iDenfbt aan de GaCCecte aaat de Mcdianate
op, Zaterdag, 14 1940.
Boeldag
Da INBOEDEL
9 jar. bruine Merrie,
ALLEN
BIOSCOOP - HOOGEZAND
TOENDRA
HET PROCES MET
GESLOTEN DEUREN
Groot en varioerend voorprogramma
ZITDAG
Maandag 16 Sept.
J. SCHAAPHOK
Noordorstraat 85
FRIESCHE BORGEHS
VULHAARDEN
P. VAN DIJKEN,
f
Onderl. Huurwaarb. Mij.
„Eendracht m. Macht"
't Hotel N. A. Groeneveld,
PIANOLESSEN ANNEKE DRENTHEN
Verhuisd
Prima Friesche BORGEHS
Winterkachels 1940
VULKACHELS, ook met IJzerbinnenwerk
SALAMANDERS,
HUISHOUDKAGHELS met en zonder Fornuisjes.
GelCeetanten kunnen ziek aanmelden aam Maagezand fcf den Mee* Q. Wagentje*, Maafdóbcaat 98. Vaat Suppemeet
den Meet M. Viening, Zuidetóitaat 13.
NOORDBROEK.
opgave of betaling
HEDENAVOND:
HEDENMIDDAG 3 UUR
Vanaf a.s. Vrijdag:
J. DONTJE,
S. DE BEER,
Zeer groote keuze
Het Model.
die iet§ te YORDE=
REN hebben van- of
VERSCHULDIGD zijn
aan de -onder het voorrecht van
boedelbeschrijving aanvaarde na
latenschap van FRED ERIK MEY
ER, gewoond hebbende te Noord
broek en aldaar overleden op
30 April 1940, worden verzocht
daarvan
TEL. 52.
Een Extra voorstelling voor
Scholieren
DONDERDAGS te SAPPEMEER.
MAKELAAR
VERKOOP, HUUR EN VERHUUR
HYPOTHEKEN.
PRIMA
voor Winteropslag.
VOETBAL
GRONINGER DAGBLAD BEKER
WEDSTRIJDEN.
Politie speurt naar slimmen
vogel.
Op Maandag 16 September a.s.
des middags 2 uur zullen aan
het perceel van Mej. de Wed.
F. MEYER en Kinderen, aan de
Gockingalaan A 129 te Noord-
broek publiek a contant bij op
bod worden verkocht:
als KABINET, COM
MODE, HOEKTA-
FEL, TAFEL, LEUN
STOEL 6 STOE
LEN, SPIEGEL,
SCHILDERIJEN, KLOKSTEL,
KAMERKACHEL (Salamander),
KOOKKACHEL, 2 BLOEMSTAN-
DERS, 2 KOMMEN op kabinet.
TURFBAK DOOFPOT, LOOPERS
en MATTEN, LAMPEKAP,
BLOEMPOTTEN, 2 gewone en 1
ZAKKETEL, GLAS- en AARDE
WERK LEDIKANT, 2 LINNEN-
REKKEN, WASCHTOBBE, EM
MERS POTTEN KEULSCHE
POT,'PANNEN enz.
Verder;
beste WAGEN op
Jf dubbele veeren, PAAR-
X IfTi DENGEREI, 1 VAR-
1K KEN, KRUIKAR. 1-
schar. PLOEG, 1 gew. TUINEG-
GE, EGSCHAAR ZEIS VOR
KEN, SCHOFFELS, PLOEGKNUP-
PEL, i/2 MUDSVAT, SPINTVAT,
2 KOPSMATEN, REGENTON en
hetgeen meer gepresenteerd zal
worden.
R. ZWIERS, Notaris,
Zuidbroek.
te doen vóór of op 25 September
1940 ten Kantore van
R. ZWIERS,
Notaris, Zuidbroek.
kunt U een zeer interessante reis mee
maken naar de ijsvelden van het hooge
Noorden.
Toendra
De wonderen van het Noordpool-gebied
worden U geopenbaard in een film vol
schoonheid, mysterie en spanning.
Toegang 14 jaar.
met de zeer interessante en leerrijke film
aangevuld met passend voorprogramma.
Loge en Parket 25 ct., andere rangen 15 cent.
Toegang alle leeftijden.
een sterke speelfilm, vervaardigd onder
regie van PAUL WEGENER
met: OLGA TSCHECHOWA, IVAN PE-
TROVICH, SABINE PETERS.
Oudejaarsavond in een der groote feest
zalen. Het verhaal vangt aan met de
luidruchtige viering van het Nieuwe
Jaaren eindigt met een proces met
gesloten deuren, de gerechtelijke behan
deling van een moordzaak
Vanaf a.s. VRIJDAG een prachtprogram
ma. Toegang 18 jaar.
gevestigd te
HOOGEZAND—SAPPEMEER.
zoowel voor Huurders als Ver
huurders op
's nam. om 7 uur in
Stationsstraat, Sappemeer.
STAATSEXAMEN HAAGS CONSERVATORIUM
theor. ged.
Inlichtingen bij Mevr. GISCHLER.
van Parkstraat 35 naar
(boven de Drogisterij,
Hoek Slochterstraat).
WONINGBUREAU - KOOP EN
Elke transactie is voor ons
eerst dan afgedaan als ook de
wederpartij is voldaan.
voor winteropslag.
Parkstrartt 38, Sappemeer.
Direct leverbaar.
Oosterpark, Hoogezand, Tel. 178.
EN
Haardkachels
van de bekende fabrieken
TIGER, E. M. JAARSMA, JAN
JAARSMA, JUNKER RUH,
INVENTAj ETNA, enz.
w.o. met het allernieuwste speciale voorbrandsysteem, zeer ge
schikt voor kleine (goedkoopere) brandstof. Groot warmte-
vermogen, zeer zuinig in gebruik.
VERDER VELE SOORTEN
KACHELPLATEN, VULEMMERS, TURFBAKKEN, KACHEL
PIJPEN EN ELLEBOGEN, ENZ.
Alles onder volle garantie.
Franco levering.
IN DEN IJZERHANDEL VAN
HOOGEZAND.
TEL. 103.
Het tournool om den Groninger Dag
blad Beker, dat Zondag moest worden
uitgesteld, wordt thans Zondag a.s. ge
houden.
Reeks van wandaden op zijn geweten.
In het geheele land speurt de politie sinds
enkele weken naar den beruchten oplichter
W. N. Veth, die in de oorlogsdagen van Mei
met vele andere gevangenen tijdelijk in
vrijheid werd gesteld. Hij heeft die unieke
gelegenheid dankbaar aangegrepen. Terwijl
sommige gevangenen zich weer hebben ge
meld, of opnieuw zijn aangehouden, heeft
Veth er de voorkeur aan gegeven zijn vrij
heid te behouden en hij neemt blijkbaar alle
mogelijke listen te baat om zich voor de po
litic verborgen te houden.
De eerste weken na zijn tijdelijk ontslag
bemerkte men in de hoofdstad, waar hij al
tijd geopereerd heeft, niets van hem. Hij
hield zich zoo stil als een muis, of heeft
toen misschien elders in het land, waar men
hem niet zoo goed kent, vacantie genomen.
Sedert enkele dagen schijnt hij den tijd
weer gekomen te achten om nieuwe oplich
tersdaden te verichten. Het is zijn speciali
teit om zich bij eenvoudige lieden aan te
sluiten en hun vertrouwen te verwerven.
De man verstaat die kunst bij1 uitstek. Hij
is een aangenaam prater, weet onmiddellijk
ieders belangstelling te verwekken, en voor
al gaat het hem gemakkelijk af om met
wildvreemden zoodanig aan te pappen, dat
niemand zich afvraagt: wat wil die man
eigenlijk van me.
Altijd draaide het er op uit, dat hij een
fiets of iets dergelijks te leen moest hebben
(die hij nooit terugbracht) en de slachtof
fers schenen niets natuurlijkers te vinden,
dan dat zij op dit verzoek ingingen. Vele
malen is de man al veroordeeld, en na zijn
straf te hebben uitgezeten, begon hij steeds
opnieuw. Dezer dagen heeft hij weer enkele
slachtoffers gemaakt.
Zijn laatste zet was de oplichting van een
matroos van den Opbouwdienst. De manier
waarop hij van dezen matroos een uniform
loskreeg, is volkomen in overeenstemming
met'zijn oude methode. Hij' liep de school
van den dienst binnen, en hij deed dat zoo
nonchalant, dat niemand ook maar naar
hem keek. Want W. N. Veth heeft eenmaal
iets over zich van Hij is een van de onzen".
Wel, ga jij ook met verlof, vraagt hij
langs zijn neus weg aan den matroos?
Ik? Was het maar zoo.
Nou, ik heb wel verlof, maar ik zit er
leelijk mee, mijn baadje is zoek.
Heb je er een voor me te leen?
Er werden niet veel woorden meer over
gewisseld. De oplichter verliet weldra de
school aan de Ruysdaelkade in matrozen-
uniform, er van overtuigd, dat de kraag
hem lang niet slecht stond. Toen ging hij
op verder avontuur uit.
Terwijl de matroos na bemerkt te hebben
dat zijn kleeding niet terugkwam, aangifte
deed bij het politiebureau aan de Pieter
Aertszstraat, maakte Veth al weer jacht op
rijwielen. Hij opereert als zoovele malen in
Amsterdam-Oost, en blijkens aangiften bij'
het politiebureau aan de Linnaeusstraat en
elders openbaarde hij opnieuw zijn betreu
renswaardige bekwaamheid op dit gebied.
De volgende scènes speelden zich af. De
man gaat naar een bouwwerk, loopt over de
planken en langs de gapende kelders, en
spreekt een arbeider aan.
Dat is ook wat moois. Ik werk daar
ginds en moet even een boodschap doen.
Maar wat is het geval? Nu hebben ze mijn
band laten leegloopen. Mag ik je fiets even?
Veth stapt op, rijdt weg, komt niet weer
terug en heeft een fiets. Later gaat hij naar
een ander bouwwerk.
Jongens ik kom hier helpen, maar
ik moet nog op mijn gereedschap wachten..
Ik zal me vast verkleeden Hij stapt naar
de keet, kijkt er rond, vindt wat geld en
verdwijnt weer. Van werken komt natuur
lijk niets.
Elders nam hij weer op geraffineerde
wijze een rijwielhersteller beet. Op zijn ge
wone, vlotte en zakelijke manier klampte
hij den vakman aan.
Wat bouw jij toch?
Ik maak prachtige fietsen.
Maak er zoo een voor mijn zoon. Ik be
taal je hem contant, als de fiets Zaterdag
klaar is.
De rijwielhersteller twijfelde geen mo
ment. Voordat het Zaterdag was, kwam
Veth nog eens langs. Hij vertelde dat hij
..commandeur bij de Reiniging" was. Dat
hij een boodschap moest doen, dat hij voor
zijn baas een arbeider moest controleeren
en even een fiets noodig had.
Tusschen twee haakjes: dat rijwiel
van mijn zoon komt toch op tijd klaar hè?
Want Zaterdag gaan we met vacantie....
Inmiddels leende hij even een gebruikt
karretje en keerde er niet meer mede terug.
Een volgende maal stapte hij een andere
rijwielstalling binnen. Nu kwam een nieuw
verhaal op de proppen. Ziin schoonzuster,
juffrouw die en die stalde daar haar rij
wiel (het klopte, behalve dat hij voor die
dame een onbekende was). Zij is in blijde
verwachting, en nu moet ik op haar fiets
even een boodschap doen!
Ook in dit geval ging de vlieger weer op.
Het is te hopen dat de politie maar spoe
dig op het spoor van den gladden bedrieger
komt, en dat hij weldra niet meer in de
gelegenheid zal zijn verder misbruik te ma
ken van de hem vrijwillig geschonken vrij
heid.
KORT VERHAAL.
door
CHARliES DELAMBRES.
hij noodig had
staarde over de
eeuwige schoon
zijn gedachten
te stemmen, m
George Dunoi; slenterde langs de Seine,
verzonken in ontevreden gedachten. Hier
zat hij nu in Parijs, centrum van kunst en
beschaving, Paris, het oord van de kunste
naars en kon tiet model niet vinden, dat
Hij zuchtte, stond stil en
rivier. Gewoonlijk was de
ïeid van de Seine in staat
,f te leiden, hem weer rustig
pegesleept door de bekoring
van wat hij za^. Maar vandaag wendde hij'
zich na een oogenblik af en liep weg. Het
beste was maar naar huis te gaan en aan
iets anders te flaan werken. Natuurlijk kon
hij het probeerèn met Lili als model. Maar
het zou belachelijk zijn. Er scheen in heel
Parijs geen moflei te vinden, dat deze ver-
geestelijke reinheid in het gezicht had, deze
uitdrukking van smart en grootheid tege
lijk
Beter iets anders on te zetten dan een
idee verknoeien. Zijn visioen zou ongeschil-
derd blijven, dat was alles.
Hij had van dit schilderij gedroomd, zoo
als hem dikwijls gebeurde. Hij had de vrou-
wenkop gezien, dat vergeestelijkt gelaat,
niet mooi ip 's hemelsnaam niet mooi!
doch zoo oneindig ontroerend, verreind,
boven alles uitgestegeneen madonna
van deze dagen, zwevend boven deze ver
warde, verwildérde, vermodderde wereld
Maar hij kop het model niet vinden.
.cht bij zijn atelier gekomen,
>ch wijn en wat sandwiches
gedachten verzonken, het
am, bleef hij als versteend
Hij kocht,
ergens een flfl
en toen hij, il
winkeltje uiti
staan.
Zij1 was das
Zijde vrouw van zijn
visioen. Zij stond juist in het licht van de
étalage en staarde hem aan.
Hij voelde, flat hij tot wanhoopsdaden in
staat zou zijnj als ze weigerde voor hem te
poseeren. Zijp stem beefde, toen hij haar
aansprak. Hij!sprak koortsig snel, om haar
vlug alles uit te leggen en duidelijk te ma
ken, hoe ernstig zijn bedoelingen waren.
Want hij zagj dat ze armelijk gekleed was,
doch in kleerfcn, die ééns goed waren ge
weest en dat fze ontegenzeggelijk een dame
was. Hij vreesde, dat ze zou weigeren, dat
ze hem niet zèu willen vertrouwen, hij voeg
de dan ook dadelij'k er bij, dat ze natuurlijk
iemand mee kon brengen, als ze liever niet
alleen wilde komen. Toen hij eindelijk
zweeg, zag hjj hoe een klein, triest lachje
haar bleeken mond deed trillen. Er was iets
moederlijks in dien glimlach, hoewel ze
waarschijnlijk jonger was dan hij. Ze zei
langzaam: „Ik heb het geld noodig en zal
voor u poseeren. Als u wilt dadelijk
Dat overtrof zijn verwachtingen. Hij liet
bijna zijn flesch wijn- vallen en stamelde,
dat hij nog wat zou koopen om te eten. Hij
haastte zich terug in het winkeltje en
kocht nog een en ander voor een bescheiden
maal en toen ging hij haar voor. Ze volgde
langzaam de vele trappen op tot aan het
ruime, heldere atelier. Het was er romme
lig, doch niet vuil en haar blik gleed lang
zaam over voltooide en half-voltooide schil
derijen, over teekeningen en schetsen. Hij
merkte door een paar opmerkingen, welke
ze maakte, dat ze verstand had van schil
derijen. Doch toen hij voorstelde, eerst iets
te eten, zei ze, bijna kortaf. „Neen, ik wil
graag gauw beginnen".
Hij plaatste haar in het geschikte licht
en begon te schetsen. En hij ontwaakte pas
uren later uit een werkroes, beschaamd, dat
hij haar zoolang had laten zitten. Ze was
nu doorschijnend bleek en hij schonk haar
snel een glas wijn in en gaf haar een paar
sandwiches. En toen, door het trillen van
haar hknd, die naar het brood greep, ging
hem een licht op en het bloed steeg hem
naar het hoofd. Hij begreep, wat deze door
schijnende teerheid, dit vergeestelijkte en
verreinde aan haar gezichtje had gegeven:
honger. Ze had honger, de hemel weet sinds
hoe lang en hij had haar daar laten zit
ten en poseeren, terwijl op tafel het eten
klaar lag
Zijn eigen handen trilden, toen hij
nog meer sandwiches voor haar aan
bracht.
„Ze kwam nu eiken dag en hij zorgde
dan, dat er voldoende te eten was. Maar
het werk, dat dien eersten ddg zoo snel
vorderde, begon te stokken. Den vierden
dag. stond hij en staarde naar haar, wei
felend. Er was iets veranderden hij
begreep, na eenigen tijd wat het was.
Dat wonderlijk vergeestelijkte, dat smar
telijke in haar oogen begon te verdwij
nen. Ze glimlachte sneller, haar oogen
glinsterden, ze had een beetje kleur ge
kregen.
Hij wendde zich af en zei: „Ik kan
vandaag niet opschietenik zal u
toch betalenmaar Ik wil liever niet
werken, dan zou ik alles maar bederven".
Ze kwam langzaam naar den ezel en
staarde naar het schilderij. Lang, heel
lang keek ze, naar wat haar eigen ge
zicht wasgeweest. Ze zag het, toen
ze zich omwendde en haar blik in den
spiegel viel. Ze zag de verandering en
begreep, waarom hij niet meer kon wer
ken.
„Zial ik morgen komen?" vroeg ze.
Hij aarzelde. „Ja, dat is goed".
Ik zal het niet kunnen schilderen
dacht hij, maar hij werd zich bewust op
dit moment, dat hij haar zelf wilde zien
en bij zich hebben. Het troostte hem
vaag over het werk, dat hij niet zou kun
nen scheppen.
Toen ze den volgenden dag kwam, was
ze stil en niet erg opgewekt. Hij had den
indruk, dat ze over iets tobde en ze wil
de niets eten. „Ik heb met iemand ge
luncht", zei ze kortaf.
En van dien dag af kwam er een
groote verandering over haar. Ze sprak
bijna niet meer, ze at zelden meer iets,
dronk hoogstens een glas wijn en hij
kreeg den indruk, dat ze iemand ontmoet
had, die haar gedachten in beslag nam.
Ze heeft een ander, dacht hij en een
pijn, welke hem zelf verbaasde, sneed
door zijn hart, iemand, die met haar
uitgaat, met wie ze eetmaar die
haar niet gelukkig maakt.
Doch het werk vorderde. Haar oogen
hadden bij tijden een wonderlijke uit
drukking, die hem in verrukking bracht.
Hij werkte bij tijden in een roes, alles
om zich heen vergetend, vechtend om
het vast te leggen, dat wonderlijke, dat
bijna bovenaardsche schoone. Het was
anders dan dat, wat hem eerst getrof
fen had, maar het was mooier, nog ont
roerender, grocter.
Twee weken lang werkte hij, haar bij
na bij tijden vergetend, niets ziende,
niets wetende, dan de uitdrukking, die
hij langzaam van haar gelaat overbracht
op het doek. En op een middag, toen
het licht verdween liet hij zich in een
stoel vallen, bijna schreiend van geluk
en doodmoe.
,.,Ja", zei hij, „ja, het is er. Kom kij
kenhet is er eindelijk".
Hij keek op, toen ze niet antwoordde
en slaakte toen een kreet van schrik. Ze
was, zonder geluid, zonder rumoer, van
haar stoel gegleden en lag bewusteloos
op den grond.
De arts, dien hij gehaald had, nam
hem terzijde en zei; „Dood-op, arm kind.
Vrijwel verhongerd. Geef haar maar eens
goed wat te eten een tijdje en versterken
de middelen".
Hij stond als door den bliksem getrof
fen. Toen de arts weg was, ging hij naar
den divan, waarop ze nog lag, zette zich
bij haar en nam haar hand. En toen hij
voelde, hoe mager dat handje was, over
weldigde hem opeens het bewustzijn van
de waarheid en zij las op zijn gezicht,
dat hij begrepen had.
„Ik zag, dat je niet meer kon opschie
ten...... en ik probeerde weer te worden,
zooals ik was, toen je me vroeg om te
poseeren. Het was dat hongeren, waar Ik
die uitdrukking van gekregen had
toen ik me flinker engelukkig ging
gevoelen, verdween die. Daarom loog ik
en zei, dat ik al gegeten had
„Waarom deed je dat?" vroeg hij adem
loos.
„Omje werk omdat ik wilde,
dat je je visioen zoudt scheppen
Hij boog zich over haar heen en zag
in haar oogen de smartelijke grootheid,
die hij op zijn schilderij had vereeuwigd.
En nu begreep hij dat die uitdrukking,
zooveel dieper, ontroerender nog dan de
andere, niet door den honger werd opge
wekt, maar door liefde.