EEN ARME BLOEDVERWANTE
voor Landbouw, Handel en Nijverheid
Verschijnt Woensdags en Zaterdags
BUITENUNDSCHOVERZICHT.
Het bezoek van de Hamburger Sport-
vereen. „Paloma" aan „H. S. G."
50e Jaargang.
WOENSDAG a JUNI 1938.
-
ADVERTENTIËN voor het Woensdag-
nummer moeten Dinsdagsavonds en
voor het Zaterdagsnümmer Vrijdags
avonds télkens uiterlijk vóór
6 u u r in ons bezit zijn.
ABONNEMENTSPRIJS
Per 3 maanden 60 cent. Franco per
post 75 cent (bij vooruitbetaling).
Firma J. G. DIJKHUIS, Sappemeer
PRIJS DER ADVERTENTIËNVan
15 regels 50 cent, elke regel meer
10 cent. Rubriek Vraag en aan
bod: Van 15 regels 40 ct. Voor inge
zonden mededeelingen en adverten-
tiën tusschen de tekst vrage men in
lichtingen en tarieven aan ons Bureau.
Telefoon 214. Postrekening 171219.
Nog lang niet alles pais en vrêe
in de wereld. Het Tsjechoslo
waaksche vraagstuk. Britsche
bemiddeling in Spanje. Brit
sche dienstplicht in geval van
oorlog.
De ontspanning, die nu ruim 14 da
gen geleden haar intrede in Europa
hield, heeft zich ook tot de Pinksteren
uitgestrekt. Desondanks is nog lang niet
niet alles pais vrêe in de wereld en
men kan dan ook slechts hopen, dat
de geest, die door dit Pinksterfeest
over de staatslieden is gekomen, er een
moge zijn van wijsheid en verdraag
zaamheid.
In het middelpunt der politieke belang
stelling staat nog steeds het Tsjechoslo
waaksche vraagstuk, dat weliswaar iets
van zijn scherpte verloren heeft, maar
Europa en de wereld toch zeker nog vrij
langen tijd bezig zal blijven houden.
Eerst wanneer er overeenstemming tus
schen de Suddten-Duitschers en Praag
is bereikt, zal hier een ontspanning kun
nen intreden. Helaas laat het zich op het
oogenblik nog niet overzien, of er voor
het Tsjechische vraagstuk inderdaad een
bevredigende oplossing zal kunnen wor
den gevonden. Sudeten-Duitschers, Slo-
waken, Polen en Hongaren eischen de
autonomie en vast staat wel, dat Praag
deze in een of anderen vorm aan de ver
schillende volksgroepen zal toekennen.
Men spreekt van een kantonvorming la
Zwitserland. Maar zal dan daarmede de
rust in de Tsjechoslowaaksche republiek
en in Europa terugkeeren? De mogelijk
heid daartoe bestaat zeer zeker, maar
men mag zich op het Zwitsersche voor
beeld toch niet al te veel blind staren.
De omstandigheden in Tsjecho-Slowakije
toch zijn geheel anders dan in het eedge
nootschap. Hei, iiuiiitiit iilet zoo, aat
een reeds aanwezig Zwitserland, zich la
ter in kantons verdeeld heeft en daarop
rechten heeft overgedragen. Neen. reeds
aanwezige kantons hebben zich later tot
een Zwitserland samengesloten en daar
aan rechten overgedragen. Het primaire
het uitgangspunt was de behoefte en de
wil der kantons, eendrachtig en ver-
eenigd met elkaar te leven. Wanneer de
ze vereeniging goed gefunctioneerd heeft
en op het oogenblik nog goed functio
neert, dan geschiedt dit niet, wijl het
kantonale regime nu juist de voordeelen
van eendracht en gemeenschappelijkheid
onder de menschen zou opwekken. Maar
dit schema functioneert hier daarom
goed, wijl de oorspronkelijke wil en de
oorspronkelijke behoefte, eendrachtig en
gemeenschappelijk met elkaar te leven,
behouden gebleven is en verder bestaat.
Deze wil en deze behoefte zouden naar
alle waarschijnlijkheid ook met een an
der institutioneel schema hetzelfde re
sultaat tot stand gebracht hebben. En om
gekeerd: waar deze primaire voorwaar
den onbreken, waar integendeel in plaats
van den wil tot eendracht en gemeen
schap de wil tot scheiding bestaat, zal
door de pure copie van het kantonale
schema absoluut niets gelijmd en over
brugd worden. Dit zal men moeten be
denken wanneer men Zwitserland aan
Tsjeaho-Slowakije ten voorbeeld houdt.
Naast Tsjecho-Slowakije blijft nog al
tijd Spanje een van de diplomatieke zor
genkinderen van Europa. Ook hier spant
de Britsche regeering zich tot het uiter
ste in om de beide partijen nader tot el
kaar te brengen. Men rekent daarbij op
het oogenblik op de totale uitputting en
de toenemende onverschilligheid van de
Spaansche burgerbevolking achter het
front. Alle berichten melden, dat de be
volking schoon genoeg heeft-van den
oorlog en dat deze morgen geëindigd zou
zijn, als zij het zelf voor het zeggen had.
Daar staat echter tegenover de haat
van de extremistische partijen in Spanje
onderling, de haat tegen buitenlanders
(aan beide zijden zeggen de partijen, dat
men tegen een buitenlandschen vijand
vecht) en de woede van de bevolking we
gens de bombardementen van steden. Zoo
is b.v. bekend, dat de Catalanen begin
Maart bereid waren een wapenstilstand
te sluiten. Het leger van Franco kwam
nader en de Catalanen wilden liever geen
oorlog op hun grondgebied. Toen werd
Barcelona op meedoogenlooze wijze ge
bombardeerd, volgens sommigen op last
van Franco, volgens anderen op last van
zijn buitenlandsche adviseurs. De reactie
daarop was, dat de bevolking besloot door
te vechten.
Nu wordt aan beide zijden weliswaar
verklaard, dat er geen basis bestaat voor
een wapenstilstand, maar de omstandig
heden kunnen zich veranderen. De Fran-
sche regeering blijft de regeering te Bar
celona aansporen van de eerste de beste
gelegenheid gebruik te maken om een
redelijke regeling te verkrijgen.
Anderzijds hangt natuurlijk veel af
van de buitenlandsche adviseurs van
Franco. Het. schijnt, dat Mussolini
wenscht, dat generaal Franco tot het
einde toe door zal vechten. De hoop. dat
nep Engeisch-ïtaiiaansche accoord in
werking zal treden ligt dus minder in
het beëindigen van den oorlog, dan wel
in het terugtrekken van de buitenland
sche combattanten. Het is daarom ver
blijdend, dat de laatste vergadering van
de noninterventie-commissie weër wat
gunstiger is verloopen en dat de Russi
sche vertegenwoordiger minder intran-
sigant was.
In het Engelsche Lagerhuis heeft de
minister van defensie sir Thomas Inskip
in nauwelijks bedekte termen aangekon
digd, dat onmiddellijk na het uitbreken
van den oorlog de algemeene dienstplicht
zal worden ingevoerd. Bii den grooten
afkeer van de Engelsche bevolking tegen
den militairen dienst heeft deze aankon
diging groot opzien gebaard, maar dit
heeft de regeering niet uit haar gereser
veerde houding kunnen lokken. De mi
nister-president, die met vragen be
stormd werd, vergenoegde zich met het
korte antwoord, dat de regeering oorlogs
maatregelen niet in vredestijd bekend
kan maken Voor hen. die een paraat
Engeland als een van de beste steunpi
laren van den vrede in Europa houden,
is deze aankondiging in ieder geval een
geruststelling.
Zeer geslaagde
Pinksterfeesten.
internationale
Het bezoek van de Hamburger Sport-
vereeniging „Paloma" gedurende de
Pinksterdagen aan „H.S.C.", behoort
reeds weer tot het verleden. Men zal zich
herinneren, dat „H.S.C." gedurende de
Paaschdagen een tour heeft gemaakt
naar Hamburg. De ontvangst die de
Kraaien bij „Paloma" ten deel viel. was
buitengewoon, zoodat het bestuur van
„H.S.C.bij het tegenbezoek van „Palo
ma", gedurende de afgeloopen Pinkster
dagen, alle mogelijke moeite heeft gedaan
om zijn Duitsche gasten zoo waardig mo
gelijk te ontvangen. Zonder overdrijving
kan men zeggen, dat het bestuur daar op
uitnemende wijze in geslaagd is. Het zijn
een paar onvergetelijke dagen geworden,
niet in het minst ook voor de Duitsche
gasten, die hun waardeering niet onder
stoelen of banken staken en alles „sehr
schön" vonden.
De aankomst der gasten.
Zaterdagmiddag om 5.39 uur. zouden
de Duitsche gasten op het station Hoo-
gezand—Sappemeer arriveeren. Hier ver
zamelden zich tegen hclf zes verschillende
leden van „H.S.C.", benevens enkele be
stuursleden, teneinde de „Palomanen"
welkom te heeten. Toen de trein in het
zicht kwam, begaven ijlen zich op het
perron. Tot ieders tele afstelling stapte er
echter geen enkele Duit.scher uit de trein.
Goede raad was duur! Gelukkig was de
chef van het station zoo bereidwillig even
naar Nieuwe-Schans te telefoneeren. Uit
de door hem verkregen inlichtingen bleek,
dat de Duitschers de aansluiting op de
sneltrein hadden gemist. Tengevolge hier
van zouden ze eerst twee uur later aan
komen. Hoewel het begin dus niet veel
belovend leek, heeft dit toch geen in
vloed gehad op het verdere deel van het
programma. Om 7.39 waren weer allen op
het station aanwezig en nu werd men
niet teleurgesteld. De tr,ein bracht zes
tien iopge mannen.) *1 met gejuich wer
den begroet. Er weruen handen geschud
en door velen werd de kennismaking her
nieuwd. Onmiddellijk na aankomst ver
zamelden allen zich in de wachtkamer,
waar de heer C. Dijkstra namens het be
stuur van H.S.C., in het Duitsch een
korte toespraak hield, waarin hij de
Duitsche gasten een hartelijk welkom
toeriep en hun even prettige dagen toe-
wenschte als „H.S.C." met Paschen in
Hamburg heeft doorgebracht. Na deze
officieele ontvangst namen de gasten
plaats in een vijftal luxe auto's, waarme
de ze naar hun verschillende inkwartie
ringen werden gebracht, om zich na de
lange reis wat op te frisschen en tevens
de inwendige mensch wat te versterken.
De Veteranenwedstriid H.S.C.—
Achilles en de Réunie.
Intusschen was op het H.S.C-terrein de
veteranenwedstrijd HS.C.Achilles be
gonnen, waarvoor, hoewel de entrée vrij
was, geen groote belangstelling bestond.
Zooals meestal met een veteranenwed
strijd, was het een genoeglijke ontmoe
ting, waarbij de „heeren met buikjes"
menig maal werkten op de lachspieren
der toeschouwers. Velen bleken liet voet
ballen echter nog nie?, verleerd. Zoo ver
dedigde bij H.S.C. ^eeper de Jong met
veel bravour zijn doel, en was K. Schut
nog vlug en handig als in zijn beste tijd.
O. van Biessum bleek echter zijn gevaar
lijk schot kwijt te zijn. Bij Achilles speel
de o.a. mede de bekende sportsman Bolt,
een goeie zestiger, die nog een lenigheid
en kracht bezit, welke menig jongeman
hem zal benijden. De uitslag, bij dit soort
wedstrijden eigenlijk bijzaak, was 23
voor Achilles. Bij de rust had H.S.C. met
1—0 de leiding, dank zij een goed doel
punt van v. Ham. Na de rust vergrootte
H.S.C. aanvankelijk haar voorsprong tot
2—0 door Albronda. Hierna kwam Achil
les evenwel opzetten, en de betrekkelijk
nog jonge gevaarlijke linkervleugel der
Assenaren wist de achterstand nog in een
2—3 voorsprong om te zetten. Met deze
stand kwam het einde van de door den
heer Bakema goed geleide wedstrijd.
Na afloop verzamelen alle spelers be
nevens nog enkele andere oud-leden van
H.S.C. zich in 't hotel „Struvé". waar ge
zellig werd „geborreld" en waar verschil
lende oude herinneringen weer werden
opgehaald. Hef behoeft geen betoog, dat
hier al heel spoedig een zeer gezellige
stemming heerschte.
De officiëele feestavond in het
hotel „Struvé".
De feestavond ter eere van de gasten
georganiseerd in het hotel „Struvé",
mocht zich in een overweldigende be
langstelling verheugen. Met het oog op
de latere aankomst van de gasten, moest
het aanvangsuur eenigszins worden ver
schoven. Het publiek werd zoo lang aan
genaam bezig gehouden door de muziek
van Evelyn Novacek en haar orkest.
't Liep reeds tegen 9 uur. toen de voor
zitter van H.S.C., de heer dr. K. Bos, het
podium betrad voor het uitspreken van
zijn openingswoord. Hij heette allen har
telijk welkom, en sprak zijn voldoening
uit over de groote opkomst. Voorts richtte
spr. zich met speciale welkomstwoorden
tot enkele oud-leden en eereleden, bene
vens, tot, de vetoranen m AtMóes, die
ook in de zaal aanwezig waren. In het
Duitsch sprak dr. Bos vervolgens de „Pa
lomanen" toe. Hij zeide. dat H.S.C. ge
meend had haar gasten een feestavond te
moeten aanbieden, als tegenprestatie
voor de onvergetelijke dagen, die „Palo
ma" de ,,H.S.C."-ers met Paschen had be
zorgd. Spr. hoopte, dat de gasten de aan-
stapje zouden bewaren. Tenslotte hoopte
spr., dat dit feest zou mogen bijdragen
tot nog grooter bloei van „ons H.S.C.",
waarna hij de leiding overdroeg aan het
eerelid de heer Lesterhuis, die deze avond
optrad als programmaleider en conferen
cier.
De heer Lesterhuis deelde mede, dat
het dansen tusschen de nummers, zooals
de bedoeling was, niet kon doorgaan, we
gens gebrek iaan ruimte. Het dansen zou
volgen na het afwerken van het program
ma. Dit laatste bevatte allereerst het
clublied van „Paloma", op de wijze van
„De boeren hebben het overwonnen", en
het „Het H.S.C.-lied", op de melodie van
het Jamboreelied, woorden van den heer
Lesterhuis. Beide liederen werden staan
de uit volle borst meegezongen.
Na deze min of meer officiëele inleiding
volgde een bont programma, dat zeer in
de smaak viel. Allereerst bracht de da-
mesafd. van de Gymn.vereen „W.I.K." en
kele rythmische dansjes, terwijl de da-
mesafd. van de Gymn.vereen „H.-S." een
komisch nummer ten beste gaf. De heeren
Lesterhuis en Dijkstra ontpopten zich
daarna als voordrachtkunstenaars. Beide
heeren hadden met hun korte schetsen
veel succes. Hetzelfde kan gezegd wor
den van de tooneelvereen. „Nieuw Leven",
die de éénacter „Kop d' er veur hollen"
opvoerde.
Na een demonstratie tepdance door den
heer G. Lesterhuis Jzn., welke demon
stratie vooral bij de jeugd, die rijk in de
zaal was vertegenwoordigd, in goede aar
de viel, verscheen als laatste nummer
voor de pauze het aloude „H.S.C.-Orgel"
ten tooneele. In dit nummer werd de reis
naar Hamburg in dialect bezongën, waar
bij tal van verschillende van hen. die de
reis hebben meegemaakt, pikante bijzon
derheden werden „verklapt". Tusschen de
bedrijven door werd nog door allen staan
de het Clublied van H.S.C. (woorden van
J. M. Leutscher, muziek van George Pol),
gezongen.
Verder werd nog aan de dames Freij en
Hateboer door den heer Lesterhuis een
aardig geschenk aangeboden als dank
voor het werk dat zij hebben verricht.
Beide dames hebben n.l. de H.S.C.-lintjes
vervaardigd, die gedurende de Pinkster
dagen zoo menig borst hebben getooid.
Het programma na de pauze moest
met het oog op het reeds vergevorderde
uur aanmerkelijk worden bekort. Het
eerste nummer na de pauze was een
wedstrijd Paloma-HB.C., waarbij twee
H.S.C.-'ers en twee Palomanen het tegen
elkaar opnamen, om uit te maken wie
van hen het vlugst een zuigflesch kon
leegdrinken. Dit nummer, dat groote hi
lariteit verwekte, werd door de thuisclub
gewonnen. Alle deelnemers ontvingen
passende geschenken.
Tenslotte volgde na de pauze nog een
dansje uitgevoerd door de dames van
„W.I.K., onder de beproefde leiding van
den heer K. de Grooth, waarna de voor
zitter van H.S.C. weer het podium betrad
om het officiëele gedeelte van het pro
gramma te sluiten. De voorzitter bracht
dank aan allen, die aan het welslagen
van deze feestavond hadden medege
werkt, in het bijzonder aan den heer
Lesterhuis, wien spr. een fraaie foto van
het H 55 C -elftal a/rnJhoodL. Mevc. Le&tor-
huis ontving bloemen.
De leider der Palomanen. de heer Erl-
hoff, sprak vervolgens woorden van dank
voor de vriendelijke ontvangst en voor
de prachtige feestavond. Spr. hoopte, dat
H.S.C. het volgend jaar weer in Hamburg
zou komen. Met een driewerf „Sieg Heil!"
werder deze woorden door de Paloma-
hpjrrs.hhtla'd
En hiermede was het officiëele gedeelte
van het programma ten einde. Het leest
zelf was evenwel nog lang niet afgeloo
pen. Tot vroeg in den morgen werd er
nog doorgefuifd op een wijze als men al
leen van H.S.C. avonden kan verwachten.
Het bezoek aan de kweekerljen.
Voor de Zondagmorgen stond een be
zoek aan een aantal kweekerijen te Klei-
nemeer en Kalkwijk op het programma.
De Duit'sche gasten namen alles met
veel belangstelling op.
De wedstrijd H.S.C1'Paloma 2-4
De hoofdschotel van de Pinksterfees
ten was wel de ontmoeting in het sport
park te Sappemeer, tusschen de beide
elftallen van H.S.C. en Paloma.
De wedstrijd werd voorafgegaan door
een ontmoeting tusschen de adspiranten
van H.S.C. en Kwiek, welke door de jon
ge Kraaien met 3-2 werd gewonnen.
Om half drie kwamen de Duitschers
keurig in blaauwe trainingspakken ge
stoken, door een haag van H.S.C. en
Kwiek adspiranten, het veld op, harte
lijk toegejuicht door het. publiek. In het
middenveld stelden de Palomanen zich
op, waarna zij twee maal de Hitlergroet
brachten. Weldra verscheen ook het
H.S.C. elftal, eveneens met hartelijk ap
plaus begroet. Alle spelers en enkele of
ficials verzamelden zich vervolgens in het
FEUILLETON.
(33) (Nadruk verboden).
Zoo verklaar ik mij haar onbedachtzame
handeling. Als gij beiden maar vertrou
wen in mij gehad hadt u is arm
Bettina bezit slechts een weinig en zoo
zou een vereeniging tusschen u beiden
een onmogelijkheid geweest zijn. Nadat
dit voorgevallen is, mag er in dit opzicht
geen onmogelijkheid meer bestaan. Ik
hoop, dat u weet, welken weg u overblijft
om de eer van mijn nicht te herstellen.
Neen zeg nog niets hoor mij nog
een oogenblik aan. Het ontbreekt u bei
den dus aan geld om gelukkig te kunnen
worden. Deze hinderpaal wil ik uit den
weg ruimen. Ik zal voor de waarborgsom
zorgen. Mijn nichtje is mij even dierbaar
als een zuster ik ben rijk genoeg, haar
van mijn vermogen af te staan, wat zij
voor haar geluk noodig heeft. Ik geloof,
dat we hiermee elkaar volkomen begrij
pen en verdere woorden overbodig zijn.
Mijn vader is van één uur af in huis te
spreken. Als u de hand van Bettina wilt
vragen, moet u nog heden naar hem toe
gaan, nietwaar?"
Von Btihrens gelaat was hoogrood ge
worden. Een verlokkend toekomstbeeld
zweefde hem voor oogen. Sinds gisteren
avond had hij Bettina's lief gelaat niet
meer kunnen vergeten en telkens had
hij zich weer afgevraagd: Waarom deed
zij dat? Hij geloofde zelf ook zeker, dat
zij hem liefhad en dit geloof vervulde
hem met een onrustige vreugde, waarme
de een stille droefheid gepaard ging,
omdat zij onbereikbaar voor hem was.
Nu werd hem plotseling een mogelijkheid
geboden, haar voor het geheele leven voor
zich te winnen. Zou hij zich dan nog lang
bedenken? Neen neen hij greep met
beide handen toe om zich zijn geluk te
verzekeren.
„Ik zal om één uur bij mijnheer, uw
vader zijn", zei hij bewogen. „Als juffrouw
Sörrensen inwilligt om mijn vrouw te
worden, zal ik mij gelukkig en vereerd
gevoelen, want zij is een edel meisje, die
ik zeer lief gekregen heb. Zelfs als u mij
niet zoo goedhartig uw hulp had aange
boden, was ik na het onzalige toeval, dat
u voorbij mijn woning voerde, dadelijk
naar uw vader gegaan om hem om de
hand van juffrouw Sörrensen te vragen
Wel is waar, was mij dan niets overge
bleven, dan mijn ontslag uit den dienst
te nemen, en het zou mij smartelijk ge
weest zijn, met haar zoo'n onzekere, zorg
volle toekomst tegemoet te gaan. Mij
blijft geen keus over ik neem uw
grootmoedig aanbod aan terwille van
Bettina mag ik niet kleingeestig zijn."
Ernst zuchtte en stak hem zijn hand
toe.
„Daarvoor bestaat voor mij meer aan
leiding."
„Als u dat gelooft, maak dan Bettina
gelukkig. Dan zijn wij quitte."
Von Biihren keek onderzoekend in het
bleeke sombere gelaat van Ernst. Er
kwam een vermoeden bij hem op, dat
deze misschien wel een inniger genegen
heid voor zijn nichtje gevoelde, dan er
gewoonlijk tusschen familie-leden be
staat. Ernst merkte zijn onderzoekenden
blik op en herstelde zich.
„Wij zijn dus op een vredige wijze met
elkaar in het reine gekomen, mijnheer
von Biihren. Ik ga nu naar mijn bureau
en hoop u heden middag thuis als ver
loofde van Bettina te kunnen begroeten.
Maar wacht - nog iets. Ik wensch niet
dat mijn ouders vernemen, dat ik voor
de waarborgsom zorg. Het zou maar on-
noodig heen en weer gepraat geven. Zegt
u maar dat u door een onverwachte erfe
nis of een of ander gelukkig toeval in
het bezit van de vereischte som gekomen
bent. Daar u gisteren met mijn vader en
mijn broer een leening hebt willen slui
ten, moet u wel de een of andere verkla
ring over uw veranderden financieelen
toestand opgeven."
„Ik zal in uw geest handelen, mijnheer
Aszmann."
De beide mannen keken elkaar open en
vast aan en gaven elkaar toen de hand.
Daarop ging Ernst weg. Hij gevoelde zich
kalmer, nu hij voor Bettina gedaan haa,
wat hij doen kon. Tegelijkertijd kwam er
een gevoel van groote neerslacntigheid
over hem, die niet weg te redeneeren was.
Hij begroef zich letterlijk in zijn werk,
maar dat bracht hem heden geen verlos
sing. Zijn gedachten lieten zich niet af
leiden van het verlies, dat zijn hart ge
troffen had.
Peter Aszmann was juist uit de fabriek
thuis gekomen, toen von Bühren bij hem
aangemeld werd.
De oude heer was in een neerslachtige
stemming, zijn vrouw had hem cp een
vraag naar Béttina zoo juist verklaard,
dat deze klaar met het pakken was en om
half drie zou vertrekken Zij bleef dus bij
haar besluit het jonge meisje weg te zen
den en dat beviel den ouden heer in het
geheel niet. Hij ontving von Bühren da
delijk in zijn kantoor, in de hoop, dat
deze en verklaring, van de zaak zou ge
ven.
„Ik mag zeker wel hopen, dat u hier
gekomen bent om een verklaring te ge
ven van die zonderlinge gebeurtenis. Mijn
zonen hebben ons nichtje met u uit uw
huis zien komen. Hoe kwam dat? vroeg
hij onmiddellijk.
Von Bühren was verwonderd, dat Peter
Aszmann reeds van het geval op de hoog
te was. Waarschijnlijk had Georg gebab
beld. Hij vertrouwde hem dit wel toe. Hij
nam een vormelijke houding aan.
„Ik heb de eer, u om de hand van uw
nicht, juffrouw Bettina Sörrensen te vra
gen t— dat is mijn verklaring."
Peter Aszmann wreef zich de oogen uit
en keek von Bühren verwonderd aan.
„U ziet mij eenigszins van mijn stuk
gebracht, mijnheer von Bühren. Deze op
lossing, die in den grond de allereenvou
digste is, heb ik niet verwacht. Hoe zeer
ik me ook aan den eenen kant over uw
aanzoek verheug, daar dat alleen in staat
is, Bettina in haar eer te herstellen, heeft
u mij gisteren van den anderen kant uw
toestand zoo geschilderd, dat ik niet kan
aannemen, dat u de middelen bezit om
een huwelijk te sluiten. Bettina bezit ook
slechts een kapitaaltje van vijf en twin
tig duizend mark."
Von Bühren haalde diep adem.
„Sinds gisteren is mijn toestand door
een gebeurtenis, die ik niet voorzien kon,
veranderd. Ik verkeer heden in het geluk
kige geval een waarborgsom te kunnen
stellen en verzoek u nogmaals mij uw
toestemming te geven om naar de hand
van uw nicht te dingen."
Peter Aszmann was blijkbaar vroolijk
verrast.
„Dat is iets heel anders, natuurlijk,
dat verandert de zaak. Gelukkig, dat
er een eind gekomen is aan dezen af
schuwelijken toestand. Natuurlijk geef
ik mijn toestemming. Het was mij per
soonlijk zeer smartelijk geweest, Bettina
als een onteerde uit mijn huis weg te
moeten zenden. En mijn vrouw is zeer
streng Bettina heeft haar koffers reeds
moeten pakken."
Von Bühren week ontzet.
„Niet mogelijk?"
„Ja het is zoo."
„Hoe heeft mevrouw Aszmann dit ge
hoord?"
„Door mijn zoon Georg. Hij heeft ons
hedenmorgen natuurlijk deze aangele
genheid meegedeeld."
„Ik ben ontroostbaar, dat juffrouw Sör-
renssen daardoor onaangenaamheden
heeft gekregen en ik verzoek u vriende
lijk mij dadelijk een onderhoud met haar
toe te staan," zeide hij haastig.
Dat arme lieve meisje hoe zwaar
had zij voor haar goedheid moeten boe
ten! Als Ernst Aszmann niet bij hem ge
weest was zou hij geen vermoeden ge
had hebben, hoezeer Bettina door hen
had moeten lijden. Goddank, dat hij nog
juist op tijd kwam om haar uit dien
pijnlijken toestand te verlossen. Of zij
zijn aanzoek aannam of niet zij moest
hem zijn eerewoord teruggeven, opdat hij
zou kunnen verklaren dat zij rein en on
schuldig was.
Peter Aszmann noodigde von Bühren
uit, plaats te nemen.
(Wordt vervolgd).
Nieuws- en Advertentieblad
UITGAVE
CP. SËÓGSRS)
gCxicioiiistc iieiljQjüeïiiïgeii aai* is au
„Ik dank u."