EEN ARME BLOEDVERWANTE voor Landbouw, Handel en Nijverheid Verschijnt Woensdags en Zaterdags BUITENUNDSCHOVERZICHT. Het bezoek van de Hamburger Sport- vereen. „Paloma" aan „H. S. G." 50e Jaargang. WOENSDAG a JUNI 1938. - ADVERTENTIËN voor het Woensdag- nummer moeten Dinsdagsavonds en voor het Zaterdagsnümmer Vrijdags avonds télkens uiterlijk vóór 6 u u r in ons bezit zijn. ABONNEMENTSPRIJS Per 3 maanden 60 cent. Franco per post 75 cent (bij vooruitbetaling). Firma J. G. DIJKHUIS, Sappemeer PRIJS DER ADVERTENTIËNVan 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Rubriek Vraag en aan bod: Van 15 regels 40 ct. Voor inge zonden mededeelingen en adverten- tiën tusschen de tekst vrage men in lichtingen en tarieven aan ons Bureau. Telefoon 214. Postrekening 171219. Nog lang niet alles pais en vrêe in de wereld. Het Tsjechoslo waaksche vraagstuk. Britsche bemiddeling in Spanje. Brit sche dienstplicht in geval van oorlog. De ontspanning, die nu ruim 14 da gen geleden haar intrede in Europa hield, heeft zich ook tot de Pinksteren uitgestrekt. Desondanks is nog lang niet niet alles pais vrêe in de wereld en men kan dan ook slechts hopen, dat de geest, die door dit Pinksterfeest over de staatslieden is gekomen, er een moge zijn van wijsheid en verdraag zaamheid. In het middelpunt der politieke belang stelling staat nog steeds het Tsjechoslo waaksche vraagstuk, dat weliswaar iets van zijn scherpte verloren heeft, maar Europa en de wereld toch zeker nog vrij langen tijd bezig zal blijven houden. Eerst wanneer er overeenstemming tus schen de Suddten-Duitschers en Praag is bereikt, zal hier een ontspanning kun nen intreden. Helaas laat het zich op het oogenblik nog niet overzien, of er voor het Tsjechische vraagstuk inderdaad een bevredigende oplossing zal kunnen wor den gevonden. Sudeten-Duitschers, Slo- waken, Polen en Hongaren eischen de autonomie en vast staat wel, dat Praag deze in een of anderen vorm aan de ver schillende volksgroepen zal toekennen. Men spreekt van een kantonvorming la Zwitserland. Maar zal dan daarmede de rust in de Tsjechoslowaaksche republiek en in Europa terugkeeren? De mogelijk heid daartoe bestaat zeer zeker, maar men mag zich op het Zwitsersche voor beeld toch niet al te veel blind staren. De omstandigheden in Tsjecho-Slowakije toch zijn geheel anders dan in het eedge nootschap. Hei, iiuiiitiit iilet zoo, aat een reeds aanwezig Zwitserland, zich la ter in kantons verdeeld heeft en daarop rechten heeft overgedragen. Neen. reeds aanwezige kantons hebben zich later tot een Zwitserland samengesloten en daar aan rechten overgedragen. Het primaire het uitgangspunt was de behoefte en de wil der kantons, eendrachtig en ver- eenigd met elkaar te leven. Wanneer de ze vereeniging goed gefunctioneerd heeft en op het oogenblik nog goed functio neert, dan geschiedt dit niet, wijl het kantonale regime nu juist de voordeelen van eendracht en gemeenschappelijkheid onder de menschen zou opwekken. Maar dit schema functioneert hier daarom goed, wijl de oorspronkelijke wil en de oorspronkelijke behoefte, eendrachtig en gemeenschappelijk met elkaar te leven, behouden gebleven is en verder bestaat. Deze wil en deze behoefte zouden naar alle waarschijnlijkheid ook met een an der institutioneel schema hetzelfde re sultaat tot stand gebracht hebben. En om gekeerd: waar deze primaire voorwaar den onbreken, waar integendeel in plaats van den wil tot eendracht en gemeen schap de wil tot scheiding bestaat, zal door de pure copie van het kantonale schema absoluut niets gelijmd en over brugd worden. Dit zal men moeten be denken wanneer men Zwitserland aan Tsjeaho-Slowakije ten voorbeeld houdt. Naast Tsjecho-Slowakije blijft nog al tijd Spanje een van de diplomatieke zor genkinderen van Europa. Ook hier spant de Britsche regeering zich tot het uiter ste in om de beide partijen nader tot el kaar te brengen. Men rekent daarbij op het oogenblik op de totale uitputting en de toenemende onverschilligheid van de Spaansche burgerbevolking achter het front. Alle berichten melden, dat de be volking schoon genoeg heeft-van den oorlog en dat deze morgen geëindigd zou zijn, als zij het zelf voor het zeggen had. Daar staat echter tegenover de haat van de extremistische partijen in Spanje onderling, de haat tegen buitenlanders (aan beide zijden zeggen de partijen, dat men tegen een buitenlandschen vijand vecht) en de woede van de bevolking we gens de bombardementen van steden. Zoo is b.v. bekend, dat de Catalanen begin Maart bereid waren een wapenstilstand te sluiten. Het leger van Franco kwam nader en de Catalanen wilden liever geen oorlog op hun grondgebied. Toen werd Barcelona op meedoogenlooze wijze ge bombardeerd, volgens sommigen op last van Franco, volgens anderen op last van zijn buitenlandsche adviseurs. De reactie daarop was, dat de bevolking besloot door te vechten. Nu wordt aan beide zijden weliswaar verklaard, dat er geen basis bestaat voor een wapenstilstand, maar de omstandig heden kunnen zich veranderen. De Fran- sche regeering blijft de regeering te Bar celona aansporen van de eerste de beste gelegenheid gebruik te maken om een redelijke regeling te verkrijgen. Anderzijds hangt natuurlijk veel af van de buitenlandsche adviseurs van Franco. Het. schijnt, dat Mussolini wenscht, dat generaal Franco tot het einde toe door zal vechten. De hoop. dat nep Engeisch-ïtaiiaansche accoord in werking zal treden ligt dus minder in het beëindigen van den oorlog, dan wel in het terugtrekken van de buitenland sche combattanten. Het is daarom ver blijdend, dat de laatste vergadering van de noninterventie-commissie weër wat gunstiger is verloopen en dat de Russi sche vertegenwoordiger minder intran- sigant was. In het Engelsche Lagerhuis heeft de minister van defensie sir Thomas Inskip in nauwelijks bedekte termen aangekon digd, dat onmiddellijk na het uitbreken van den oorlog de algemeene dienstplicht zal worden ingevoerd. Bii den grooten afkeer van de Engelsche bevolking tegen den militairen dienst heeft deze aankon diging groot opzien gebaard, maar dit heeft de regeering niet uit haar gereser veerde houding kunnen lokken. De mi nister-president, die met vragen be stormd werd, vergenoegde zich met het korte antwoord, dat de regeering oorlogs maatregelen niet in vredestijd bekend kan maken Voor hen. die een paraat Engeland als een van de beste steunpi laren van den vrede in Europa houden, is deze aankondiging in ieder geval een geruststelling. Zeer geslaagde Pinksterfeesten. internationale Het bezoek van de Hamburger Sport- vereeniging „Paloma" gedurende de Pinksterdagen aan „H.S.C.", behoort reeds weer tot het verleden. Men zal zich herinneren, dat „H.S.C." gedurende de Paaschdagen een tour heeft gemaakt naar Hamburg. De ontvangst die de Kraaien bij „Paloma" ten deel viel. was buitengewoon, zoodat het bestuur van „H.S.C.bij het tegenbezoek van „Palo ma", gedurende de afgeloopen Pinkster dagen, alle mogelijke moeite heeft gedaan om zijn Duitsche gasten zoo waardig mo gelijk te ontvangen. Zonder overdrijving kan men zeggen, dat het bestuur daar op uitnemende wijze in geslaagd is. Het zijn een paar onvergetelijke dagen geworden, niet in het minst ook voor de Duitsche gasten, die hun waardeering niet onder stoelen of banken staken en alles „sehr schön" vonden. De aankomst der gasten. Zaterdagmiddag om 5.39 uur. zouden de Duitsche gasten op het station Hoo- gezand—Sappemeer arriveeren. Hier ver zamelden zich tegen hclf zes verschillende leden van „H.S.C.", benevens enkele be stuursleden, teneinde de „Palomanen" welkom te heeten. Toen de trein in het zicht kwam, begaven ijlen zich op het perron. Tot ieders tele afstelling stapte er echter geen enkele Duit.scher uit de trein. Goede raad was duur! Gelukkig was de chef van het station zoo bereidwillig even naar Nieuwe-Schans te telefoneeren. Uit de door hem verkregen inlichtingen bleek, dat de Duitschers de aansluiting op de sneltrein hadden gemist. Tengevolge hier van zouden ze eerst twee uur later aan komen. Hoewel het begin dus niet veel belovend leek, heeft dit toch geen in vloed gehad op het verdere deel van het programma. Om 7.39 waren weer allen op het station aanwezig en nu werd men niet teleurgesteld. De tr,ein bracht zes tien iopge mannen.) *1 met gejuich wer den begroet. Er weruen handen geschud en door velen werd de kennismaking her nieuwd. Onmiddellijk na aankomst ver zamelden allen zich in de wachtkamer, waar de heer C. Dijkstra namens het be stuur van H.S.C., in het Duitsch een korte toespraak hield, waarin hij de Duitsche gasten een hartelijk welkom toeriep en hun even prettige dagen toe- wenschte als „H.S.C." met Paschen in Hamburg heeft doorgebracht. Na deze officieele ontvangst namen de gasten plaats in een vijftal luxe auto's, waarme de ze naar hun verschillende inkwartie ringen werden gebracht, om zich na de lange reis wat op te frisschen en tevens de inwendige mensch wat te versterken. De Veteranenwedstriid H.S.C.— Achilles en de Réunie. Intusschen was op het H.S.C-terrein de veteranenwedstrijd HS.C.Achilles be gonnen, waarvoor, hoewel de entrée vrij was, geen groote belangstelling bestond. Zooals meestal met een veteranenwed strijd, was het een genoeglijke ontmoe ting, waarbij de „heeren met buikjes" menig maal werkten op de lachspieren der toeschouwers. Velen bleken liet voet ballen echter nog nie?, verleerd. Zoo ver dedigde bij H.S.C. ^eeper de Jong met veel bravour zijn doel, en was K. Schut nog vlug en handig als in zijn beste tijd. O. van Biessum bleek echter zijn gevaar lijk schot kwijt te zijn. Bij Achilles speel de o.a. mede de bekende sportsman Bolt, een goeie zestiger, die nog een lenigheid en kracht bezit, welke menig jongeman hem zal benijden. De uitslag, bij dit soort wedstrijden eigenlijk bijzaak, was 23 voor Achilles. Bij de rust had H.S.C. met 1—0 de leiding, dank zij een goed doel punt van v. Ham. Na de rust vergrootte H.S.C. aanvankelijk haar voorsprong tot 2—0 door Albronda. Hierna kwam Achil les evenwel opzetten, en de betrekkelijk nog jonge gevaarlijke linkervleugel der Assenaren wist de achterstand nog in een 2—3 voorsprong om te zetten. Met deze stand kwam het einde van de door den heer Bakema goed geleide wedstrijd. Na afloop verzamelen alle spelers be nevens nog enkele andere oud-leden van H.S.C. zich in 't hotel „Struvé". waar ge zellig werd „geborreld" en waar verschil lende oude herinneringen weer werden opgehaald. Hef behoeft geen betoog, dat hier al heel spoedig een zeer gezellige stemming heerschte. De officiëele feestavond in het hotel „Struvé". De feestavond ter eere van de gasten georganiseerd in het hotel „Struvé", mocht zich in een overweldigende be langstelling verheugen. Met het oog op de latere aankomst van de gasten, moest het aanvangsuur eenigszins worden ver schoven. Het publiek werd zoo lang aan genaam bezig gehouden door de muziek van Evelyn Novacek en haar orkest. 't Liep reeds tegen 9 uur. toen de voor zitter van H.S.C., de heer dr. K. Bos, het podium betrad voor het uitspreken van zijn openingswoord. Hij heette allen har telijk welkom, en sprak zijn voldoening uit over de groote opkomst. Voorts richtte spr. zich met speciale welkomstwoorden tot enkele oud-leden en eereleden, bene vens, tot, de vetoranen m AtMóes, die ook in de zaal aanwezig waren. In het Duitsch sprak dr. Bos vervolgens de „Pa lomanen" toe. Hij zeide. dat H.S.C. ge meend had haar gasten een feestavond te moeten aanbieden, als tegenprestatie voor de onvergetelijke dagen, die „Palo ma" de ,,H.S.C."-ers met Paschen had be zorgd. Spr. hoopte, dat de gasten de aan- stapje zouden bewaren. Tenslotte hoopte spr., dat dit feest zou mogen bijdragen tot nog grooter bloei van „ons H.S.C.", waarna hij de leiding overdroeg aan het eerelid de heer Lesterhuis, die deze avond optrad als programmaleider en conferen cier. De heer Lesterhuis deelde mede, dat het dansen tusschen de nummers, zooals de bedoeling was, niet kon doorgaan, we gens gebrek iaan ruimte. Het dansen zou volgen na het afwerken van het program ma. Dit laatste bevatte allereerst het clublied van „Paloma", op de wijze van „De boeren hebben het overwonnen", en het „Het H.S.C.-lied", op de melodie van het Jamboreelied, woorden van den heer Lesterhuis. Beide liederen werden staan de uit volle borst meegezongen. Na deze min of meer officiëele inleiding volgde een bont programma, dat zeer in de smaak viel. Allereerst bracht de da- mesafd. van de Gymn.vereen „W.I.K." en kele rythmische dansjes, terwijl de da- mesafd. van de Gymn.vereen „H.-S." een komisch nummer ten beste gaf. De heeren Lesterhuis en Dijkstra ontpopten zich daarna als voordrachtkunstenaars. Beide heeren hadden met hun korte schetsen veel succes. Hetzelfde kan gezegd wor den van de tooneelvereen. „Nieuw Leven", die de éénacter „Kop d' er veur hollen" opvoerde. Na een demonstratie tepdance door den heer G. Lesterhuis Jzn., welke demon stratie vooral bij de jeugd, die rijk in de zaal was vertegenwoordigd, in goede aar de viel, verscheen als laatste nummer voor de pauze het aloude „H.S.C.-Orgel" ten tooneele. In dit nummer werd de reis naar Hamburg in dialect bezongën, waar bij tal van verschillende van hen. die de reis hebben meegemaakt, pikante bijzon derheden werden „verklapt". Tusschen de bedrijven door werd nog door allen staan de het Clublied van H.S.C. (woorden van J. M. Leutscher, muziek van George Pol), gezongen. Verder werd nog aan de dames Freij en Hateboer door den heer Lesterhuis een aardig geschenk aangeboden als dank voor het werk dat zij hebben verricht. Beide dames hebben n.l. de H.S.C.-lintjes vervaardigd, die gedurende de Pinkster dagen zoo menig borst hebben getooid. Het programma na de pauze moest met het oog op het reeds vergevorderde uur aanmerkelijk worden bekort. Het eerste nummer na de pauze was een wedstrijd Paloma-HB.C., waarbij twee H.S.C.-'ers en twee Palomanen het tegen elkaar opnamen, om uit te maken wie van hen het vlugst een zuigflesch kon leegdrinken. Dit nummer, dat groote hi lariteit verwekte, werd door de thuisclub gewonnen. Alle deelnemers ontvingen passende geschenken. Tenslotte volgde na de pauze nog een dansje uitgevoerd door de dames van „W.I.K., onder de beproefde leiding van den heer K. de Grooth, waarna de voor zitter van H.S.C. weer het podium betrad om het officiëele gedeelte van het pro gramma te sluiten. De voorzitter bracht dank aan allen, die aan het welslagen van deze feestavond hadden medege werkt, in het bijzonder aan den heer Lesterhuis, wien spr. een fraaie foto van het H 55 C -elftal a/rnJhoodL. Mevc. Le&tor- huis ontving bloemen. De leider der Palomanen. de heer Erl- hoff, sprak vervolgens woorden van dank voor de vriendelijke ontvangst en voor de prachtige feestavond. Spr. hoopte, dat H.S.C. het volgend jaar weer in Hamburg zou komen. Met een driewerf „Sieg Heil!" werder deze woorden door de Paloma- hpjrrs.hhtla'd En hiermede was het officiëele gedeelte van het programma ten einde. Het leest zelf was evenwel nog lang niet afgeloo pen. Tot vroeg in den morgen werd er nog doorgefuifd op een wijze als men al leen van H.S.C. avonden kan verwachten. Het bezoek aan de kweekerljen. Voor de Zondagmorgen stond een be zoek aan een aantal kweekerijen te Klei- nemeer en Kalkwijk op het programma. De Duit'sche gasten namen alles met veel belangstelling op. De wedstrijd H.S.C1'Paloma 2-4 De hoofdschotel van de Pinksterfees ten was wel de ontmoeting in het sport park te Sappemeer, tusschen de beide elftallen van H.S.C. en Paloma. De wedstrijd werd voorafgegaan door een ontmoeting tusschen de adspiranten van H.S.C. en Kwiek, welke door de jon ge Kraaien met 3-2 werd gewonnen. Om half drie kwamen de Duitschers keurig in blaauwe trainingspakken ge stoken, door een haag van H.S.C. en Kwiek adspiranten, het veld op, harte lijk toegejuicht door het. publiek. In het middenveld stelden de Palomanen zich op, waarna zij twee maal de Hitlergroet brachten. Weldra verscheen ook het H.S.C. elftal, eveneens met hartelijk ap plaus begroet. Alle spelers en enkele of ficials verzamelden zich vervolgens in het FEUILLETON. (33) (Nadruk verboden). Zoo verklaar ik mij haar onbedachtzame handeling. Als gij beiden maar vertrou wen in mij gehad hadt u is arm Bettina bezit slechts een weinig en zoo zou een vereeniging tusschen u beiden een onmogelijkheid geweest zijn. Nadat dit voorgevallen is, mag er in dit opzicht geen onmogelijkheid meer bestaan. Ik hoop, dat u weet, welken weg u overblijft om de eer van mijn nicht te herstellen. Neen zeg nog niets hoor mij nog een oogenblik aan. Het ontbreekt u bei den dus aan geld om gelukkig te kunnen worden. Deze hinderpaal wil ik uit den weg ruimen. Ik zal voor de waarborgsom zorgen. Mijn nichtje is mij even dierbaar als een zuster ik ben rijk genoeg, haar van mijn vermogen af te staan, wat zij voor haar geluk noodig heeft. Ik geloof, dat we hiermee elkaar volkomen begrij pen en verdere woorden overbodig zijn. Mijn vader is van één uur af in huis te spreken. Als u de hand van Bettina wilt vragen, moet u nog heden naar hem toe gaan, nietwaar?" Von Btihrens gelaat was hoogrood ge worden. Een verlokkend toekomstbeeld zweefde hem voor oogen. Sinds gisteren avond had hij Bettina's lief gelaat niet meer kunnen vergeten en telkens had hij zich weer afgevraagd: Waarom deed zij dat? Hij geloofde zelf ook zeker, dat zij hem liefhad en dit geloof vervulde hem met een onrustige vreugde, waarme de een stille droefheid gepaard ging, omdat zij onbereikbaar voor hem was. Nu werd hem plotseling een mogelijkheid geboden, haar voor het geheele leven voor zich te winnen. Zou hij zich dan nog lang bedenken? Neen neen hij greep met beide handen toe om zich zijn geluk te verzekeren. „Ik zal om één uur bij mijnheer, uw vader zijn", zei hij bewogen. „Als juffrouw Sörrensen inwilligt om mijn vrouw te worden, zal ik mij gelukkig en vereerd gevoelen, want zij is een edel meisje, die ik zeer lief gekregen heb. Zelfs als u mij niet zoo goedhartig uw hulp had aange boden, was ik na het onzalige toeval, dat u voorbij mijn woning voerde, dadelijk naar uw vader gegaan om hem om de hand van juffrouw Sörrensen te vragen Wel is waar, was mij dan niets overge bleven, dan mijn ontslag uit den dienst te nemen, en het zou mij smartelijk ge weest zijn, met haar zoo'n onzekere, zorg volle toekomst tegemoet te gaan. Mij blijft geen keus over ik neem uw grootmoedig aanbod aan terwille van Bettina mag ik niet kleingeestig zijn." Ernst zuchtte en stak hem zijn hand toe. „Daarvoor bestaat voor mij meer aan leiding." „Als u dat gelooft, maak dan Bettina gelukkig. Dan zijn wij quitte." Von Biihren keek onderzoekend in het bleeke sombere gelaat van Ernst. Er kwam een vermoeden bij hem op, dat deze misschien wel een inniger genegen heid voor zijn nichtje gevoelde, dan er gewoonlijk tusschen familie-leden be staat. Ernst merkte zijn onderzoekenden blik op en herstelde zich. „Wij zijn dus op een vredige wijze met elkaar in het reine gekomen, mijnheer von Biihren. Ik ga nu naar mijn bureau en hoop u heden middag thuis als ver loofde van Bettina te kunnen begroeten. Maar wacht - nog iets. Ik wensch niet dat mijn ouders vernemen, dat ik voor de waarborgsom zorg. Het zou maar on- noodig heen en weer gepraat geven. Zegt u maar dat u door een onverwachte erfe nis of een of ander gelukkig toeval in het bezit van de vereischte som gekomen bent. Daar u gisteren met mijn vader en mijn broer een leening hebt willen slui ten, moet u wel de een of andere verkla ring over uw veranderden financieelen toestand opgeven." „Ik zal in uw geest handelen, mijnheer Aszmann." De beide mannen keken elkaar open en vast aan en gaven elkaar toen de hand. Daarop ging Ernst weg. Hij gevoelde zich kalmer, nu hij voor Bettina gedaan haa, wat hij doen kon. Tegelijkertijd kwam er een gevoel van groote neerslacntigheid over hem, die niet weg te redeneeren was. Hij begroef zich letterlijk in zijn werk, maar dat bracht hem heden geen verlos sing. Zijn gedachten lieten zich niet af leiden van het verlies, dat zijn hart ge troffen had. Peter Aszmann was juist uit de fabriek thuis gekomen, toen von Bühren bij hem aangemeld werd. De oude heer was in een neerslachtige stemming, zijn vrouw had hem cp een vraag naar Béttina zoo juist verklaard, dat deze klaar met het pakken was en om half drie zou vertrekken Zij bleef dus bij haar besluit het jonge meisje weg te zen den en dat beviel den ouden heer in het geheel niet. Hij ontving von Bühren da delijk in zijn kantoor, in de hoop, dat deze en verklaring, van de zaak zou ge ven. „Ik mag zeker wel hopen, dat u hier gekomen bent om een verklaring te ge ven van die zonderlinge gebeurtenis. Mijn zonen hebben ons nichtje met u uit uw huis zien komen. Hoe kwam dat? vroeg hij onmiddellijk. Von Bühren was verwonderd, dat Peter Aszmann reeds van het geval op de hoog te was. Waarschijnlijk had Georg gebab beld. Hij vertrouwde hem dit wel toe. Hij nam een vormelijke houding aan. „Ik heb de eer, u om de hand van uw nicht, juffrouw Bettina Sörrensen te vra gen t— dat is mijn verklaring." Peter Aszmann wreef zich de oogen uit en keek von Bühren verwonderd aan. „U ziet mij eenigszins van mijn stuk gebracht, mijnheer von Bühren. Deze op lossing, die in den grond de allereenvou digste is, heb ik niet verwacht. Hoe zeer ik me ook aan den eenen kant over uw aanzoek verheug, daar dat alleen in staat is, Bettina in haar eer te herstellen, heeft u mij gisteren van den anderen kant uw toestand zoo geschilderd, dat ik niet kan aannemen, dat u de middelen bezit om een huwelijk te sluiten. Bettina bezit ook slechts een kapitaaltje van vijf en twin tig duizend mark." Von Bühren haalde diep adem. „Sinds gisteren is mijn toestand door een gebeurtenis, die ik niet voorzien kon, veranderd. Ik verkeer heden in het geluk kige geval een waarborgsom te kunnen stellen en verzoek u nogmaals mij uw toestemming te geven om naar de hand van uw nicht te dingen." Peter Aszmann was blijkbaar vroolijk verrast. „Dat is iets heel anders, natuurlijk, dat verandert de zaak. Gelukkig, dat er een eind gekomen is aan dezen af schuwelijken toestand. Natuurlijk geef ik mijn toestemming. Het was mij per soonlijk zeer smartelijk geweest, Bettina als een onteerde uit mijn huis weg te moeten zenden. En mijn vrouw is zeer streng Bettina heeft haar koffers reeds moeten pakken." Von Bühren week ontzet. „Niet mogelijk?" „Ja het is zoo." „Hoe heeft mevrouw Aszmann dit ge hoord?" „Door mijn zoon Georg. Hij heeft ons hedenmorgen natuurlijk deze aangele genheid meegedeeld." „Ik ben ontroostbaar, dat juffrouw Sör- renssen daardoor onaangenaamheden heeft gekregen en ik verzoek u vriende lijk mij dadelijk een onderhoud met haar toe te staan," zeide hij haastig. Dat arme lieve meisje hoe zwaar had zij voor haar goedheid moeten boe ten! Als Ernst Aszmann niet bij hem ge weest was zou hij geen vermoeden ge had hebben, hoezeer Bettina door hen had moeten lijden. Goddank, dat hij nog juist op tijd kwam om haar uit dien pijnlijken toestand te verlossen. Of zij zijn aanzoek aannam of niet zij moest hem zijn eerewoord teruggeven, opdat hij zou kunnen verklaren dat zij rein en on schuldig was. Peter Aszmann noodigde von Bühren uit, plaats te nemen. (Wordt vervolgd). Nieuws- en Advertentieblad UITGAVE CP. SËÓGSRS) gCxicioiiistc iieiljQjüeïiiïgeii aai* is au „Ik dank u."

Kranten- en periodiekenviewer van het Historisch Archief Midden-Groningen


Nieuws- en Advertentieblad, Sappemeer nl | 1938 | | pagina 1