, al
kreeg de natuur daardoor een doodelij-
ken steek! De schaapskooi bij de Kreel
afgebrokenDe oude kooi, omgeven
door een aantal fantastisch-scheefge-
waaide dennen, die daar zoo eenzaam
stond op de stille Edesche hei, een goe
den kilometer van den grooten verkeers
weg naar Arnhem. Hoeveel toeristen en
vacantiegangers hebben er niet een paar
vuile schoenen aan gewaagd om door het
mulle heidezand, door kuilen en over
stoppels heen, den houtrand te bereiken,
vanwaar men zoo'n heerlijk-mooi uit
zicht had op de romantische kooi
waarbij men in verbeelding de dartele
schapen en den ouden scheper met zijn
trouwen hond zagzooals zij elders
nog over de heide dwalen, werkend aan
een breikous, weinig geneigd tot praten,
het korte pijpje tusschen de bruine tan
den geklemdzwijgende natuurvrien
den, kinderen Gods in den meest-verhe-
ven zin.
Hoe dikwijls is deze oude kooi niet ge
schilderd of gefotografeerd! Bijna ieder,
die Ede bezocht of er logeerde en dat
waren er jaarlijks heel wat! heeft er
een plaatje van gemaakt of een kaart
gevestigd te SAPPEMEER.
Aan het verslag van de Directie over
het boekjaar 1935 ontleenen wij het vol
gende:
De binnenscheepvaart in Nederland was
in 1935 nog minder loonend dan in het
vorige boekjaar, hetgeen wij meenen te
moeten toeschrijven eenerzijds aan de
evenredige vrachtver deeling, anderzijds
aan het toenemend goederenvervoer per
auto.
De moeilijkheden in het betalingsver
keer met Duitschland bleven aanhouden.
De nadeelige gevolgen van een en ander
deden zich ook voor onze vennootschap
steeds meer gevoelen, waardoor een ster
ke reserveering voor de risico's, in de be
trokken leeningen besloten, noodzakelijk
blijft.
De resultaten van de kustvaart waren
bevredigend en de renten en aflossingen
op de desbetreffende leeningen kwamen
vrij regelmatig binnen.
De aanbouw van schepen voor de kust
vaart ging geleidelijk voort, zoodat in
1935 meer gelegenheid bestond voor be
legging dan in 1934. In hoofdzaak wer
den de beschikbare kasmiddelen belegd
onder eerste verband van dit soort sche
pen, die als onderpanden voor de beleg
ging ook de aandacht hadden van par
ticulieren en andere scheepshypotheek-
banken.
Gelet op de ongunstige tijdsomstan
digheden stellen de uitkomsten van het
jaar 1935 zeker niet teleur.
Uit onderstaand overzicht blijkt, dat in
1935 de scheepshypotheken in Neder
land zijn gestegen, doch de overige lee
ningen terugliepen.
Hierna volgt een opgave naar de groot
te, waarna de uitstaande leeningen zijn
Scheepshypotheken in Nederland gesloten in guldens
idem in Duitschland gesloten in guldens
idem in marken
idem ingevolge
de Valorisatie wetten
Hypotheken op onroerende goederen, in
Nederland gesloten in guldens
Hypotheken op onroerende goederen, in
Duitschland gesloten In marken
gegroepeerd.
Evenals vorige jaren werden de mar
kenvorderingen opgenomen tegen de om
rekeningskoers van wissels, per 30 De
cember 1935 bedragende 59.25.
Van de zeven op 1 Januari 1935 in het
bezit onzer Vennootschap zijnde vaar
tuigen werden twee verkocht, een met
verlies en een met eenige winst op de
boekwaarde. In een vijftal gevallen werd
in het afgeloopen jaar bij executie of
ingevolge getroffen regeling tot inkoop
van het verbonden vaartuig besloten.
Vier dezer schepen werden inmiddels met
verlies verkocht. Op bovenbedoelde trans
acties en enkele afgewikkelde leeningen
is per saldo een verlies geleden van
f 21.484.93, hetwelk uit de bedrijfsreserve
werd bestreden.
De achterstallige hypotheekrente per
ultimo 1935 beliep f 4.5G3.58, tegen
f 4.024.12 per ultimo 1934. De achterstal
lige en loopende renten op Duitsche lee
ningen zijn thans berekend a 3.5 pet.
(vorig jaar 4.5 pet.). Het totaal bedrag
der niet op de balans opgenomen rente
over 1931 t. e. m. 1935 beliep per 31 De-
sember 1935 f 25.375.81. Van de in 1935
vervallen renten van de in Nederland ge
sloten leeningen, ten bedrage van
f 137.434.85, kwam tot heden binnen een
bedrag van f 131.239.20, van de in dat
jaar vervallen aflossingen tot een totaal
van f 339.606, werd betaald f 268.822.
Alle 5.5 pet. pandbrieven werden in
1935 aflosbaar gesteld.
Het bedrag der in omloop zijnde niet
afgestempelde pandbrieven beliep per
ultimo 1935 nog slechts f 11.800.
De bedrijf sreserve bedroeg voor de winst-
uitdeeling over 1934 f 94.213.26,5.
Per uit. 1934 Per uit. 1935
f 2.127.844.03 f 2.146.350.64
337.764.03
143.507.03
309.204.77
139.603.67
27.319.50 f 18.140.33
f 168.888.— f 166.738.—
5.520.97 f
4.945.64
Uit de winst over 1934 werd hieraan
toegevoegd f 64.493.81,5, totaal dus
f 158.707.08
Het saldo der bij- en afschrijvingen be
draagt f 35.960.16, zoodat het saldo per
ultimo 1935 bedraagt f 122.746.92.
Met het oog op de vermoedelijk te
lijden verliezen op diverse activa komt
ons verdere versterking dezer reserve
noodzakelijk voor.
De koersreserve op Effecten liep, door
afboeking van een koersverlies ad
f 9.697.53 terug tot f 45.671.77.
Ongerekend de hiervoren bedoelde ver
dere afschrijving op het markenbezit, de
ten laste der Bedrijfsreserve afgeboekte
verliezen op vaartuigen en leeningen en
de hierop te reserveeren bedragen voor
vermoedelijke te lij de; verliezen, is over
1935 een winst behaald van f 103.675.75,5
tegen een voordeelig saldo over 1934 van
f 92.279.55,5.
Commissarissen en directie stellen voor
van bovengenoemd winstsaldo ad
f 103.675.75,5, uit te keeren 4 pet. divi
dend, waarvoor benoodigd f 45.776, en
f 2.810.843.56 f 2.784.983.05
het restant ad f 57.899.75,5 te voegen bij
de Bedrijfsreserve.
D e Balans per 31 December 1935 ver
meldt de volgende cijfers:
Debetzijde:
Scheepshypotheken en Hypotheken
f 2.784.983.05, vorderingen f 52.264.33, kas
middelen f 250.005.79, te innen wissels
f 2.296.67, effecten f 223.614.03, inge
kochte vaartuigen f 5.500 en idem in
huurkoop afgestaan f 67.030.50, gebouw
f 1 en meubilair f 1.
Creditzijde:
Aandeelenkapitaal f 1.144.400, pandbrie
ven f 1.296.430, diverse schulden
f 47.771.92, reservefonds f 500.000, reser
ve voor koersverlies op effecten f 45.671.77,
bedrijfsreserve f 122.746.92 en Marken-
koersreserve f 125.000.
De bruto-winst over 1935 bedraagt
f 187.036.98, rente van pandbrieven
f 62.849.47, onkosten inclusief salarissen
f 15.578.18 en koersverschil op marken
f 4.933.58, zoodat de netto-winst be
draagt f 103.675.75.
van gekocht. De vele felgekleurde heide-
kaarten, waarop de oude schaapskooi in
volle statie pronkt, zullen nog lang ge
tuigen van oude glorie. Het is welhaast
de meest-gefotografeerde streek van ons
land. De schaapskooi een prachtige re
presentant van de oud-Geldersche schu
ren was ook zonder schapen aanlok
kelijkgrappig gluurden de zonne
straaltjes door de kieren der planken en
de geurige lucht van versch hooi hing
daarbinnen, als een herinnering aan de
vroegre bestemming van dit verlaten na
tuurmonument. De Kool, de Kreel en de
Put zij zullen nog lang in onze herin
nering blijven voortlevenal zal er
dan weldra niets meer van over zijn
(Nadruk verboden).
De hooge Bieraccijns.
Verlaging dringend geboden in
het belang der betrokken bedrij
ven.
In kringen van alle betrokkenen bij
den bierverkoop, de café-houders zooowel
als de bierbrouwerijen, wordt de roep om
verlaging van den hoogen bieraccijns
steeds dringender, teneinde te kunnen
komen tot verlaging van den prijs van 't
bier per glas en per flesch, in welke ver
laging het eenige middel wordt gezien
den afzet van bier in dezen tijd van ver
minderde koopkracht te stimuleeren.
De bieraccijns bedraagt op het oogen-
blik 13.5 maal zooveel als vóór 1907 en is
2.5 maal zoo hoog als vóór 1924. Deze
hooge accijns bedreigt het bestaan der
bedrijven in niet geringe mate. Een voor
beeld daarvan gaf het verslag van de
Van Vollenhoven's Bierbrouwerij, waar
dit er op wees, dat de opbrengst in 1935
30 pet. bij die in 1930 ten achter bleef.
De achteruitgang van het verbruik be
droeg 37 pet.
De Bond van Nederlandsche Brouwe
rijen heeft in Januari van dit jaar den
Minister van Financiën verzocht den
bieraccijns minstens terug te brengen tot
het niveau, dat vóór de laatste verhoo
ging in 1924 gold. De Minister verklaar
de onlangs in een redevoering in de Eer
ste Kamer, dat hij de verlaging van den
bieraccijns zeer gewenscht achtte, doch
dat daarvan nu niet kon komen, omdat
deze een in het loopende jaar niet te dra
gen offer van de schatkist zou vragen.
De Minister raamde de opbrengst van
den bieraccijns in 1936 op 83 pet. van die
in 1935. Intusschen bleef de opbrengst
van den bier-accijns in de eerste drie
maanden van dit jaar belangrijk bene
den 3/12 van de raming. Deze raming
was f 1.780.000, de opbrengst was echter
f 1.389.000, tegen f 1.713.000 in de zelfde
periode van 1935.
De Bond van Nederlandsche Brouwe
rijen heeft op grond daarvan op 28 Fe
bruari j.l. de Regeering het volgende
voorstel gedaan:
„Aan een met ingang van 1 Mei a.s.
in te voeren bier accijns verlaging tot het
niveau als vóór de laatste verhooging
gold, hetgeen neerkomt op een verlaging
van 60 pet. van den tegenwoordigen bier
accijns, wordt de voorwaarde verbonden,
dat iedere brouwerij van dien datum tot
en met 31 December 1936 boven den door
haar in die periode verschuldigden, ver
laagden bieraccijns een zoodanig bedrag
zal bijpassen, dat het totaal (verlaagde
bieraccijns vermeerderd met het bijge
paste bedrag) gelijk zal zijn aan 83 pet.
van hetgeen zij in dezelfde periode van
1935 aan bieraccijns heeft betaald. De
brouwerijen zullen dan per 1 Mei a.s. de
noodzakelijke bierprijsverlaging invoeren,
door den bierprijs te verminderen met
een grooter bedrag dan de accijnsverla
ging reeds toelaat. De totaal-prijsverla
ging wordt dan grooter dan overeenkomt
met de bieraccijnsverlaging. De omzet
zal daardoor geleidelijk op een zoodanig
peil komen, dat de accijns-opbrengst in
1937 op een reëele en stabiele basis zal
kunnen steunen. De fiscus krijgt de ga
rantie, dat de opbrengst in 1936 overeen
zal stemmen met de raming, voorkomen
de op de begrooting van dat jaar.
De brouwerijen wilden dus door deze
opbrengstgarantie een offer brengen
evenals zij tot Juni '34 deden, toen zij
1.5 jaar lang 20 pet. accijnsverhooging
voor haar rekening hadden genomen
in het belang van het instandhouden
van haar bedrijven zonder overheids
steun, in het belang ook van het café-
en restaurantbedrijf.
De Bond had den Minster er op gewe
zen, dat het mogelijk zou zijn die brou
werijen, die het offer niet zouden wil
len brengen, te ontlasten door voor haar
de verlaging eerst 1 Januari a.s. te'la
ten ingaan.
De Minster van Financiën heeft den
Bond op dit aanbod tot het brengen van
een offer geantwoord, dat hij geen aan
leiding kan vinden om de totstandkoming
van de voorgestelde regeling te bevorde
ren.
Waarmee de hoop op een spoedige ver
laging van den bieraccijns in de betrok
ken kringen is verdwenen en de bedrei
ging van een belangrijk stuk bedrijfsle
ven grooter is geworden. Bedrijfsleven,
dat door de voorgestelde regeling, waar
bij de schatkist zeker zou hebben gewon
nen, in een aanmerkelijk betere condi-
te dan thans zou zijn gekomen.
GEMENGD NIEUWS.
De Officier van Justitie te Haarlem,
heeft Donderdag tegen den 23-jar. B. en
den 21-jar. H. uit Amsterdam, die op 15
Maart te Westzaan in de woning van den
88-jarigen emeritus-predikant C. R. van
Dokkum een roofoverval hebben gepleegd
op de 27-jarige huishoudster, vier jaar
gevangenisstraf geëischt, met aftrek van
de preventieve hechtenis.
Op den bewusten Zondagmorgen meen
den de beide verdachten, dat het huis
verlaten was, omdat de dominee gewend
was te zamen met het meisje naar de
kerk te gaan. Toen zij bemerkten, dat de
huishoudster toch thuis was gebleven,
overvielen zij haar, doch de buit, dien zij
veroverden, was zeer gering. De vader
van het meisje was gewaarschuwd, dat
zijn dochter om hulp schreeuwde en om
dat zij aan toevallen leed, begaf hij zich
naar de woning van den predikant. Hij
slaagde er te zamen met enkele anderen
in de mannen aan de politie aan te wij
zen.
De emeritus-predikant, de 88-jarige ds.
C. R. van Dokkum uit Westzaan, ver
klaarde als getuige, dat hij zich omstreeks
halftien had begeven naar de Zuider-
kerk te Westzaan. Toen hij terugkwam
hoorde hij, dat er een roofoverval was
gepleegd en tevens bemerkte hij, dat er
een gouden horloge uit een trommel in
de geopende brandkast was gestolen. Veel
dingen van waarde zaten er verder niet
in de kast, alleen wat incourante fond
sen en waardelooze Russen.
In huis was alles overhoop gehaald. De
huishoudster zag er erg toegetakeld uit
en was zeer overstuur.
Huishoudster gehoord.
De huishoudster, de 27-jarige Trijntje
Staal, werd vervolgens als getuige ge
hoord. Zij vertelde dien Zondag alleen
in de woning te zijn achtergebleven. Om
streeks tien uur werd er aangebeld door
twee mannen, die den dominee wilden
spreken voor bankzaken. Zij liet hen
binnen en gaf hun een kop koffie en 'n
sigaar, De bezoekers waren echter ze
nuwachtig en B. zeide: „Wij moeten op
schieten". Hij greep in zijn zak en deed
alsof hij een revolver in de hand had.
Hij riep: „Handen omhoog, je geld of je
leven".
Getuige vluchtte naar de gang en kreeg
daar een hevigen slag van H„ zoodat zij
bewusteloos neerviel. Toen zij weer bij
kwam, riep zij om hulp, maar B. hield
haar vast en zeide: „Wees maar stil, dan
zullen we je niks doen". Verdachte H.
ging daarna het huis doorzoeken, op
aanwijzing van de in doodsangst verkee-
rende huishoudster. Hij kon echter niets
vinden, werd kwaad en stompte het meis
je in het gezicht. De indringers bonden
haar een laken voor den mond en sleep
ten haar ten slotte naar het bed van
den dominee, waarop het meisje op hard
handige wijze werd vastgesnoerd, uit
wraak over het feit, dat er hoegenaamd
niets van waarde in het huis te vinden
was. Een gouden horloge en een porte-
monnaie met acht gulden was de heele
buit.
Verdachte H. gaf toe, dat hij het meis
je had geslagen. Een revolver had hij
niet gehad; hij deed slechts alsof doof
met zijn hand dreigende bewegingen te
maken.
Verdachte B. deed een omstandig ver
haal van de goede behandeling, die hij
de juffrouw had toegedacht, als zij wil
de zeggen, waar het geld was. Ze hadden
n.l. vernomen, dat er f 30.000 in de wo
ning aanwezig zou zijn. „Ik zal goed
voor je zijn", had hij haar toegevoegd.
„Dat heeft zeker wel indruk op u ge
maakt", zeide de president tot de huis
houdster, die stil op haar stoel bij het
getuigenhekje zat te luisteren.
Uit het strafblad bleek, dat de jong
ste verdachte reeds tweemaal wegens
diefstal is veroordeeld, de laatste maal
voorwaardelijk, welke straf nog niet voor
bij is. Verdachte B. is reeds zevenmaal
veroordeeld.
Op een vraag van den officier bleek
nog, dat B. een tip gekregen had van
iemand, dat er f 30.000 te halen viel. Hij
was toen samen met H. eerst eens pools
hoogte gaan nemen en had een plan ge
maakt om tijdens de afwezigheid van de
bewoners in te breken.
Spr. noemde het een gelukkig toeval,
dat de verdachten zijn betrapt, nadat 'n
kind buiten op straat de huishoudster
had hooren gillen. De activiteit van de
achtervolgers roemde de officier zeer.
Het ernstige feit blijft hetzelfde, ook al
is de buit achteraf gering gebleken. Het
gedrag van verdachten is slechts te kwa-
lificeeren als schandalig. De officier vroeg
tegen beiden een gevangenisstraf van
vier jaar met aftrek.
Verdachten toonden hoegenaamd geen
berouw en vroegen zelfs een voorwaar
delijke straf.
p op Woensdag 29 April